Page 217 of 400

215
6
Veiligheid
308_nl_Chap06_securite_ed02-2013
ISOFIX-kinderzitjes aanbevolen door PEUGEOT
Volg bij het plaatsen van de kinderzitjes de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
"RÖMER Baby- Safe Plus met basis Baby- Safe Plus ISOFIX" (lengtecategorie: E )
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis,
die wordt bevestigd aan de ringen A . De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit zitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd.
Baby P2C Midi met ISOFIX-basis (lengtecategorie: B1 )
Groep 1 : 9 tot 18 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis, die wordt bevestigd aan de ringen A . De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit zitje kan ook met het gezicht in de rijrichting worden geplaatst. Dit zitje kan niet worden bevestigd met een veiligheidsgordel. We adviseren u het zitje voor kinderen tot 3 jaar met de rug in de rijrichting te plaatsen.
Page 218 of 400

216
Veiligheid
308_nl_Chap06_securite_ed02-2013
Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingspunten. In dat geval moet het zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd. Stel de voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
RÖMER Duo Plus ISOFIX (lengtecategorie: B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit zitje wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst. Het wordt verankerd met een bovenste riem aan de ringen A en de ring B , de Top Tether. Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
FAIR G 0/1 S met RWF B ISOFIX -onderstel (gewichtsklasse C )
Groepe 0+ en 1: van de geboor te tot 18 kg
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst. Wordt geplaatst met behulp van een ISOFIX-onderstel dat aan de ogen A wordt bevestigd. Er zijn 6 verschillende standen mogelijk. Gebruik het ISOFIX-onderstel RWF type B (met de rug in de rijrichting). Dit kinderzitje kan ook "met het gezicht in de rijrichting" worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van een kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
Page 219 of 400

217
6
Veiligheid
308_nl_Chap06_securite_ed02-2013
Zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter ( A t /m G ).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg (groep 0) Tot ca. 6 maanden
Tot 10 kg
(groep 0) Tot 13 kg (groep 0+) Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1) Van 1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitjeReiswieg"rug in de rijrichting""rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maatFGCDECDABB1
Passagiersstoel voor Geen ISOFIX
Berline
Zitplaats links en rechts achter IL- SU (1+2) IL- SU (3) IL- SU (1) IL- SU (3) IL- SU (1) IUF IL- SU
Zitplaats midden achter Zonder ISOFIX
SW
Zitplaats links en rechts achter IL- SU (1+2) IL- SU (3) IL- SU (1) IL- SU (3) IL- SU (1) IUF IL- SU
Zitplaats midden achter Zonder ISOFIX
Page 220 of 400

218
Veiligheid
308_nl_Chap06_securite_ed02-2013
I UF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd ISOFIX- kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en een bovenste riem. IL- SU: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje: - rug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of een steun, - gezicht in de rijrichting voorzien van een steun, - reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
Raadpleeg de rubriek "Isofix-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de bovenste riem.
X: zitplaats die niet geschikt is voor een kinderzitje voor de aangegeven gewichtscategorie. (1) schuif de voorstoel zonder hoogteverstelling vanuit de middelste stand 1 positie naar voren. Zet een stoel met hoogteverstelling in de hoogste stand. (2) als een reiswieg op een buitenste zitplaats is bevestigd, kunnen de andere twee zitplaatsen achter niet gebruikt worden. (3) de voorstoel met hoogteverstelling moet in de hoogste stand zijn gezet. Schuif de stoel zonder hoogteverstelling vanuit de middelste stand 1 tot 5 posities naar voren.
Ver wijder de hoofdsteun en berg hem op alvorens een kinderzitje met een rugleuning op een passagiersstoel te bevestigen. Plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
Page 221 of 400

219
6
Veiligheid
308_nl_Chap06_securite_ed02-2013
Kinderzitjes Plaatsen van een
zitverhoger
Adviezen
De regelgeving met betrekking tot het vervoer van kinderen op de voorpassagiersstoel verschilt per land. Raadpleeg de in uw land geldende regels. Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" op de voorstoel wordt geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Voor een optimale bevestiging van het kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting" is het noodzakelijk dat de afstand tussen de rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning van de stoel van de auto zo klein mogelijk is. Voordat u een kinderzitje met rugleuning op een passagiersstoel plaatst, moet u de hoofdsteun van de desbetreffende passagiersstoel verwijderen. Zorg ervoor dat de hoofdsteun goed is opgeborgen of vastgemaakt om te voorkomen dat de hoofdsteun bij plotseling remmen een gevaarlijk projectiel wordt. Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen nadat u het kinderzitje weer hebt verwijderd.
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij een aanrijding. Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het zitje in gevaar kunnen brengen. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt . Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren. Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende ruimte tussen de voorstoel en: - het kinderzitje "met de rug in de rijrichting", - de voeten van het kind in het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting". Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer rechtop.
Kinderen voorin
Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken. Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. PEUGEOT beveelt aan een zitverhoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen: - geen kinderen zonder toezicht achter in een auto, - nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat, - de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto. Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de portieren achter per ongeluk geopend worden. Zorg er voor dat de portierruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
Page 222 of 400
220
Veiligheid
308_nl_Chap06_securite_ed02-2013
Kinderbeveiliging
Beide achterportieren zijn voorzien van een mechanisch systeem om het openen van binnenuit te verhinderen. De knop bevindt zich op de zijkant van beide achterportieren en de kinderbeveiliging werkt op elk portier afzonderlijk.
Vergrendelen
Draai de knop met de geïntegreerde sleutel tot de aanslag: - naar links bij het linker achterportier, - naar rechts bij het rechter achterportier.
Ontgrendelen
Draai de knop met de geïntegreerde sleutel tot de aanslag: - naar rechts bij het linker achterportier, - naar links het rechter achterportier.
Page 223 of 400

221
7
Praktische informatie
308_nl_Chap07_info pratiques_ed02-2013
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de vloerplaat van de bagageruimte.
De volledige set voor de reparatie van een band bestaat uit een compressor en een flacon met afdichtmiddel. Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren , zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt bereiken. Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke banden worden gerepareerd, als het lek zich in het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
Bandenreparatieset
Toegang tot de set Overzicht gereedschap
Dit gereedschap is specifiek bestemd voor uw auto, gebruik het niet voor andere doeleinden. Afhankelijk van de uitvoering is uw auto voorzien van het volgende gereedschap. 1. 12V-compressor. De compressor bevat een afdichtingsproduct voor het tijdelijk repareren van een band. Bovendien kan met de compressor de bandenspanning worden geregeld. 2. Afneembaar sleepoog. Zie de rubriek "Slepen van de auto".
Op deze sticker staat de bandenspanning aangegeven.
De elektrische installatie van de auto biedt de mogelijkheid een compressor aan te sluiten en te gebruiken voor de duur die nodig is om een gerepareerde lekke band op spanning te brengen of om een klein opblaasartikel op te blazen.
Page 224 of 400
222
Praktische informatie
308_nl_Chap07_info pratiques_ed02-2013
A. Schakelaar stand "Reparatie" of "Op spanning brengen". B. Aan/uit schakelaar "I/O" . C. Knop voor leeg laten lopen. D. Manometer (bar en psi). E. Opbergvak met: - kabel + adapter voor 12V-aansluiting, - diverse opblaasnippels voor accessoires als ballonnen, fietsbanden, ...
Beschrijving van de set
F. Flacon met afdichtmiddel. G. Witte slang met dop voor de reparatie. H. Zwarte slang voor het op spanning brengen. I. Sticker met snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet I moet op het stuur wiel worden geplakt om u te herinneren aan het feit dat de band tijdelijk is gerepareerd. Rijd na het repareren met behulp van de bandenreparatieset niet sneller dan
80 km/h.