Page 209 of 400

• Probeer niet de motor te starten als AdBlue
(UREUM) per ongeluk aan de dieselbrand-
stoftank werd toegevoegd. Dit kan leiden
tot ernstige motorschade. Neem in dat ge-
val contact op met een erkende dealer.
• Voeg geen additieven of andere vloeistoffen
aan AdBlue (UREUM) toe. Als u dit toch
doet, kan het systeem beschadigd raken.
• Het gebruik van verkeerde of aangetaste
AdBlue (UREUM) kan leiden tot het ver-
schijnen van indicaties op het display van
het instrumentenpaneel. Raadpleeg de pa-
ragraaf "Waarschuwingslampjes en meldin-
gen" in het hoofdstuk "Uw instrumentenpa-
neel leren kennen" voor meer informatie.
• Giet nooit AdBlue (UREUM) in een andere
jerrycan: die kan verontreinigd zijn.
• Als de AdBlue (UREUM) opraakt, raad-
pleeg dan de paragraaf "Waarschuwings-
lampjes en meldingen" in het hoofdstuk
"Uw instrumentenpaneel leren kennen"
voor meer informatie om de auto normaal te
blijven gebruiken.TREKKEN VAN EEN
AANHANGER
Begrippen voor het trekken van een
aanhanger
De onderstaande definities geven een verkla-
ring voor de volgende begrippen:
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht (GVWR)
Het GVWR is het maximaal toelaatbare to-
taalgewicht van de auto. Dit is het gewicht
van de auto inclusief de bestuurder, passa-
giers, bagage en de dissel. De totale belasting
moet worden beperkt om zo het GVWR niet te
overschrijden. Raadpleeg de paragraaf "Bela-
ding van de auto / Voertuigcertificatielabel" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie hierover.
Maximaal toelaatbaar aanhangergewicht
(GTW)
GTW staat voor het gewicht van de aanhan-
ger, plus het gewicht van alle lading, ver-
bruiksgoederen en apparatuur (vast of tijde-
lijk) in of op de aanhanger in "geladen en
gebruiksklare" staat.De aanbevolen manier om het GTW te meten
is de geladen aanhanger op een weegbrug
plaatsen. Het volledige gewicht van de aan-
hanger moet op de weegbrug rusten.
Maximaal toelaatbare asbelasting (GAWR)
Het GAWR is de maximaal toelaatbare belas-
ting van de vooras en de achteras. Verdeel de
lading gelijkmatig over de voor- en achteras.
Zorg ervoor dat u zowel het GAWR voor de
vooras als voor de achteras niet overschrijdt.
Raadpleeg de paragraaf "Belading van de
auto / Voertuigcertificatielabel" in het hoofd-
stuk "Starten en rijden" voor meer informatie
hierover.
WAARSCHUWING!
Het is belangrijk dat het GAWR zowel voor
als achter niet wordt overschreden. Als een
van de waarden wordt overschreden, kun-
nen gevaarlijke situaties tijdens het rijden
ontstaan. U zou de macht over het stuur
kunnen verliezen en een aanrijding kun-
nen veroorzaken.
207
Page 210 of 400

Disselgewicht (TW)
Het disselgewicht (TW) is de neerwaartse
kracht die door de aanhangwagen wordt uit-
geoefend op de trekhaak. Het disselgewicht
moet worden opgeteld bij de belading van uw
auto.
Frontaal oppervlak aanhanger
Het frontale oppervalk is gelijk aan de maxi-
male hoogte van de aanhanger vermenigvul-
digd met de maximale breedte van de aan-
hanger.
Antislingerinrichting
De antislingerregeling bestaat uit een mecha-
nische telescopische verbinding tussen de
trekhaak en de aanhangerdissel die een af-
stelbare demping van ongewenste slingerin-
gen van de aanhanger mogelijk maakt.
Indien aanwezig, detecteert de antislingerre-
geling voor aanhangers (Trailer Sway Control
(TSC)) een slingering van de aanhanger en
remt automatisch de afzonderlijke wielen af
en/of vermindert het motorvermogen om het
slingeren tegen te gaan.
Gewichtsdragende trekhaak
Een gewichtsdragende trekhaak ondersteunt
het disselgewicht van de aanhanger alsof het
bagage betreft die op de trekhaakkogel of
elders aan de auto is bevestigd. Deze trekha-
ken zijn tegenwoordig het populairst en wor-
den gebruikt voor kleine en middelgrote aan-
hangers.
Gewichtsverdelende trekhaak
Een gewichtsverdelend systeem verdeelt het
gewicht met behulp van torsiestaven. Ze wor-
den vooral gebruikt bij zwaardere lasten, om
het disselgewicht te verdelen over de vooras
van de trekkende auto en de as(sen) van de
aanhanger. Wanneer dit systeem volgens de
aanwijzingen van de fabrikant wordt ge-
bruikt, zorgt het voor gelijkmatiger rijden,
een consistentere besturing en remkarakte-
ristiek hetgeen de veiligheid ten goede komt.
De montage van een extra frictie- / hydrauli-
sche stabilisator dempt eveneens slingerin-
gen die worden veroorzaakt door het verkeeren zijwind en zorgt voor een stabielere weg-
ligging van de auto en de aanhanger. Een
aanhangerstabilisator en gewichtverdeelsys-
teem (lastverdeling) wordt aanbevolen bij ho-
gere gewichten op de trekhaakkogel, afhan-
kelijk van de configuratie/belading van de
auto om de maximaal toelaatbare asbelasting
niet te overschrijden.
WAARSCHUWING!
• Door een onjuiste gewichtsverdeling
worden de rijeigenschappen van de
auto, de stabiliteit en het remvermogen
nadelig beïnvloed wat een aanrijding tot
gevolg kan hebben.
• Gewichtverdeelsystemen zijn niet altijd
geschikt voor gebruik in combinatie met
een oplooprem. Neem contact op met de
fabrikant(en) van de trekhaak en de aan-
hangwagen of een vakbekwame dealer in
aanhangwagens/caravans voor meer in-
formatie hierover.STARTEN EN RIJDEN
208
Page 211 of 400

Trekgewichten (maximale aanhangergewichten)
Motor/versnellingsbak ModelMaximaal geremd aanhangergewicht
GTW (Maximaal toelaatbaar aanhan-
gergewicht)*Maximaal disselgewicht (zie opmer-
king)
1.4-liter benzinemotor FWD of 4WD 1.000 kg (2.205 lbs) 50 kg (110 lbs)
2.4-liter benzinemotor FWD of 4WD 1.000 kg (2.205 lbs) 50 kg (110 lbs)
2.0-liter dieselmotor/automaat 4WD 1.500 kg (3.307 lbs) 75 kg (165 lbs)
2.0-liter dieselmotor/
handgeschakeld4WD 1.900 kg (4.188 lbs) 95 kg (209 lbs)
1.6-liter dieselmotor FWD 1.000 kg (2.205 lbs) 50 kg (110 lbs)
Bij het trekken van een aanhanger mag het technisch toegestane gewicht in volledig beladen toestand niet met meer dan 10% of 100 kg (220 lbs) worden
overschreden, waarbij de laagste waarde geldig is en op voorwaarde dat de snelheid wordt beperkt tot 100 km/u (62 mph) of lager.
Raadpleeg de plaatselijk geldende verkeerswetgeving voor de maximumsnelheid als u een aanhanger en lasten trekt.
De vermelde treklimieten staan voor het maximale trekvermogen van de auto bij maximaal toelaatbaar treingewicht en optrekken vanuit stilstand
op een helling van 12 procent.
Als de auto wordt gebruikt voor het trekken van een aanhanger, nemen de prestaties af en het brandstofverbruik toe.
* Trekken van een aanhanger zonder aanhangerremmen is beperkt tot 992 lbs (450 kg).
209
Page 212 of 400

Vereisten voor het trekken van de
aanhanger
Voor een juiste inrijperiode van de aandrijflijn
van uw nieuwe auto wordt aanbevolen de
onderstaande richtlijnen te volgen.
LET OP!
•Tijdens de eerste 805 km (500 mijl) die
met uw nieuwe auto worden gereden, mag
geen aanhangwagen worden aangekop-
peld. Hierdoor kunnen onderdelen van de
motor of de assen, of andere onderdelen
beschadigd raken.
• Daarna mag tijdens de eerste 805 km
(500 mijl) die met een aanhangwagen
worden gereden niet sneller dan
80 km/u (50 mph) worden gereden en
niet met volgas vanuit stilstand worden
opgetrokken. Op deze manier kunnen de
motor en overige onderdelen van de auto
op juiste wijze worden ingereden onder
zwaardere belastingen.
Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zoals
aangegeven in "Gepland onderhoud". Raad-
pleeg de paragraaf "Gepland onderhoud" inhet hoofdstuk "Service en onderhoud" voor de
juiste onderhoudsintervallen. Overschrijdt bij
het rijden met een aanhanger nooit de maxi-
maal toelaatbare asbelasting of het maximaal
toelaatbare treingewicht.
WAARSCHUWING!
Het rijden met een te zware aanhanger kan
aanrijdingen tot gevolg hebben. Volg de
onderstaande richtlijnen om uw aanhan-
ger zo veilig mogelijk te trekken:
• Zorg dat de lading stevig is vastgezet en
tijdens het rijden niet kan schuiven. Als
u de lading niet goed vastzet, kunnen
tijdens het rijden onbeheersbare veran-
deringen in de gewichtsverdeling optre-
den. U zou de macht over het stuur
kunnen verliezen en een aanrijding kun-
nen veroorzaken.
•
Als u lading vervoert of een aanhanger
trekt, belaad de auto of de aanhanger dan
nooit te zwaar. Overbelading kan ertoe lei-
den dat u de macht over het stuur verliest,
tot slechte prestaties of beschadiging van
remmen, as, motor, transmissie, stuurin-
richting, ophanging, chassis of banden.
WAARSCHUWING!
•Breng altijd veiligheidskettingen aan tussen
uw auto en de aanhanger. Maak de kettin-
gen altijd vast aan de daarvoor bestemde
bevestigingspunten op de trekhaak. Voer de
kettingen kruiselings onder de dissel door
en zorg voor voldoende speling voor het
nemen van bochten.
•Parkeer een auto met aanhanger nooit op
een helling. Als u een auto met aanhanger
parkeert, trek dan altijd de handrem aan.
Zet de versnellingsbak van de auto in de
stand PARK. Bij auto's met vierwielaandrij-
ving moet u zorgen dat de tussenbak niet in
de stand NEUTRAL staat. Plaats altijd blok-
ken voor de wielen van de aanhanger.
• Overschrijd nooit het GCWR.
•
Het totale gewicht moet worden verdeeld over
het voertuig en de aanhanger, zodat de volgende
vier waarden niet worden overschreden
:
1. Maximaal toelaatbaar totaalgewicht
2. GTW
3. GAWR
4.
Disselgewicht voor de gebruikte trek-
haak.
STARTEN EN RIJDEN
210
Page 213 of 400

DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN CAMPER
Slepen van deze auto achter een ander voertuig
SLEEPMETHODE WIELEN VAN DE GROND VOORWIELAANDRIJVING (FWD) VIERWIELAANDRIJVING (4WD)
Slepen met alle wielen op de
grondGEEN NIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAAN
Slepen met behulp van dollyACHTER NIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAAN
VOORKANT OK NIET TOEGESTAAN
Op aanhanger ALLE BESTE METHODE OK
OPMERKING:
• Bij het slepen van uw auto dient u zich
altijd aan de geldende lokale verkeersvoor-
schriften te houden. Neem contact op met
de betreffende instanties voor meer infor-
matie hierover.
• U moet controleren of de automatische
handremfunctie is uitgeschakeld voordat u
de auto sleept, om te voorkomen dat per
ongeluk de elektrische handrem wordt aan-
getrokken. De automatische handremfunc-
tie wordt ingeschakeld of uitgeschakeld via
de door de klant te programmeren functies
in de Uconnect instellingen.Slepen achter een camper — modellen met
voorwielaandrijving (FWD)
Slepen achter een camper is ALLEEN toege-
staan met de voorwielenVANde grond. Dit
kan met behulp van een dolly (voorwielen van
de grond) of een aanhangwagen (alle vier de
wielen van de grond). Volg de volgende pro-
cedure wanneer u een dolly gebruikt:
1. Bevestig de dolly correct aan het slepende
voertuig, volg de instructies van de fabri-
kant van de dolly.
2. Rijd de voorwielen op de dolly.3. Bedien de schakelaar van de elektrische
parkeerrem (EPB). Zet de schakelhendel
in de stand PARK. Zet de motor af.
4. Zet de voorwielen stevig op de dolly vast,
volg de instructies van de fabrikant van de
dolly.
5. Zet de contactschakelaar in de stand ON/
RUN, maar start de motor niet.
6. Houd het rempedaal ingetrapt.
7. Zet de elektrische parkeerrem (EPB) vrij.
8. Schakel het contact uit en verwijder de
sleutelhouder en laat het rempedaal los.
211
Page 214 of 400
LET OP!
• Slepen met de voorwielen op de grond
veroorzaakt ernstige schade aan de ver-
snellingsbak. Beschadigingen, veroor-
zaakt door onjuist slepen, vallen niet
onder de garantie van de auto.
• Zorg ervoor dat de elektronische hand-
rem is uitgeschakeld en blijft uitgescha-
keld, tijdens het slepen.
• Gebruik geen aan de bumper bevestigde
trekstangen op het voertuig. Anders
wordt de voorkant van de bumper be-
schadigd.
Slepen achter een camper – 4X4 modellen
Slepen achter een camper (met vier wielen op
de grond of met een dolly) is NIET TOEGE-
STAAN. Dit voertuig kan op een dieplader of
een autotrailer getrokken worden mits alle
vier wielen VAN de grond zijn.
LET OP!
Als de auto met EEN OF MEER wielen op
de grond wordt gesleept, kan de versnel-
lingsbak en/of de tussenbak ernstig be-
schadigd raken. Beschadigingen, veroor-
zaakt door onjuist slepen, vallen niet
onder de garantie van de auto.
STARTEN EN RIJDEN
212
Page 215 of 400

WAARSCHUWINGSKNIP-
PERLICHTEN
De schakelaar voor de waarschuwingsknip-
perlichten bevindt zich midden onder in het
instrumentenpaneel.
Druk op de schakelaar om de
alarmknipperlichten in te schake-
len. Zodra u de schakelaar in-drukt, gaan alle richtingaanwijzers knipperen
om het verkeer achter u te waarschuwen voor
een noodsituatie. Druk nogmaals op de scha-
kelaar om de waarschuwingsknipperlichten
uit te zetten.
Dit is een waarschuwingssysteem voor nood-
situaties. Gebruik het systeem niet tijdens
het rijden. Gebruik het alleen bij autopech en
wanneer uw auto een gevaar vormt voor an-
dere weggebruikers.Als u de auto moet verlaten om hulp op te
roepen, blijven de waarschuwingsknipper-
lichten ook werken wanneer de contactscha-
kelaar in de stand OFF is gezet.
OPMERKING:
Bij langdurig gebruik van de waarschuwings-
knipperlichten kan uw accu leeg raken.
GLOEILAMPEN VERVANGEN
Vervangingslampen
Gloeilampen van de binnenverlichting
Lampen Gloeilampnummer
Instapverlichting voor C5W
Instapverlichting voor (zonnekleppen) C5W
Dakverlichting achter (modellen zonder inschuifbaar dak) C5W
Interieurverlichting achter (modellen met inschuifbaar dak) C5W
Interieurverlichting HT-168
Interieurverlichting (handschoenenkastje) HT-168
213
Page 216 of 400
Gloeilampen van de buitenverlichting
Lampen Gloeilampnummer
Koplampen dimlicht (halogeen) H11LL
Koplampen grootlicht (halogeen) 9005LL
Parkeerlicht voor/daglichtlamp (DRL) PSX24W
Richtingaanwijzers vóór 7444NA
Parkeerlicht voor — Premium LED LED (service bij erkende dealer)
Mistlampen voor H11LL
Dimlicht/grootlicht (HID) D3S (HID) (service bij erkende dealer)
Richtingaanwijzers (buitenspiegel) LED (service bij erkende dealer)
Achterlichten/remlichten Premium achterlichten: LED (service bij erkende dealer)
Basis achterlichten: W21/5WLL-M
Mistlampen achter W21WLL
Richtingaanwijzers W21WLL voor premium achterlichten
W21/5WLL voor basis achterlichten
Derde remlicht LED (service bij erkende dealer)
Kentekenverlichting LED (service bij erkende dealer)
Achterkleplamp achteruit W21WLL
Achterkleplamp achter LED (service bij erkende dealer)
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
214