Page 97 of 400

95
3
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Verwarming en ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefilterd en wordt van buitenaf toegevoerd via het luchtrooster onder de voorruit, of in het interieur gerecirculeerd.
Bedieningspaneel
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van de bestuurder, voorpassagier of achterpassagiers (afhankelijk van het uitrustingsniveau) via verschillende circuits worden toegevoerd. Stel de temperatuurregeling in: de lucht van de verschillende circuits wordt gemengd om het gewenste comfortniveau te bereiken. Stel de luchtverdeling in met de desbetreffende (combinatie van) toetsen: de lucht wordt via de gewenste uitstroomopeningen verdeeld. Stel de luchtopbrengst in: de aanjagersnelheid wordt verhoogd of verlaagd. Afhankelijk van de uitvoering van uw auto kan de ver warming en ventilatie worden bediend via het menu Airconditioning van het touchscreen of via het bedieningspaneel van de middenconsole.
1. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit. 2. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de zijruiten. 3. Afsluitbare en verstelbare zijventilatieroosters.
4. Afsluitbare en verstelbare middelste ventilatieroosters. 5. Uitstroomopeningen beenruimte voorpassagiers. 6. Uitstroomopeningen beenruimte achterpassagiers.
Luchtverdeling
De ventilatie zorgt voor een optimaal comfort en zicht in het interieur.
Page 98 of 400

96
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven. Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning. Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan om het systeem in per fecte staat te houden. Controleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek vervangen. Wij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag). Laat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft gestaan en de temperatuur in het interieur hoog is opgelopen, zet dan de ruiten enige tijd open. Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid voldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het interieur goed ververst
wordt. Het airconditioningssysteem is chloorvrij en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning werken uitsluitend bij draaiende motor.
Als u het thermische comfort in de auto op het door u gewenste niveau wilt houden, kunt u tijdelijk de functie Stop & Start uitschakelen (zie de desbetreffende rubriek).
Page 99 of 400
97
3
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Temperatuurregeling
Draai de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de temperatuur naar behoefte in te stellen.
De airconditioning werkt alleen als de motor draait.
Luchtopbrengstregeling
Draai de knop om de gewenste luchtopbrengst te verkrijgen.
Wanneer de knop van de luchtopbrengstregeling in de minimumstand staat (uitschakeling van het systeem), wordt het thermische comfort niet meer geregeld. Er blijft door de rijwind echter nog wel een kleine luchtstroom gehandhaafd.
Handbediende airconditioning
Verwarming / ventilatie
Page 100 of 400
98
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Beenruimte.
Middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters.
De luchtstroom kan worden verdeeld door meerdere toetsen in te drukken.
Airconditioning aan/uit
Het systeem stelt u in staat: - de temperatuur in het interieur 's zomers te verlagen, - in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Aan
Druk op deze toets. Het verklikkerlampje gaat branden.
Uit
Druk nogmaals op deze toets. Het verklikkerlampje gaat uit. Als de airconditioning is uitgeschakeld, kunnen onaangename verschijnselen optreden (vocht, beslagen ruiten).
De airconditioning werkt doeltreffend in elk jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
De airconditioning werkt niet als de regeling voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.
Om sneller koele lucht te verkrijgen kunt u gedurende enige tijd de recirculatiestand inschakelen. Schakel daarna de toevoer van buitenlucht weer in.
Page 101 of 400
99
3
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Handbediende airconditioning (Touchscreen)
Temperatuurregeling
Druk op een van deze toetsen om de waarde te verlagen of te verhogen.
De handbediende airconditioning werkt bij draaiende motor. Luchtopbrengstregeling
Druk op een van deze toetsen om de aanjagersnelheid te verhogen of te verlagen.
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator) wordt geleidelijk opgevuld, afhankelijk van de gewenste aanjagersnelheid. Door de aanjagersnelheid in de laagst mogelijke stand te zetten wordt de aanjager volledig uitgeschakeld.
Rijd niet te lang met uitgeschakelde aanjager om te voorkomen dat de ruiten beslaan en de luchtkwaliteit vermindert.
Druk op de toets van het menu " Airconditioning " om de pagina met de bedieningstoetsen van het systeem weer te geven.
Page 102 of 400

100
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
De airconditioning werkt doeltreffend in elk jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
Airconditioning aan/uit
Aan
Uit
De airconditioning werkt niet als de regeling voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.
Druk op deze toets. Het verklikkerlampje gaat branden.
Het systeem stelt u in staat:
- de temperatuur in het interieur 's zomers te verlagen, - in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Druk nogmaals op deze toets. Het verklikkerlampje gaat uit.
Luchtverdeling
Met deze toetsen regelt u de verdeling van de luchtstroom naar het interieur.
Voorruit.
De luchtstroom kan met meerdere toetsen worden aangepast: als het verklikkerlampje brandt, stroomt er lucht in de aangegeven richting; als het verklikkerlampje uit is, stroomt er geen lucht in de aangegeven richting. Voor een gelijkmatige verdeling van de lucht over het interieur kunnen de drie toetsen gelijktijdig zijn geactiveerd.
Beenruimte.
Middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters.
Als de airconditioning is uitgeschakeld, kunnen onaangename verschijnselen optreden (vocht, beslagen ruiten).
Om sneller koele lucht te verkrijgen kunt u
gedurende enige tijd de recirculatiestand inschakelen. Schakel daarna de toevoer van buitenlucht weer in.
Page 103 of 400

101
3
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Automatische airconditioning met gescheiden regeling (Touchscreen)
Dit airconditioningssysteem werkt bij draaiende motor, maar de aanjager en bedieningsfuncties zijn ook beschikbaar bij aangezet contact. Het inschakelen van de airconditioning, de temperatuur van de lucht die uit de ventilatieroosters en uitstroomopeningen stroomt, de luchtopbrengst en de luchtverdeling in het interieur worden automatisch geregeld, afhankelijk van de temperatuur in het interieur en de ingestelde temperatuur.
Temperatuurregeling
De bestuurder en voorpassagier kunnen de temperatuur afzonderlijk instellen.
Druk op een van deze toetsen om de waarde te verhogen.
De weergegeven waarde heeft betrekking op een bepaald comfortniveau en niet op een temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit (afhankelijk van de gekozen eenheid). Een ingestelde waarde van ongeveer 21 zorgt voor een optimaal comfort. Afhankelijk van uw wensen is een instelling tussen 18 en 24 gebruikelijk. Bovendien is het raadzaam het verschil tussen
de instellingen links en rechts niet meer dan 3 te laten bedragen.
Druk op de toets van het menu " Airconditioning " om de pagina met de bedieningsfuncties van de airconditioning op het scherm weer te geven. Druk op een van deze toetsen om de waarde te verlagen.
Page 104 of 400

102
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Om bij koud weer en koude motor de toevoer van koude lucht in het interieur te beperken, wordt de luchtopbrengst geleidelijk vergroot tot de gewenste comfortwaarde is bereikt. Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger is dan de ingestelde waarde, heeft het geen zin om voor een optimale temperatuur de ingestelde waarde te wijzigen. Het systeem compenseert automatisch en zo snel mogelijk het temperatuurverschil.
De intensiteit is uitsluitend gekoppeld aan de stand AUTO. Als de stand AUTO echter wordt uitgeschakeld, blijft het lampje van de geselecteerde intensiteit branden. Als de intensiteit wordt gewijzigd ter wijl de stand AUTO is uitgeschakeld, wordt de stand AUTO hierdoor niet ingeschakeld.
Als het lampje van de toets brandt, werkt het airconditioningssysteem automatisch: afhankelijk van het comfortniveau dat u hebt geselecteerd, zorgt het systeem voor een optimale temperatuur, luchtopbrengst en luchtverdeling in het interieur.
Druk op de toets "AUTO" om het automatische programma van de airconditioning in of uit te schakelen.
Automatisch programma
"comfort"
Druk om de door het groene lampje aangegeven ingestelde intensiteit te wijzigen op de toets van de gewenste intensiteit:
"Soft": voor een aangenaam comfort en een zo laag mogelijk geluidsniveau, aangezien de
aanjagersnelheid beperkt wordt.
"Normaal": voor het beste compromis tussen thermisch comfort en een laag geluidsniveau (standaardinstelling).
"Fast": voor een doeltreffende en dynamische luchttoevoer.
De intensiteit van het automatische programma "comfort" kan worden ingesteld op de secundaire pagina van het menu " Airconditioning ".