Page 97 of 760
971-2. Antidiefstalsysteem
1
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
■Door alarmsysteem bediende portiervergrendeling
●Als het alarm in werking is, worden de portieren automatisch vergrendeld
om potentiële indringers buiten de auto te houden.
●Laat de sleutel niet in de auto liggen als het alarm in werking is en zorg
ervoor dat de sleutel zich niet in de auto bevindt als de accu wordt opgela-
den of vervangen.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Het alarm kan zo worden ingesteld, dat het wordt uitgeschakeld wanneer de
mechanische sleutel (auto's met Smart entry-systeem en startknop) wordt
gebruikt om de auto te ontgrendelen.
(Persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 730) ●De accu wordt vervangen of opgeladen
terwijl de auto is vergrendeld.
(Blz. 689)
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of tijdelijk verwijde-
ren kan de werking van het systeem niet worden gegarandeerd.
Page 98 of 760

981-2. Antidiefstalsysteem
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
●De inbraaksensor signaleert indringers of een beweging in de auto.
●De hellingsensor signaleert een verandering van de hoek van de
auto ten opzichte van het wegdek, die bijvoorbeeld ontstaat als de
auto weggesleept wordt. (indien aanwezig)
Dit systeem is ontworpen om diefstal te voorkomen, maar een opti-
male beveiliging tegen elke vorm van inbraak kan niet worden gega-
randeerd.
■De inbraaksensor en hellingsensor instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden de inbraaksensor en de
hellingsensor automatisch ingesteld. (Blz. 95)
■De inbraaksensor en de hellingsensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voorwerpen in de auto achterlaat,
moet u ervoor zorgen dat u de inbraaksensor en de hellingsensor
uitschakelt voordat u het alarm instelt, omdat deze sensoren reage-
ren op bewegingen binnen in de auto.
Zet het contact UIT.
Druk op de uitschakeltoets
van de inbraaksensor en hel-
lingsensor.
Om het alarm in te schakelen
terwijl de inbraaksensor en hel-
lingsensor zijn uitgeschakeld,
moet het alarm binnen 5 minu-
ten nadat de sensor is uitge-
schakeld worden ingeschakeld.
De inbraaksensor en hellingsen-
sor zullen iedere keer dat het
contact AAN wordt gezet wor-
den ingeschakeld.
Inbraaksensor en hellingsensor
1
2
Page 99 of 760

991-2. Antidiefstalsysteem
1
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
■Uitschakelen en automatisch weer inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
●Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wanneer de inbraaksensor en de hel-
lingsensor zijn uitgeschakeld.
●Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Nadat de inbraaksensor
en hellingsensor zijn uitgeschakeld, kan deze opnieuw worden ingescha-
keld door het contact AAN te zetten of door de portieren met de afstandsbe-
diening te ontgrendelen.
●Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Druk op de startknop of ont-
grendel de portieren met de instapfunctie of de afstandsbediening om de
inbraaksensor en hellingsensor opnieuw in te schakelen.
●De inbraaksensor en de hellingsensor zullen automatisch weer worden
ingeschakeld wanneer het alarmsysteem gedeactiveerd wordt.
■Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen mogelijk het alarm:
●Een ruit of het schuifdak (indien aanwe-
zig) is open.
In dit geval registreert de sensor moge-
lijk het volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen,
zoals bladeren en insecten in de auto
• Ultrasoongolven van apparaten, zoals
de inbraaksensoren van andere
auto's
• Het bewegen van mensen buiten de
auto
●Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals bijvoorbeeld loshangende acces-
soires of kleding aan kledinghaakjes, in
de auto.
Page 100 of 760

1001-2. Antidiefstalsysteem
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)●Plaatsen met extreme trillingen of geluiden of situaties waarin de auto wordt
blootgesteld aan herhaaldelijke schokken of trillingen:
• Wanneer de auto is geparkeerd in een parkeergarage
• Wanneer de auto wordt vervoerd per boot, aanhanger, trein, enz.
• Wanneer ijs van de auto verwijderd wordt
• Wanneer de auto zich in een wasstraat of een hogedruk-wasinstallatie
bevindt
• Wanneer de auto zich in een hagel- of onweersbui bevindt
■Informatie over de hellingsensor (indien aanwezig)
De sensor activeert in de volgende gevallen mogelijk het alarm:
●De auto wordt vervoerd per boot, aanhanger, trein, enz.
●De auto staat geparkeerd in een parkeergarage.
●De auto bevindt zich in een wasstraat waarin de auto verplaatst wordt.
●Een van de banden verliest zijn spanning.
●De auto wordt opgekrikt.
●Wanneer zich een aardbeving of wegverzakking voordoet
●Er wordt bagage op het imperiaal geladen of er vanaf gehaald.
OPMERKING
■Om de inbraaksensor goed te laten functioneren
●Als u andere accessoires installeert dan originele Toyota-onderdelen of
wanneer u voorwerpen achterlaat tussen de bestuurdersstoel en de stoel
van de voorpassagier, werkt de inbraaksensor mogelijk minder goed.
●Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
●Spuit geen luchtverfrisser of andere
producten rechtstreeks in de openingen
van de sensoren.
Page 101 of 760
101
2Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
en controlelampjes .......... 102
Meters en tellers ................ 108
Multi-informatiedisplay ....... 109
Informatie over
brandstofverbruik ............. 118
Page 102 of 760
1022. Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Waarschuwingslampjes en controlelampjes
◆Instrumentenpaneel
◆Middenpaneel
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instru-
mentenpaneel en middenpaneel informeren de bestuurder over
de status van de diverse systemen in de auto.
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende
afbeelding alle waarschuwingslampjes en controlelampjes bran-
dend afgebeeld.
Page 103 of 760
1032. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
◆Buitenspiegels (auto's met BSM)
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in
de aangegeven systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes
*1Centraal waarschu-
wingslampje
(Blz. 627)*1, 2
(indien
aanwezig)
Controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-
systeem (Blz. 619)
*1Waarschuwingslampje
remsysteem
(Blz. 617)*1Controlelampje
Traction Control
(Blz. 619)
*1Laadstroomcontrole-
lampje (Blz. 618)Waarschuwingslampje
open portier/achterklep
(Blz. 620)
*1Motorcontrolelampje
(Blz. 618)Controlelampje veilig-
heidsgordel (Blz. 620)
*1Waarschuwingslampje
SRS (Blz. 618)Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(Blz. 620)
*1Waarschuwingslampje
ABS (Blz. 619)*1
(rood)
Waarschuwingslampje
hoge koelvloeistoftem-
peratuur (Blz. 621)
Page 104 of 760

1042. Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze doven nadat de
motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden verstreken zijn. Er kan
een storing in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden
of niet uitgaat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Het lampje knippert om een storing aan te geven.
*3: Het lampje gaat branden als de Toyota Parking Assist-sensor vuil is of
bedekt is met ijs.
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende systemen van de auto.
*1Waarschuwingslampje
elektrische stuurbe-
krachtiging (Blz. 619)*1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
automatische verticale
koplampverstelling
(Blz. 619)
*2, 3
(indien
aanwezig)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
(Blz. 619, 622)Waarschuwingslampjes
achterpassagiersgordels
(Blz. 620)
*1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
(Blz. 621)
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers (Blz. 272)(indien
aanwe-
zig)Controlelampje mistlam-
pen voor (Blz. 292)
Controlelampje
grootlicht (Blz. 280)Controlelampje
mistachterlicht
(Blz. 292)