57
Druk lang op de knop op het uiteinde
van de rechter hendel fig. 73bom de
in de boordcomputer opgeslagen gege-
vens op nul te zetten (resetten);
–Instellingenmenu: hiermee kan
de functie voor het elektrisch sperren
van de achterwielen, de achterruiten-
wisser en de automatische werking
van de buitenverlichting worden in-
/uitgeschakeld en kunnen de datum,
de tijd, de lichtintensiteit van het dis-
play, de eenheden en de taal worden
ingevoerd.
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
(als het infotelematica-systeem
Connect Nav+ aanwezig is) fig. 73c
A– knop voor toegang tot het hoofd-
menuB– knoppen voor de navigatie door
het hoofdmenu
C– knop om de gekozen functie of
ingevoerde waarde te bevestigen
D– knop om de functie te wissen/
terug te keren naar het vorige scherm
E– keuzeknop voor de weer te geven
informatie rechts op het display (da-
tum, autoradio – cd, tripcomputer).
Hoofdmenu
Druk op knop Aom toegang te krij-
gen tot het hoofdmenu dat de functies
van de volgende systemen weergeeft:
–Navigatie
–Audio
–Tripcomputer: hiermee kan in-
formatie worden weergegeven over de
mogelijk nog af te leggen afstand (ac-
tieradius), het huidige verbruik, de af-
gelegde afstand, het gemiddelde ver-
bruik en de gemiddelde snelheid;
bovendien kan informatie worden
weergegeven over de status van func-
ties zoals: automatische inschakeling
buitenverlichting, ESP, regensensor.
Druk lang op de knop op het uiteinde
van de rechter hendel fig. 73bom de
in de boordcomputer opgeslagen ge-
gevens op nul te zetten (resetten);
–Rubriek
–Instellingenmenu: hiermee kan
de functie voor het elektrisch sperren
van de achterwielen, de achterruiten-
wisser en de automatische werking
van de buitenverlichting worden in-/
uitgeschakeld en kunnen de datum,
de tijd, de lichtintensiteit van het dis-
play, de eenheden en de taal worden
ingevoerd.
–Kaart
–Video
Zie voor de functies van het naviga-
tiesysteem, audio, rubriek, telematica,
kaart en video het bijgeleverde sup-
plement „Connect Nav+”.
fig. 73b
L0B0435b
fig. 73c
L0B0433b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 57
59
A– Symbool dat onderhoud aan-
geeft.
B– Kilometerteller.
C– Knop voor opnieuw instellen en
op nul zetten (resetten).
WERKING
Als het contactslot in stand Mwordt
gedraaid, gaat symbool Agedurende
enige seconden branden en wordt op
de kilometerteller Bafgerond de hoe-
veelheid kilometers aangegeven die
nog kunnen worden afgelegd tot de
volgende onderhoudsbeurt; vervol-
gens wordt automatisch het motor-
olieniveau weergegeven (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) en
vervolgens de kilometertotaalstand;
–vanaf 2000 km totdat onder-
houd moet worden uitgevoerd: als
het contactslot in stand Mwordt ge-
draaid, gaat symbool Aknipperen en
wordt op de kilometerteller Bafgerond
de hoeveelheid kilometers aangegeven
die nog kunnen worden afgelegd tot de
volgende onderhoudsbeurt; na enige
seconden blijft het symbool continu
branden en wordt automatisch de ki-
lometertotaalstand weergegeven;–als het onderhoudsinterval is
overschreden: als het contactslot in
standMwordt gedraaid, gaat symbool
Agedurende enige seconden samen
met de mededeling dat de kilometer-
stand is overschreden knipperen; ver-
volgens blijft het symbool continu
branden en wordt automatisch de ki-
lometertotaalstand weergegeven.
BELANGRIJKAls binnen ongeveer
12 maanden de door het Geprogram-
meerd Onderhoud voorgeschreven ki-
lometerstand niet wordt bereikt en het
contactslot wordt in de stand Mge-
draaid, gaat het symbool Abanden en
geeft de kilometerteller 0 km aan;
wend u in dat geval tot de Lancia-
dealer.
OPNIEUW INSTELLEN
Als de auto onder zeer zware om-
standigheden wordt gebruikt, wordt
aanbevolen om het onderhoudsinter-
val te verminderen van 30 000 tot
20 000 km.
Ga voor het instellen als volgt te
werk:
– draai het contactslot in de stand M;
– druk op knop Cen houd de knop
ingedrukt; op de onderhoudsindicatie
knippert de kilometerstand die het
verloop van de onderhoudsinterval
weergeeft (resterend of overschreden);
– laat de knop los; op de onder-
houdsindicatie wordt het hiervoor in-
gestelde onderhoudsinterval weerge-
geven;
– druk herhaaldelijk (kort) op knop
Cwaarna gekozen kan worden uit de
volgende intervallen:
30 000 km(aanbevolen voor nor-
maal gebruik van de auto)
20 000 km (aanbevolen voor zwaar
gebruik)
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 59
60
– als het gewenste onderhoudsinter-
val wordt weergegeven op de onder-
houdsindicatie, druk dan op knop C
en houd de knop ingedrukt; het in-
terval knippert gedurende ongeveer
10 seconden, waarna de stand niet-
knipperend wordt weergegeven;
– laat de knop los om de instelling
op te slaan.
OP NUL ZETTEN(RESETTEN)
Ga voor het resetten als volgt te
werk:
– draai het contactslot in de stand S;
– druk knop Cin en houd de knop
ingedrukt;
– draai het contactslot in stand M;
de onderhoudsindicatie gaat loopt ge-
leidelijk terug totdat 0wordt weerge-
geven;
– laat de knop Clos; symbool A
dooft om aan te geven dat de functie
is gereset.
De Lancia-dealer voert deze han-
deling uit na alle in het Gepro-
grammeerd Onderhoud aangegeven
controle- en onderhoudsbeurten.
CONNECT Nav+
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Sommige uitvoeringen zijn uitgerust
met het infotelematica-systeem CON-
NECT Nav+ dat bestaat uit een auto-
radio met cd-speler, een mobiele gsm-
telefoon, een navigatiesysteem en een
boordcomputer; het systeem is aan-
gepast aan het interieur en de vorm-
geving van het dashboard.
Het systeem is ergonomisch geplaatst
voor de bestuurder en de voorpassa-
gier en m.b.v. het display kan snel
worden vastgesteld welke bedienings-
organen bediend kunnen worden.
Volg voor het gebruik van het
systeem zorgvuldig de instructies
en de waarschuwingen voor het
gebruik en de verkeersveiligheid
op, die zijn aangegeven in het bij
het Instructieboekje geleverde
supplement.Het navigatiesysteem is
een hulp voor de bestuur-
der tijdens de rit en infor-
meert m.b.v. gesproken en visuele
informatie over de optimale route
om de ingevoerde bestemming te
bereiken. De door het navigatiesys-
teem verstrekte aanbevelingen ont-
heffen de bestuurder niet van zijn
verantwoordelijkheid voor de han-
delingen die hij tijdens het rijden
met de auto in het verkeer uitvoert;
de bestuurder moet altijd de voor-
schriften van de wegenverkeerswet
in acht nemen; ook de andere voor-
schriften die op dit gebied van
kracht zijn, moeten gerespecteerd
worden. De verantwoordelijkheid
voor de verkeersveiligheid ligt al-
tijd en overal bij de bestuurder van
de auto.
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 60
85
TRIPCOMPUTER
De tripcomputer is een systeem dat
achtereenvolgens, door een aantal ke-
ren op knop A(fig. 97) op het uiteinde
van de hendel te drukken, de volgende
grootheden op het display weergeeft:
afstand die nog kan worden afge-
legd (actieradius), huidig verbruik,
afstand tot bestemming, trip 1 (af-
gelegde afstand, gemiddeld ver-
bruik, gemiddelde snelheid) en trip
2 (afgelegde afstand, gemiddeld ge-
bruik, gemiddelde snelheid).
Deze informatie wordt weergegeven
op het infotelematica-systeem CON-
NECT Nav+.
Op nul zetten (reset): om de groot-
heden op nul te zetten, moet knop Aingedrukt worden en gedurende meer
dan 2 seconden ingedrukt worden
gehouden.
Actieradius
Geeft de geschatte afstand aan die
nog kan worden afgelegd met de
brandstof in de brandstoftank, waar-
bij er van uit wordt gegaan dat het rij-
gedrag niet verandert.
Huidig verbruik
Geeft de wijziging van het gemid-
delde brandstofverbruik aan; deze
waarde wordt berekend in de laatste
seconden van de rit.
Afstand tot bestemming
Geeft de nog af te leggen afstand aan
tot de ingestelde bestemming als het
navigatiesysteem is ingeschakeld.
Afgelegde afstand
Geeft de door de auto afgelegde af-
stand aan, berekend vanaf het begin
van de rit, afhankelijk van de reset-
procedure (grootheden op nul zetten).Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddelde verbruik aan,
berekend vanaf het begin van de rit,
afhankelijk van de resetprocedure
(grootheden op nul zetten).
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid aan,
berekend vanaf het begin van de rit,
afhankelijk van de resetprocedure
(grootheden op nul zetten).
fig. 97
L0B0429b
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 85
86
WAARSCHUWINGS -
KNIPPERLICHTEN
(fig. 98)
Deze worden ingeschakeld als op
schakelaarAwordt gedrukt, onafhan-
kelijk van de stand van het contactslot.
Als het systeem in ingeschakeld, gaat
de led in de schakelaar knipperen en
knipperen tegelijkertijd de lampjes E
enR.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de verlichting uit te schakelen.De auto is uitgerust met een systeem
waarmee de waarschuwingsknipper-
lichten automatisch worden inge-
schakeld; als herhaaldelijk en lang
wordt geremd, schakelen de waar-
schuwingsknipperlichten automatisch
in; hierdoor kan de bestuurder zich
blijven concentreren op het bedienen
van de auto.
BRANDSTOFNOOD-
SCHAKELAAR
Dit is een veiligheidsschakelaar die
door de airbagregeleenheid wordt be-
diend. De schakelaar grijpt in tijdens
een zware botsing (in een willekeurige
richting) en onderbreekt de brandstof-
toevoer, waardoor de motor afslaat.
De bestuurder wordt geïnformeerd
met een mededeling op het display van
het infotelematica-systeem CONNECT
Nav+.
fig. 98
L0B0212b
Het gebruik van de waar-
schuwingsknipperlichten is
afhankelijk van de wetge-
ving van het land waarin u zich be-
vindt. Houd u aan de voorschriften.
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of
merkt dat het brandstofsys-
teem lekt, reset deze beveiliging dan
niet, zodat brand wordt voorkomen.
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 86
237
– algemene aanwijzingen ..... 160
– koplampen ....................... 162
– lamp van buitenverlichting
vervangen ......................... 162
– lamptypen ........................ 160
– overzicht van de lampen ... 161
Lancia CODE ......................... 14
Lancia CODE (systeem) ......... 14
– CODE-card ...................... 17
Lange periode van stilstand
van de auto ......................... 150
– auto weer in gebruik
nemen .............................. 151
Lekke band
(wiel verwisselen) ................ 153
Luchtfilter ....................... 189-197
Luchtroosters ...................... 67-68
MBA (systeem) .................... 119
Middelste blikjeshouder .......... 97
Milieu (veiligheid
en bescherming) ............... 2-134
Mistachterlichten
– bediening ......................... 81
– lamp vervangen ................ 166Mistlampen voor
– bediening ......................... 81
– lamp vervangen ................ 165
Motor starten ......................... 135
– motor uitzetten ................. 137
– rollend starten ........... 136-153
– starten met een hulpaccu ... 152
– startsysteem ..................... 21
– warmdraaien .................... 136
Motor uitzetten ....................... 137
Motor
– identificatiecode ............... 216
– nummer ........................... 212
– technische gegevens .......... 216
Motorkap ............................... 112
Motorkoelvloeistof .................. 194
Motorkoelvloeistof-
temperatuurmeter ............ 55-56
Motorolie
– specificaties ...................... 226
– olieverbruik ............... 192-193
– niveau controleren ............ 192
Motorolieniveau ...................... 192
Motorolieverbruik ............ 192-193
Motorruimte (reinigen) ........... 210
MSR (systeem) ....................... 122
MSR-systeem .......................... 122
Niveaus (controleren) ........... 190
– automatische
versnellingsbak ................. 194
– motorkoelvloeistof ............ 194
– motorolie .......................... 192
– rem- en
koppelingsvloeistof ........... 196
– ruitensproeiervloeistof
(voor/achter/koplampen) ...195
– stuurbekrachtigingsolie .... 195
Noodgevallen........................ 152
Nuttige accessoires ................. 151
Onderhoud van de auto..... 183
– gebruik van de auto onder
zware omstandigheden ..... 187
– geprogrammeerd
onderhoud ........................ 183
– geprogrammeerd
onderhoudsschema .... 184-186
– onderhoudsmeter ............... 57
– periodieke controles .......... 186
Onderhoudsmeter ................... 57
– op nul zetten (resetten) .... 59
– opnieuw instellen ............. 59
– werking ............................ 58
Onderste dashboardkastje ...... 96
233-244 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:42 Pagina 237