Page 153 of 376

WAARSCHUWING!
Bestuurders moeten voorzichtig
achteruit rijden, ook al wordt er ge-
bruik gemaakt van de achteruitrij-
camera. Kijk altijd goed vóór of ach-
ter uw auto, controleer of zich daar
geen voetgangers, dieren, andere
voertuigen of obstakels bevinden en
let op dode hoeken voordat u voor-
of achteruitrijdt. U bent verant-
woordelijk voor de veiligheid van uw
omgeving en moet blijven opletten
als u achteruitrijdt. Anders bestaat
er een risico op ernstig of dodelijkletsel.LET OP!
Om schade aan het voertuig tevoorkomen mag ParkView® al-
leen worden gebruikt als parkeer-
hulp. De camera is niet in staat is
om elk obstakel of voorwerp op
uw rijbaan te detecteren.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Om schade aan het voertuig te
voorkomen moet u langzaam rij-
den bij gebruik van de achteruit-
rijcamera, zodat u tijdig kunt
stoppen als u een obstakel ziet.
Het wordt de bestuurder aanbe-
volen om regelmatig over zijn/
haar schouder te kijken bij het
gebruik van ParkView®.
OPMERKING:
Wanneer de cameralens bedekt is
met sneeuw, ijs, modder of ander
vuil, moet de lens worden gerei-
nigd, met water worden gespoeld
en met een zachte doek worden
gedroogd. De lens niet afdekken.
PARKVIEW® IN- OF
UITSCHAKELEN — MET
NAVIGATIE-/
MULTIMEDIA-RADIO
1. Druk op de toets “menu”.
2. Selecteer de soft-toets "system set
up" (systeeminstellingen).
3. Druk op de schermtoets "camera
setup" (camera-instellingen). 4. Schakel de functie achteruitrijca-
mera in of uit door de soft-toets "ena-
ble rear camera in reverse" (camera
inschakelen bij achteruit rijden) te se-
lecteren.
5. Druk op de schermtoets "save" (opslaan).
PARKVIEW® IN- OF
UITSCHAKELEN —
ZONDER NAVIGATIE-/
MULTIMEDIA-RADIO
1. Druk op de toets “menu”.
2. Selecteer de soft-toets "system set
up" (systeeminstellingen).
3. Schakel de functie achteruitrijca-
mera in of uit door de soft-toets "ena-
ble rear camera in reverse" (camera
inschakelen bij achteruit rijden) te se-
lecteren. DAKCONSOLES
DAKCONSOLE VOORIN
Er zijn twee soorten dakconsoles be-
schikbaar. Het basismodel dakcon-
sole voorin heeft vaste instap-/
leeslampjes, een neerklapbaar
zonnebrilopbergvakje en een gesprek-
147
Page 154 of 376

spiegel. Het premium-model dakcon-
sole voorin is voorzien van een LED-
spot die de bekerhouders op het
instrumentenpaneel verlicht, twee
draaibare LED-lampen, een neer-
klapbaar opbergvak voor zonnebril-
len, een conversatiespiegel, schake-
laars voor de optionele elektrische
schuifdeuren en een schakelaar voor
de optionele elektrisch bediende ach-terklep. OPMERKING:
De luxe schuifdakconsolemodel-
len omvatten alle bovengenoemde
onderdelen, behalve het zonne-brilopbergvakje.INSTAP- EN
INTERIEURVERLICHTING
Aan de voorkant van de console zijn
twee lampjes aangebracht (de nor-
male plafondlamp heeft twee knop-
pen). De lampjes gaan aan wanneer u
een voorportier, een schuifdeur of de
achterklep opent. Als uw auto af-
standsbediende elektrische vergren-
deling (RKE) heeft, gaan de lampen
ook aan wanneer u de ontgrendeltoets
op de afstandsbediening indrukt.
De instapverlichting fungeert ook als
leeslampjes. Druk op de lens om deze
lampjes aan te zetten als u in de auto
zit. Druk nogmaals om het lampje uit
te schakelen. U kunt de schijnrichting
van deze lampjes veranderen door de
buitenring in de richting van een van
de vier pijltjes te drukken (alleenLED-lampjes).
Ook de omgeving direct rondom de
bekerhouders op het dashboard wordt
verlicht door een lampje in de dak-
console (alleen luxe console). Dit
lampje gaat branden wanneer de kop-
lampschakelaar aan is; de helderheidervan stelt u in door de dimmer om-
hoog of omlaag te draaien.
OPBERGVAKJE
ZONNEBRIL (ALLEEN
ZONDER SCHUIFDAK)
Aan de voorzijde van de dakconsole is
een vak aangebracht waarin twee
zonnebrillen kunnen worden be-
waard.
U opent dit vak door op de vergrende-
ling te drukken.
De klep draait langzaam tot hij volle-
dig is geopend.
Dakconsole
Vergrendeling van vak in dakconsole
148
Page 155 of 376

Vanuit deze stand kan de klep volle-
dig worden gesloten of, door hem on-
geveer driekwart te sluiten en los te
laten, in de stand worden gezet voor
gebruik van de gesprekspiegel. OPMERKING:
In de conversatiespiegelstand kan
de klep alleen worden gesloten.
Om de klep weer volledig te openen,
moet hij eerst worden gesloten en ver-volgens opnieuw worden geopend
door nogmaals de vergrendeling in tedrukken.
INTERIEURVERLICHTING/
LEESLAMPJES ACHTERIN
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
De dakconsole heeft twee sets interi-
eurverlichting. De lampjes gaan aan
wanneer u een voorportier, een schuif-
deur of de achterklep opent. Als uw
auto afstandsbediende elektrische
vergrendeling (RKE) heeft, gaan de
lampen ook aan wanneer u de ont-
grendeltoets op de afstandsbedieningindrukt.
De instapverlichting fungeert ook als
leeslampjes. Druk op de lens om deze
lampjes aan te zetten als u in de auto
zit. Om elk lampje weer uit te schake-
len, drukt u opnieuw op de lamplens.
U kunt de schijnrichting van deze
lampjes veranderen door de buiten-
ring in de richting van een van de vier
pijltjes te draaien.
DAKCONSOLES ACHTERIN
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Het dakopbergsysteem achterin is in
twee uitvoeringen verkrijgbaar: met
of zonder schuifdak.
Een extra LED-lampje vooraan op de
console achterin verlicht bij het in- en
uitstappen de voetruimte van de
tweede zitrij.
Volledig geopend
Conversatiespiegel-stand
Leeslampjes
149
Page 156 of 376

Indirecte verlichting console achterin
De dakconsole achterin is voorzien
van verzonken indirecte verlichting
langs de omtrek van de onderkant van
de console. Deze voorziening biedt
meer verlichtingsmogelijkheden tij-
dens het rijden en wordt bediend met
de koplampschakelaar. Raadpleeg
"Verlichting/indirecte verlichting
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)" in "De functies van uw
voertuig" voor meer informatie. ELEKTRISCH BEDIENBAAR
ZONNEDAK (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De schakelaar voor het elektrisch be-
dienbare schuifdak bevindt zich in de
dakconsole tussen de zonnekleppen.
WAARSCHUWING!
Laat kinderen nooit in een auto
achter terwijl de sleutel in het con-
tactslot zit. Inzittenden, en vooral
kinderen zonder begeleider, kun-
nen klem komen te zitten in de
dakopening als ze de schakelaar
van het elektrisch bedienbare
schuifdak bedienen. Bij een der-
gelijke beknelling kan ernstig of
dodelijk letsel ontstaan.
In geval van een aanrijding is het
risico om uit een voertuig geslin-
gerd te worden groter wanneer het
schuifdak geopend is. U kunt ern-
stig of zelfs dodelijk gewond ra-
ken. Maak altijd uw autogordel op
de juiste wijze vast en controleer
of alle passagiers dit ook gedaanhebben.
Sta niet toe dat kleine kinderen
het schuifdak bedienen. Steek
nooit vingers, lichaamsdelen of
voorwerpen door het schuifdak
naar buiten. Verwondingen kun-
nen daarvan het gevolg zijn.
Kenmerken opbergruimte in het dak1 — DVD
1
5 — Opberg- ruimte
2 — Klimaatre-
geling achter 6 — DVD
1
3 — Interieur-verlichting7 — Interieur-verlichting
4 — Opberg-ruimte 8 — Indirecteverlichting1(voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Schakelaar van elektrisch
bedienbaar schuifdak
150
Page 157 of 376

SCHUIFDAK OPENEN — SNEL
Als u de schakelaar kort (korter dan
een halve seconde) naar achteren
duwt, wordt het schuifdak automa-
tisch vanuit elke positie geopend. Het
schuifdak wordt volledig geopend en
stopt automatisch. Dit is de functie
"Snel openen". De functie Snel ope-
nen zorgt dat bij aanraking van de
schakelaar het schuifdak stopt.
SCHUIFDAK OPENEN —
HANDMATIG
Om het schuifdak te openen, moet u
de schakelaar naar achteren indruk-
ken en vasthouden om het volledig te
openen. Als u de schakelaar loslaat,
stopt de beweging en het schuifdak
blijft dan gedeeltelijk open totdat de
schakelaar weer ingedrukt en naar
achteren geduwd wordt.
SCHUIFDAK SLUITEN — SNEL
Als u de schakelaar kort (korter dan
een halve seconde) naar voren duwt,
wordt het schuifdak automatisch van-
uit elke positie gesloten. Het schuif-
dak wordt volledig gesloten en stoptautomatisch. Dit is de functie "Snel
sluiten". De functie Snel sluiten zorgt
dat bij aanraking van de schakelaar
het schuifdak stopt.
SCHUIFDAK SLUITEN —
HANDMATIG
Om het schuifdak te sluiten moet u de
schakelaar indrukken en naar voren
drukken. Als u de schakelaar weer
loslaat, stopt de beweging en het
schuifdak blijft dan gedeeltelijk geslo-
ten totdat de schakelaar weer inge-
drukt en naar voren geduwd wordt.
OBSTAKELDETECTIE
Deze functie zorgt dat obstakels in de
opening van het schuifdak worden ge-
detecteerd bij gebruik van de functie
Snel sluiten. Als een obstakel wordt
ontdekt, gaat het schuifdak automa-
tisch dicht. Verwijder het obstakel als
dit gebeurt. Druk vervolgens de scha-
kelaar kort naar voren om het schuif-
dak te sluiten. OPMERKING:
Wanneer drie opeenvolgende po-
gingen om het dak te sluiten zijn
onderbroken door de obstakelde-
tectie, wordt de vierde poging uit-gevoerd als een handmatige slui-
ting met uitgeschakeldeobstakeldetectie.
OBSTAKELDETECTIE UITSCHAKELEN
Als een bekend obstakel (ijs, puin,
enz.) het sluiten van het open dak
onmogelijk maakt, druk dan de scha-
kelaar naar voren en houd deze twee
seconden lang ingedrukt nadat het te-
rugschuiven begint. Hierdoor zal het
schuifdak worden gesloten. OPMERKING:
Als de schakelaar ingedrukt wordt
gehouden, wordt de obstakelde-
tectie geannuleerd.
VENTILATIESTAND
SCHUIFDAK — SNEL
Als u kort op de "Vent"-toets drukt,
beweegt het schuifdak naar de venti-
latiestand. Dit is de functie "Snel naar
ventilatiestand" die werkt vanuit elke
positie van het schuifdak. De functie
Snel naar ventilatiestand zorgt ervoor
dat bij aanraking van de schakelaar
het schuifdak stopt.
151
Page 158 of 376

BEDIENING ZONWERING
De zonwering kunt u met de hand
openen. De zonwering wordt echter
ook automatisch geopend als het
schuifdak wordt geopend. OPMERKING:
U kunt de zonwering niet sluiten
als het schuifdak open is. Rijwinddruk
Rijwinddruk kan worden beschreven
als het gevoel van druk op de oren,
vergelijkbaar met het akoestisch ef-
fect van helikoptergeluid. U kunt in
uw auto dit rijwindeffect soms mer-
ken als de ramen open zijn of het
zonnedak (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) geheel of ge-
deeltelijk is geopend. Dit is normaal
en het effect kunt u tenietdoen. Als u
last hebt van rijwinddruk terwijl de
achterramen open staan, draait u de
voor- en achterramen allebei open om
het effect te verminderen. Als u rij-
winddruk bemerkt terwijl het schuif-
dak openstaat, verstelt u de schuifda-
kopening om het effect te
verminderen.ONDERHOUD SCHUIFDAK
Gebruik voor het reinigen van het
glaspaneel uitsluitend niet-schurende
schoonmaakmiddelen en een zachtedoek.
WERKING BIJ CONTACT UIT
Voor voertuigen die niet zijn voorzien
van het elektronische voertuiginfor-
matiecentrum (EVIC), blijft de scha-
kelaar van het elektrisch bediende
zonnedak 45 seconden lang actief na-
dat de contactsleutel in de stand
LOCK is gezet. Door het openen van
een voorportier wordt deze functieuitgeschakeld. OPMERKING:
Voor voertuigen die zijn voorzien
van EVIC, blijft de schakelaar van
het elektrisch bediende zonnedak
tien minuten lang actief nadat de
contactsleutel in de stand LOCK is
gezet. Door het openen van een
voorportier wordt deze functie uit-geschakeld.
ZONNEDAK GEHEEL GESLOTEN
Druk de schakelaar kort naar voren
zodat het zonnedak geheel wordt ge-sloten. ELEKTRISCHE
AANSLUITCONTACTEN
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Onder in het instrumentenpaneel, on-
der het open opbergvak, bevinden
zich twee aansluitcontacten van
12 volt (13 ampère). Het aansluitcon-
tact aan bestuurderszijde wordt gere-
geld via de contactschakelaar en het
aansluitcontact aan passagierszijde is
rechtstreeks aangesloten op de accu.
Het aansluitcontact aan bestuurders-
zijde kan ook worden gebruikt voor
een conventionele sigarettenaanste-
ker (voor bepaalde uitvoeringen/
markten met optioneel rokerspak-ket).
152
Page 159 of 376

LET OP!
Zorg ervoor dat het maximumver-mogen van 160 watt (13 amp) bij
12 volt niet wordt overschreden.
Als het vermogen van 160 watt
(13 amp) wordt overschreden, zal
de veiligheidszekering van het
systeem moeten worden vervan-gen.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
De aansluitcontacten zijn uitslui-
tend bedoeld voor accessoirestek-
kers. Steek geen voorwerpen in de
aansluitcontacten, omdat deze
dan worden beschadigd en de ze-
kering doorbrandt. Bij verkeerd
gebruik van het elektrisch aan-
sluitcontact kan schade worden
veroorzaakt die niet door de be-
perkte garantie van een nieuw
voertuig wordt gedekt.
Het aansluitcontact in de verwijder-
bare vloerconsole (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) wordt bevei-
ligd via dezelfde zekering als het on-
derste aansluitcontact in het instru-
mentenpaneel en is eveneens
aangesloten op de accu. Overschrijd
niet het maximale vermogen van
160 watt (13 ampère) dat gedeeld
wordt tussen het onderste aansluit-
contact van het paneel en het aan-
sluitcontact van de uitneembare
vloerconsole. Bij auto's die zijn uitgerust met de
superconsole, bevinden de aansluit-
contacten zich onder het schuifdeksel.
Voor toegang tot de aansluitcontacten
drukt u op het deksel en schuift u dit
in de richting van het instrumenten-paneel.
Het aansluitcontact in het achterpa-
neel nabij de achterklep en het boven-
ste aansluitcontact van het instru-
Aansluitcontacten in het
instrumentenpaneel
Aansluitcontact in verwijderbare vloerconsoleAansluitcontacten in superconsole
153
Page 160 of 376

mentenpaneel worden beide geregeld
door het contactslot. Elk aansluitcon-
tact kan maximaal 160 watt (13 am-
père) ondersteunen. Overschrijd bij
deze aansluitcontacten niet het ver-
mogen van 160 watt (13 ampère).
De aansluitcontacten zijn voorzien
van vast verbonden afsluitkapjes met
een sleutel- of accusymbool, aange-
vend om welke type elektrische voe-
ding het gaat. Het aansluitcontact, op
de onderkant van het instrumenten-
paneel, wordt rechtstreeks gevoed
door de accu. Items die op dit aan-
sluitcontact worden aangesloten,
kunnen de accu ontladen en/of het
starten van de motor verhinderen.
WAARSCHUWING!
Ter voorkoming van ernstig of fataal letsel:
Sluit op de 12 volt-aansluitcon-tacten alleen apparaten aan die
geschikt zijn voor dit type aan-sluitcontact.
Raak de aansluitcontacten niet
aan met natte handen.
Zorg dat het klepje is gesloten tij-
dens het rijden en wanneer u het
aansluitcontact niet gebruikt.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Onjuist gebruik van dit aansluit-
contact kan leiden tot een elektri-
sche schok en storing.LET OP!
Veel accessoires die u op de aan-sluitcontacten kunt aansluiten,
ontvangen ook stroom van de
accu in de auto als u ze niet ge-
bruikt (bijv. een autotelefoon,
enz.). Als u de accessoires te lang
aangesloten laat, raakt de accu zo
ver ontladen dat de levensduur
ervan achteruitgaat en/of de mo-
tor niet meer zal starten.
Accessoires die veel vermogen op-
nemen, zoals koelers, stofzuigers,
lampen, enz., zullen de accu nog
sneller ontladen. Gebruik deze al-
leen af en toe en wees er zorgvul-
dig mee.
(Vervolgd)
Zekeringen van aansluitcontacten1 — M7 zekering 20 A geel aan- sluitcontact
2 — M6 zekering 20 A geel sigaret-
tenaansteker instrumentenpaneel
3 — M36 zekering 20 A geel aan-
sluitcontact instrumentenpaneel of
met console
154