Page 103 of 760
1032. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
◆Buitenspiegels (auto's met BSM)
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in
de aangegeven systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes
*1Centraal waarschu-
wingslampje
(Blz. 627)*1, 2
(indien
aanwezig)
Controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-
systeem (Blz. 619)
*1Waarschuwingslampje
remsysteem
(Blz. 617)*1Controlelampje
Traction Control
(Blz. 619)
*1Laadstroomcontrole-
lampje (Blz. 618)Waarschuwingslampje
open portier/achterklep
(Blz. 620)
*1Motorcontrolelampje
(Blz. 618)Controlelampje veilig-
heidsgordel (Blz. 620)
*1Waarschuwingslampje
SRS (Blz. 618)Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(Blz. 620)
*1Waarschuwingslampje
ABS (Blz. 619)*1
(rood)
Waarschuwingslampje
hoge koelvloeistoftem-
peratuur (Blz. 621)
Page 105 of 760

1052. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Automatic High Beam-
systeem (Blz. 285)
(indien
aanwezig)
Controlelampje cruise
control (Blz. 307)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
cruise control SET
(Blz. 307)*1
(indien
aanwezig)
ECO-controlelampje
(Blz. 208)
*1, 2Controlelampje
Traction Control
(Blz. 334)*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Stop & Start-systeem
(Blz. 326)
*1
Controlelampje
VSC OFF (Blz. 335)
*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
(Blz. 327)
(Blauw)
Controlelampje lage
koelvloeistoftemperatuur
*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje perma-
nente vierwielaandrijving
(Blz. 325)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
voorgloeien
(Blz. 232, 236)*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
AUTO LSD (Blz. 335)
*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje Downhill
Assist Control
(Blz. 341)
(indien
aanwezig)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
(Blz. 319)
Controlelampje
antidiefstalsysteem
(Blz. 87, 95)
(indien
aanwezig)
Controlelampje LDA
(Blz. 311)
(indien
aanwezig)
Controlelampje SPORT
(Blz. 246)
*3
(indien
aanwezig)
BSM-indicator in
buitenspiegel
(Blz. 344)
Page 333 of 760

333
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling rem-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de
auto of bij het accelereren op gladde wegen
◆AUTO LSD-functie (2WD-uitvoeringen)
De AUTO LSD-functie wordt geactiveerd wanneer het systeem in
de stand TRC UIT is De functie werkt als een van de aangedreven
wielen doorslipt, bijvoorbeeld als het wiel vrijelijk spint op ijs of
modder. Het systeem schakelt de remmen van het doorslippend
wiel in, maar brengt een gedeelte van het koppel over op het
andere wiel en zorgt er zo voor dat er voldoende aandrijfkracht
behouden blijft.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen.
Page 334 of 760

3344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
◆Dynamic Torque Control AWD-systeem (AWD-uitvoeringen)
Schakelt afhankelijk van de rijomstandigheden automatisch van
voorwielaandrijving naar permanente vierwielaandrijving (AWD),
wat bijdraagt aan betrouwbaar rijgedrag en stabiliteit. Voorbeelden
van omstandigheden waaronder het systeem overschakelt op AWD
zijn het nemen van bochten, heuvelopwaarts rijden, wegrijden of
accelereren en als het wegoppervlak glad is ten gevolge van
sneeuw, regen, enz.
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
◆Hill Start Assist Control
Blz. 339
◆Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de remlichten
automatisch knipperen om het achteropkomende verkeer te waar-
schuwen.
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC-/
VSC-systeem in werking is.
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Page 338 of 760

3384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■De Traction Control werkt niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
op de weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd kan worden, zelfs
niet als de TRC in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■Als het Vehicle Stability Control-systeem (VSC) geactiveerd is
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermo-
gen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de wielen of banden.
■Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben
een negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing
veroorzaken.
Page 339 of 760

339
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Hill Star t Assist Control
Schakel de Hill Start Assist Con-
trol in door het rempedaal hele-
maal in te trappen wanneer de
auto volledig stilstaat.
Er klinkt eenmaal een zoemer om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld. Ook gaat het contro-
lelampje Traction Control knippe-
ren.
■Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
●Het systeem werkt onder de volgende omstandigheden:
• De selectiehendel staat in een andere stand dan stand P (auto's met
automatische transmissie of Multidrive CVT).
• De parkeerrem is niet geactiveerd.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●De Hill Start Assist Control werkt niet wanneer het controlelampje van de
Traction Control brandt.
■Hill Start Assist Control
●Wanneer de Hill Start Assist Control in werking is, blijven de remmen auto-
matisch geactiveerd nadat de bestuurder het rempedaal heeft losgelaten.
De remlichten en het derde remlicht gaan branden.
●De Hill Start Assist Control werkt gedurende ongeveer 2 seconden nadat
het rempedaal is losgelaten.
●Als het controlelampje Traction Control niet gaat knipperen en de zoemer
niet klinkt wanneer het rempedaal volledig wordt ingetrapt, verminder dan
licht de druk op het rempedaal (laat de auto niet achteruitrollen) en trap het
vervolgens weer stevig in. Als het systeem dan nog niet werkt, controleer
dan of aan de hiervoor behandelde voorwaarden voor werking is voldaan.
Assisteert bij het wegrijden en houdt zelfs na het loslaten van
het rempedaal kort de remdruk vast bij het wegrijden op een
(gladde) helling.
Page 340 of 760

3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Zoemer Hill Start Assist Control
●Wanneer de Hill Start Assist Control wordt geactiveerd, klinkt de zoemer
eenmaal.
●In de volgende situaties wordt de Hill Start Assist Control uitgeschakeld en
klinkt de zoemer tweemaal.
• Er wordt binnen ongeveer 2 seconden nadat het rempedaal is losgelaten
niet weggereden.
• De selectiehendel wordt in stand P gezet (auto's met automatische trans-
missie of Multidrive CVT).
• De parkeerrem wordt geactiveerd.
• Het rempedaal wordt weer ingetrapt.
• Het rempedaal werd gedurende ten minste 3 minuten ingetrapt.
■Als het controlelampje Traction Control gaat branden
Dit kan duiden op een storing in het systeem. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Hill Start Assist Control
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist
Control werkt mogelijk niet effectief op steile hellingen en op met ijs
bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet
bedoeld om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te houden.
Gebruik de Hill Start Assist Control niet om de auto op een helling op zijn
plaats te houden omdat dat kan leiden tot een ongeval.
Page 341 of 760
341
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Downhill Assist Control
Druk de schakelaar DAC naar
AAN. Het controlelampje van de
Downhill Assist Control gaat bran-
den en het systeem treedt in wer-
king.
Wanneer het systeem in werking
is, gaat het controlelampje Traction
Control knipperen en gaan de rem-
lichten branden.
Druk de schakelaar DAC naar UIT terwijl het systeem in werking is.
Het controlelampje van de Downhill Assist Control gaat knipperen ter-
wijl het systeem geleidelijk wordt uitgeschakeld, en dooft wanneer het
systeem volledig is uitgeschakeld.
Druk op de schakelaar DAC terwijl het controlelampje van het Down-
hill Assist Control knippert om het systeem opnieuw in te schakelen.
: Indien aanwezig
De Downhill Assist Control helpt te hoge snelheden op steile
neerwaartse hellingen te voorkomen.
Het systeem wordt ingeschakeld als de rijsnelheid lager is dan
25 km/h.
Bediening systeem
Uitschakelen van het systeem