Page 137 of 246

136
STARTEN
1) Controleer of de handrem is aan-
getrokken.
2) Zet de versnellingspook in vrij.
3) Trap het gaspedaal geheel in.4) Draai het contactslot in de stand
M. Op het instrumentenpaneel gaat
het controlelampje mbranden.
5) Wacht tot het lampje mdooft;
dit vindt sneller plaats als de motor
warmer is.
6) Draai het contactslot in stand D,
onmiddellijk nadat lampje mis ge-
doofd. Als u te lang wacht, zijn de
voorgloeibougies weer afgekoeld.
De elektrische systemen die veel
energie verbruiken (klimaatregeling,
achterruitverwarming enz.), worden
tijdens de startfase automatisch uit-
geschakeld.
Als de motor niet bij de eerste start-
poging aanslaat, moet de sleutel in
standSworden gedraaid vervolgens
weer in standM; als de motor nog
steeds niet kan worden gestart, pro-
beer het dan met de andere bijgele-
verde sleutel.
Als de motor nog niet aanslaat, wend
u dan tot de Lancia-dealer.WARMDRAAIEN
VAN DE MOTOR
– Rijd rustig weg, laat de motor met
een gemiddeld toerental draaien, geef
rustig gas.
– Verlang in de eerste kilometers
niet de maximale prestaties van de
auto. Het verdient aanbeveling deze
strategie aan te houden tot een koel-
vloeistoftemperatuur van 50÷60 °C is
bereikt.
STARTEN DOOR AANDUWEN
OF TREKKEN
Probeer auto’s nooit te
starten door ze aan te du-
wen, te slepen of van een
helling af te laten rijden. Op die
wijze kan er onverbrande brand-
stof in de katalysator komen,
waardoor deze onherstelbaar
wordt beschadigd.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:18 Pagina 136
Page 138 of 246

137
MOTOR UITZETTEN
Draai, als de motor met stationair
toerental draait, het contactslot in
standS.
PARKEREN
Ga om de auto te parkeren als volgt
te werk:
– schakel de motor uit;
– trek de handrem aan;
– schakel de eerste versnelling in als
op een heling omhoog of de achteruit
als op een helling naar beneden wordt
geparkeerd;
– draai de wielen in een zodanige
stand dat de auto onmiddellijk stopt
als de handrem per ongeluk wordt
losgezet.
Zie voor auto’s met een elektronisch
geregelde automaat de betreffende
paragraaf in het hoofdstuk „Ken uw
auto”.Laat de contactsleutel
nooit in stand M staan; als
het contactslot is uitge-
schakeld, wordt de accu niet on-
nodig ontladen. Als de motor niet draait,
dan werken de rem- en de
stuurbekrachtiging niet,
waardoor meer kracht nodig is om
het rempedaal en het stuur te be-
dienen.
Gasgeven voordat de mo-
tor wordt uitgezet dient
geen enkel doel, er wordt
onnodig brandstof verbruikt en
vooral voor motoren met een tur-
bocompressor is het schadelijk.
BELANGRIJKLaat de motor na
een zware rit even „tot rust” komen.
Schakel de motor niet onmiddellijk
uit, maar laat de motor even statio-
nair draaien. Hierdoor kan de tempe-
ratuur in de motorruimte dalen.
Laat kinderen nooit zon-
der toezicht achter in de
auto; als de auto wordt
verlaten, verwijder dan altijd de
sleutel uit het contactslot.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 137
Page 139 of 246

138
VEILIG RIJDEN
Lancia heeft alle aandacht besteed
aan de maximale veiligheid voor de
inzittenden. Toch blijft de bestuurder
de beslissende factor voor de veilig-
heid op de weg.
Hierna zijn enige eenvoudige tips
aangegeven voor veilig rijden onder
verschillende omstandigheden. De
meeste zullen bekend zijn, maar het
is toch de moeite waard om ze nog
eens aandachtig door te lezen.VOORDAT WORDT
WEGGEREDEN
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– controleren of de verlichting (ook
de koplampen) goed werkt;
– de stand van de stoel, het stuur en
de spiegels zo afstellen dat de beste
zithouding wordt bereikt;
– de hoofdsteun zo afstellen dat deze
het hoofd steunt en niet de nek;
– controleren of obstakels (matten
enz.) de slag van de pedalen beperken;
– controleren of eventuele beveili-
gingssystemen voor kinderen (kin-
derzitjes enz.) op de juiste wijze, op
de juiste stoelen en aan de juiste be-
vestiging zijn gemonteerd;– de eventuele bagage voorzichtig in
de bagageruimte plaatsen, zodat wordt
voorkomen dat bij krachtig remmen
de bagage naar voren schuift;
– voorkomen dat een zware maaltijd
wordt genuttigd voor een reis. Een
lichte maaltijd draagt bij aan het be-
houd van een goed reactievermogen.
Drink beslist geen alcohol. Bepaalde
medicijnen kunnen de rijvaardigheid
beïnvloeden: lees de waarschuwingen
bij de medicijnen zeer zorgvuldig.
Controleer regelmatig:
– spanning en conditie van de ban-
den;
– motorolieniveau;
– koelvloeistofniveau en de conditie
van het systeem;
– remvloeistofniveau;
– niveau van de stuurbekrachti-
gingsolie;
– ruitensproeiervloeistofniveau.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 138
Page 140 of 246

139
TIJDENS DE RIT
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– de belangrijkste regel voor veilig
rijden is voorzichtigheid; voorzichtig-
heid houd ook in dat rekening moet
worden gehouden met onjuiste of on-
voorzichtige handelingen van anderen;
– houd beslist de wegenverkeerswet
van het land waarin wordt gereden
aan en respecteer altijd de maximum
snelheid;
– controleer altijd of uzelf én alle
passagiers in de auto de veiligheids-
gordel dragen, dat kinderen worden
vervoerd in geschikte beveiligings-
middelen en dat eventuele dieren bij
voorkeur in een afgeschermd deel van
de auto worden vervoerd;
– een lange reis moet altijd in een
optimale conditie worden begonnen;– rijd nooit uren achter elkaar, maar
stop regelmatig, waarbij enige bewe-
ging moet worden genomen en u weer
op krachten kunt komen;
– zorg ervoor dat de lucht in het in-
terieur constant wordt ververst;
– rijd nooit hellingen af met een uit-
schakelde motor: u kunt in deze situ-
atie geen gebruik maken van het rem-
men op de motor, de rembekrachtiging
en de stuurbekrachtiging, omdat voor
het remmen en sturen meer kracht
moet worden uitgeoefend op het rem-
pedaal en het stuur.
Water, ijs en strooizout
op het wegdek kunnen
zich op de remschijven af-
zetten, waardoor de gewenste rem-
vertraging bij de eerste keer rem-
men iets later wordt bereikt.
Let op bij de montage van
spoilers, lichtmetalen vel-
gen en niet standaard
wieldoppen: ze kunnen de ventila-
tie van de remmen verminderen en
daarmee hun doelmatigheid tij-
dens krachtig en veelvuldig rem-
men; bijvoorbeeld tijdens een
lange afdaling.
Rijden onder invloed van
alcohol, verdovende mid-
delen of bepaalde medicij-
nen is gevaarlijk voor u en anderen.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 139
Page 141 of 246

140
RIJDEN IN HET DONKER
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– rijd bijzonder voorzichtig: in het
donker rijden, vraagt veel van de con-
centratie;
– verlaag de snelheid, vooral op we-
gen zonder verlichting;
– stop bij de eerste tekenen van sla-
perigheid: voorkom risico’s voor u en
anderen. Ga pas weer rijden als u vol-
doende bent uitgerust;– houd een veilige afstand aan ten
opzichte van voorliggers; deze is gro-
ter dan overdag: het is moeilijk om de
snelheid van andere auto’s te schatten
als alleen de verlichting zichtbaar is;
– zorg ervoor dat de koplampen juist
zijn afgesteld: als ze te laag staan, is
het zicht minder en worden de ogen
sneller moe. Als ze te hoog staan, kun-
nen de bestuurders van andere auto’s
worden verblind;
– gebruikt het grootlicht alleen bui-
ten de stad en als het zeker is dat an-
dere bestuurders niet kunnen worden
verblind;
– schakel het grootlicht uit als u een
tegenligger ziet en passeer de tegen-
ligger met dimlicht;
– houd alle verlichtingsunits schoon;
– let buiten de stad op overstekende
dieren. Rijd niet met voorwerpen
op de vloer voor de be-
stuurdersstoel: tijdens het
remmen kunnen deze onder de pe-
dalen komen, waardoor het gas- of
rempedaal mogelijk niet kan wor-
den gebruikt.
Let op de dikte van even-
tuele matten: ook een
kleine storing van het
remsysteem kan er voor zorgen dat
de slag van het pedaal veel groter
wordt, dan de normale slag.Draag altijd de veilig-
heidsgordels, zowel voor
als achter en maak altijd
gebruik van eventuele zitjes voor
kinderen. Rijden zonder veilig-
heidsgordels vergroot het risico op
ernstig letsel of dodelijke afloop
bij een ongeval.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 140
Page 142 of 246

141
RIJDEN MET REGEN
Regen en natte wegen zijn gevaarlijk.
Op een nat wegdek zijn alle ma-
noeuvres moeilijker uit te voeren, om-
dat de wrijving tussen de banden en
het wegdek aanzienlijk lager is.
Daarom is de remweg aanzienlijk lan-
ger en de grip op het wegdek lager.
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– verlaag de snelheid en houd een
grotere veilige afstand ten opzichte
van voorliggers aan;
– als het hard regent, wordt ook het
zicht minder. Schakel in dat geval,
ook overdag, het dimlicht in, zodat
u beter zichtbaar bent voor anderen;
– rijd niet met hoge snelheid door
plassen houd het stuur goed vast: als
hard door een plas wordt gereden,
kan de controle over het voertuig wor-
den verloren omdat de grip lager
wordt („aquaplaning”);– plaats de bedieningsorganen van de
klimaatregeling zo dat wordt ontwas-
emd en goed zicht wordt gehouden;
– controleer regelmatig de conditie
van de ruitenwisserrubbers voor en
achter.
RIJDEN IN DE MIST
Probeer te voorkomen dat gereden
moet worden in dichte mist.
Neem de volgende raadgevingen in
acht als gereden moet worden bij ne-
vel, mist of kans op mistbanken:
– houd een matige snelheid aan;
– schakel, ook overdag, de dimlich-
ten in en, zo nodig, de mistlampen
voor en het mistachterlicht. Schakel
het grootlicht niet in.BELANGRIJKSchakel bij goed
zicht het mistachterlicht uit; de lich-
tintensiteit van deze verlichting kan
hinderlijk zijn voor weggebruikers
achter de auto.
Door mist wordt het wegdek ook
vochtig, waardoor alle manoeuvres
moeilijker zijn uit te voeren en de
remweg groter wordt.
– houd een ruime veilige afstand aan
ten opzichte van de auto voor u;
– voorkom zo veel mogelijk plotse-
linge snelheidswijzigingen;
– voorkom zo mogelijk dat andere
auto’s moeten worden ingehaald;
– als krachtig geremd moet worden
(door een defect of omdat het bv. on-
mogelijk is verder te rijden door het
slechte zicht), probeer dan buiten de
rijweg te stoppen. Schakel vervolgens
de waarschuwingsknipperlichten in
en, indien mogelijk, het dimlicht;
– druk herhaaldelijk op de claxon als
u een andere auto denkt waar te ne-
men.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 141
Page 143 of 246

142
RIJDEN IN DE BERGEN
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– gebruik bij een helling naar bene-
den de remwerking van de motor,
schakel een lage versnelling in, zodat
de remmen niet oververhit raken;
– rijd beslist niet van een helling met
een uitgeschakelde motor of in vrij
en zeker niet met een uitgenomen
contactsleutel;
– rijd met matige snelheid en voor-
kom dat bochten moeten worden „af-
gesneden”;
– inhalen op een helling omhoog,
duurt veel langer en vereist een zeer
lange lege weg. Als u wordt ingehaald
op een helling omhoog, maak het dan
voor de inhalende auto zo makkelijk
mogelijk.RIJDEN OP SNEEUW EN IJS
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– houd een matige snelheid aan;
– houd een ruime veilige afstand aan
ten opzichte van de auto voor u;
– monteer op een besneeuwde weg
sneeuwkettingen; zie hiervoor de pa-
ragraaf „Sneeuwkettingen” in dit
hoofdstuk;
– blijf niet lang met draaiende mo-
tor stilstaan in diepe sneeuw: door de
sneeuw kan het uitlaatgas in het inte-
rieur komen;
– gebruik bij voorkeur de remwer-
king van de motor en voorkom dat
krachtig moet worden geremd;
– voorkom plotseling versnellen en
dat plotseling van richting moet wor-
den veranderd;– in de winter kunnen, ook op een
droge weg, ijssporen aanwezig zijn;
wees voorzichtig op delen van het
wegdek die weinig zonlicht krijgen
door de aanwezigheid van bomen en
rotsen; op deze delen van het wegdek
kunnen ijssporen aanwezig zijn.
RIJDEN MET ABS
Het ABS-systeem is een onderdeel
van het remsysteem dat voornamelijk
2 voordelen heeft:
1) het voorkomt het blokkeren en
vervolgens slippen van de wielen tij-
dens een noodstop, vooral onder om-
standigheden met weinig grip;
2) het maakt het mogelijk dat tege-
lijkertijd geremd en gestuurd kan
worden, zodat onverwachte obstakels
kunnen worden vermeden of de auto
tijdens het remmen in de gewenste
richting kan worden gestuurd; deze
functie wordt uiteraard beperkt door
de griplimieten van de band.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 142
Page 144 of 246

143
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– tijdens een noodstop of bij weinig
grip kan een trillend rempedaal wor-
den waargenomen; dit is een teken
dat het ABS-systeem werkt; laat het
pedaal niet los, maar houdt het inge-
trapt om de remwerking niet te laten
stoppen;
– het ABS-systeem voorkomt het
blokkeren van de wielen, maar ver-
hoogt de grip tussen de band en het
wegdek niet; daarom moet, ook bij
auto’s met ABS altijd een veilige af-
stand tot de voor u rijdende auto wor-
den aangehouden en moet de snelheid
in een bocht worden beperkt.
Het ABS-systeem dient om de be-
stuurbaarheid van de auto te verbete-
ren en niet om harder te kunnen rijden.
KOSTENBESPARING EN
MILIEUBESCHERMING
Banden
Controleer regelmatig, ten minste
een keer per maand, de spanning van
de banden: als de spanning te laag is,
wordt de weerstand groter en neemt
het verbruik toe. Bovendien slijten de
banden sneller, wordt het weggedrag
negatief beïnvloed en wordt daardoor
de veiligheid in gevaar gebracht.
Overbodige bagage
Rijd nooit met te veel bagage in de
bagageruimte. Het gewicht van de
auto (vooral in stadsverkeer) en de
wieluitlijning hebben grote invloed op
het brandstofverbruik en de stabiliteit. Hieronder worden enige nuttige tips
gegeven om kosten te besparen en het
milieu te sparen.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
De conditie van de auto is zeer be-
langrijk bij het beperken van het
brandstofverbruik, het comfort tijdens
de rit en de levensduur van de auto.
Daarom moet het onderhoud volgens
het Geprogrammeerd Onderhouds-
schema worden uitgevoerd (zie de on-
derdelen … luchtfilter enz.) in het
hoofdstuk „Onderhoud van de auto”.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 143