Page 545 of 760
5456-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Zonder oliepeilstok
Als een sproeier niet werkt of een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay, is het sproeierreser-
voir mogelijk leeg. Vul ruiten-
sproeiervloeistof bij.
Met oliepeilstok
Als het niveau in het sproeierre-
servoir op LOW staat, vul het dan
bij met ruitensproeiervloeistof.
■Gebruik van de meter (indien aanwezig)
Sproeierreservoir
Het ruitensproeiervloeistofniveau kan
worden gecontroleerd door in de peilstok
te kijken naar het niveau van de ruiten-
sproeiervloeistof.
Als het niveau lager is dan de tweede
opening van onderen (merkteken LOW)
moet er ruitensproeiervloeistof worden bij-
gevuld.
Actueel
vloeistof-
niveau
Page 546 of 760
5466-3. Zelf uit te voeren onderhoud
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de motor draait of nog niet is afge-
koeld. Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bij-
voorbeeld op hete motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloei-
stof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast.
■Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles aangegeven
temperaturen voor de juiste mengverhouding.
Page 547 of 760

5476-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
U kunt het brandstoffilter zelf aftappen. Maar omdat dit lastig is, advi-
seren wij u het brandstoffilter te laten aftappen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u het brand-
stoffilter toch zelf wilt aftappen.
Het water in het brandstoffilter moet worden afgetapt wanneer de
waarschuwingsmelding DRAIN WATER FROM FUEL FILTER (tap
water af uit brandstoffilter) verschijnt op het multi-informatiedisplay en
er een zoemer klinkt. (Blz. 635)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Zet het contact UIT.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Zet het contact UIT.
Plaats een klein bakje onder de aftapplug om het water en de
brandstof in op te vangen.
Draai de aftapplug linksom,
ongeveer 2 - 2,5 slag.
Als u de aftapplug meer slagen los-
draait, zal het water ook om de
plug heen sijpelen.
Beweeg de pompknop tot er
brandstof uit de aftapplug komt.
Draai de aftapplug na het aftappen met de hand vast.
Brandstoffilter (alleen dieselmotor)
1
2
3
4
5
Page 548 of 760
5486-3. Zelf uit te voeren onderhoud
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Aftappen van water uit brandstoffilter (alleen auto's met linkse bestu-
ring)
Plaatsen: Herhaal bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde. Verwijder de verpakking van de clips
zoals aangegeven in de afbeelding.
Maak de clips los en verwijder de afdek-
kap.
1
2
3
Page 549 of 760
549
6
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Banden
Nieuw loopvlak
Slijtage-indicator
Versleten loopvlak
De plaats van de slijtage-indicato-
ren wordt aangegeven met de tekst
TWI of op de wang van de band.
Controleer de staat en de banden-
spanning van het reservewiel ook
als het niet gebruikt wordt.
Vervang of verwissel banden afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
1
2
3
Page 550 of 760
5506-3. Zelf uit te voeren onderhoud
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Wissel de banden zoals aangegeven in de afbeelding.
2WD-uitvoeringen:
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 10.000 km van plaats te
wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere levensduur
van de banden te verkrijgen.
Vergeet niet na het wisselen van de banden het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem te initialiseren. (indien aanwezig)
AWD-uitvoeringen:
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 5.000 km van plaats te
wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere levensduur
van de banden te verkrijgen.
Vergeet niet na het wisselen van de banden het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem te initialiseren. (indien aanwezig)
Wisselen van banden
Auto's zonder een volwaardig
reservewielAuto's met een volwaardig
reservewiel
VoorVoor
Page 551 of 760

5516-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem dat gebruik maakt van bandenspanningssensoren en -zenders
om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot proble-
men leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder door middel van een waarschuwingslampje gewaar-
schuwd. (Blz. 621)
◆Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst
worden, moeten de identificatiecodes van deze componenten wor-
den geregistreerd in de ECU van het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem en moet het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem worden geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van de ban-
denspanningssensor en -zender registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. (Blz. 553)
◆Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
■Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet gereset
worden als van bandenmaat wordt gewisseld:
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aanwezig)
Page 552 of 760
5526-3. Zelf uit te voeren onderhoud
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■
Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven bandenspanning bij
koude banden. (Blz. 723)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Houd de resetknop inge-
drukt tot het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning
drie keer langzaam knippert.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Laat het con-
tact een paar minuten AAN staan en zet het vervolgens in de
stand ACC of UIT.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Laat het contact
enkele minuten AAN staan en zet het vervolgens UIT.
1
2
3
4
5