Page 177 of 280

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (1.4 Turbo MultiAir- en 2.4
Tigershark-versies)
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op
spanning brengen. Vervaldatum/toestand lading snelle
bandenreparatiekit controleren (waar aanwezig)●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren.●●●●●●●●●●
De vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (§)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●●●●●
Gebruik de diagnosestekker om de werking van het
motormanagementsysteem en de emissie te controleren;
en voor bepaalde versies/markten, de verslechtering van
de motorolie●●●●●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem en rubber
elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)●●●●●
Stand/conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/
achter controleren●●●●●
(§) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
175
Page 178 of 280

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren
en zo nodig de sproeiers afstellen●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor
visueel controleren en de werking van
remblokslijtagesensor controleren●●●●●●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen achter
visueel controleren en de werking van
remblokslijtagesensor controleren●●●●●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren●
Spanning van aandrijfriem(en) hulporganen controleren
(versies zonder automatische riemspanner) (of elke 2 jaar)●●
Conditie getande distributieriem visueel controleren●
Oliepeil van de krachtoverbrenging verdeelbak (PTU)
controleren●●
Oliepeil van het achterdifferentieel controleren●●
Controleer het oliepeil van de versnellingsbak met dubbele
koppeling en vul het eventueel bij. (1)●●
(1) Jaarlijks uit te voeren controle voor auto's in landen met zeer strenge klimaten (koude landen).
176
ONDERHOUD EN ZORG
Page 179 of 280

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
De motorolie verversen en het oliefilter vervangen (1.4
Turbo MultiAir-versies) (2) (O) (●)O●O●O●O●O●
De motorolie en het oliefilter vervangen (2.4 Tigershark-
versies - waar aanwezig)(3)●●●●●●●●●●
Bougies vervangen (1.4 Turbo MultiAir-versies) (4)●●●●●
Bougies vervangen (2.4 Tigershark-versies - waar
aanwezig)●●●
(2) Als het voertuig jaarlijks minder dan 10.000 km rijdt, moeten de motorolie en het filter elk jaar vervangen worden.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden (3) De motorolie en het oliefilter moeten vervangen worden als het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden of in ieder geval elk jaar.
(4) Voor 1.4 Turbo MultiAir versies zijn de volgende zaken zijn van vitaal belang om de correcte werking te verzekeren en om ernstige schade aan de motorte
voorkomen: gebruik uitsluitend bougies die speciaal gecertificeerd zijn voor deze motoren; alle bougies moeten van hetzelfde type en merk zijn (ziede paragraaf
“Motor” in het hoofdstuk “Technische gegevens”); houd u zich strikt aan de vervangingsintervallen van de bougies die vermeld zijn in het Geprogrammeerde
Onderhoudsschema. Het wordt aanbevolen contact op te nemen met het Fiat Servicenetwerk om de bougies te laten vervangen.
177
Page 180 of 280

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(5)
De getande distributieriem vervangen(5)
Remvloeistof verversen(6)
Het luchtfilterelement vervangen (7)●●●●●
Interieurfilter vervangen (7) (O) (●)O●O●O●O●O●
(5) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstand van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand moet de riem om de 6 jaar
vervangen worden. In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstandigheden (koude klimaten, gebruik in de stad, periodes van
langdurig stationair lopen): wordt een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand, moet de riem om de 4 jaar vervangen
worden.
(6) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
(7) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden
178
ONDERHOUD EN ZORG
Page 181 of 280

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (1.6 E.torQ versies)
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op
spanning brengen. Vervaldatum/toestand lading snelle
bandenreparatiekit controleren (waar aanwezig)●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren.●●●●●●●●●●
De vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (1)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●●●●●
Gebruik de diagnosestekker om de werking van het
motormanagementsysteem en de emissie te controleren;
en voor bepaalde versies/markten, de verslechtering van
de motorolie●●●●●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem en rubber
elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)●●●●●
Stand/conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/
achter controleren●●●●●
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
179
Page 182 of 280

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren
en zo nodig de sproeiers afstellen●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor
visueel controleren en de werking van
remblokslijtagesensor controleren●●●●●●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen achter
visueel controleren en de werking van
remblokslijtagesensor controleren●●●●●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren●●●●●●●●●●
De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen
(versies zonder automatische riemspanner)●●●●●●●●●●
Motorolie verversen en oliefilter vervangen●●●●●●●●●●
Bougies vervangen●●●●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen●
Het luchtfilterelement vervangen (2)●●●●●
Remvloeistof verversen(3)
(2) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
(3) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
180
ONDERHOUD EN ZORG
Page 183 of 280
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Interieurfilter vervangen (2) (O) (●)O●O●O●O●O●
(2) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden
181
Page 184 of 280

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (Dieselversies)
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/6 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren 12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op
spanning brengen. Vervaldatum/toestand lading snelle
bandenreparatiekit controleren (waar aanwezig)●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren.●●●●●●●●●●
De vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (1)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●●●●●
De diagnosestekker gebruiken om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de
emissie te controleren; en voor bepaalde versies/markten,
de verslechtering van de motorolie●●●●●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem en rubber
elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)●●●●●
Stand/conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/
achter controleren●●●●●
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
182
ONDERHOUD EN ZORG