teem zal ook niet correct werken als de
voorruit of cameralens zijn bedekt met vuil,
vet of andere obstakels.
Lichtsignaal
U kunt met uw koplampen een lichtsignaal
geven aan een ander voertuig door de multi-
functionele hendel kort naar u toe te trekken.
Hierdoor wordt het grootlicht ingeschakeld
en blijft dit ingeschakeld tot u de hendel weer
loslaat.
Automatisch inschakelende koplampen —
indien aanwezig
Dit systeem schakelt de koplampen automa-
tisch in of uit in overeenstemming met de
sterkte van het omgevingslicht. Om het sys-
teem in te schakelen draait u de koplamp-
schakelaar rechtsom naar de laatste stand
voor automatische bediening van de koplam-
pen. Als dit systeem is ingeschakeld, is ook
de uitschakelvertraging van de koplampen
ingeschakeld. Dit betekent dat de koplampen
nog maximaal 90 seconden lang blijven bran-
den nadat u de contactschakelaar in de standOFF hebt gezet. Om het automatische sys-
teem uit te schakelen draait u de koplamp-
schakelaar naar een andere stand dan AUTO.
OPMERKING:
In de automatische modus gaan de koplam-
pen pas branden zodra de motor draait.
Vertragingsduur van de
koplampverlichting
Deze functie zorgt ervoor dat u gedurende
een programmeerbare tijd tot 90 seconden
het gemak hebt van het veilige licht van de
koplampen wanneer u de auto verlaat in een
onverlichte omgeving.
Om de vertragingsfunctie in te schakelen
draait u de contactschakelaar naar de stand
OFF terwijl de koplampen nog zijn ingescha-
keld. Schakel vervolgens binnen 45 secon-
den de koplampen uit. De vertragingstijd gaat
in zodra u de koplampen uitschakelt.
Als u de koplampen of parkeerlichten inscha-
kelt of de contactschakelaar in de stand ACC
of RUN zet, wordt de vertraging geannuleerd.Wanneer u de koplampen uitschakelt voordat
u de contactschakelaar in de stand OFF zet,
gaan de koplampen op de normale manier
uit.
OPMERKING:
• Als u deze functie wilt activeren, moeten de
koplampen binnen 45 seconden voordat u
de contactschakelaar in de stand OFF zet,
worden uitgeschakeld. Als de koplamp-
schakelaar op de stand AUTO staat voordat
u het contact op OFF zet, is het niet nodig
om de koplampschakelaar uit te zetten om
Headlight Delay (uitschakelvertraging van
de koplampen) te activeren.
• De uitschakelvertraging van de koplampen
is programmeerbaar met het Uconnect sys-
teem. Raadpleeg de paragraaf "Instellingen
van Uconnect" in het hoofdstuk "Multime-
dia" in het instructieboekje voor meer
informatie.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
38
LET OP!
Als het "Water in Fuel Indicator Light"
(controlelampje water in brandstof) blijft
branden, START de motor dan NIET tot het
water is afgetapt uit de brandstoffilters om
schade aan de motor te voorkomen.
3.
Het systeem schakelt automatisch de start-
motor in om de motor te starten. Als de auto
niet start, wordt de startmotor automatisch
na 30 seconden uitgeschakeld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken
voordat de motor aanslaat, drukt u nog-
maals op de knop.
5. Controleer of het waarschuwingslampje
oliedruk gedoofd is.
6. Zet de handrem vrij.
AANBEVELINGEN VOOR
INRIJDEN
De motor en aandrijflijn (overbrenging en as)
van uw auto vereisen geen lange inrijperiode.
Rijd de eerste 500 km (300 mijl) rustig. Na
de eerste 100 km (60 mijl) kunt u het beste
een snelheid tot 80 à 90 km/u (50 à 55 mph)
aanhouden.
Terwijl u met constante snelheid rijdt, draagt
nu en dan kort accelereren met plankgas,
binnen de grenzen van de geldende verkeers-
regels, bij aan een goed inrijdproces. Accele-
reren met plankgas in een lage versnelling
kan schadelijk zijn en moet worden verme-
den.
De motorolie die in de fabriek in de motor is
aangebracht, is een energiebesparend smeer-
middel van een hoge kwaliteit. Houd bij hetverversen van de olie rekening met de het te
verwachten klimaat waarin de auto wordt
gebruikt. Raadpleeg de paragraaf "Vloeistof-
fen en smeermiddelen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens" voor de aanbevolen
viscositeit en kwaliteitsklassen.
LET OP!
Gebruik nooit niet-reinigende olie of on-
vermengde minerale olie, omdat anders de
motor wordt beschadigd.
OPMERKING:
Een nieuwe motor verbruikt tijdens de eerste
paar duizend kilometers mogelijk iets meer
olie. Dat is bij het inrijden normaal en duidt
niet op een probleem.
STARTEN EN RIJDEN
160
Om CarPlay te gebruiken moet u beschikken
over iPhone 5 of hoger en Siri moet zijn
ingeschakeld in Settings (instellingen). Zorg
ervoor dat uw iPhone is ontgrendeld (uitslui-
tend voor de eerste aansluiting) en volg de
volgende procedure:
1. Sluit uw iPhone aan op één van de USB-
poorten in uw voertuig.
OPMERKING:
U moet de met uw telefoon meegeleverde
Lightning-kabel gebruiken; niet-originele
kabels werken mogelijk niet.
2. Als het apparaat is aangesloten en her-
kend, moet CarPlay automatisch starten,
maar u kunt het ook starten door het
pictogram CarPlay in het aanraakscherm
aan te raken. Het bevindt zich onder
Apps.Zodra CarPlay is gestart en draait op uw
Uconnect-systeem, kunnen de volgende
functies worden gebruikt met behulp van het
gegevensabonnement van uw iPhone:
• Phone (telefoon)
• Music (muziek)
• Messages (berichten)
• Maps (kaarten)OPMERKING:
Voor het gebruik van CarPlay moeten de mo-
biele gegevens zijn ingeschakeld en moet u
zich in een gebied bevinden met netwerkdek-
king. Uw gegevens en de netwerkdekking
worden weergegeven aan de linkerkant van
het radioscherm.
OPMERKING:
Vereist een compatibele iPhone. Raadpleeg een
dealer voor de compatibiliteit van telefoons. Ta-
rieven van mobiel data-abonnement zijn van
toepassing. De gebruikersinterface in de auto is
een product van Apple. Apple CarPlay is een
handelsmerk van Apple Inc. iPhone is een han-
Apple CarPlay
Gegevens en netwerkdekking CarPlay
MULTIMEDIA
328
OPMERKING:
U moet de met uw telefoon meegeleverde
Lightning-kabel gebruiken; niet-originele
kabels werken mogelijk niet.
2. Als het apparaat is aangesloten en her-
kend, verandert het pictogram "Phone"
(telefoon) op de menubalk slepen en neer-
zetten automatisch in het pictogram Ap-
ple CarPlay. Apple CarPlay start, maar als
dit niet het geval is, raadpleeg dan de
aanvulling op het instructieboekje van
Uconnect voor de procedure om de func-
tie "AutoShow" te activeren. U kunt ook
het pictogram Apple CarPlay aanraken op
het aanraakscherm om te starten.Zodra CarPlay is gestart en draait op uw
Uconnect-systeem, kunnen de volgende
functies worden gebruikt met behulp van het
gegevensabonnement van uw iPhone:
• Phone (telefoon)
• Music (muziek)
• Messages (berichten)
• Maps (kaarten)
OPMERKING:
Voor het gebruik van CarPlay moeten de mo-
biele gegevens zijn ingeschakeld en moet u
zich in een gebied bevinden met netwerkdek-
king. Uw gegevens en de netwerkdekking
worden weergegeven aan de linkerkant van
het radioscherm.OPMERKING:
Vereist een compatibele iPhone. Raadpleeg
een dealer voor de compatibiliteit van tele-
foons. Tarieven van mobiel data-abonnement
zijn van toepassing. De gebruikersinterface in
de auto is een product van Apple. Apple
CarPlay is een handelsmerk van Apple Inc.
iPhone is een handelsmerk van Apple Inc.,
geregistreerd in de Verenigde Staten en an-
dere landen. De gebruiksvoorwaarden en het
privacybeleid van Apple zijn van toepassing.
CarPlay
Gegevens en netwerkdekking CarPlay
339
INSTELLINGEN VAN
UCONNECT
Het Uconnect systeem geeft u via scherm-
toetsen toegang tot instellingen voor door de
klant programmeerbare functies, zoals Dis-
play (scherm), Units (eenheden), Voice
(spraakbediening), Clock (klok), Safety & Dri-
ving Assistance (veiligheid en rijhulp), Lights
(verlichting), Doors & Locks (portieren en
sloten), Auto-On Comfort (comfort automa-
tisch aan), Engine Off Options (opties voor
uitgeschakelde motor), Audio, Phone/
Bluetooth (telefoon/Bluetooth), Restore Set-
tings (instellingen herstellen), Clear Personal
Data (persoonlijke gegevens wissen) en Sys-
tem Information (systeeminformatie).
Druk op de schermtoets SETTINGS (instellin-
gen) (Uconnect 3 met 5-inch display en
Uconnect 4 met 7-inch display), of druk op
de schermtoets "Apps" (Uconnect 4C/4C NAV
met 8,4-inch display) onderaan in het aan-raakscherm en druk vervolgens op de
schermtoets "Settings" (instellingen) om het
scherm Settings (instellingen) te openen. Om
een instelling te selecteren, bladert u om-
hoog of omlaag tot de gewenste instelling
wordt gemarkeerd en drukt u op deze instel-
ling totdat naast de instelling een vinkje
verschijnt, waarmee wordt aangegeven dat de
instelling is geselecteerd. De volgende
functie-instellingen zijn beschikbaar:
• Language (taal) • Auto-On Comfort &
Remote Start (com-
fort automatisch
aan en starten op af-
stand) — indien
aanwezig
• Display (scherm) • Engine Off Options
(opties voor uitge-
schakelde motor)
• Units (eenheden) • Audio
• Voice (spraakbedie-
ning)• Radio Setup (radio-
instellingen)• Clock or Time & Date
(klok of tijd en da-
tum)• Phone/Bluetooth
(telefoon/Bluetooth)
• Safety & Driving As-
sistance (veiligheid
en rijhulp)• Restore Settings (in-
stellingen herstel-
len)
• Brakes (remmen) • Clear Personal Data
(persoonlijke gege-
vens wissen)
• Lights (verlichting) • System Information
(systeeminformatie)
• Doors & Locks (por-
tieren en sloten)
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
MULTIMEDIA
342
Media
Uconnect biedt aansluitmogelijkheden via
USB, Bluetooth en AUX-poorten (indien aan-
wezig). Spraakbediening is alleen beschik-
baar voor aangesloten USB- en AUX-
apparaten. (De cd-speler met
afstandsbediening is optioneel en niet be-
schikbaar bij alle auto's.)
Druk op de toets VR
. Zeg na de pieptoon
een van de volgende commando's en volg de
aanwijzingen om uw mediabron te wisselen of
een artiest te kiezen.
•"Change source toBluetooth" (wijzig bron in
Bluetooth)
•"Change Source toAUX" (wijzig bron in AUX)
•"Change source toUSB" (wijzig bron in
USB)
•"Play artistBeethoven" (speel artiest Beet-
hoven); "Play albumGreatest Hits" (speel
album Greatest Hits); "Play songMoonlight
Sonata" (speel nummer Moonlight Sonata);
"Play genreClassical" (speel genre klassiek)TIP:Kies de schermtoets "Browse" (blade-
ren) om alle muziek op uw USB-apparaat te
bekijken. Uw spraakcommando moetexact
overeenkomen met hoe de artiest, het album,
het nummer en het genre worden weergege-
ven.
Phone (telefoon)
Handsfree oproepen beginnen en beantwoor-
den is gemakkelijk met Uconnect. Wanneer
de schermtoets Phonebook (telefoonboek)
oplicht, is uw systeem gereed. Raadpleeg
www.driveuconnect.eu of neem contact op
met een geautoriseerde dealer voor instruc-
ties met betrekking tot compatibiliteit en het
koppelen van mobiele telefoons.
Druk op de toets VR
of de toets Phone
(telefoon)
. Geef na de pieptoon een van
de volgende spraakcommando's:
•"CallJohn Smith" (bel John Smith)
Uconnect 3 Media
Uconnect 4 Media
Uconnect 4C/4C NAV Media
363
Apple CarPlay — indien aanwezig
OPMERKING:
De beschikbaarheid van de functie hangt af
van uw provider en de fabrikant van uw mo-
biele telefoon. Sommige functies van Apple
CarPlay zijn mogelijk niet beschikbaar in elke
regio en/of taal.
Met Apple CarPlay kunt u uw stem laten com-
municeren met Siri middels het spraakherken-
ningssysteem van uw voertuig en kunt u het
gegevensabonnement van uw smartphone ge-
bruiken om uw iPhone en een aantal van de apps
daarvan op uw Uconnect aanraakscherm weer te
geven. Sluit met behulp van de met uw telefoon
meegeleverde Lightning-kabel uw iPhone 5 of
hoger aan op één van de USB-poorten en druk
op het nieuwe pictogram CarPlay dat uw picto-
gram "Phone" (telefoon) vervangt in de hoofdme-
nubalk om te beginnen met Apple CarPlay. Houd
de VR-toets op het stuur ingedrukt of houd de
toets "Home" binnen Apple CarPlay ingedrukt
om Siri, dat natuurlijke spraakbediening her-
kent, te activeren om een lijst van uw iPhone-
functies te gebruiken:
• Phone (telefoon)
• Music (muziek)• Messages (berichten)
• Maps (kaarten)
• Additional Apps (extra apps)Raadpleeg de aanvulling op het instructie-
boekje van Uconnect voor meer informatie.
OPMERKING:
Vereist een compatibele iPhone. Raadpleeg
een dealer voor de compatibiliteit van tele-
foons. Tarieven van mobiel data-abonnement
zijn van toepassing. De gebruikersinterface in
de auto is een product van Apple. Apple
CarPlay is een handelsmerk van Apple Inc.
iPhone is een handelsmerk van Apple Inc.,
geregistreerd in de Verenigde Staten en an-
dere landen. De gebruiksvoorwaarden en het
privacybeleid van Apple zijn van toepassing.
Meer informatie
© 2018 FCA. Alle rechten voorbehouden.
Mopar en Uconnect zijn gedeponeerde han-
delsmerken en Mopar Owner Connect is een
handelsmerk van FCA. Android is een han-
delsmerk van Google Inc.
Apple CarPlay op 7-inch display
Apple CarPlay op 8,4-inch display
369
Koelsysteem,
dop ....................276
inhoud koelvloeistofreservoir.....306
keuze van de koelvloeistof
(antivries).............306, 308
koelvloeistofpeil.............276
radiateurdop...............276
Koelvloeistofdop (radiateurdop).....276
Koolstofmonoxide, waarschuwing .152, 303
Koplampen...................36
Koplampen,
automatisch................38
grootlichtschakelaar/
dimlichtschakelaar.........36, 37
lichtsignaal..............36, 38
lichtverklikker............36, 39
schakelaar.................36
uitschakelvertraging.........36, 38
verstellen..................40
vertraging..................38
Krik, gebruik..........228, 230, 279
Laden van het voertuig...........281
Lampen....................155
Lampen, verlichting.............155
Lampen vervangen.............213
Lampje cruisecontrol.....80, 81, 82, 83Lampje Motor controleren
(storingslampje)..............84
Lampje open portier...........71, 72
Lane Change Assist..............36
LaneSense..................196
Lekke band vervangen........228, 279
Lekken, vloeistof..............155
Levensduur van banden..........283
Lichtsignaal................36, 38
Lights (Verlichting).............155
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht . . .207
Maximaal toelaatbare asbelasting. . . .207
Menu slepen en neerzetten........322
Mini-boordcomputer.............69
Mistlampen.............36, 39, 79
Mopar-accessoires..............312
Motor....................
.267
Motor,
aanbevelingen voor inrijden......160
keuze van de motorolie.........306
koeling..................276
koelvloeistof (antivries).........308
olie.................306, 308
oliepeil controleren...........271
olievuldop................267
oververhitting..............246starten..................156
starten met startkabels.........243
waarschuwing uitlaatgassen . .152, 303
Motorkapontgrendeling............58
Motorkapsteun.................58
Motorolie,
aanbevelingen..............306
controleren................271
filter....................308
peilstok..................271
viscositeit.................306
vulhoeveelheid..............306
waarschuwingslampje oliedruk.....72
Multifunctionele bedieningshendel....36
Navigatie...................344
Neerklapbare rugleuningdelen.......27
Neerklapbare stoelen.............27
Noodgevallen,
opkrikken.............228, 279
sleepogen.................251
slepen...................249
starten met startkabels.........243
waarschuwingsknipperlichten.....213
Octaangetal, benzine (brandstof) .300, 308
Olie, motor..................308
INDEX
390