Page 289 of 376

LET OP!
Een slecht passende brandstof-vuldop kan schade aan het brand-
stofsysteem of aan het emissiere-
gelsysteem veroorzaken. Door een
slecht passende brandstofvuldop
kunnen verontreinigingen het
brandstofsysteem binnendringen
en kan het storingsindicatie-
lampje (MIL) gaan branden om-
dat er brandstofdampen uit het
systeem ontsnappen.
Om te voorkomen dat brandstof
wordt gemorst en de tank te vol
wordt, is het beter de brandstof-
tank niet tot de rand toe te vullen.WAARSCHUWING!
Houd alle rookgerei en vuur uit debuurt van het voertuig wanneer
de tankdop is verwijderd en u de
tank vult.
Vul nooit brandstof bij wanneer
de motor draait. Volgens de
meeste lokale regelgeving is dit is
een overtreding. Het storings-
lampje (MIL) kan hierdoor gaanbranden.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Er kan brand ontstaan als u een
jerrycan vult met benzine terwijl
deze in de auto staat. U kunt
brandwonden oplopen. Zet een
jerrycan altijd op de grond tijdens
het vullen.
OPMERKING:
Wanneer het mondstuk aan de vulslang klikt of afsluit, is de
brandstoftank vol.
Draai de brandstofvuldop vast tot u een "klikgeluid" hoort. De
klik geeft aan dat de brandstof-
vuldop goed is vastgedraaid.
Als de tankdop niet goed is dichtgedraaid, kan het storings-
lampje (MIL) gaan branden.
Zorg ervoor dat de tankdop ie-
dere keer dat u bijtankt, goed
wordt dichtgedraaid.
RIJDEN MET EEN AAN-
HANGWAGEN
In dit hoofdstuk vindt u veiligheid-
stips en informatie over wat u redelij-
kerwijs wel en niet met uw auto mag
trekken. Lees deze informatie aan- dachtig door voordat u met een aan-
hangwagen gaat rijden, zodat u deze
zo efficiënt en veilig mogelijk kunt
trekken.
Volg de vereisten en adviezen over
rijden met een aanhanger uit deze
handleiding op, zodat de garantie zijn
geldigheid behoudt.
DEFINITIES VOOR RIJDEN
MET AANHANGER
De onderstaande definities bieden een
verklaring voor de volgende begrip-pen:
Maximaal toelaatbaar
totaalgewicht (GVWR)
Het GVWR is het maximaal toelaat-
bare totaalgewicht van de auto. Dit is
inclusief de bestuurder, passagiers, la-
ding en het disselgewicht van de aan-
hanger. De totale belasting moet wor-
den beperkt om zo het GVWR niet teoverschrijden.
Maximaal Toelaatbaar
Aanhangergewicht (GTW)
GTW staat voor het gewicht van de
aanhanger, plus het gewicht van alle
lading, verbruiksgoederen en appara-
tuur (vast of tijdelijk) in of op de
283
Page 290 of 376

aanhanger in "geladen en gebruiks-
klare" staat. De aanbevolen manier
om het GTW te meten is om de gela-
den aanhanger op een weegbrug te
plaatsen. Het volledige gewicht van
de aanhanger moet op de weegbrugrusten.
Maximaal toelaatbaar
totaalgewicht van het voertuig en
de aanhanger samen (GCWR)
GCWR is het totaal toelaatbare ge-
wicht van uw voertuig met aanhanger
als ze samen worden gewogen. OPMERKING:
In het totaal toelaatbare gewicht
(GCWR) is rekening gehouden met
een gewicht van 68 kg voor de be-
stuurder.
Maximaal toelaatbare asbelasting
(GAWR)
Het GAWR is de maximumbelasting
op de vooras en op de achteras. Ver-
deel de lading gelijkmatig over de
voor- en achteras. Zorg dat u zowel
voor als achter het GAWR niet over-schrijdt.
WAARSCHUWING!Het is belangrijk dat het GAWR zowel
voor als achter niet wordt overschre-
den. Als een van de waarden wordt
overschreden, kunnen gevaarlijke
rijomstandigheden ontstaan. U kunt
de controle over het stuur verliezen en
een ongeval veroorzaken.Disselgewicht (TW) van deaanhanger
Het disselgewicht (TW) is de neer-
waartse kracht die door de aanhang-
wagen wordt uitgeoefend op de trek-
haakkoppeling. In de meeste gevallen
mag dit niet minder zijn dan 7% of
meer dan 10% van de lading van de
aanhangwagen. Het disselgewicht
van de aanhanger mag niet hoger zijn
dan de gecertificeerde trekhaakcapa-
citeit of de capaciteit van de aanhan-
gerdissel, welke van beide het laagst
is. Het moet minder zijn dan 4% van
de lading van de aanhangwagen,
maar niet minder dan 25 kg. U moet
de disselbelading beschouwen als een
deel van de belading op uw auto en
zijn maximaal toelaatbare asbelasting
(GAWR).
WAARSCHUWING!
Een verkeerd ingesteld koppelsys-
teem kan het rijgedrag, de stabiliteit
verminderen en kan een ongeluk
veroorzaken. Neem contact op met
de fabrikant van de trekhaak en de
aanhanger of een goed bekend
staande dealer in aanhangers/
caravans voor meer informatie.
Voorste gedeelte
Het oppervlak van de voorzijde wordt
bepaald door de maximale hoogte van
de aanhanger vermenigvuldigd met
de maximale breedte van de aanhan-
ger. LOSTREK- BEVEILIGINGSKABEL
Volgens Europese voorschriften voor
geremde aanhangers tot maximaal
3500 kg moeten aanhangers zijn
voorzien van een secundaire koppel-
inrichting of een breekkabel.
De aanbevolen plaats voor bevesti-
ging van de beveiligingskabel voor
normale aanhangers bevindt zich in
de gestanste sleuf op de zijwand van
de aanhaakplek.
284
Page 291 of 376

Met bevestigingspunt
1. Bij een afneembare trekhaak moet
de kabel door het bevestigingspunt
worden geleid en aan zichzelf met een
klem worden vastgezet.
2. Bij een vaste trekhaak met kogel
moet de klem rechtstreeks op het
daarvoor bestemde punt worden be-
vestigd. Deze alternatieve oplossing
moet specifiek zijn toegelaten door de
fabrikant van de aanhanger, omdat de
klem wellicht niet sterk genoeg is voor
gebruik op deze manier.Zonder bevestigingspunten
1. Bij een trekhaak met afneembare
kogel dient u zich te houden aan de
door de fabrikant of leverancier aan-
bevolen werkwijze.
2. Bij de sleepbalk met vaste kogel
moet de kabel in een lus rond de hals
van de sleepkogel worden gelegd. Als
u de kabel op deze manier bevestigt,
slechts één lus leggen.Trekgewichten (maximaleaanhangergewichten)
In de onderstaande tabel worden de
maximale aanhangergewichten voor
uw type aandrijflijn weergegeven.
Motor/
Trans- missie Max. GTW
(max. toe- laatbaar
aanhanger- gewicht) Disselge-
wicht van de aan-
hanger
(zie op-
merking)
Alle 1.600 kg 65 kg
De maximale rijsnelheid met
aanhanger bedraagt 100 km/u,
maar soms is in lokale wetgeving
een lagere rijsnelheid voorge- schreven.
OPMERKING:
Het disselgewicht van de aanhan-
ger moet worden opgeteld bij het
Klem/lus-methode afneembare kogel
Klem/lus-methode vaste kogel
Hals/lus-methode afneembare kogel
Hals/lus-methode vaste kogel
285
Page 292 of 376

gewicht van inzittenden en lading
en mag nooit hoger zijn dan de
waarde die is aangegeven op het
banden- en beladingsplaatje. Het
banden- en beladingsplaatje be-
vindt zich op de stijl van het be-
stuurdersportier.
Aanhanger- en disselgewicht
Lading die schommelt boven de wie-
len of aan de achterzijde zwaarder is
dan aan de voorzijde, kan leiden toternstigzijwaarts slingeren, waardoor
de bestuurder de controle over de auto
en aanhanger kan verliezen. Het on-
voldoende voorin plaatsen van vracht
vormt een belangrijke oorzaak van
ongevallen met aanhangers.
Overschrijd nooit het maximum dis-
selgewicht van de aanhanger dat op
uw trekhaak is gestempeld.
Houd rekening met het volgende bij
het berekenen van het gewicht op de
achteras van de auto:
Het door de aanhanger uitgeoe-
fende verticale gewicht op de trek- haak. Het gewicht van alle lading en uit-
rusting die in of aan de auto isaangebracht.
Het gewicht van de bestuurder en alle passagiers.
OPMERKING:
Denk eraan dat alle gewicht dat u
in of op de aanhanger plaatst, bij-
draagt aan de belasting van de
auto. Extra in de fabriek of door de
dealer geplaatste accessoires moe-
ten ook worden meegenomen bij
de berekening van de totale bela-
ding van uw auto. Raadpleeg het
banden- en beladingsplaatje op de
stijl van het bestuurdersportier
voor het maximum gecombineerde
gewicht van passagiers en lading
voor uw auto.
Vereisten voor het trekken van de aanhanger
Voor een juiste inrijperiode van de
aandrijflijn van uw nieuwe auto
wordt aanbevolen de onderstaande
richtlijnen te volgen:
LET OP!
Tijdens de eerste 805 km die met uw nieuwe voertuig worden gere-
den, mag geen aanhangwagen
worden aangekoppeld. Hierdoor
kunnen de motor, de as of andere
onderdelen beschadigd raken.
Daarna mag tijdens de eerste
805 km die met een aanhangwa-
gen worden gereden niet harder
dan 80 km/u worden gereden en
niet vol gas uit stilstand worden
weggereden. Op deze manier kun-
nen de motor en overige onderde-
len van het voertuig op juiste wijze
worden ingereden onder zwaar-
dere belasting.WAARSCHUWING!
Onjuist trekken van een aanhanger
kan leiden tot ongevallen en letsel.
Volg de onderstaande richtlijnen om
uw aanhanger zo veilig mogelijk te
trekken:
(Vervolgd)
286
Page 293 of 376

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Zorg dat de lading stevig is vast-
gezet en tijdens het rijden niet kan
schuiven. Als u de vracht niet
goed vastzet, kunnen tijdens het
rijden veranderingen in de ge-
wichtsverdeling optreden die u als
bestuurder niet kunt controleren.
U kunt de controle over het stuur
verliezen en een ongeval veroorza-ken.
Trekhaken mogen uitsluitend
door bevoegde vakmensen wor-
den gemonteerd.
Als u vracht vervoert of een aan-
hanger trekt, belaad de auto of de
aanhanger dan nooit te zwaar.
Overbelading kan ertoe leiden dat
u de macht over het stuur verliest,
tot slechte prestaties of beschadi-
ging van remmen, as, motor,
transmissie, stuurinrichting, op-
hanging, chassis of banden.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Breng altijd veiligheidskettingen
aan tussen uw auto en uw aan-
hanger. Maak de kettingen altijd
vast aan het frame of de daarvoor
bestemde haken aan de trekhaak.
Voer de kettingen kruiselings on-
der de dissel door en zorg dat deze
voldoende lang zijn om bochten te
kunnen nemen.
Parkeer een auto met aanhanger
nooit op een helling. Als u een
auto met aanhanger parkeert, be-
krachtig dan altijd de handrem
van de auto. Zet de automatische
versnellingsbak van de sleepauto
in PARK. Plaats altijd blokken
voor de wielen van de aanhanger.
Overschrijd nooit het GCWR. Het totale gewicht moet worden
verdeeld tussen de auto en de
aanhanger, zodat de volgende
vier waarden niet worden over-schreden:
1. Maximaal toelaatbaar totaalge-wicht
2. GTW
3. GAWR
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
4. Disselgewichtwaarde van de aan-
hanger voor de gebruikte trekhaak.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – Banden
Probeer de aanhanger niet te trek- ken wanneer een noodreservewiel is
gemonteerd.
Voor een comfortabel en veilig ge- bruik van uw auto is een juiste ban-
denspanning absoluut noodzake-
lijk. Zie "Banden – algemene
Informatie" in "Starten en rijden"
voor de juiste procedures voor het
op spanning brengen van de ban-den.
Controleer de bandenspanning van de aanhanger alvorens deze te ge-bruiken.
Controleer de banden op slijtage of zichtbare beschadigingen alvorens
de aanhanger te gebruiken. Zie
"Banden – Algemene Informatie"
onder "Starten en rijden" voor de
juiste controleprocedure.
Zie voor het verwisselen van ban- den het gedeelte "Banden – alge-
287
Page 294 of 376

mene informatie" in "Starten en
bedienen" voor de juiste procedures
bij het verwisselen van banden. Het
vervangen van banden door exem-
plaren met een hogere belastingsca-
paciteit leidt niet tot verhoging van
de GVWR- en GAWR-limieten van
de auto.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger –Aanhangerremmen
Sluit het hydraulische remsysteem of vacuümsysteem van uw auto niet aan op dat van de aanhanger.
Dit kan leiden tot onjuist remge-
drag en lichamelijk letsel.
Bij het trekken van een aanhanger met hydraulisch geregelde remmen
is geen elektronische remregelmo-
dule voor de aanhanger vereist.
Aanhangwagenremmen worden aanbevolen voor aanhangwagens
van meer dan 450 kg en zijn ver-
plicht op aanhangwagens van meer
dan 750 kg.
LET OP!
Als de aanhanger geladen meer
weegt dan 450 kg, moet deze zijn
voorzien van eigen remmen met vol-
doende remvermogen. Wanneer dit
niet het geval is, slijten de remvoe-
ringen sneller, is meer pedaalkracht
vereist en wordt de remweg langer.WAARSCHUWING!
Sluit de remmen van de aanhan-ger niet aan op de hydraulische
remleidingen van uw auto. Dit
kan leiden tot overbelasting en
uitval van het remsysteem. Dan
kan het voorkomen dat u niet
kunt remmen wanneer dit nodig is
en zo een ongeval veroorzaakt.
Bij het trekken van een aanhanger
moet u rekening houden met een
langere remweg. Bij het trekken
van een aanhanger dient u extra
afstand te bewaren tot het voorlig-
gende voertuig. Een te kleine af-
stand tot uw voorganger kan lei-
den tot een ongeval. Vereisten voor het trekken van
een aanhangwagen — verlichting
en bedrading
Ongeacht het formaat van de aanhan-
ger moet deze voor de rijveiligheid
zijn voorzien van remlichten, rich-
tingaanwijzers en een mistachterlicht.
De trekhaakset kan een bedradings-
bundel met zeven of dertien pennen
bevatten. Gebruik een door de fabriek
goedgekeurde bedradingsbundel en
stekker. OPMERKING:
Probeer niet om de bedrading van
de auto door splitsing te verbinden
met die van de aanhanger.
De elektrische aansluitingen zijn com-
pleet, u hoeft alleen de bedradings-
bundel aan te sluiten op de stekker
van de aanhanger.
288
Page 295 of 376
Bijzonderheden zevenpens-connector
Pen Functie Kleur
draad
1 Linkerrich-
tingaanwijzer Geel
2 Mistachter- lichten Blauw
3 Aarde/ gemeenschap-
pelijke retour-lijn Wit
4 Rechterrich- tingaanwijzer Groen
Bijzonderheden zevenpens-
connector
Pen Functie Kleur
draad
5 Positieverlich-
ting rechts-
achter,zijmarkerings-
verlichting enverlichtingkentekenplaat
achter.
1
Bruin
6 Remlichten Rood
7 Zij-kenlichten rechtsachter
en verlichtingkentekenplaat
achter.
1
Zwart
b De verlichting van de kenteken-
plaat achter wordt zo aangesloten
dat geen enkel lampje een gemeen-
schappelijke verbinding heeft met
zowel pen 5 als 7.
Bijzonderheden dertienpens- connector
Pen Functie Kleur draad
1 Linkerrich- tingaanwijzer Geel
2 Mistachter- lichten Blauw
3 Massa/ gemeenschap-
pelijke retour
voor contacten
(pennen) 1 en
2 en 4 t/m 8
2
Wit
4 Rechterrich- tingaanwijzer Groen
Zevenpens-connector
Dertienpens-connector
289
Page 296 of 376

Bijzonderheden dertienpens-connector
Pen Functie Kleur draad
5 Positieverlich- ting rechts-
achter,zijmarkerings-
verlichting enverlichtingkentekenplaat
achter.
b
Bruin
6 Remlichten Rood
7 Zij-kenlichten rechtsachter
en verlichtingkentekenplaat
achter.
1
Zwart
8 Achteruitrij- lampen Rood/zwart
9 Vaste voe- dingsbron(+12V) Bruin/wit
10 Door contact- schakelaar
bediende voe-
dingsbron(+12V) Rood
11
a
Retour voor
contact (pen)10
2
Wit
Bijzonderheden dertienpens- connector
Pen Functie Kleur draad
12 Reserve voor latere toewij- zing
3
Rood/blauw
13 Retour voor contact (pen)9
2
Wit
b De verlichting van de kenteken-
plaat achter wordt zo aangesloten
dat geen enkel lampje een gemeen-
schappelijke verbinding heeft met
zowel pen 5 als 7.
2De drie retourcircuits mogen niet
elektrisch in de aanhanger wordenaangesloten.3De toewijzing van pen 12 is ver-
anderd van "Code voor gekoppelde
aanhanger" in "Reserve voor lateretoewijzing".
WENKEN VOOR HET
TREKKEN VAN EENAANHANGER
Oefen, voordat u met de aanhanger de
weg op gaat, het nemen van bochten,
remmen en achteruitrijden met de
aanhanger in een gebied zonder druk
verkeer. Automatische versnellingsbak
Gebruik de stand DRIVE bij het rij-
den met een aanhanger. Als in de
stand DRIVE echter veelvuldig wordt
geschakeld, kiest u een lagere versnel-
ling met behulp van Electronic Range
Select (ERS) (elektronisch schake-len). OPMERKING:
Het kiezen van een lagere over-
brenging bij gebruik van de auto
onder zware rijomstandigheden
zal de prestaties verbeteren en de
levensduur van de transmissie ver-
lengen, doordat overmatig schake-
len en het opbouwen van hitte wor-
den beperkt. Hierdoor zal ook de
motorremwerking worden verbe-terd.
Ververs de automatische transmissie-
vloeistof en vervang het filter wanneer
u REGELMATIG langer dan 45 mi-
nuten een aanhanger trekt. Raadpleeg
"Onderhoudsschema" voor de juisteonderhoudsintervallen.
290