Page 17 of 400

SLEUTELS
Sleutelhouders
Uw auto maakt gebruik van een ontstekings-
systeem met of zonder contactsleutel. Het
ontstekingssysteem bestaat uit een sleutel-
houder met afstandsbediening en een con-
tactschakelaar. Het ontgrendelingssysteem
zonder sleutel bestaat uit een sleutelhouder
en de knop Keyless Enter-N-Go.
LET OP!
De elektrische componenten in de sleutel-
houder kunnen beschadigen als de sleu-
telhouder wordt blootgesteld aan sterke
elektrische schokken. Vermijd blootstel-
ling van de sleutelhouder aan direct zon-
licht voor volledige efficiëntie van de elek-
tronische apparaten van de sleutelhouder.OPMERKING:
De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden als deze zich naast een mobiele
telefoon, laptop of andere elektronische ap-
paraten bevindt. Deze apparaten kunnen het
draadloze signaal van de sleutelhouder blok-
keren.
Met de sleutelhouder kunt u met behulp van
een losse sleutelhouder de portieren en ach-
terklep vergrendelen of ontgrendelen vanaf
een afstand tot maximaal 20 m (66 ft). U
hoeft de sleutelhouder niet op de auto te
richten om het systeem te activeren.Sleutelhouder van contact zonder sleutel
1 — Ontgrendelen
2 — Vergrendelen
3 — Noodsleutel
15
Page 18 of 400

OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar na het indruk-
ken van een toets niet reageert, is de batterij
van de sleutelhouder mogelijk bijna leeg of
geheel leeg. Een bijna lege batterij van de
sleutelhouder kan worden gecontroleerd op
de instrumentengroep, waar aanwijzingen
worden gegeven die u moet opvolgen.
De sleutelhouder bevat een noodsleutel, die
is opgeborgen in de achterzijde van de sleu-
telhouder.
Met de noodsleutel kunnen de portieren wor-
den geopend wanneer de accu van de auto of
de batterij van de sleutelhouder leeg is. Met
de noodsleutel kan ook het handschoenen-
kastje worden afgesloten. U kunt de nood-
sleutel bij u houden als iemand anders de
auto voor u parkeert.
U verwijdert de noodsleutel uit de sleutelhou-
der door de mechanische vergrendeling aan
de bovenzijde van de houder met uw duim
opzij te schuiven en de sleutel vervolgens met
uw andere hand uit de houder te trekken.WAARSCHUWING!
Druk alleen op de ontgrendelknop van de
mechanische sleutel met de sleutelhouder
weggedraaid van uw lichaam, vooral van
uw ogen en voorwerpen die beschadigd
kunnen raken, zoals kleding.
Portieren en achterklep ontgrendelen
Druk eenmaal kort op de ontgrendeltoets op
de sleutelhouder om het portier aan de be-
stuurderszijde te ontgrendelen of druk twee-
maal binnen vijf seconden om alle portieren
en de achterklep te ontgrendelen.
Alle portieren kunnen worden geprogram-
meerd om te worden ontgrendeld bij de eer-
ste druk op de ontgrendeltoets. Raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in het instructie-
boekje voor meer informatie.
Sleutelhouder met een ingebouwde
voertuigsleutel
1 — Ontgrendeltoets mechanische
sleutel
2 — Ontgrendeltoets
3 — VergrendeltoetsUW VOERTUIG LEREN KENNEN
16
Page 19 of 400

Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de vergrendelknop van de sleu-
telhouder om alle portieren en de achterklep
te vergrendelen.
Verzoek om extra sleutelhouders
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart worden
met sleutelhouders die specifiek zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van de auto.
Nadat een sleutelhouder voor een auto is
geprogrammeerd, kan deze niet voor een an-
dere auto worden geprogrammeerd.
WAARSCHUWING!
• Verwijder altijd de sleutelhouders uit de
auto en vergrendel alle portieren wan-
neer u de auto zonder toezicht achter-
laat.
• Als uw voertuig is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go contact, vergeet dan niet de
contactschakelaar in de stand OFF te
zetten.OPMERKING:
Gebruikte accu's kunnen schadelijk zijn voor
het milieu als ze niet op de juiste manier
worden afgevoerd. Voer gebruikte accu's al-
tijd af in een speciale afvalcontainer voor
accu's of lever ze in bij een erkende dealer.
Duplicaten van sleutelhouders kunnen wor-
den geleverd door een erkende dealer. Deze
procedure bestaat uit het programmeren van
een 'blanco' sleutelhouder voor de elektro-
nica van het voertuig. Een blanco sleutelhou-
der is een exemplaar dat niet eerder is gepro-
grammeerd.
OPMERKING:
Als de Sentry Key startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleutels van de
auto naar de erkende dealer mee te brengen.
CONTACTSCHAKELAAR
Keyless Enter-N-Go — Contact — indien
aanwezig
Met deze functie kan de bestuurder de con-
tactschakelaar bedienen door op een knop te
drukken zolang de sleutelhouder zich in het
passagierscompartiment bevindt.
De contactschakelaar in de vorm van een
START/STOP-drukknop heeft drie bedrijfs-
modi. Deze drie standen zijn OFF, ON/RUN
en START.
OPMERKING:
Wanneer de status/modus van het contact na
het indrukken van een toets niet reageert, is
de batterij van de sleutelhouder mogelijk
bijna leeg of leeg. Als dit het geval is, kan de
contactschakelaar ook op een andere manier
worden bediend. Druk de voorzijde (zijde te-
genover de noodsleutel) van de sleutelhouder
tegen de toets ENGINE START/STOP om de
contactschakelaar te bedienen.
17
Page 20 of 400

De contactschakelaar in de vorm van een
drukknop kan in de volgende modi worden
gezet:
OFF (UIT)
• De motor wordt uitgeschakeld.
• Sommige elektrische apparaten (bijv. cen-
trale vergrendeling, alarm, enz. ) zijn nog
steeds beschikbaar.
ON/RUN
• Rijmodus.
•
Alle elektrische apparaten zijn beschikbaar.
START
• Start de motor.
WAARSCHUWING!
• Verwijder altijd de sleutelhouder uit het
voertuig bij het verlaten van het voertuig
en sluit het voertuig af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
WAARSCHUWING!
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
• Verwijder nooit de mechanische sleutel
tijdens het rijden, omdat het stuur auto-
matisch wordt vergrendeld zodra de
sleutel wordt gedraaid. Dit geldt ook voor
voertuigen die worden gesleept.
LET OP!
Een niet-afgesloten voertuig is een uitno-
diging voor dieven. Verwijder altijd de
sleutelhouder uit het voertuig en vergren-
del alle portieren wanneer u het voertuig
zonder toezicht achterlaat.
OPMERKING:
Raadpleeg de paragraaf "De motor starten" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" in het in-
structieboekje voor meer informatie.
START/STOP-contactschakelaar
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
18
Page 21 of 400

Geïntegreerd/handmatig contact — indien
aanwezig
Dit voertuig is mogelijk uitgerust met een
geïntegreerde/handmatige contactschake-
laar. Er zijn drie bedieningsstanden, waaron-
der twee klikstanden en een stand met veer-
belasting. De klikstanden zijn OFF, ON/RUN
en START. De stand START is een veerbelaste
contactstand. Bij het loslaten uit de stand
START keert de schakelaar automatisch terug
in de stand RUN.
OFF (Uit)
• De motor wordt uitgeschakeld.
• De sleutel kan uit de contactschakelaar
worden verwijderd.
• De stuurkolom kan worden vergrendeld (na-
dat u de contactsleutel hebt verwijderd).
• Sommige elektrische apparaten (bijv. cen-
trale portiervergrendeling, alarm, enz.) zijn
nog steeds beschikbaar.ON/RUN
• Rijpositie.
• Elektrische apparaten zijn beschikbaar.
START
• Start de motor.
De contactschakelaar is voorzien van een
veiligheidsmechanisme. Als de motor niet
aanslaat, moet het contact weer op de stand
STOP/OFF worden gezet voordat de startpro-
cedure wordt herhaald.
Bij modellen met een automatische trans-
missie kan de contactsleutel alleen worden
verwijderd wanneer de schakelhendel in
PARK (P) is gezet.
Elektronisch stuurslot — indien aanwezig
Uw auto is mogelijk uitgerust met een passief
elektronisch stuurslot. Dit slot zorgt ervoor
dat de auto niet kan worden gestuurd als de
contactschakelaar in de stand OFF staat. Het
stuurslot wordt ontgrendeld als het contact in
de stand ON staat. Als het slot niet ontgren-
delt en de auto niet start, draai het stuurwiel
dan naar links en naar rechts om het stuurslot
te ontgrendelen.
Mechanisch stuurslot — indien aanwezig
Uw auto is mogelijk uitgerust met een me-
chanisch stuurslot. Dit slot zorgt ervoor dat
de auto niet kan worden gestuurd als de
contactschakelaar in de stand OFF staat.
Draai het stuurwiel een halve slag in een van
beide richtingen bij draaiende motor (zes-
uur-stand). Zet de motor af en verwijder de
contactsleutel. Draai het stuur een iets in een
willekeurige richting tot het wordt vergren-
deld.
19
Page 22 of 400

STARTSYSTEEM MET
AFSTANDSBEDIENING —
INDIEN AANWEZIG
• Druk twee keer binnen vijf se-
conden op de toets remote
start (starten op afstand) op de
sleutelhouder. Door een derde
keer op de toets remote start
(starten op afstand) te drukken
wordt de motor uitgeschakeld.
• Om met het voertuig te gaan rijden, drukt u
op de knop START/STOP om het contact in
de stand ON/RUN te zetten.
• Met remote start (starten op afstand) draait
de motor slechts 15 minuten (time-out),
tenzij het contact in de stand ON/RUN is
gezet.
• Het voertuig moet worden gestart met de
sleutel na twee opeenvolgende time-outs.
WAARSCHUWING!
• Laat een motor niet in een gesloten
garage of afgesloten ruimte draaien. Uit-
WAARSCHUWING!
laatgas bevat koolmonoxide (CO), het-
geen geurloos en kleurloos is. Koolmo-
noxide is giftig en kan bij inademing
leiden tot erstig of dodelijk letsel.
• Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ramen,
portiersloten of andere onderdelen te
bedienen kunt u of kunnen anderen ern-
stig gewond raken of om het leven ko-
men.
Starten met afstandsbediening — indien
aanwezig
Druk twee keer binnen vijf seconden op toets
remote start (starten op afstand) op de sleu-
telhouder. Door een derde keer op de toets
remote start (starten op afstand) te drukken
wordt de motor uitgeschakeld.
Om met het voertuig te rijden, drukt u op
ontgrendeltoets, steekt u de sleutel in het
contact en draai deze naar de stand ON/RUN.OPMERKING:
• Met remote start (starten op afstand) draait
de motor slechts 15 minuten (time-out),
tenzij het contact in de stand ON/RUN is
gezet.
• Het voertuig moet worden gestart met de
sleutel na twee opeenvolgende time-outs.
Aan alle volgende voorwaarden moet worden
voldaan om de motor met de afstandsbedie-
ning te kunnen starten:
• Schakelhendel in de stand PARK
• Portieren gesloten
• Motorkap gesloten
• Achterklep gesloten
• Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
uit
• Remschakelaar niet geactiveerd (rempe-
daal niet ingetrapt)
• Accu voldoende geladen
• Lampje Motor controleren zal niet aanwezig
zijn
• Systeem niet uitgeschakeld door eerder
starten met de afstandsbediening
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
20
Page 23 of 400

• Controlelampje alarmsysteem knippert
• Contactschakelaar in de stand STOP/OFF
• Brandstofniveau voldoet aan de minimale
vereisten
• Alarmsysteem meldt geen inbraak
WAARSCHUWING!
•Laat een motor niet in een gesloten garage
of afgesloten ruimte draaien. Uitlaatgas
bevat koolmonoxide (CO), hetgeen geur-
loos en kleurloos is. Koolmonoxide is giftig
en kan bij inademing leiden tot erstig of
dodelijk letsel.
• Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ramen,
portiersloten of andere onderdelen te
bedienen kunt u of kunnen anderen ern-
stig gewond raken of om het leven ko-
men.
De modus starten met afstandsbediening
activeren
Druk tweemaal binnen vijf seconden op de
toets remote start (starten op afstand) op de
sleutelhouder. De portieren worden vergren-
deld, de parkeerlichten knipperen en de
claxon klinkt twee keer (indien geprogram-
meerd). De motor start en het voertuig blijft
15 minuten in de modus voor starten met
afstandsbediening.
OPMERKING:
• Als er sprake is van een storing in de motor
of het brandstofpeil te laag is, slaat de
motor aan en vervolgens binnen 10 secon-
den weer af.
• De parkeerlichten gaan branden en blijven
tijdens de modus starten met afstandsbe-
diening branden.
• Om veiligheidsredenen, kunnen de elek-
trisch bedienbare ramen en het zonnedak
(indien aanwezig) niet worden bediend
wanneer de modus starten met afstandsbe-
diening actief is.• De motor kan tweemaal achter elkaar met
de sleutelhouder worden gestart. Voordat u
de startprocedure een derde keer kunt her-
halen moet u echter het contact in en uit
schakelen door twee keer op de START/
STOP-knop te drukken (of het contactslot
eerst in de stand ON/RUN te zetten).
ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Het alarmsysteem bewaakt de portieren, mo-
torkap, achterklep en het Keyless Enter-N-Go
contact tegen bediening door onbevoegden.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, zijn de
schakelaars van de portiersloten en de ach-
terklep in het interieur uitgeschakeld. Als het
alarm afgaat, geeft het alarmsysteem de vol-
gende geluids- en lichtsignalen:
• De claxon klinkt
• De richtingaanwijzers knipperen
• Het controlelampje van het alarmsysteem
in de instrumentengroep knippert
21
Page 24 of 400

Alarm inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Zorg ervoor dat het contact van het voer-
tuig in de stand "OFF" staat.
• Als uw voertuig is uitgerust met
Keyless Entry (portierontgrendeling),
dient u ervoor te zorgen dat het bijbe-
horende ontstekingssysteem zonder
sleutel op OFF is gezet.
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
•
Druk op de vergrendeltoets op de schake-
laar voor de centrale portiervergrendeling
in het interieur terwijl het bestuurders-
en/of passagiersportier is geopend.
•Druk op de vergrendeltoets op de Passive
Entry-handgreep aan de buitenzijde, ter-
wijl een geldige sleutelhouder zich ook
aan de buitenzijde bevindt, raadpleeg de
paragraaf "Portieren" in het hoofdstuk
"Uw voertuig leren kennen" in het instruc-
tieboekje voor meer informatie.
• Druk op de vergrendeltoets op de Pas-
sive Entry-handgreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt.
• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
Alarm uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.
• Pak de Passive Entry-portiergreep om het
portier te ontgrendelen, raadpleeg de para-
graaf "Portieren" in het hoofdstuk "Uw voer-
tuig leren kennen" in het instructieboekje
voor meer informatie.
• Zet het contact uit de stand OFF om het
systeem te deactiveren.
OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop op
de sleutelhouder.• Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat het
alarm af.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u
de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen. Er zijn echter omstandigheden
die een ongewenst alarm kunnen veroorza-
ken. Als een van de eerder beschreven proce-
dures voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem worden in-
geschakeld, ongeacht of u zich in de auto
bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft
zitten en vervolgens een portier opent, gaat
het alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
22