Page 25 of 400

23
1
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Laadstroom accu * permanent. Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (vervuilde of losgeraakte accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet correct gespannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
* Volgens land van bestemming.
Autogordel(s) niet vastgemaakt of weerlosgemaakt
permanent of knippert in combinatie met een geluidssignaal.
Een van de autogordels is niet vastgemaakt of weer losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 26 of 400

24
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Motoroliedruk permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bandenspanning te laag permanent. De bandenspanning van een of meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning. De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd.
knipperend en vervolgens permanent.
Het bandenspanningscontrolesysteem is defect.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het bandenspanningscontrolesysteem.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Voet op het rempedaal permanent. Het rempedaal moet worden ingetrapt. Bij de automatische transmissie moet u bij een draaiende motor en voordat u de parkeerrem vrijzet het rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit stand P in een andere stand te kunnen zetten. Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Voet op het koppelingspedaal permanent. In de STOP-stand van het Stop & Start-systeem wordt de motor niet gestart als u het koppelingspedaal slechts gedeeltelijk intrapt.
Trap het koppelingspedaal helemaal in zodat de motor gestart kan worden.
Page 27 of 400

25
1
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Pictogram in het display van het instrumentenpaneelStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Een of meer portierengeopend
permanent, in combinatie met een melding die het desbetreffende portier aangeeft, bij een snelheid lager dan 10 km/h.
Een portier of de achterklep is niet goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent, in combinatie met een melding die het desbetreffende portier aangeeft en een geluidssignaal, bij een snelheid hoger dan 10 km/h.
Actieradius additief AdBlue brandt tijdelijk. De actieradius met de resterende voorraad additief AdBlue ® is kleiner ® is kleiner ®
dan 2400 km. Het lampje blijft enkele seconden branden en gaat uit als u het contact aanzet.
Het is raadzaam het AdBlue ® -reservoir te laten bijvullen. Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding van het aantal kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius met de resterende voorraad additief ligt tussen de 2400 en 600 km.
Laat het AdBlue ® -reservoir bijvullen. Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
knippert, gekoppeld aan het verklikkerlampje Service , in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
De actieradius met de resterende voorraad additief is kleiner dan 600 km.
Laat het AdBlue ® -reservoir zo snel mogelijk bijvullen (minimaal 3,8 liter) om storingen te voorkomen. Zolang er niet voldoende additief is bijgevuld, gaat dit verklikkerlampje elke keer dat het contact wordt aangezet opnieuw branden, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Page 28 of 400

26
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt in: - zone A , is de temperatuur in orde, - zone B , is de temperatuur te hoog. Het waarschuwingslampje maximumtemperatuur en het waarschuwingslampje STOPgaan branden, in combinatie met een geluidssignaal en een waarschuwingsmelding op het display. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats. Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De temperatuur en de druk in het koelcircuit beginnen na enkele minuten rijden te stijgen. Om koelvloeistof bij te vullen: wacht tot de motor is afgekoeld, draai de dop iets los om de druk te laten dalen, verwijder vervolgens de dop, vul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen van de koelvloeistof: kans op brandwonden. Vul niet bij tot boven het maximumniveau (aangegeven op het reservoir).
Meters
Page 29 of 400

27
1
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel kilometer u nog ver wijderd bent van de eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het onderhoudsschema van de fabrikant. Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstelling van de onderhoudsindicator op basis van het aantal afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er geen onderhoudsinformatie op het display.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt bedraagt 900 km. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel branden. De kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan. Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact verdwijnt de sleutel ; de teller geeft weer de kilometerstand en de stand van de dagteller aan.
5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in werking en blijft de sleutel branden om aan te geven dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden.
Bij de Blue HDi-uitvoeringen met dieselmotor (volgens land van bestemming) heeft de mate van vervuiling van de motorolie ook invloed op de berekening.
Page 30 of 400

28
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de sleutel knipperen om aan te geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden. Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende mogelijk uitgevoerd moeten worden. u hebt de afstand tot de eerstvolgende mogelijk uitgevoerd moeten worden.
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan:
De sleutel kan gaan branden als het interval in tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het garantie- en onderhoudsboekje, is overschreden. Bij de Blue HDi-uitvoeringen met dieselmotor kan de sleutel afhankelijk van de mate van vervuiling van de motorolie ook eerder gaan branden, wat afhankelijk is van de rijomstandigheden van de auto.
5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in werking en blijft de sleutel branden . Bij de Blue HDi-uitvoeringen met dieselmotor gaat bij het aanzetten van het contact ook het verklikkerlampje Service branden.
Op 0 zetten van de onderhoudsindicator
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten van de onderhoudsindicator zal anders niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie weergeven. Druk op de knop voor nulstelling van de dagteller. De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden weergegeven en verdwijnt vervolgens weer.
De onderhoudsindicator moet na elke onderhoudsbeurt op 0 gezet worden. Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert: zet het contact af, druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ingedrukt, zet het contact aan; de kilometerteller begint terug te tellen, laat de knop los als het display "=0"aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Page 31 of 400

29
1
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Motorolieniveaumeter
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter wordt bij het aanzetten van het contact het motorolieniveau enkele seconden weergegeven, gelijktijdig met de onderhoudsindicator.
Een controle van het olieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrond staat en de motor minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Als het motorolieniveau in orde is, wordt een melding op het instrumentenpaneel weergegeven.
Te weinig olie
Als het motorolieniveau te laag is, wordt een melding op het instrumentenpaneel weergegeven. Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige motorschade ontstaat.
Storing motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter defect is, wordt een melding op het instrumentenpaneel weergegeven. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Oliepeilstok
2 merktekens op de peilstok: - A = maxi; het olieniveau mag nooit boven dit niveau uitkomen, - B = mini; als het olieniveau niet boven het niveau B uitkomt, moet het voor de motor van uw auto voorgeschreven type motorolie worden bijgevuld via de vulopening.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud" voor de plaats van de peilstok en het bijvullen van motorolie voor het motortype van uw auto.
Page 32 of 400
30
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden gedurende 30 seconden weergegeven bij het afzetten van het contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto.
Verander om aan de plaatselijke regelgeving te kunnen voldoen de eenheid van de afstand (km of mijl) zodat deze overeenkomt met de eenheid die wordt gebruikt in het land waar u zich bevindt. Dit kunt u doen via het configuratiemenu.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale kilometerstand van de auto aan.
Dagteller
De dagteller geeft het aantal gereden kilometers weer nadat de bestuurder de teller op 0 heeft gezet. Druk bij aangezet contact op de knop tot de dagteller op 0 staat.