Page 57 of 400

55
2
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Volledig ontgrendelen
"Keyless entry and start" met de elektronische sleutel op zak
Systeem waarmee de auto geopend, gesloten en gestart kan worden zonder dat u de elektronische sleutel tevoorschijn hoeft te halen.
Als u de elektronische sleutel op zak hebt binnen de detectiezone A , kunt u de auto ontgrendelen door uw hand op de achterzijde van een voorportiergreep te leggen. Trek vervolgens aan de portiergreep om het portier te openen.
De centrale vergrendeling werkt niet: - als het contact is aangezet, - als een van de portieren of de achterklep nog geopend is, - als een sleutel van het Keyless entry and start-systeem zich nog in de auto bevindt. Als de auto is vergrendeld en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat binnen ongeveer 30 seconden een van de portieren wordt geopend, wordt de auto automatisch weer vergrendeld. Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt in dat geval niet meer ingeschakeld. Het in- en uitklappen van de buitenspiegels met de afstandsbediening kan worden uitgeschakeld door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Selectief ontgrendelen
Als de selectieve ontgrendeling van het bestuurdersportier is geactiveerd: Wanneer de elektronische sleutel zich in de detectiezone aan de bestuurderszijde bevindt, legt u uw hand achter de portiergreep van het bestuurdersportier om alleen het bestuurdersportier te ontgrendelen. Trek vervolgens aan de portiergreep om het portier te openen. Wanneer de elektronische sleutel zich in de detectiezone zich aan de passagierszijde bevindt en u uw hand achter de portiergreep van het voorportier aan passagierszijde legt, wordt de gehele auto ontgrendeld. Trek vervolgens aan de portiergreep om het portier te openen. Standaard is de volledige ontgrendeling geselecteerd. Deze instelling kan worden uitgevoerd via het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens "Configuratie auto" en "Toegang auto" .
Druk op deze toets om aanvullende informatie weer te geven.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende enkele seconden snel knipperen van de richtingaanwijzers. Afhankelijk van de uitvoering van uw auto worden de buitenspiegels uitgeklapt en wordt het inbraakalarm uitgeschakeld.
Page 58 of 400

56
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Vergrendelen
Druk, als de sleutel zich binnen het detectiegebied A bevindt, met een van uw vingers op een van de voorportiergrepen (bij de merktekens) om de auto te vergrendelen. Houd uw vinger op de portiergreep tot de ruiten volledig gesloten zijn.
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende enkele seconden branden van de richtingaanwijzers. Afhankelijk van de uitvoering worden de buitenspiegels ingeklapt en wordt het inbraakalarm ingeschakeld.
Let erop dat niemand het correcte sluiten van de ruiten in de weg staat.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen bezeren.
Omwille van de veiligheid en ter voorkoming van diefstal: laat nooit de elektronische sleutel in de auto achter, ook niet wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te houden, bijvoorbeeld in uw kleding of tas. Als een portier of de achterklep niet goed is gesloten, zal met draaiende motor of als de motor of als de motorauto sneller dan 10 km/h rijdt gedurende enkele seconden een melding worden weergegeven.
Druk, als de sleutel zich in de detectiezone A bevindt, op de vergrendelingsknop van de achterklep om de auto te vergrendelen.
Page 59 of 400

57
2
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van buitenaf en van binnenuit openen van de portieren. Als de supervergrendeling is ingeschakeld, is ook de vergrendelingsschakelaar in het interieur buiten werking. Schakel daarom nooit de supervergrendeling in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de afstandsbediening
Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te vergrendelen. Houd het hangslot ingedrukt om de ramen te sluiten.
Met het Keyless entry and start-systeem
Via de portieren: Druk, als de elektronische sleutel zich in de detectiezone A bevindt, met een vinger op de portiergreep (bij de merktekens) om de auto te vergrendelen. Druk binnen vijf seconden nogmaals op de portiergreep om de supervergrendeling in te schakelen. Zorg ervoor dat het correct sluiten van de ramen niet gehinderd wordt door
personen. Let op in de auto aanwezige kinderen wanneer u de ramen sluit.
Druk binnen 5 seconden nogmaals op het gesloten hangslot om de supervergrendeling van de auto in te schakelen.
Vuil (vocht, stof, modder, zout, ...) op de binnenzijde van de portiergreep kan de detectie negatief beïnvloeden. Als na het reinigen van de binnenzijde van de portiergreep met een doek
de detectie niet verbetert, raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Plotseling contact met water (waterstraal, hogedrukspuit, ...) kan door het systeem worden beschouwd als een verzoek om ontgrendelen van de auto.
Page 60 of 400
58
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Achterklep
Ontgrendel de auto met de afstandsbediening, druk op de schakelaar voor het openen en open de achterklep.
Openen met de "Keyless
entry and start"-
afstandsbediening
Druk op deze knop; de auto wordt ontgrendeld.
Openen met de sleutel
Standaard wordt de auto volledig ontgrendeld. Deze instelling kan worden uitgevoerd via het menu "Toegang auto " en vervolgens "Configuratie auto " en "Rijhulpsysteem " .
Volledig ontgrendelen Selectief ontgrendelen
Druk op deze knop; de achterklep wordt ontgrendeld.
Druk op deze toets om aanvullende informatie weer te geven.
Page 61 of 400

59
2
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Volledige ontgrendeling
Druk op de schakelaar voor het openen ter wijl de elektronische sleutel zich in het detectiegebied A bevindt en open vervolgens de achterklep.
Openen met het Keyless
entry and start-systeem
Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd. Deze instelling kan worden uitgevoerd via het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens "Configuratie auto" en "Toegang auto" .
Selectieve ontgrendeling
Als de ontgrendeling van alleen de achterklep is geactiveerd: Druk, als de elektronische sleutel zich in de detectiezone A bevindt, op de knop voor het openen van de achterklep om alleen de achterklep te ontgrendelen en beweeg vervolgens de achterklep omhoog. Het ontgrendelen wordt gesignaleerd door het gedurende enkele seconden snel knipperen van de richtingaanwijzers.
Druk op deze toets om aanvullende informatie weer te geven.
Sluiten
Trek de achterklep omlaag met behulp van een van de handgrepen aan de binnenzijde. Als de achterklep niet goed is gesloten (het slot heeft twee standen), wordt bij draaiende motor of draaiende motor of draaiende motortijdens het rijden(snelheid hoger dan 10 km/h) gedurende enkele seconden een melding weergegeven.
Page 62 of 400
60
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Noodbediening
Ontgrendelen
Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen,
Steek een kleine schroevendraaier in de opening A van het slot om de achterklep te ontgrendelen. Verplaats de nok naar links.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten, wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele storing in het systeem van de centrale vergrendeling de achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
Druk, als de sleutel zich in de detectiezone A bevindt, op de vergrendelingsknop van de achterklep om de auto te vergrendelen. Het vergrendelen wordt gesignaleerd door het gedurende enkele seconden knipperen van de richtingaanwijzers.
Vergrendelen met Keyless
entry and start
Page 63 of 400

61
2
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Noodsleutel
Openen/sluiten met de
geïntegreerde sleutel van het
Keyless entry and start-systeem
Met de geïntegreerde sleutel kan de auto vergrendeld en ontgrendeld worden als de elektronische sleutel niet werkt: - lege batterij, accu ontladen of losgekoppeld, ... - auto bevindt zich in een omgeving met veel elektromagnetische straling. Trek aan de knop 1 en wacht tot de geïntegreerde sleutel 2 naar buiten komt.
Vergrendelen van het bestuurdersportier
Steek de geïntegreerde sleutel in het portierslot en draai deze rechtsom.
Ontgrendelen van het bestuurdersportier
Steek de geïntegreerde sleutel in het portierslot en draai deze linksom.
Vergrendelen van het portier aan passagierszijde
Open de portieren. Controleer of de kinderbeveiliging van de achterportieren niet geactiveerd is (zie de rubriek "Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen"). Steek de geïntegreerde sleutel in het
slot op de zijkant van het portier en draai de sleutel een achtste omwenteling rechtsom (achterportier rechts) of linksom (achterportier links). Sluit de portieren en controleer van buitenaf of de auto goed is vergrendeld.
Ontgrendelen van het portier aan
passagierszijde
Trek aan de portiergreep aan de binnenzijde.
Als het inbraakalarm is geactiveerd, zal het geluidssignaal dat klinkt bij het met de sleutel (geïntegreerd in de afstandsbediening) openen van een portier, bij het aanzetten van het contact stoppen.
Page 64 of 400

62
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V. Deze batterij is via het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar. Als de batterij vervangen moet worden, wordt u gewaarschuwd door een melding op het display van het instrumentenpaneel. Wip het deksel met een kleine schroevendraaier bij de uitsparing los. Verwijder het deksel. Ver wijder de lege batterij. Plaats een nieuwe batterij in de juiste richting in de houder. Druk het deksel vast.
Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu. Lever lege batterijen in bij een speciaal verzamelpunt.
Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels, het vervangen van de batterij van de afstandsbediening of een storing in de afstandsbediening kan de auto niet meer met de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
Steek eerst de mechanische sleutel (ondergebracht in de afstandsbediening) in het slot om de auto te ontgrendelen. Verwijder de bekleding onder de 12V-aansluiting. Plaats de elektronische sleutel in de desbetreffende houder. Zet het contact aan door op de knop "START/STOP" te drukken. De elektronische sleutel werkt nu weer.
Storing in en resetten van
de afstandsbediening
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als de storing niet is verholpen.