122
EOBD
Het EOBD (European On Board
Diagnosis) van de auto voldoet aan de
EU 09/69 richtlijn (EURO 3).
Dit systeem voert doorlopend diag-
noses uit van de componenten van de
auto die verband houden met de emis-
sie van uitlaatgassen; bovendien wordt
de bestuurder geattendeerd op de ver-
oudering van de componenten door het
branden van het lampje Uen de me-
dedeling op het display van het infot-
elematica-systeem CONNECT Nav+.
Het doel is:
– de werking van het systeem con-
troleren;
– een storing signaleren waardoor de
emissie van schadelijke stoffen toe-
neemt boven de, in de Europese regels
vastgelegde, normen;
– signaleren dat versleten compo-
nenten moeten worden vervangen.
Het systeem beschikt verder nog
over een diagnosestekker waarop spe-
ciale apparatuur aangesloten kan
worden; in dat geval is het mogelijkom de opgeslagen storingscodes en
een aantal parameters uit te lezen, die
bedoeld zijn voor de diagnose en de
werking van de motor. Deze controle
kan ook worden uitgevoerd door de
verkeerspolitie.
Als het contactslot in
stand M wordt gedraaid en
het lampje Uniet gaat
branden of als tijdens de rit het
lampje continu of knipperend gaat
branden, wend u dan zo snel mo-
gelijk tot de Lancia-dealer. De
werking van het lampje Ukan
met speciale apparatuur door de
verkeerspolitie gecontroleerd wor-
den. Houd u aan de wetgeving van
het land waarin u rijdt.
BELANGRIJKNa het verhelpen
van de storing moet de Lancia-
dealerzorgen voor een complete con-
trole van het systeem, tests uitvoeren
op een rollenbank en, zo nodig, een
proefrit maken waarbij ook een lan-
gere afstand wordt afgelegd.
BANDENSPANNINGS -
CONTROLESYSTEEM
TPMS
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De auto kan zijn uitgerust met een
controlesysteem voor de bandenspan-
ning TPMS (Tyre Pressure Monito-
ring System). Dit systeem bestaat uit
een sensor die met een radiofrequen-
tie werkt en zich op de velg in de
band van elk wiel bevindt; deze sen-
sor stuurt informatie over de spanning
van iedere band naar de regeleenheid.
BELANGRIJKDe regeleenheid con-
troleert de bandenspanning van de
vier banden op de auto en niet van het
reservewiel. Controleer daarom altijd
als de bandenspanning wordt gecon-
troleerd ook de bandenspanning van
het reservewiel.
BELANGRIJKLet goed op als de
bandenspanning wordt gecontroleerd
of hersteld. Een te hoge spanning ver-
mindert de grip op het wegdek, ver-
hoogt de belasting op de wielophan-
ging en de wielen en veroorzaakt een
onregelmatige slijtage van de banden.
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 122