Page 49 of 400

47
2
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Selectieve ontgrendeling
Alleen het bestuurdersportier ontgrendelen: druk één keer op het geopende hangslot.
Met de afstandsbediening
Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd. De selectieve ontgrendeling kan worden ingesteld met behulp van het menu " Rijhulpsysteem " en vervolgens " Configuratie auto " en " Toegang auto " .
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden snel knipperen van de richtingaanwijzers. Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de uitvoering van de auto, de buitenspiegels uitgeklapt.
De overige portieren en de achterklep ontgrendelen: druk nogmaals op het
geopende hangslot.
Volledig ontgrendelen
Met de sleutel Met de afstandsbediening
Druk op het geopende hangslot om de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden snel knipperen van de richtingaanwijzers. Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de uitvoering van de auto, de buitenspiegels uitgeklapt.
Draai de sleutel in de richting van de voorzijde van de auto om de auto te ontgrendelen en trek vervolgens aan de portiergreep om het portier te openen. Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet uitgeschakeld. Het alarm zal worden geactiveerd door het openen van een portier en kan worden uitgeschakeld door het contact aan te zetten.
Druk op deze toets om aanvullende informatie weer te geven.
Page 50 of 400

48
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden branden van de richtingaanwijzers. Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de uitvoering van de auto, de buitenspiegels ingeklapt.
Het rijden met vergrendelde portieren kan in noodgevallen de toegang tot het interieur voor de hulpdiensten bemoeilijken. Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een korte tijd, zonder de sleutel mee te nemen.
Normale vergrendeling
Met de afstandsbediening
Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te vergrendelen.
Met de sleutel
Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om de auto volledig te vergrendelen. Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet ingeschakeld.
Wanneer u de sleutel in de vergrendelstand gedraaid houdt of de knop van de
afstandsbediening ingedrukt houdt, worden ook de ruiten gesloten.
Als één van de portieren of de achterklep geopend is, werkt de centrale vergrendeling niet. Als de auto is vergrendeld en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat binnen ongeveer 30 seconden een van de portieren wordt geopend, wordt de auto automatisch weer vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt in dat geval niet meer ingeschakeld. Het in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden uitgeschakeld door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als een portier of de achterklep niet goed is gesloten, zal bij draaiende motor of als de auto sneller dan 10 km/h rijdt gedurende enkele seconden een melding worden weergegeven.
Page 51 of 400

49
2
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van buitenaf en van binnenuit openen van de portieren. Als de supervergrendeling is ingeschakeld, is ook de vergrendelingsschakelaar in het interieur buiten werking. Schakel daarom nooit de supervergrendeling in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de sleutel
Draai de sleutel richting de achterzijde van de auto om de auto volledig te vergrendelen. Draai binnen 5 seconden de sleutel nogmaals richting de achterzijde van de auto om de supervergrendeling van de auto in te schakelen.
De supervergrendeling wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden branden van de richtingaanwijzers. Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de uitvoering, de buitenspiegels ingeklapt.
Met de afstandsbediening
Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te vergrendelen.
Druk binnen 5 seconden nogmaals op het gesloten hangslot om de supervergrendeling van de auto in te schakelen.
Page 52 of 400

50
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt. Om te kunnen starten, moet bij het aanzetten van het contact de code van de sleutel worden herkend door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert het motormanagementsysteem zodra het contact wordt afgezet en voorkomt zo het starten van de motor bij een inbraak.
Druk op het gesloten hangslot op de afstandsbediening.
Lokaliseren van de auto
Hierna zullen gedurende ongeveer tien seconden de plafonniers gaan branden en de richtingaanwijzers gaan knipperen.
Verlichting via de afstandsbediening
Druk kort op deze toets om de verlichting via de afstandsbediening te activeren (inschakelen van het parkeerlicht, het dimlicht en de kentekenplaatverlichting).
Door de toets een tweede keer in te drukken ter wijl de verlichting nog brandt, wordt de verlichting via de afstandsbediening weer uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door dit verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.
Bewaar de sticker die u bij de aflevering van uw auto samen met de sleutels is overhandigd zorgvuldig op een plaats buiten de auto.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk.
Met deze functie kunt u uw auto op afstand lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig licht. De auto dient hiervoor wel vergrendeld te zijn.
Page 53 of 400

51
2
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Noodbediening
Bestuurdersportier
Steek de sleutel in het slot om het portier te vergrendelen of ontgrendelen. Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet in-/uitgeschakeld als u de auto met de sleutel vergrendelt/ontgrendelt. Het alarm wordt geactiveerd als een portier wordt geopend en kan worden uitgeschakeld door het contact aan te zetten.
Overige portieren
Controleer bij de achterportieren of de kinderbeveiliging is uitgeschakeld. Steek de geïntegreerde sleutel in het slot op de zijkant van het portier en draai de sleutel een achtste omwenteling rechtsom (rechter portier) of linksom (linker portier). Sluit de portieren en controleer van buitenaf of de auto correct is vergrendeld.
Hiermee kunt u de portieren mechanisch vergrendelen en ontgrendelen in het geval van een storing in de centrale vergrendeling of van de accu.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet in-/uitgeschakeld als u de auto met de sleutel vergrendelt/ontgrendelt. Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld door het contact aan te zetten.
Page 54 of 400

52
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Batterij vervangen
Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu. Lever lege batterijen in bij een speciaal verzamelpunt.
Als de batterij van de afstandsbediening leeg is, wordt u gewaarschuwd door dit lampje op het dashboard, een geluidssignaal, en een melding op het display. Wip het deksel los door een kleine schroevendraaier in de uitsparing te steken. Til de deksel op. Ver wijder de lege batterij. Plaats de nieuwe batterij in de juiste richting. Klik het deksel vast.
Storing afstandsbediening
Synchroniseren
Zet het contact af. Zet de sleutel in de stand 2 (Contact) . Druk zo snel mogelijk gedurende enkele seconden op de vergrendelknop (gesloten hangslot) van de afstandsbediening. Zet het contact af en ver wijder de sleutel uit het contactslot. De afstandsbediening werkt nu weer.
Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels, het vervangen van de batterij van de afstandsbediening of een storing in de afstandsbediening kan de auto niet meer met de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd worden.
Ontgrendel of vergrendel de auto eerst met de sleutel in het slot. Synchroniseer vervolgens de afstandsbediening. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk als de storing niet is verholpen. Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
Page 55 of 400

53
2
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
"Keyless entry and start" met afstandsbediening
Volledig ontgrendelen Selectief ontgrendelen U kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het portierslot of met de afstandsbediening. De sleutel met afstandsbediening dient tevens voor de lokalisatie en het starten van de auto en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.
Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende twee seconden snel knipperen van de richtingaanwijzers. Afhankelijk van de uitvoering worden gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt. Bovendien wordt het inbraakalarm uitgeschakeld (indien aanwezig).
Druk om uitsluitend het bestuurdersportier te ontgrendelen één keer op de toets met het geopende hangslot.
Druk op het geopende hangslot om de auto te ontgrendelen.
Druk nogmaals op de toets met het geopende hangslot om de overige portieren te ontgrendelen en de achterklep te openen.
Deze functie kan worden ingesteld via het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens "Configuratie auto" en "Toegang auto" .
Druk op deze toets om aanvullende informatie weer te geven.
Page 56 of 400

54
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Openen van de achterklep Vergrendelen
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende enkele seconden branden van de richtingaanwijzers. Afhankelijk van de uitvoering van uw auto worden de buitenspiegels ingeklapt en wordt het inbraakalarm ingeschakeld.
Druk op de toets met het gesloten hangslot om de auto volledig te vergrendelen. Houd deze toets ingedrukt tot de ruiten volledig gesloten zijn.
Druk op deze knop tot de richtingaanwijzers snel knipperen. De auto is nu geheel ontgrendeld en het inbraakalarm (indien aanwezig) is uitgeschakeld.
Met deze functie kunt u uw auto op afstand lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig licht. De auto dient hiervoor wel vergrendeld te zijn.
Lokaliseren van de auto
Druk op het gesloten hangslot op de afstandsbediening. Hierna zullen gedurende ongeveer tien seconden de plafonniers gaan branden en de richtingaanwijzers gaan knipperen.
Als de portieren vergrendeld zijn, kunnen de hulpdiensten in geval van nood mogelijkerwijs moeilijker toegang krijgen tot het interieur. Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruiten niet kunnen bezeren.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een korte tijd, zonder de sleutel van het Keyless entry and start-systeem mee te nemen. Wees bedacht op diefstal als de sleutel van het Keyless entry and start-systeem zich binnen het detectiebereik bevindt ter wijl uw auto ontgrendeld is. Om te voorkomen dat de batterij van de elektronische sleutel ontladen raakt, gaan de "Keyless entry"-functies over in de waakfase als de auto langer dan 21 dagen niet is gebruikt. Om de functies weer te activeren, dient u op een van de knoppen van de afstandsbediening te drukken of de motor te starten met de elektronische sleutel in de lezer.
Als een portier of de achterklep niet goed is gesloten, zal bij draaiende motor of als de motor of als de motorauto sneller dan 10 km/h rijdt gedurende enkele seconden een melding worden
weergegeven.