actieve oplosmiddelen of soortgelijke
ingrediënten. Deze middelen kunnen
schade toebrengen aan pakkingen en
membranen in het brandstofsysteem.WAARSCHUWING!
Koolmonoxide (CO) in uitlaatgassen
is dodelijk. Volg de onderstaande
voorschriften om koolmonoxidever-
giftiging te voorkomen.
Adem nooit uitlaatgassen in. Dezebevatten namelijk koolmonoxide,
een kleurloos en reukloos gas dat
dodelijk kan zijn. Laat de motor
nooit in een gesloten ruimte, zoals
een garage, draaien en blijf nooit
lange tijd in een stilstaande auto
met draaiende motor zitten. Wan-
neer de auto langere tijd met
draaiende motor buiten stilstaat,
stel uw ventilatiesysteem dan zo-
danig in dat buitenlucht naar bin-
nen wordt geblazen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Regelmatig onderhoud is een
prima bescherming tegen kool-
monoxide. Laat het uitlaatsys-
teem altijd controleren wanneer
de auto op een hefbrug wordt ge-
zet. Laat afwijkende condities di-
rect repareren. Rijd tot na de re-
paratie altijd met de ramen
volledig geopend.
Laat de achterklep dicht tijdens
het rijden om te voorkomen dat
koolmonoxide en andere giftige
uitlaatgassen de auto binnendrin-gen.
BRANDSTOFVEREISTEN
— DIESELMOTOR
Het gebruik van dieselolie van de
hoogste kwaliteit met een cetaange-
halte van 50 of meer, die voldoet aan
de norm EN590, wordt sterk aanbe-
volen. Raadpleeg uw dealer voor meer
informatie over de beschikbare
brandstoffen in uw omgeving. BRANDSTOF BIJVULLEN AFSLUITBARE BRANDSTOFVULDOP
(TANKDOP) (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
De afsluitbare brandstofvuldop be-
vindt zich achter het tankklepje aan
de linkerzijde van de auto. Als de
brandstofvuldop is zoekgeraakt of be-
schadigd, moet de vervangende dop
geschikt zijn voor deze auto. OPMERKING:
De schuifdeur aan bestuurders-
zijde kunt u niet openen terwijl de
brandstofvulklep open staat. Deze
beveiliging werkt alleen als de
schuifdeur volledig dicht was toen
de brandstofvulklep werd ge-opend.
1. Steek de sleutel van de vuldop in
de slotcilinder en draai de sleutel naar
rechts om de vuldop te ontgrendelen.
2. Draai de tankdop linksom om hem
te verwijderen.
3. U weet dat u de vuldop goed hebt
vastgedraaid als u twee of drie klik-
ken hoort.
282
het volledige uitlaatsysteem en de na-
burige carrosseriedelen controleren
op breuk, schade, slijtage of verkeerde
montage. Open naden of losse verbin-
dingen kunnen zorgen dat uitlaatgas
binnendringt in het interieur. Laat het
uitlaatsysteem ook altijd controleren
wanneer de auto op een hefbrug
wordt gezet voor smering of bij olie-
verversing. Laat indien nodig delen
van het uitlaatsysteem vervangen.WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen letsel veroor-
zaken of zelfs dodelijk zijn. Ze be-
vatten koolmonoxide (CO), een
kleur- en reukloos gas. Het inade-
men ervan kan bewusteloosheid en
vergiftiging veroorzaken. Om inade-
men van koolmonoxide (CO) te
voorkomen raadpleegt u
"Veiligheidstips/uitlaatgas" in "Za-
ken die u moet weten voordat u de
motor start" voor meer informatie.
LET OP!
Vanwege de katalysator mag uitslui-
tend loodvrije benzine worden ge-
tankt. Gelode benzine doet de rege-
lende werking die de katalysator
heeft op de uitlaatgassen teniet en
kan de motorprestaties ernstig ver-
minderen en ernstige schade aan de
motor veroorzaken.
Onder normale bedrijfsomstandighe-
den behoeft de katalysator geen on-
derhoud. Het is echter wel belangrijk
dat de dealer de motorafstellingen re-
gelmatig optimaliseert om zo schade
aan de katalysator te voorkomen.LET OP!
De katalysator kan schade oplopen
als u de auto niet in prima conditie
houdt. Bij een motorstoring, vooral
bij het doorslaan van de motor of
duidelijke vermogensverliezen,
moet u de auto meteen laten repare-
ren. Bij doorrijden met een ernstige
storing kan de katalysator overver-
hit raken waardoor deze en de auto
schade oplopen. OPMERKING:
Opzettelijk knoeien aan het uit-
laatgasregelsysteem is strafbaar en
kan leiden tot strafrechtelijke ver-volging.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand
veroorzaken wanneer u boven
brandbaar materiaal parkeert. Dat
kunnen bijvoorbeeld droog gras of
bladeren zijn die in contact komen
met de hete uitlaat. Parkeer daarom
nooit op een ondergrond waar uw
uitlaat in contact kan komen met
brandbaar materiaal.
In uitzonderlijke omstandigheden (bij
zeer ernstige motorschade) kan een
doordringende geur duiden op een
ernstige en abnormale oververhitting
van de katalysator. Als dit gebeurt,
moet u de auto stilzetten, de motor
uitschakelen en laten afkoelen. Laat
onmiddellijk onderhoudswerkzaam-
heden uitvoeren, met inbegrip van het
afstellen van de motor volgens speci-
ficaties van de fabrikant.
318
Stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . 111Elektrisch . . . . . . . . . . . . . 111
Geheugen . . . . . . . . . . . . . 126
Inklapbare stoelen
(Stow `n Go) . . . . . . . . . . . 117
Instellen . . . . . . . . . . . . . . 114
Ligtoestand . . . . . . . . . . . . 115
Stow `n Go-stoelen
(inklapbaar in de vloer) . . . 117
Verwarmd . . . . . . . . . . . . . 112
Stoffen, onderhoud . . . . . . . . 330
Stopcontacten . . . . . . . . . . . . 152Storingslampje
(motorcontrole) . . . . . . . . . . . 180
Stow `n Go-stoelen
(inklapbaar in de vloer) . . . . . 117
Strategie regenereren
interventies . . . . . . . . . . . . . . 317
Stroom
Elektrisch bediende ruiten . . . 27
Elektrisch bediende
stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . 111
Elektrische Achterklep . . . . . 34
Elektrische deursloten . . . . . . 23
Elektrische schuifdeur . . . . . 30
Elektrische spiegels . . . . . . . 81Stopcontact
(hulpstopcontact) . . . . . . . . 152
Stuurbekrachtiging . . . . . . . 259 Sturen
Stuurbekrachtiging . . . . . . . 259
Stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . 14
Stuurwiel, instelbaar . . . . . . 137
Verstelbare stuurkolom . . . . 137
Stuurbedieningselementen
audio . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Synthetische motorolie . . . . . . 316
Systeem, navigatie
(uconnect™ gps) . . . . . . . . . . 202
Tanken, brandstof . . . . . . . . . 282
Technische gegevens Brandstof (Benzine) . . . . . . 342
Olie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 342
Telefoon, handvrije
(uconnect™) . . . . . . . . . . . . . . 88
Telefoon, mobiele . . . . . . . . . . 88
Telescopische stuurkolom . . . . 137
Temperatuurmeter,
motorkoeling . . . . . . . . . 183,295
Temperatuurregeling,
automatisch (ATC) . . . . . . . . 231
Thuiskomertje, kleine
reserveband . . . . . . . . . . . . . . 269
Tips voor de veiligheid . . . . . . . 67
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . 178
Tractiecontrole . . . . . . . . . . . 263
Tractiecontroleschakelaar . . . . 263 Transmissie . . . . . . . . . . . . . . 327
Automatisch . . . . . . . . 250,327
Vloeistof . . . . . . . . . . . . . . 327
Travel Information Center . . . 147
Trekken achter een
motorhome . . . . . . . . . . . . . . 292
Turbo afkoelen . . . . . . . . . . . 249
UCI-schakelaar . . . . . . . . . . . 202 Uconnect™
(handvrije telefoon) . . . . . . . . . 88Uitlaatgas,
waarschuwing . . . . . . . 35,68,318
Uitlaatsysteem . . . . . . . . . 68,317
Uitnemen van de
contactsleutel . . . . . . . . . . . . . 14
Universeel gebruikersinterface
(UCI)-schakelaar . . . . . . . . . . 202
Vastgelopen voertuig heen en
weer schommelen . . . . . . . . . . 307
Vastgereden voertuig
bevrijden . . . . . . . . . . . . . . . 307
Veiligheid van het voertuig
controleren . . . . . . . . . . . . . . . 67
Veiligheid, uitlaatgassen . . . 35,68
Veiligheidscontrole aan de
buitenkant van het voertuig . . . 70
365