Page 297 of 760
2974-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
In de stand AUTO kan de sensorgevoeligheid worden ingesteld.
Verhoogt de gevoeligheid
Verlaagt de gevoeligheid
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeier en ruitenwisser
De ruitenwissers zullen automa-
tisch een aantal slagen maken als
de ruitensproeiers worden inge-
schakeld.
Als de koplampen aan zijn, werken
de koplampsproeiers één keer.
Vervolgens zullen de koplamp-
sproeiers elke vijfde keer dat u de
hendel bedient werken. (indien
aanwezig)
5
6
7
Page 298 of 760

2984-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■De ruitenwissers en ruitensproeiers kunnen worden bediend als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Regensensor (auto's met ruitenwisser met regensensor)
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terwijl het con-
tact AAN staat, werken de ruitenwissers één keer om aan te geven dat de
stand AUTO is geactiveerd.
●Als de ruitenwisser gevoeliger wordt afgesteld, kan de wisser één keer wer-
ken om aan te geven dat de gevoeligheid is gewijzigd.
●Als de temperatuur van de regensensor 90C of hoger is, of -15C of lager
is, werkt de automatische functie mogelijk niet. Zet de ruitenwisserschake-
laar in dat geval in een andere stand dan AUTO.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof op de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en contro-
leer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zijn. ●De regensensor registreert de hoeveel-
heid neerslag.
Page 299 of 760

2994-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van de ruitenwissers in
de stand AUTO (auto's met ruitenwissers met regensensor)
De ruitenwissers kunnen onverwacht in werking treden als de sensor aan-
geraakt wordt of als de voorruit aan trillingen wordt blootgesteld terwijl de
ruitenwissers in de stand AUTO staan. Let erop dat er niets bekneld raakt
als de ruitenwissers in werking treden.
■Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van ruitensproeiervloei-
stof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit
warm is. De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht
belemmeren. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
OPMERKING
■Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de
voorruit beschadigd kan worden.
■Als het sproeierreservoir leeg is
Bedien de schakelaar niet omdat anders de ruitensproeierpomp oververhit
kan raken.
■Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken
met een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd
raken.
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat de ruitenwissers niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als de
motor niet draait.
Page 300 of 760
3004-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Achterruitenwisser en -sproeier
Draai aan het uiteinde van de hendel om de achterruitenwisser in te
schakelen en duw de hendel van u af om de achterruitenwisser en -
sproeier in te schakelen.
Intervalwerking
Normale werking
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeier en ruitenwisser
1
2
3
Page 301 of 760
3014-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■De achterruitenwisser en -sproeier kunnen worden bediend als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof op de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en contro-
leer, als dat het geval is, of de sproeierkop niet verstopt is.
OPMERKING
■Als de achterruit droog is
Gebruik de ruitenwisser niet als de achterruit droog is omdat de achterruit
hierdoor beschadigd kan raken.
■Als het sproeierreservoir leeg is
Bedien de schakelaar niet omdat anders de ruitensproeierpomp oververhit
kan raken.
Page 302 of 760
3024-4. Tanken
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Openen van de tankdop
●Sluit alle portieren en ruiten en zet het contact UIT.
●Controleer de brandstofsoort.
■Brandstofsoorten
●Benzinemotor
3ZR-FE*1 en 2AR-FE motor
EU:
Loodvrije benzine conform de Europese norm EN228, research-octaangetal
(RON) 91 of hoger.
Behalve EU:
Loodvrije benzine met een research-octaangetal (RON) van 91 of hoger.
3ZR-FAE*2 motor
EU:
Loodvrije benzine conform de Europese norm EN228, research-octaangetal
(RON) 95 of hoger.
Behalve EU:
Loodvrije benzine met een RON (research-octaangetal) van 95 of hoger.
*1: Met modelcode*3 die een “K” als laatste letter heeft.
*2: Met modelcode*3 die een “W” als laatste letter heeft.
*3: De modelcode staat vermeld op het typeplaatje. (Blz. 703)
Voer de volgende stappen uit om de tankdop te openen:
Voor het tanken
Page 303 of 760

3034-4. Tanken
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)●Dieselmotor
Zonder DPF-systeem*1
EU:
Dieselbrandstof conform de Europese norm EN590.
Behalve EU (behalve Rusland):
Dieselbrandstof met een zwavelgehalte van 500 ppm of lager en een cetaan-
getal van 48 of hoger.
Behalve EU (Rusland):
Dieselbrandstof met een cetaangetal van 48 of hoger.
Gebruik alleen dieselbrandstof die voldoet aan GOST R52368-2005 (zwavel-
gehalte max. 50 ppm).
Met DPF-systeem*2 of met DPNR-systeem*3
EU:
Dieselbrandstof conform de Europese norm EN590.
Behalve EU:
Dieselbrandstof met een zwavelgehalte van 50 ppm of minder en een cetaan-
getal van 48 of hoger.
*1: ALA49L-ANTXYW, ALA49L-ANTGYW, ALA49L-ANFXYW,
ALA49L-ANFGYW uitvoering
*4
*2: ALA40L-ANFXRW, ALA40L-ANFMRW, ALA40L-ANFGRW,
ALA40R-ANFXRW, ALA40R-ANFMRW, ALA40R-ANFGRW,
ALA41L-ANFXRW, ALA41L-ANFMRW, ALA41L-ANFGRW,
ALA41R-ANFXRW, ALA41R-ANFMRW, ALA41R-ANFGRW,
ALA49L-ANFXRW, ALA49L-ANFMRW, ALA49L-ANFGRW,
ALA49R-ANFXRW, ALA49R-ANFMRW, ALA49R-ANFGRW uitvoerin-
gen
*4
*3: ALA49L-ANTXXW, ALA49L-ANTMXW, ALA49L-ANTGXW,
ALA49R-ANTXXW, ALA49R-ANTMXW, ALA49R-ANTGXW uitvoering
*4
*4: De modelcode staat vermeld op het typeplaatje. (Blz. 703)
■Gebruik van benzine vermengd met ethanol in een benzinemotor
Toyota staat het gebruik van benzine vermengd met ethanol toe wanneer de
hoeveelheid ethanol maximaal 10% bedraagt. Zorg dat het gebruikte ben-
zine/ethanol-mengsel een octaangetal heeft dat overeenkomt met het boven-
staande.
Page 304 of 760

3044-4. Tanken
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Bij het tanken
Neem bij het tanken de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in
acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
●Raak na het verlaten van de auto en voor het openen van de tankdop een
ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit af te
voeren. Het is belangrijk om statische elektriciteit af te voeren voordat u
gaat tanken, omdat vonken als gevolg van statische elektriciteit brandstof-
dampen tot ontbranding kunnen brengen.
●Pak de tankdop bij de greep vast en draai hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de tankdop kan er een sissend geluid hoorbaar
zijn. Wacht tot het geluid verdwenen is alvorens de tankdop te verwijde-
ren. Bij hoge buitentemperaturen kan er brandstof uit de vulpijp spuiten.
●Zorg ervoor dat er niemand die de eventueel aanwezige statische elektrici-
teit van zijn lichaam niet heeft afgevoerd, in de buurt van een niet afgeslo-
ten brandstoftank komt.
●Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk zijn als ze ingeademd worden.
●Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ontstaan.
●Keer niet naar de auto terug als u statisch geladen bent.
Statische elektriciteit kan vonkvorming en daarmee brand veroorzaken.
■Bij het tanken
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat de
brandstoftank overstroomt:
●Plaats het vulpistool nauwkeurig in de vulpijp.
●Stop met het vullen van de tank wanneer het vulpistool automatisch uit
klikt.
●Vul de brandstoftank niet tot de rand.
OPMERKING
■Tanken
Mors geen brandstof tijdens het tanken.
Anders kan schade aan de auto ontstaan, zoals het slecht functioneren van
het emissieregelsysteem of beschadiging van de onderdelen van het brand-
stofsysteem of van de lak.