Page 49 of 246

48
GROEP 0 en 0+
Baby’s tot 13 kg moeten in wiegjes
worden vervoerd die achterstevoren
zijn geplaatst, waardoor het achter-
hoofd wordt gesteund en bij plotseling
remmen de nek niet wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats wor-
den gehouden door de veiligheidsgor-
del, zoals in (fig. 62is aangegeven;
het kind moet op zijn beurt worden
beschermd door de gordels van het
wiegje.GROEP 1
Kinderen met een gewicht tussen 9
en 18 kg moeten in de rijrichting wor-
den vervoerd in een zitje met een kus-
sen (fig. 63); hierbij houdt de veilig-
heidsgordel van de auto het kinderzitje
en het kind op zijn plaats.
fig. 62
L0B0194b
fig. 63
L0B0195b
De afbeelding dient alleen
ter illustratie van de mon-
tage. Houd u voor de mon-
tage van het kinderzitje aan de in-
structies. De fabrikant is verplicht
deze instructies bij te leveren.
De afbeelding dient alleen
ter illustratie van de mon-
tage. Houd u voor de mon-
tage van het kinderzitje aan de in-
structies. De fabrikant is verplicht
deze instructies bij te leveren.
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 48
Page 50 of 246

49
GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15
en 25 kg kunnen direct door de veilig-
heidsgordels van de auto worden be-
schermd. De kinderzitjes hebben ook de
taak om het kind in de juiste stand ten
opzichte van de gordel te plaatsen, zo-
dat het diagonale deel over de buik ligt,
maar niet tegen de nek; het horizontale
deel moet over het bekken en niet tegen
de buik van het kind liggen (fig. 64).
GROEP 3
Bij kinderen met een gewicht tussen
22 en 36 kg is de borstomvang van
dien aard dat de kinderen gewoon te-
gen de rugleuning kunnen steunen en
niet meer in een kinderzitje hoeven te
worden vervoerd.
In (fig. 65) is een voorbeeld gegeven
van de juiste manier waarop een kind
op een achterste zitplaats moet plaats-
nemen.
Kinderen die langer zijn dan 1,50 m
kunnen, net als volwassenen, de vei-
ligheidsgordels dragen.
fig. 64
L0B0196b
fig. 65
L0B0197b
Er bestaan kinderzitjes
die geschikt zijn voor de
gewichtsgroepen 0 en 1 die
uitgerust zijn met een bevesti-
gingspunt achter voor bevestiging
aan de gordel van de auto en eigen
gordels voor de bescherming van
het kind. Vanwege het gewicht kan
het gevaarlijk zijn als ze verkeerd
worden gemonteerd (bijvoorbeeld
als een kussen tussen het kinder-
zitje en de veiligheidsgordels van
de auto wordt geplaatst). Houd u
voor de montage strikt aan de bij-
geleverde instructies.
De afbeelding dient alleen
ter illustratie van de mon-
tage. Houd u voor de mon-
tage van het kinderzitje aan de in-
structies. De fabrikant is verplicht
deze instructies bij te leveren.
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 49
Page 51 of 246

50
GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese richtlijn 2000/3/EG voor de montage van kinderzitjes op de verschillende plaat-
sen in de auto. Zie hiervoor de volgende tabellen:
Legenda:
U= geschikt voor „universele” beschermingsmiddelen voor kinderen volgens de Europese regels EU-R44 voor de aange-
geven „groepen”
L= geschikt voor bepaalde beschermingssystemen, die beschikbaar zijn in het Lineaccessori-programma
Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig vervoer van kinderen aangegeven. U dient zich hieraan te houden.
Gewichtsklasse
tot 13 kg
9-18 kg
15-25 kg
22-36 kgPassagier
voor
U
U
U
UPassagier
achter aan
zijkant 2
erij
U-L (Type Isofix)
U-L (Type Isofix)
U
UPassagier
achter
midden 2erij
U
U
U
UPassagier
achter aan
zijkant 2erij
U
U
U
U Zitplaatsen
1) Monteer kinderzitjes altijd op de
zitplaatsen op de tweede rij, omdat die
plaatsen bij een ongeval de meeste be-
scherming bieden.Monteer geen kinderzitje
op de voorstoel, als de auto
is uitgerust met een airbag
aan de passagierszijde, omdat dan
kinderen nooit op de voorstoel ver-
voerd mogen worden.2) Als de passagiersairbag wordt uit-
geschakeld, controleer dan altijd of
het bijbehorende lampje “op het in-
strumentenpaneel continu brandt; een
brandend lampje geeft een uitgescha-
kelde airbag aan.
Groep
Groep 0, 0+
Groep 1
Groep 2
Groep 3
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 50
Page 52 of 246

51
3) Houd bij de montage van het kin-
derzitje beslist de verplicht door de fa-
brikant bijgeleverde instructies aan.
Bewaar de instructies samen met het
instructieboekje in de auto. Monteer
geen gebruikte kinderzitjes waarvan
de gebruiksaanwijzingen ontbreken.
4) Controleer altijd of de gordels
goed zijn vastgemaakt door aan de
gordel te trekken.
5) Ieder veiligheidssysteem is be-
doeld voor slechts één kind: vervoer
nooit tegelijkertijd twee kinderen in
één systeem.
6) Controleer altijd of de gordel niet
tegen de nek van het kind ligt.
7) Zorg ervoor dat tijdens de rit het
kind niet in een niet-normale houding
gaat zitten of de gordels losmaakt.
8) Vervoer kinderen nooit in de ar-
men (zelfs geen baby’s). Niemand is
sterk genoeg om ze bij een ongeval
vast te houden.
9) Na een ongeval moet het zitje
door een nieuwe worden vervangen.Inbouwvoorbereiding
voor de montage van een
„Isofix”-kinderzitje
De auto is voorbereid op de montage
van „Isofix Universele”-kinderzitjes;
dit is een nieuwe standaard Europees
systeem voor het vervoer van kinderen.
„Isofix” is een extra mogelijkheid. Ook
traditionele zitjes kunnen gewoon wor-
den gebruikt. Omdat gebruik wordt
gemaakt van een afwijkend bevesti-
gingssysteem, moet het zitje m.b.v. de
beugels in de auto worden bevestigd.
Verschillende types zitjes kunnen te-
gelijkertijd worden gemonteerd; bij-
voorbeeld een traditioneel zitje links en
een „Isofix”-zitje rechts. Door de ver-
schillende klassen inbouwmaten kun-
nen maximaal drie traditionele kin-
derzitjes op de achterste zitplaatsen
worden gemonteerd. Er kunnen slechts
twee „Isofix”-zitjes worden bevestigd.
In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma is het Kiddy Isofix-kinder-
zitje leverbaar. Dit zitje is geschikt
voor kinderen tot 18 kg in de rijrich-
ting en tot 13 kg tegen de rijrichting
in (groepen 0,0+en1).
fig. 66
L0B0235b
De zitplaatsen waarop een kinder-
zitje wordt gemonteerd, moeten zo ver
mogelijk naar achteren zijn geplaatst.
U wordt aanbevolen de Lineacces-
sori zitjes te gebruiken, omdat deze
speciaal voor de auto zijn ontwikkeld.
Het Kiddy Isofix-kinderzitje is goed-
gekeurd volgens het Europese voor-
schrift ECE-R44/03.
„Isofix”-kinderzitjes worden bevestigd
met twee metalen beugels A(fig. 66)
tussen de rugleuning en de zitting.
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 51
Page 53 of 246

52
Het Kiddy Isofix-kinderzitje kan wel
op de passagiersstoel voor worden ge-
monteerd, hoewel deze niet is voorzien
van Isofix-bevestigingen: In dat geval
moet het kinderzitje met de drie-
puntsveiligheidsgordels van de auto
tegen de rijrichting in of in de rijrich-
ting van de auto worden gemonteerd.
Het kinderzitje van het type Isofix is
geschikt voor drie gewichtsgroepen: 0,
0+ en 1.
Montage van het kinderzitje voor
de groepen 0 en 0+ (fig. 67)
Voor kinderen in de gewichtsgroep
0en0+moet het kinderzitje naar
achteren worden gericht (voor kinde-
ren tot 13 kg); de kinderen maken in
dat geval gebruik van de gordels D
van het zitje.
Ga voor een juiste montage van het
kinderzitje als volgt te werk:
– controleer of de borghaak Bin de
ruststand staat (teruggetrokken);
– stel vast waar de beugels Azich
bevinden en zet vervolgens het zitje
in lijn met de borgingen Cvan de
beugels;– duw op het kinderzitje, totdat u een
klik hoort;
– controleer de borging door te
trachten het kinderzitje met kracht te
bewegen: door de ingebouwde bevei-
ligingsmechanismen kan het zitje niet
aan slechts één borging worden ge-
monteerd.
fig. 67
L0B0237b
Monteer het kinderzitje
alleen als de auto stilstaat.
Het kinderzitje is juist aan
de beugels bevestigd als het in-
klikken van de bevestigingen wordt
waargenomen. Houd u in ieder ge-
val aan de instructies voor de mon-
tage, de demontage en de plaatsing.
De fabrikant van het kinderzitje
is verplicht deze instructies bij te
leveren.
Het Kiddy Isofix-kinder-
zitje mag niet op de zijzit-
plaatsen van de derde rij
zitplaatsen worden gemonteerd.
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 52
Page 54 of 246

53
Als het kind groeit en de volgende ge-
wichtsgroep bereikt (groep 1), moet het
zitje in de rijrichting worden gemon-
teerd; zie hiervoor de door de fabrikant
bij het zitje geleverde instructies.
Als het zitje in deze stand staat, moet
de voorstoel zo worden ingesteld dat
de vorm van het Kiddy Isofix-zitje zo-
wel goed door de rugleuning als door
de zitting wordt ondersteund.
Montage van het kinderzitje voor
groep 1 (fig. 68-69)
Ga voor een juiste montage van het
kinderzitje als volgt te werk:
– controleer of de borghaak Bin de
ruststand staat (teruggetrokken);
– stel vast waar de beugels Azich be-
vinden en zet vervolgens het zitje in lijn
met de borgingen Cvan de beugels;
– duw op het kinderzitje, totdat
u een klik hoort;
– als het zitje in de rijrichting moet
worden gemonteerd, haak dan de bo-
venste riem (in het bovenste vakje van
het zitje) aan ring A (fig. 68); deze be-
vindt zich op de bodemplaat, direct
achter de stoel;– controleer de borging door te
trachten het kinderzitje met kracht te
bewegen: door de ingebouwde bevei-
ligingsmechanismen kan het zitje niet
aan slechts één borging worden ge-
monteerd.
In deze opstelling wordt het kind
ook door de gordel van de auto fig. 4
en de bovenste riem vastgehouden.
Volg voor de juiste ligging van de
veiligheidsgordels van de auto in het
kinderzitje de door de fabrikant bij-
geleverde instructies beslist op.Als het kinderzitje in deze stand is
gemonteerd, dan moet de stoel hal-
verwege de slag in de geleiders wor-
den geplaatst en moet de rugleuning
verticaal worden gezet.
fig. 68
L0B0236b
fig. 69
L0B0238b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 53
Page 55 of 246
54
INSTRUMENTEN
A– Kilometertellerdisplay: kilome-
tertotaalteller, dagteller, onderhouds-
indicatie, motorolieniveaumeter (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) en
bovendien (bij uitvoeringen met au-
tomatische versnellingsbak) weergave
van de ingeschakelde versnelling en
eventueel het waarschuwingssymbool
‘ijsvorming op het wegdek’;
B– Controle-/waarschuwingslampjes;
C– Drukknop voor het op nul zet-
ten van de dagteller;
D– Drukknop voor het instellen van
de intensiteit van de instrumentenpa-
neelverlichting.
fig. 70
L0B0412b
fig. 71
L0B0413b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 54
Page 56 of 246
55
A– Display van infotelematica-sys-
teem CONNECT / CONNECT NAV+
(telefoon, audio, navigatie);
B– Snelheidsmeter;
C– Brandstofmeter met waarschu-
wingslampje brandstofreserve;
D– Koelvloeistoftemperatuurmeter
met waarschuwingslampje te hoge
temperatuur;
E– Toerenteller.
TOERENTELLER – E (fig. 72-73)
Het rode gebied geeft aan dat de mo-
tor met een te hoog toerental draait.
Als de toerenteller zich in dit gebied
bevindt, moet het toerental door de
bestuurder worden aangepast.
BELANGRIJKDe regeleenheid van
de elektronische inspuiting blokkeert
tijdelijk de toevoer van brandstof als
de motor met te hoge toerentallen
draait, waardoor het motorvermogen
zal afnemen.
De toerenteller kan bij stationair toe-
rental een kleine of herhaaldelijk voor-
komende stijging van het toerental
aangeven afhankelijk van de situatie;
fig. 72
L0B0458b
fig. 73
L0B0414b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 55