de lampjes zeer snel knippert,
controleert u of aan de buitenzijde
van de auto een lamp defect is. Als
één der controlelampjes niet gaat
branden wanneer u de hendel be-
weegt, is waarschijnlijk het betref-
fende gloeilampje defect.
Lane Change Assist
Tik de hendel eenmaal naar boven of
beneden zonder hem in de klikstand
te duwen; het knipperlicht (rechts of
links) knippert driemaal en schakelt
dan automatisch uit.
Waarschuwing richtingaanwijzers
Wanneer de elektronica in de auto
detecteert dat gedurende circa 1,6 km
sneller dan 29 km/u is gereden met
ingeschakelde richtingaanwijzers,
klinkt er een geluidssignaal om de
bestuurder te waarschuwen.DIMLICHT/ GROOTLICHTSCHAKELAARAls de koplampen zijn ingeschakeld,
kunt u van dimlicht naar grootlicht
schakelen door de multifunctionele
hendel naar het instrumentenpaneel
te drukken. Door de hendel terug tetrekken in de neutrale stand, keert hij
terug in de stand voor dimlicht.
PASSEERSIGNAAL
U kunt met uw koplampen een licht-
signaal geven aan een ander voertuig
door de multifunctionele hendel heel
even naar u toe te trekken. Hierdoor
wordt het grootlicht ingeschakeld tot
u de hendel weer loslaat.
SMARTBEAM™ (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Het SmartBeam™ systeem zorgt voor
meer licht van de koplampen in het
donker door automatische regeling
van het grootlicht met behulp van een
op de achteruitkijkspiegel gemon-
teerde digitale camera. Deze camera
detecteert de verlichting van andere
voertuigen en zorgt ervoor dat auto-
matisch van grootlicht naar dimlicht
wordt geschakeld totdat naderende
voertuigen uit het zicht van de camera
zijn verdwenen. Activeren
1. Selecteer "Automatisch groot licht
— ON" via het EVIC. Raadpleeg“Elektronisch voertuiginformatiecen-
trum (EVIC)/Door de klant te pro-
grammeren functies" in "Functies
van het instrumentenpaneel" voor
meer informatie.
2. Draai de koplampschakelaar
linksom naar de stand AUTO (A).
3. Druk de multifunctionele hendel
van u af om het grootlicht in te scha-
kelen. Raadpleeg "Multifunctionele
hendel" in dit hoofdstuk voor meerinformatie. OPMERKING:
Dit systeem wordt niet geactiveerd
voordat de auto ten minste
40 km/u rijdt. Deactiveren
Volg een van de onderstaande stappen
om het SmartBeam™ systeem te de-
activeren.
1. Selecteer “Automatisch groot licht
— OFF” via het EVIC. Raadpleeg
“Elektronisch voertuiginformatiecen-
trum (EVIC)/Door de klant te pro-
grammeren functies" in "Functies
van het instrumentenpaneel" voor
meer informatie.
133
Dimschakelaar, koplamp . . . 130
Elektronisch
Stabiliteitsprogramma
(ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . 266
Gevaarknipperlichten . . . . . 295
Grootlicht/dimmer . . . . . . . 133
Indicatielampje grootlicht . . 178
Instapverlichting . . . . . . . . . 18
Interieur . . . . . . . . . . . 129,130
Kaartleeslampjes . . . . . . . . 148
Knipperlichten . . . . . . . . . . 133
Koplampschakelaar . . . . . . 130
Koplampverstelling . . . . . . . 134
Licentie . . . . . . . . . . . . . . . 340
Mistlampen . . . . . . 132,178,339
Onderhoud . . . . . . . . . 337,338
Parkeerlichten . . . . . . . 130,338
Reserve . . . . . . . . . . . . . . . 339
Richtingaanwijzer . . 70,338,339
Service Engine Soon
(storingslampje) . . . . . . . . . 180
SmartBeams . . . . . . . . . . . 133Storingslampje
(motorcontrole) . . . . . . . . . 180
Tractiecontrole . . . . . . . . . . 266
Vervangen . . . . . . . . . . 337,338
Waarschuwing (Beschrijving
instrumentenpaneel) . . . . . . 178Waarschuwing aan
koplampen . . . . . . . . . . . . 132
Waarschuwing
brandstofniveau . . . . . . . . . 190
Waarschuwing lichten aan . . 132
Waarschuwing
rembekrachtiging . . . . . . . . 266
Waarschuwing remmen . . . . 182
Waarschuwing
veiligheidsgordel . . . . . . . . 183
Wachten om te starten . . . . 191
Zijknipperlichten . . . . . . . . 338
Lampjes vervangen . . . . . . . . 338
Lampjes, vervanging . . . . . 70,337
Lane Change Assist . . . . . . . . 133
LATCH-systeem (Onderste
bevestigingspunten en -banden
voor kinderzitjes) . . . . . . . . . . . 62
Lekke band vervangen . . . . . . 296
Lekken, vloeistof . . . . . . . . . . . 70
Levensduur van de banden . . . 271
Luchtfilter, motor
(luchtreinigingsfilter motor) . . 317
Make-upspiegeltjes . . . . . . . . . 82
Maximaal voertuiggewicht . . . 283
Maximale asbelasting . . . . . . . 284Meters Brandstof . . . . . . . . . . . . . 181 Snelheidsmeter . . . . . . . . . . 181
Temperatuur koelvloeistof . . 183
Toerenteller . . . . . . . . . . . . 178
Methanol . . . . . . . . . . . . . . . 280
Methanolbrandstof . . . . . . . . . 280
Mini-Trip Computer . . . . 184,194
Mistlamp bedienen . . . . . . . . . 339
Mistlampen . . . . . . . 132,178,339
Mobiele telefoon . . . . . . . . 88,226
Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314 Aanbevelingen voor
inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Brandstofvereisten . . . . . . . 341
Chassisnummer . . . . . . . . . 313
Interval olieverversing . . . . . 316
Keuze van de
motorolie . . . . . . . . . . 316,341
Koeling . . . . . . . . . . . . . . . 322
Koelvloeistof (antivries) . . . 342
Luchtfilter . . . . . . . . . . . . . 317
Motorruimte . . . . . . . . . . . 313
Olie . . . . . . . . . . . 316,341,342
Olie afvoeren . . . . . . . . . . . 317
Oliefilter afvoeren . . . . . . . . 317
Oliepeil controleren . . . . . . 316
Olievuldop . . . . . . . . . . . . . 314
Oververhitting . . . . . . . . . . 295
Starten . . . . . . . . . . . . . . . 245
Synthetische olie . . . . . . . . 316
362