Page 353 of 376

In duizenden kilometers24 48 72 96 120 144 168 192
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96
Koelsysteem doorspoelen en koelvloeistof verversen (of na
60 maanden)
PCV-klep controleren en zo nodig vervangen.
Accustatus controleren en zo nodig bijladen.
Banden op conditie/slijtage controleren en bandenspan-
ning indien nodig corrigeren.
Werking van verlichting (koplampen, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur,
handschoenenkastje, waarschuwingslampjes instrumen-
tenpaneel enz.) controleren.
Controleer de werking van het ruitensproeiersysteem en
stel, indien nodig, de sproeiers af
Stand van wisserbladen voor/achter controleren en wis-
serbladen op slijtage controleren.
Controleren of sloten van motorkap en kofferbak schoon
zijn en scharnieren schoon en voldoende gesmeerd zijn.
Visuele controle uitvoeren van: carrosserie, bodemplaat-
bescherming, pijpen en leidingen (uitlaat - brandstof -
remmen), rubberdelen (hoezen, bussen, manchettenenz.).
Controleer de conditie en slijtage van de remblokken vóór
en de werking van het slijtage-indicatielampje.
Controleer conditie en slijtage van de remblokken achter
en de werking van het slijtage-indicatielampje
347
Page 354 of 376

In duizenden kilometers24 48 72 96 120 144 168 192
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96
Controleer vloeistofniveaus (remmen, ruitensproeier,
accu, koelvloeistof, enz.) en vul, indien nodig, vloeistofbij.
Visuele controle uitvoeren van de conditie van de hul-paandrijfriem(en).
Handrem controleren en indien nodig afstellen.
Uitlaatgasemissiewaarden controleren.
Werking motormanagement controleren (via diagnose- stekker).
Ververs de automatische transmissievloeistof en vervang
het filter (*).
Bougies vervangen.
Hulpaandrijfriem(en) vervangen.
Luchtfilterelement vervangen.
Motorolie verversen en oliefilter vervangen. Na elke 12.000 km of 6 maanden wat als eerste komt
Remvloeistof verversen (of elke 24 maanden).
Pollenfilter vervangen.
(*) Vloeistof van automatische ver-
snellingsbak verversen en filter(s)
vervangen bij 96.000 km of 48 maan-
den als u met de auto onder een van de
volgende omstandigheden rijdt: rij-
den in stadsverkeer, herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km), of
regelmatig trekken van aanhangwa-
gen of caravan.
Periodieke controles
Na elke
1.000 km of voorafgaand aan
lange ritten het volgende controleren
en eventueel bijvullen:
koelvloeistof; remvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
bandenspanning en staat van de
banden;
werking van verlichting (koplam- pen, richtingaanwijzers, waarschu-
wingsknipperlichten, enz.);
348
Page 355 of 376

werking van ruitenwissers/-sproeiers, stand en slijtage van
voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil
controleren en indien nodig bijvullen.
Gebruik van auto onder zware omstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een
van de volgende omstandigheden
wordt gebruikt:
trekken van aanhangwagen of ca- ravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zondergebruik.
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in hetonderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren; controleren of sloten van motorkap
en scharnieren schoon en vol-
doende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van con- ditie van: motor, versnellingsbak,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstofsysteem - remmen) en
rubberdelen (hoezen - manchetten
- bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofni- veau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de hulpaandrijfrie-men;
motorolie controleren en indien no- dig verversen en oliefilter vervan-gen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien no- dig vervangen.
Onderhoudsschema — dieselmotoren
Om u de beste rijervaring te geven
heeft de fabrikant een specifiek on-
derhoudsschema opgesteld aan de hand waarvan u kunt zorgen dat uw
auto goed en veilig blijft rijden.
De fabrikant raadt aan deze onder-
houdsbeurten te laten uitvoeren bij de
dealer waar u de auto heeft gekocht.
De monteurs bij de dealer kennen uw
auto het beste en hebben toegang tot
informatie van fabrieksgetrainde spe-
cialisten, oorspronkelijke onderdelen
van Lancia en speciaal ontworpen
elektronische en mechanische instru-
menten waarmee kostbare reparaties
in de toekomst kunnen worden voor-komen.
De onderhoudsbeurten moeten wor-
den uitgevoerd zoals aangegeven in
dit hoofdstuk. OPMERKING:
Onder geen beding mogen de inter-
valtermijnen voor olieverversing
groter zijn dan 25.000 km of 12
maanden, afhankelijk van wat
eerst komt.
LET OP!
Als het vereiste onderhoud achter-
wege wordt gelaten, kan uw auto
hierdoor schade oplopen.
349
Page 356 of 376

Verplichte onderhoudsbeurten
Raadpleeg de onderhoudsschema's op de volgende pagina's voor de vereiste onderhoudsintervallen.
In duizenden kilometers20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120
Koelsysteem doorspoelen en koelvloeistof verversen
(of na 60 maanden)
Accustatus controleren en zo nodig bijladen.
Banden op conditie/slijtage controleren en banden-
spanning indien nodig corrigeren.
Werking van verlichting (koplampen, richtingaan-
wijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagage-
ruimte, interieur, handschoenenkastje, waarschu-
wingslampjes instrumentenpaneel enz.)
controleren.
Controleer de werking van het ruitensproeiersys-
teem en stel, indien nodig, de sproeiers af.
Stand van wisserbladen voor/achter controleren en
wisserbladen op slijtage controleren.
Controleren of sloten van motorkap en kofferbak
schoon zijn en scharnieren schoon en voldoende
gesmeerd zijn.
Visuele controle uitvoeren van: carrosserie, bodem-
plaatbescherming, pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstof - remmen), rubberdelen (hoezen, bussen,
manchetten enz.).
350
Page 357 of 376

In duizenden kilometers20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120
Controleer de conditie en slijtage van de remblok-
ken vóór en de werking van het slijtage-indicatielampje.
Controleer conditie en slijtage van de remblokken
achter en de werking van het slijtage-indicatielampje
Controleer vloeistofniveaus (remmen, ruiten-
sproeier, accu, koelvloeistof, enz.) en vul, indien
nodig, vloeistof bij.
Visuele controle uitvoeren van de conditie van dehulpaandrijfriem(en).
Controleer de staat van de distributieriem.
Handrem controleren en indien nodig afstellen.
Uitlaatgasemissiewaarden controleren.
Werking motormanagement controleren (via diag- nosestekker).
Tap de automatische transmissievloeistof af en vul
bij. Vervang het hoofdfilter voor het motorcarter en
het spin-on retourfiter voor de koeler (voor be-
paalde uitvoeringen/markten).
Vervang het brandstoffilter (dieseluitvoering).
Hulpaandrijfriem(en) vervangen.
Distributieriem vervangen (*).
Luchtfilterelement vervangen.
Ververs motorolie en vervang oliefilter (**).
351
Page 358 of 376

In duizenden kilometers20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120
Remvloeistof verversen (of elke 24 maanden).
Pollenfilter vervangen.
* Ongeacht het aantal gereden kilo-
meters moet de distributieriem bij ge-
bruik onder bijzonder zware omstan-
digheden (koud klimaat,
stadsverkeer, langdurig stationair
draaien) om de 4 jaar worden vervan-
gen, en in alle overige gevallen ten
minste om de 5 jaar.
(**) Het feitelijke interval voor ver-
versing van de motorolie en vervan-
ging van het oliefilter is afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden van
de auto. Dit interval wordt aangege-
ven door een waarschuwingslampje of
via een bericht op het instrumenten-
paneel, en mag maximaal 12 maan-
den bedragen. Periodieke controles
Na elke
1.000 km of voorafgaand aan
lange ritten het volgende controleren
en eventueel bijvullen:
koelvloeistof;
remvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
bandenspanning en staat van de banden;
werking van verlichting (koplam- pen, richtingaanwijzers, waarschu-
wingsknipperlichten, enz.);
werking van ruitenwissers/- sproeiers, stand en slijtage van
voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil
controleren en indien nodig bijvullen. Gebruik van auto onder zwareomstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een
van de volgende omstandigheden
wordt gebruikt:
trekken van aanhangwagen of ca-
ravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zondergebruik.
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in hetonderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
352
Page 359 of 376
controleren of sloten van motorkapen scharnieren schoon en vol-
doende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van con- ditie van: motor, versnellingsbak,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstofsysteem - remmen) en
rubberdelen (hoezen - manchetten
- bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofni- veau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de hulpaandrijfrie-men;
motorolie controleren en indien no- dig verversen en oliefilter vervan-gen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien no- dig vervangen.
353
Page 360 of 376

WANNEER HET VOERTUIG HET
EINDE VAN DE LEVENSDUUR
HEEFT BEREIKT
LANCIA spant zich al vele jaren in
voor de bescherming van het milieu
door voortdurend de productiepro-
cessen te verbeteren en producten te
vervaardigen die het milieu steeds
minder belasten.
LANCIA wil zijn klanten de best mo-
gelijke service geven bij het naleven
van de milieuwetgeving en het vol-
doen aan de Europese richtlijn 2000/
53/EC inzake voertuigen aan het
einde van de levensduur. Daarom
biedt FIAT klanten de mogelijkheid
de auto* aan het einde van de levens-
duur bij FIAT in te leveren zonder
bijkomende kosten.
De Europese richtlijn bepaalt dat
wanneer het voertuig overgedragen
wordt, de laatste houder of eigenaar
geen kosten hoeft te betalen omdat de
marktwaarde nul of lager is.In alle landen van de Europese Unie
werden tot 1 januari 2007 alleen voer-
tuigen zonder kosten ingenomen die
waren geregistreerd na 1 juli 2002.
Sinds 1 januari 2007 is de inname
gratis voor alle voertuigen, onafhan-
kelijk van het jaar van registratie, zo-
lang het voertuig nog beschikt over de
basisonderdelen (met name de motor
en de carrosserie) en geen additionele
vervuiling heeft.
Als uw auto aan het einde van de
levensduur is en u wilt hem zonder
extra kosten inleveren, gaat u naar
een LANCIA-dealer of een door LAN-
CIA erkend inzamelings- en sloopbe-drijf.
Deze bedrijven zijn zorgvuldig gese-
lecteerd op de hoge kwaliteit van de
service bij het inzamelen, behandelen
en terugwinnen en hergebruiken van
ongebruikte auto's met inachtneming
van het milieu.
Meer informatie over deze
inzamelings- en sloopbedrijven is ver-
krijgbaar bij een LANCIA-dealer, via
het gratis telefoonnummer 00800
526242 00, of op de website vanLANCIA.
(*) Voertuig geschikt voor het vervoer
van maximaal negen personen en een
totaal toegelaten gewicht van 3,5t
354