WELKOM VAN FCA
HOE U UW INSTRUCTIEBOEKJE ONLINE KUNT
TERUGVINDEN....................... 1
HOE GEBRUIKT U DEZE
HANDLEIDING?
HOE GEBRUIKT U DEZE HANDLEIDING?......... 3Essentiële informatie................ 3
Symbolen....................... 3
WAARSCHUWING OVER DE KOP SLAAN......... 3
BELANGRIJKE OPMERKING................ 4
WAARSCHUWINGEN EN AANDACHTSPUNTEN..... 5
GRAFISCHE INHOUDSOPGAVE
INSTRUMENTENPANEEL................ 13
INTERIEUR........................ 14
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
SLEUTELS........................ 15Sleutelhouders................... 15
CONTACTSCHAKELAAR................. 17Keyless Enter-N-Go — Contact — indien
aanwezig...................... 17
Geïntegreerd/handmatig contact — indien
aanwezig...................... 19
Elektronisch stuurslot — indien aanwezig . . . 19
Mechanisch stuurslot — indien aanwezig . . . 19
STARTSYSTEEM MET AFSTANDSBEDIENING — INDIEN
AANWEZIG....................... 20
Starten met afstandsbediening — indien
aanwezig...................... 20
De modus starten met afstandsbediening
activeren...................... 21
ALARMSYSTEEM — INDIEN AANWEZIG....... 21Alarm inschakelen................ 22
Alarm uitschakelen................ 22
Alarmsysteem handmatig omzeilen....... 23
PORTIEREN....................... 23Keyless Enter-N-Go — Passive Entry...... 23
Kinderslot — achterportieren.......... 26
STOELEN........................ 27Handmatig verstellen (achterbank)....... 27
Geheugenstoel — indien aanwezig....... 29
Stoelverwarming voor — indien aanwezig . . . 31
Stoelventilatie voor — indien aanwezig.... 32
40/20/40 armsteun achter - indien aanwezig . 32
HOOFDSTEUNEN.................... 33Afstellen hoofdsteun voor............ 33
Hoofdsteunen achterin.............. 34
STUURWIEL....................... 35Verstelbare stuurkolom.............. 35
Stuurverwarming — indien aanwezig...... 36
BUITENVERLICHTING.................. 36Multifunctionele hendel............. 36
Koplampschakelaar................ 36
Daglichtlampen — Indien aanwezig...... 37
Schakelaar dimlicht/grootlicht.......... 37
Regeling automatisch grootlicht — indien
aanwezig...................... 37
Lichtsignaal.................... 38
Automatisch inschakelende koplampen — indien
aanwezig...................... 38
Vertragingsduur van de koplampverlichting . . 38
Lichtverklikker - indien aanwezig........ 39
Mistlampen vóór en mistachterlichten — indien
aanwezig...................... 39
Richtingaanwijzers................. 39Hoogteverstelling koplampen — Indien
aanwezig...................... 40
Accuspaarfunctie................. 40
RUITENWISSERS EN -SPROEIERS........... 40Bediening van de ruitenwissers......... 41
Regensensor — indien aanwezig........ 42
Achterruitwisser/-sproeier............ 43
KLIMAATREGELING................... 43Overzicht handmatige klimaatregeling met
touchscreen..................... 43
Functies van de klimaatregeling......... 50
Automatische temperatuurregeling (ATC) — Indien
aanwezig...................... 51
Aanwijzingen voor de bediening........ 51
RAMEN.......................... 53Bedieningselementen voor de elektrische
raambediening................... 53
Ramen automatisch volledig openen...... 53
Automatische sluitfunctie met
klembeveiliging.................. 54
Raamblokkeerschakelaar............. 54
Windgeruis..................... 54
ELEKTRISCH BEDIENBAAR ZONNEDAK MET ELEKTRISCH
BEDIENDE ZONWERING — INDIEN AANWEZIG.... 54
Zonnedak openen................. 55
Zonnedak openen — ventilatie......... 56
Zonnedak sluiten.................. 56
Openen Elektrisch Bediende Zonwering.... 56
Elektrisch bediende zonwering sluiten..... 57
Klembeveiliging.................. 57
Onderhoud van zonnedak............. 57
Werking bij uitgeschakeld contact....... 58
MOTORKAP....................... 58De motorkap openen............... 58
Motorkap sluiten.................. 58
INHOUD
8
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de vergrendelknop van de sleu-
telhouder om alle portieren en de achterklep
te vergrendelen.
Verzoek om extra sleutelhouders
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart worden
met sleutelhouders die specifiek zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van de auto.
Nadat een sleutelhouder voor een auto is
geprogrammeerd, kan deze niet voor een an-
dere auto worden geprogrammeerd.
WAARSCHUWING!
• Verwijder altijd de sleutelhouders uit de
auto en vergrendel alle portieren wan-
neer u de auto zonder toezicht achter-
laat.
• Als uw voertuig is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go contact, vergeet dan niet de
contactschakelaar in de stand OFF te
zetten.OPMERKING:
Gebruikte accu's kunnen schadelijk zijn voor
het milieu als ze niet op de juiste manier
worden afgevoerd. Voer gebruikte accu's al-
tijd af in een speciale afvalcontainer voor
accu's of lever ze in bij een erkende dealer.
Duplicaten van sleutelhouders kunnen wor-
den geleverd door een erkende dealer. Deze
procedure bestaat uit het programmeren van
een 'blanco' sleutelhouder voor de elektro-
nica van het voertuig. Een blanco sleutelhou-
der is een exemplaar dat niet eerder is gepro-
grammeerd.
OPMERKING:
Als de Sentry Key startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleutels van de
auto naar de erkende dealer mee te brengen.
CONTACTSCHAKELAAR
Keyless Enter-N-Go — Contact — indien
aanwezig
Met deze functie kan de bestuurder de con-
tactschakelaar bedienen door op een knop te
drukken zolang de sleutelhouder zich in het
passagierscompartiment bevindt.
De contactschakelaar in de vorm van een
START/STOP-drukknop heeft drie bedrijfs-
modi. Deze drie standen zijn OFF, ON/RUN
en START.
OPMERKING:
Wanneer de status/modus van het contact na
het indrukken van een toets niet reageert, is
de batterij van de sleutelhouder mogelijk
bijna leeg of leeg. Als dit het geval is, kan de
contactschakelaar ook op een andere manier
worden bediend. Druk de voorzijde (zijde te-
genover de noodsleutel) van de sleutelhouder
tegen de toets ENGINE START/STOP om de
contactschakelaar te bedienen.
17
Alarm inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Zorg ervoor dat het contact van het voer-
tuig in de stand "OFF" staat.
• Als uw voertuig is uitgerust met
Keyless Entry (portierontgrendeling),
dient u ervoor te zorgen dat het bijbe-
horende ontstekingssysteem zonder
sleutel op OFF is gezet.
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
•
Druk op de vergrendeltoets op de schake-
laar voor de centrale portiervergrendeling
in het interieur terwijl het bestuurders-
en/of passagiersportier is geopend.
•Druk op de vergrendeltoets op de Passive
Entry-handgreep aan de buitenzijde, ter-
wijl een geldige sleutelhouder zich ook
aan de buitenzijde bevindt, raadpleeg de
paragraaf "Portieren" in het hoofdstuk
"Uw voertuig leren kennen" in het instruc-
tieboekje voor meer informatie.
• Druk op de vergrendeltoets op de Pas-
sive Entry-handgreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt.
• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
Alarm uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.
• Pak de Passive Entry-portiergreep om het
portier te ontgrendelen, raadpleeg de para-
graaf "Portieren" in het hoofdstuk "Uw voer-
tuig leren kennen" in het instructieboekje
voor meer informatie.
• Zet het contact uit de stand OFF om het
systeem te deactiveren.
OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop op
de sleutelhouder.• Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat het
alarm af.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u
de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen. Er zijn echter omstandigheden
die een ongewenst alarm kunnen veroorza-
ken. Als een van de eerder beschreven proce-
dures voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem worden in-
geschakeld, ongeacht of u zich in de auto
bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft
zitten en vervolgens een portier opent, gaat
het alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
22
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarm-
systeem actief nadat de accu weer is aange-
sloten; de buitenlampen knipperen en de
claxon geeft een geluidssignaal. Als deze
situatie zich voordoet, schakel dan het alarm-
systeem uit.
Alarmsysteem handmatig omzeilen
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld
als u de portieren vergrendelt met de knop-
pen voor handmatige portiervergrendeling.
PORTIEREN
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry
Het Passive Entry systeem is een uitbreiding
van het afstandsbedieningsysteem van het
voertuig en is een functie van Keyless Enter-
N-Go — Passive Entry. Met deze functie kunt
u de portieren en de brandstofvulklep van het
voertuig vergrendelen en ontgrendelen zon-
der dat u op de vergrendel- en ontgrendel-
knoppen van de sleutelhouder hoeft te druk-
ken.OPMERKING:
• Passive Entry kan door middel van pro-
grammeren worden in- en uitgeschakeld.
• Als u handschoenen draagt of als de por-
tiergreep met Passive Entry is natgeregend
of -gesneeuwd, is het mogelijk dat de ver-
grendeling minder gevoelig wordt en daar-
door langzamer reageert.
• Als de auto wordt ontgrendeld met Passive
Entry en er binnen 60 seconden geen por-
tier wordt geopend, worden de portieren
weer vergrendeld en het alarmsysteem, in-
dien aanwezig, ingeschakeld.
• De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden door het Passive Entry-systeem
wanneer deze zich naast een mobiele tele-
foon, laptop of andere elektronische appa-
raten bevindt. Deze apparaten kunnen het
draadloze signaal van de sleutelhouder
blokkeren, waardoor het Passive Entry-
systeem het voertuig niet kan vergrendelen
en ontgrendelen.Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde
Houd een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 5 ft (1,5 m) van de handgreep
van het bestuurdersportier en pak deze hand-
greep vast om het bestuurdersportier auto-
matisch te ontgrendelen.
Pak de portiergreep vast om te
ontgrendelen
23