Page 281 of 400
279
8
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Uitvoering met DENON subwoofer
- Maak de stekker los: verplaats de oranje clip naar achteren en trek vervolgens aan de stekker ter wijl u het zwarte gedeelte (boven op de oranje clip) ingedrukt. - Ver wijder de gele bout waarmee de subwoofer op zijn plaats wordt gehouden. Draai voordat u de subwoofer weer monteert de gele bout enkele omwentelingen los.
- Ver wijder de subwoofer uit de bagageruimte. - Ver wijder de opbergbak of til hem op.
Page 282 of 400

280
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Niveaus controleren
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de motorventilateur kan ieder moment aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan bij aangezet contact worden gecontroleerd via de motorolieniveaumeter op het instrumentenpaneel, of met de oliepeilstok.
Olie ver versen
Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje voor het verversingsinterval voor uw auto. Om een verminderde betrouwbaarheid van de motor en de emissieregeling te voorkomen, is het gebruik van additieven in de motorolie niet toegestaan.
Type motorolie
Gebruik de door de fabrikant aanbevolen motorolie voor uw auto en motoruitvoering.
Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voor waarden zoals vermeld in het garantie- en onderhoudsboekje. Vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven. Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Oliepeilstok
2 merktekens op de peilstok:
A = maxi. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als het oliepeil boven dit merkteken uitkomt. B = mini. Het motorolieniveau moet via de vulopening worden bijgevuld met het voor de motor van uw auto voorgeschreven type motorolie. Laat het oliepeil nooit onder dit merkteken uitkomen.
De controle van het motorolieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrond staat en de motor minstens 30 minuten niet heeft gedraaid. Het is normaal dat u tussen twee onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen. PEUGEOT adviseert u om elke 5000 km het olieniveau te controleren en, indien nodig, olie bij te vullen. Na het bijvullen zal de olieniveaumeter op het dashboard bij het aanzetten van het contact na 30 minuten de juiste waarde aangeven.
Page 283 of 400

281
8
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Het remvloeistofniveau dient zich tussen het merkteken " Atussen het merkteken " Atussen het merkteken " " (MAX A " (MAX Aop het afzonderlijke reservoir) en het merkteken " B " (MIN op het hoofdreservoir) te bevinden. Controleer indien dit niet het geval is of de remblokken van uw auto zijn versleten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof verversen
Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje voor het voorgeschreven verversingsinterval.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven remvloeistof.
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken "MA XI" te bevinden, maar mag
beslist niet hoger zijn.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden aan het koelsysteem uit te voeren ten minste 1 uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het koelsysteem onder druk staat. Draai om brandwonden te voorkomen de dop eerst 2 omwentelingen los om de druk te laten dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald is, de dop en vul koelvloeistof bij.
Remvloeistof verversen
De koelvloeistof behoeft niet te worden ver verst.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven koelvloeistof.
De koelventilator kan ook nog gaan draaien nadat de motor is afgezet: houd daarom voor werpen en kleding uit de buur t van de ventilator.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur van de koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
Page 284 of 400

282
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Type ruiten- en koplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het bevriezen van de sproeiers te voorkomen is het (bij)vullen van het reservoir met water niet toegestaan.
Niveau ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Wanneer uw auto is voorzien van koplampsproeiers, wordt een te laag vloeistofniveau van de ruiten- en koplampsproeiers aangegeven door een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel. Vul bij de eerstvolgende gelegenheid het reservoir bij.
Vermijd langdurig huidcontact met afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere vloeistoffen niet in het riool, in het water of op de grond. Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor bestemde containers bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aangegeven door het verklikkerlampje Service in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Onder winterse omstandigheden is het raadzaam ruitensproeiervloeistof op basis van ethanol of methanol te gebruiken.
Page 285 of 400

283
8
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij. Niettemin is het raadzaam om regelmatig te controleren of de accupolen en -klemmen schoon zijn, vooral bij warm weer en in de winter.
Laat de filters periodiek vervangen volgens de in het garantie- en onderhoudsboekje aangegeven intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens het oliefilter vervangen. Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje voor het vervangingsinterval van dit onderdeel.
Oliefilter Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-systeem, geeft aan dat er een speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of vervangen mag worden door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt u hierop geattendeerd door het tijdelijk branden van dit lampje in combinatie met een melding op het multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de omstandigheden het toelaten, met een snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje dooft. Als het lampje blijft branden is het minimum brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de paragraaf "Niveau brandstofadditief".
Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar keer dat het roetfilter geregenereerd wordt een brandlucht ruiken; dit is volkomen normaal. Als langdurig met zeer lage snelheid wordt gereden of de motor langdurig stationair draait, kan bij gasgeven soms rook uit de uitlaat waargenomen worden. Dit heeft geen invloed op de prestaties en heeft geen gevolgen voor het milieu.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het garantie- en onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen. Laat de controles eventueel uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt de rubriek "12V-accu" voor meer informatie over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik (veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding geven, moeten de filters twee keer zo vaak worden vervangen . Een verstopt interieur filter kan de prestaties van de airconditioning verstoren en onaangename geuren veroorzaken.
Page 286 of 400

284
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk). Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje voor het interval van de niveaucontrole.
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bij stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk blijken om de remblokken vaker, tussen twee onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Remblokken
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voor informatie over het controleren van de slijtage van de remschijven.
Staat van
remschijven
Elektrische parkeerrem
Dit systeem hoeft niet apart gecontroleerd te worden. Als er zich toch een probleem voordoet, laat het systeem dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT aanbevolen producten of gelijkwaardige kwaliteitsproducten. Om de werking van belangrijke organen als het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt PEUGEOT specifieke producten aan. Na het wassen kan er zich een laagje vocht of onder winterse omstandigheden ijs vormen op de remschijven en remblokken: de remwerking kan daardoor afnemen. Rem een paar keer lichtjes om de remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Handrem
Als de handrem een te grote slag heeft of als het systeem minder goed werkt, moet de handrem, zelfs tussen twee onderhoudsbeurten door, worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt een te laag remvloeistofniveau erop dat de remblokken versleten zijn.
Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Elektrische parkeerrem - § Storingen". Automatische
transmissie
De automatische transmissie is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk). Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje voor het interval van de niveaucontrole.
Page 287 of 400

285
9
Technische gegevens
308_nl_Chap09_caracteristiques techniques_ed02-2013
Gewichten en aanhangergewichten
U vindt de waarden op het kentekenbewijs van uw auto en op het constructeursplaatje. U kunt deze gegevens ook opvragen bij het PEUGEOT-netwerk en ze staan tevens vermeld in de tabel met technische gegevens van het model. De aanhangergewichten verschillen per verkoopzone.
Houd u aan het in uw land voorgeschreven maximale aanhangergewicht.
Raadpleeg voor meer informatie of bij vragen over het trekken van een aanhanger of het beladen van uw auto het PEUGEOT-netwerk.
Verminderde belading auto
Als het maximale totaalgewicht van de auto nog niet is bereikt, kan er lading naar de aanhanger worden verplaatst. De hier vermelde waarden voor het maximaal toelaatbare treingewicht en het aanhangergewicht gelden voor een hoogte tot maximaal 1000 meter; het hier vermelde maximale aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter hoogte met 10% te worden verminderd. Zorg er in elk geval voor dat het maximale aanhangergewicht en het treingewicht (aangegeven in het kentekenbewijs) niet worden overschreden. Neem de aanhangergewichten van uw auto in acht.
Het aanhangergewicht geremd met verminderde belading van de auto kan worden verhoogd op voor waarde dat de belading van de auto zoveel wordt verminderd dat het maximum toegestaan treingewicht niet wordt overschreden. Bij een hoge buitentemperatuur zullen ter bescherming van de motor de prestaties minder zijn. Verminder als de buitentemperatuur hoger is dan 37°C het maximale aanhangergewicht tot 700 kg, zonder bagage naar de auto te verplaatsen. Maximumsnelheid bij het trekken van een aanhanger: 100 km/h of de plaatselijk geldende
snelheidslimiet (in Nederland wettelijk 90 km/h).
De aanbevolen kogeldruk (gewicht dat op de
trekhaakkogel rust) is 75 kg.
Motoren
De exacte waarden (zoals de cilinderinhoud, het netto maximumvermogen en de CO2-uitstoot) staan vermeld op het kentekenbewijs van uw auto. U kunt deze gegevens ook opvragen bij het PEUGEOT-netwerk en ze staan tevens vermeld in de tabel met technische gegevens van het model.
Neem voor meer informatie contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 288 of 400
286
Technische gegevens
308_nl_Chap09_caracteristiques techniques_ed02-2013
Afmetingen (in mm) Deze afmetingen zijn gemeten met een niet beladen auto.