Page 41 of 246

40
Druk, om de gordel los te maken, op
de knop C. Begeleid de gordel tijdens
het teruglopen, zodat wordt voorko-
men dat de gordelband draait.
Druk tijdens het rijden
niet op de knop C.
De oprolautomaat past de lengte van
de gordel automatisch aan aan het
postuur van de inzittende; hierbij blijft
voldoende bewegingsruimte over.
Als de auto op een steile helling
staat, kan de oprolautomaat blokke-
ren; dit is normaal.De oprolautomaat blokkeert ook als
de gordel snel wordt uitgetrokken, bij
hard remmen, botsingen en als snel in
een bocht wordt gereden.
Achterpassagiers die geen
gordel dragen, stellen
zichzelf bloot aan grote ge-
varen, maar vormen ook een ge-
vaar voor de inzittenden op de
voorstoelen.
VEILIGHEIDSGORDEL IN
HOOGTE VERSTELLEN (fig. 53)
De veiligheidsgordels mo-
gen alleen worden versteld
als de auto stilstaat.De hoogte van de gordel moet altijd
worden aangepast aan het postuur
van de inzittende. Zo wordt de kans
op letsel bij een ongeval verkleind.
De gordel is goed afgesteld als hij
over de schouder halverwege tussen
nek en uiteinde van de schouder ligt.
De gordel kan in drie hoogtestanden
worden gezet.
Druk om de gordel in hoogte te ver-
stellen op handgreep A(zoals in de af-
beelding is aangegeven) en schuif de
knop omhoog of omlaag.
fig. 52
L0B0229b
fig. 53
L0B0230b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 40
Page 42 of 246

41
Controleer na het afstel-
len altijd of de knop in een
van de vaste standen is ge-
blokkeerd. Trek, als de handgreep
is losgelaten, nogmaals aan de gor-
del; hierdoor blokkeert de gordel-
bevestiging in een vaste stand, als
dit nog niet heeft plaatsgevonden.GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDEL AAN
DE ZIJKANT OP DE DERDE RIJ
Ga goed rechtop zitten, steun tegen
de rugleuning en leg de gordel om.
Deze gordels zijn voorzien van een
dubbele gesp.
Gordel omleggen: trek rustig de gor-
del uit de oprolautomaat, waarbij de
gordel moet worden begeleid, zodat
de gordel niet verdraait; plaats ver-
volgens de gesp A(fig. 54) in de slui-
tingB(m.b.v. de bijbehorende ver-
grendeling), zodat de gordel goed
vastzit. Trek de riem nogmaals uit en
plaats de gesp Cin vergrendeling D.Gordel afdoen: druk op knop Eom
gespClos te maken; geleid de gordel
tot aan sluiting Ben maak de ver-
grendeling los van gesp A. Plaats de
gordel in de bevestiging, zoals in af-
beelding (fig. 55) is aangegeven.
Druk tijdens de rit niet
op de knop E.
fig. 54
L0B0231b
fig. 55
L0B0232b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 41
Page 43 of 246

42
Via de oprolautomaat wordt de
lengte van de gordel automatisch aan-
gepast aan het postuur van de drager
en wordt toch voldoende bewegings-
vrijheid geboden.
Als de auto op een steile helling
staat, kan de oprolautomaat blokke-
ren; dit is normaal. Bovendien blok-
keert de rolautomaat als u de gordel
snel uittrekt. Hij blokkeert ook bij
hard remmen, botsingen en bij hoge
snelheden in bochten.
Achterpassagiers die geen
gordel dragen, stellen zich-
zelf bloot aan grote gevaren,
maar vormen ook een gevaar voor
de inzittenden op de voorstoelen.
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDEL
OP DE MIDDELSTE
ZITPLAATS ACHTER
De driepuntsgordel van de middel-
ste zitplaats achter is voorzien van een
oprolautomaatA(fig. 56). De gordel
wordt op dezelfde manier omgelegd
als de gordels voor.Achterpassagiers die geen
gordel dragen, stellen
zichzelf bloot aan grote ge-
varen, maar vormen ook een ge-
vaar voor de inzittenden op de
voorstoelen.
fig. 56
L0B0234b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 42
Page 44 of 246

43
GORDELSPANNERS
Voor een nog betere bescherming
zijn de veiligheidsgordels voor en ach-
ter voorzien van gordelspanners (voor
bepaalde uitvoeringen/markten).
Dit systeem wordt bij een heftige
frontale botsing door een sensor in
werking gesteld en trekt de gordel
enige centimeters aan. Op deze wijze
worden de inzittenden veel beter op
hun plaats gehouden en wordt de
voorwaartse beweging beperkt.
Het blokkeren van de veiligheids-
gordel geeft aan dat de gordelspanner
in werking is geweest; de gordel wordt
niet meer opgerold, ook niet als hij
wordt begeleid.
BELANGRIJKVoor een maximale
bescherming door de gordelspanners
moet de veiligheidsgordel goed aan-
sluiten op borst en bekken.
De gordelspanners kunnen alleen
worden ingeschakeld als de betreffende
gordel goed vast zit in de sluiting.
Er kan een beetje rook vrijkomen.
Deze rook is niet schadelijk en duidt
niet op brand.
De gordelspanner behoeft geen en-
kel onderhoud of smering. Elke ver-
andering van de oorspronkelijke staat
zal de doelmatigheid verminderen. Als
de gordelspanner door extreme na-
tuurlijke omstandigheden (bv. over-
stromingen, vloedgolven) met water
en modder in contact is geweest, dan
moet de spanner worden vervangen.
De gordelspanner werkt
slechts eenmaal. Als de
gordelspanners hebben ge-
werkt, moet u zich tot het Lancia
Servicenetwerk wenden om ze te
laten vervangen. Het systeem heeft
vanaf de productiedatum een gel-
digheid van 10 jaar; laat voor het
verstrijken van deze termijn het
systeem door de Lancia-dealer
vervangen.Door werkzaamheden
waarbij stoten, sterke tril-
lingen of plaatselijke ver-
hitting (hoger dan 100 °C gedurende
maximaal 6 uur) optreden, kunnen
de gordelspanners beschadigen of
worden ingeschakeld. Hiermee
worden niet bedoeld: trillingen die
voortgebracht worden door een
slecht wegdek of door contacten
met kleine obstakels zoals trottoirs.
Wend u altijd tot de Lancia-dealer
als werkzaamheden moeten wor-
den uitgevoerd waarbij deze om-
standigheden kunnen optreden.
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de bescherming van de inzitten-
den bij een ongeluk te vergroten, zijn
de oprolautomaten van de gordels van
de voorzitplaatsen aan de zijkanten
van de tweede rij voorzien van een
systeem dat bij een frontale aanrijding
de kracht op de borst en schouders
verdeelt.
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 43
Page 45 of 246

44
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
BIJ HET GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDEL
De bestuurder is verplicht zich te
houden aan de wettelijke voorschrif-
ten met betrekking tot het verplichte
gebruik van de veiligheidsgordels (en
de inzittenden erop attent te maken).
Maak de veiligheidsgordel altijd vast
voordat u vertrekt.De gordelband mag nooit
gedraaid zijn. Het diago-
nale gordelgedeelte moet
via het midden van de schouder
schuin over de borst liggen. Het ho-
rizontale deel moet over het bek-
ken (fig. 57) en niet over de buik
liggen. Gebruik geen voorwerpen
(wasknijpers, klemmen enz.) die
het goed aansluiten van de gordel
op het lichaam verhinderen.Het is streng verboden
onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordel-
spanners te demonteren of open te
maken. Werkzaamheden aan de
veiligheidsgordels en gordelspan-
ners moeten worden uitgevoerd
door gekwalificeerd personeel.
Wend u altijd tot de Lancia-dealer.
Als de gordel aan een
zware belasting wordt
blootgesteld (bijvoorbeeld
tijdens een ongeval), dan moet de
gordel samen met de verankerin-
gen, bevestigingspunten en de gor-
delspanners worden vervangen.
Ook als de schade niet zichtbaar is,
dan kan de gordel toch verzwakt
zijn.
fig. 57
L0B0190b
Voor maximale veilig-
heid moet u de rugleuning
rechtop zetten, tegen de
leuning aan gaan zitten en de gor-
del goed laten aansluiten op borst
en bekken.
Draag altijd veiligheidsgordels
zowel voor als achter in de auto!
Rijden zonder veiligheidsgordels
vergroot het risico op ernstig letsel
of dodelijke afloop bij een ongeval.
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 44
Page 46 of 246

45
Iedere gordel dient slechts
ter bescherming van een
enkel persoon: gebruik de
gordel niet voor een kind dat bij
een volwassene op schoot zit, waar-
bij de gordel beiden zou moeten
beschermen. Er mag geen enkel
voorwerp tussen de gordel en het li-
chaam van de inzittende worden
geplaatst.Ook vrouwen die in verwachting zijn
moeten een gordel dragen: ook voor
hen (zowel voor de aanstaande moe-
der als het kind) is de kans op letsel
bij een ernstig ongeval kleiner als ze
een gordel dragen.
Uiteraard moeten zwangere vrouwen
het onderste deel van de gordel meer
naar beneden plaatsen, zodat de gor-
del tussen het bekken en de buik ligt
(fig. 59).HOE U DE
VEILIGHEIDSGORDELS IN
OPTIMALE STAAT HOUDT
1) Gebruik de gordel altijd goed uit-
getrokken en niet gedraaid; controleer
of de gordel vrij kan schuiven en niet
af en toe blijft „haken”.
2) Vervang de gordels na een onge-
val, ook als ze niet beschadigd lijken te
zijn. Vervang de gordels ook als de gor-
delspanners in werking zijn geweest.
3) De gordels kunnen op de hand
met water en een neutrale zeep wor-
den schoongemaakt; spoel de gordels
vervolgens uit en laat ze in de scha-
duw drogen. Gebruik geen bijtende,
blekende of kleurende middelen. Ver-
mijd het gebruik van alle chemische
producten die het weefsel van de gor-
del kunnen aantasten.
fig. 58
L0B0191b
fig. 59
L0B0192b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 45
Page 47 of 246

46
4) Voorkom dat de oprolautomaten
nat worden: de werking van de oprol-
automaten is alleen gegarandeerd, als
ze niet nat zijn geweest.
5) Vervang de gordels als slijtage of
beschadigingen worden waargenomen.KINDEREN VEILIG VERVOEREN
In dit geval moet beslist gecon-
troleerd worden m.b.v. het waar-
schuwingslampje“op het instru-
mentenpaneel of de airbag is
uitgeschakeld (zie „Frontairbags
passagierszijde” in de paragraaf
„Front- en zij-airbags”).
Bovendien moet de passagiersstoel
zo ver mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard.
ZEER GEVAAR-
LIJK: Monteer ab-
soluut geen kin-
derzitje tegen de rijrichting op de
voorste stoel als de airbag aan pas-
sagierszijde is ingeschakeld. Als bij
een ongeval de airbag wordt geac-
tiveerd, kan het kind hierdoor
dodelijke verwondingen oplopen.
Kinderen moeten altijd op de zij-
zitplaatsen van de tweede rij wor-
den vervoerd. Hier wordt het kind
het beste beschermd tijdens een
ongeval, zoals op de sticker (fig. 60)
op de zitplaatsen is aangegeven.
Kinderzitjes mogen beslist nooit op
de voorstoel gemonteerd worden
bij auto’s die zijn uitgerust met een
airbag aan passagierszijde. Als bij
een ongeval de airbag in werking
treedt (opblaast), kan dit ernstig
letsel en zelfs de dood tot gevolg
hebben, ongeacht de zwaarte van
het ongeluk. Als er geen andere
mogelijkheid is, kunnen kinderen
op de voorstoel aan passagierszijde
worden vervoerd bij auto’s die zijn
uitgerust met een uitschakelbare
frontairbag aan passagierszijde.
fig. 60
L0B0288b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 46
Page 48 of 246

47
Voor de beste bescherming tijdens
een ongeval moeten de inzittenden zit-
tend reizen en worden beschermd met
de juiste veiligheidssystemen.
Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift vol-
gens richtlijn 2003/20/EG in alle lid-
staten van de Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in
verhouding met de rest van het li-
chaam groter en zwaarder dan dat
van volwassenen, terwijl spieren en
botstructuur nog niet volledig zijn
ontwikkeld. Daarom moeten kleine
kinderen door andere systemen be-
schermd worden dan door de veilig-
heidsgordels.De resultaten van het onderzoek
over de optimale bescherming van
kleine kinderen zijn verwerkt in de
Europese ECE/R44-voorschriften die
wettelijk verplicht zijn. De systemen
zijn onderverdeeld in vijf groepen:
Groep 0gewicht tot 10 kg
Groep 0+gewicht tot 13 kg
Groep 19-18 kg
Groep 215-25 kg
Groep 322-36 kg
Er is een gedeeltelijke overlapping
tussen de groepen; daarom zijn syste-
men verkrijgbaar die geschikt zijn voor
meer dan één gewichtsgroep (fig. 61).
Alle systemen moeten zijn voorzien
van de typegoedkeuring en van een
goed vastgehecht plaatje met het con-
trolemerk, dat absoluut niet mag
worden verwijderd.
Kinderen met een lengte van meer
dan 1,50 m worden, met betrekking
tot de veiligheidssystemen, gelijkge-
steld met volwassenen en moeten dan
ook normaal de veiligheidsgordels
omleggen.
In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma zijn kinderzitjes opgenomen
voor elke gewichtsgroep. Wij raden
het gebruik hiervan aan, omdat ze
speciaal zijn ontworpen en ontwikkeld
voor de modellen van Lancia.
fig. 61
L0B0193b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 47