Page 97 of 280

❒vervang de gordels na een ongeval,
ook al lijken ze niet beschadigd.
Vervang de gordels ook steeds als de
gordelspanners werden geactiveerd;
❒gebruik water en neutrale zeep
om de gordels met de hand te wassen.
Spoel de gordels en laat ze in de
schaduw drogen. Gebruik nooit
agressieve, blekende of kleurende
middelen of andere chemische stoffen
die het weefsel van de gordel kunnen
aantasten;
❒zorg dat er geen vocht in de
oprolautomaat komt: de goede werking
ervan is alleen gegarandeerd als ze
droog blijven;
❒vervang de gordels als ze sporen van
slijtage of beschadiging vertonen.
BELANGRIJK
72)De gordelspanner kan slechts één
maal gebruikt worden. Neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk om de
gordelspanner te laten vervangen nadat
deze in werking is getreden.
73)Het verwijderen van of op andere wijze
knoeien aan de onderdelen van de
veiligheidsgordel en gordelspanner is strikt
verboden. Werkzaamheden aan deze
onderdelen moeten worden uitgevoerd
door gekwalificeerd en bevoegd personeel.
Neem altijd contact op met het Fiat
Servicenetwerk.74)Voor maximale veiligheid moet de
rugleuning rechtop gezet worden, moet
men goed tegen de rugleuning aanzitten en
moet de gordel goed aansluiten op de
borst en het bekken. Draag altijd
veiligheidsgordels, zowel voor- als achterin!
Rijden zonder veiligheidsgordels doet bij
een ongeval het risico op ernstige
verwondingen toenemen en kan zelfs de
dood tot gevolg hebben.
75)Nadat een gordel aan een zware
belasting is blootgesteld (bijvoorbeeld bij
een ongeval), moet de gordel compleet
met de verankeringen,
bevestigingsschroeven en de
gordelspanner worden vervangen. Ook als
er geen zichtbare schade is, kan de gordel
toch verzwakt zijn.
BELANGRIJK
30)Werkzaamheden die leiden tot stoten,
trillingen of plaatselijke verhitting in de zone
rondom de gordelspanners (meer dan
100°C gedurende ten hoogste zes uur)
kunnen de gordelspanners beschadigen of
in werking doen treden. Neem contact
op met het Fiat Servicenetwerk voor
eventuele werkzaamheden aan deze
componenten.
KINDERZITJES
VEILIG KINDEREN
VERVOEREN
76) 77) 78) 79)
Om een optimale bescherming bij een
ongeval te kunnen garanderen, moeten
alle inzittenden zitten en gebruik maken
van goedgekeurde
beveiligingssystemen, ook
pasgeborenen en kinderen!
Dit is een wettelijke verplichting in alle
EU-landen, conform de Europese
richtlijn 2003/20/EC.
Kinderen met een lengte van minder
dan 1,50 meter en tot de leeftijd van 12
jaar moeten beschermd worden door
geschikte kinderzitjes en moeten op de
achterbank zitten.
Statistieken over ongevallen tonen aan
dat de achterbank een betere
bescherming biedt voor kinderen.
Vergeleken met een volwassene, is het
hoofd van kleine kinderen in verhouding
tot de rest van het lichaam groter en
zwaarder, maar de spieren en de
botstructuur van kinderen zijn nog niet
volledig ontwikkeld. Daarom zijn
correcte beveiligingssystemen, naast
veiligheidsgordels voor volwassenen,
noodzakelijk om het gevaar van letsel in
geval van een aanrijding, remmen of
plotselinge manoeuvres, zo veel
mogelijk te beperken.
95
Page 98 of 280

Kinderen moeten veilig en comfortabel
op hun zitplaats blijven. Afhankelijk
van de eigenschappen van de
gebruikte kinderzitjes, wordt
geadviseerd om kinderzitjes zo lang
mogelijk tegen de rijrichting in te
monteren (tot het kind minstens 3–4
jaar oud is), omdat die stand bij een
ongeval de meeste bescherming biedt.
De keuze van het meest geschikte
kinderzitje is afhankelijk van het gewicht
en de lengte van het kind. Er zijn
verschillende types kinderzitjes, die aan
het voertuig bevestigd kunnen worden
met behulp van de veiligheidsgordels of
met de ISOFIX/i-Size
bevestigingspunten.
Het wordt geadviseerd altijd het voor
het kind meest geschikte kinderzitje te
kiezen; raadpleeg daarom altijd de
Gebruiksaanwijzing die bij het
kinderzitje geleverd is, om er zeker van
te zijn dat dit het juiste type is voor
de kinderen waarvoor het is bedoeld.
In Europa vallen de eigenschappen van
kinderzitjes onder de norm ECE-R44,
die ze in vijf gewichtsgroepen indeelt:
Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep Gewichtsgroep
Groep 2 15-25 kg
Groep 3 22-36 kg
De ECE-R44 norm werd recent
aangevuld met de ECE R-129 norm,
waarin de eigenschappen van de
nieuwe i-Size kinderzitjes gedefinieerd
zijn (zie de paragraaf "Geschiktheid van
passagiersstoelen voor gebruik van
i-Size kinderzitje" voor nadere
informatie).
Alle beveiligingssystemen moeten
voorzien zijn van de
typegoedkeuringsgegevens en het
keurmerk op een label dat stevig
bevestigd moet zijn op het kinderzitje
en dat absoluut niet verwijderd mag
worden.
In het Lineaccessori MOPAR
®
assortiment zijn kinderzitjes voor elke
gewichtsgroep opgenomen. Deze
kinderzitjes worden aanbevolen,
aangezien ze speciaal voor Fiat
voertuigen ontworpen zijn.
KINDERZITJE MONTEREN
MET DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De Universele kinderzitjes die
gemonteerd worden met de
veiligheidsgordels zijn alleen
goedgekeurd op basis van de ECE R44
norm en zijn ingedeeld in verschillende
gewichtsgroepen.
80) 81) 82) 83)
BELANGRIJK De afbeeldingen zijn
indicatief en dienen slechts ter illustratie
van de montage. Monteer het
kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten
zijn.
Groep0en0+
Baby's tot 13 kg moeten in kinderzitjes
worden vervoerd die achterstevoren
zijn geplaatst, zoals afgebeeld in fig. 74,
waarbij het achterhoofd wordt
gesteund en bij plotseling remmen de
nek niet wordt belast.
Het kinderzitje wordt op zijn plaats
gehouden door de veiligheidsgordels
van het voertuig, zoals afgebeeld in fig.
74 en moet het kind beschermen
met de eigen gordels.
96
VEILIGHEID
Page 99 of 280
Groep 1
Kinderen met een gewicht van 9 tot 18
kg mogen in een in de rijrichting
gemonteerd kinderzitje vervoerd
worden fig. 75.
Groep 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en
25 kg mogen rechtstreeks de
veiligheidsgordels van het voertuig
gebruiken fig. 76.Het kinderzitje is in dit geval nodig om
het kind correct ten opzichte van de
gordels te plaatsen, zodat het
diagonale gordelgedeelte schuin over
de borst en nooit langs de nek ligt; het
onderste gordelgedeelte moet over
het bekken en niet over de buik liggen.
Groep 3
Voor kinderen met een gewicht tussen
22 en 36 kg bestaan er geschikte
beveiligingssystemen om de
veiligheidsgordel correct te kunnen
omleggen.
In de fig. 77 afbeelding is de juiste
plaatsing van het kinderzitje op
de achterstoel weergegeven.
Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de
veiligheidsgordels net zoals
volwassenen dragen.
74F1B0110C
75F1B0111C
76F1B0112C77F1B0113C
97
Page 100 of 280
GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN
UNIVERSELE KINDERZITJES
In overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/3/EG is de geschiktheid van elke passagiersstoel voor de montage van
universele kinderzitjes in de volgende tabel weergegeven:
“Universeel” kinderzitje monteren
Groep Gewichtsgroep VoorpassagierPassagier achterin in het
middenPassagiers achterin
aan de zijkanten
Groep 0, 0+ tot 13 kg U X U
Groep 1 9-18 kg U X U
Groep 2 15-25 kg U X U
Groep 3 22-36 kg U X U
X = Ongeschikte zitplaats voor kinderen in deze gewichtscategorie.
U = Geschikt voor "Universele" kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven "Groepen".
98
VEILIGHEID
Page 101 of 280

ISOFIX-KINDERZITJE
MONTEREN
84) 85) 86) 87) 88)
De buitenste achterstoelen van het
voertuig zijn uitgerust met ISOFIX-
bevestigingen, voor het snel, eenvoudig
en veilig bevestigen van kinderzitjes.
Met het ISOFIX-systeem kunnen
ISOFIX-kinderzitjes gemonteerd
worden, zonder het gebruik van de
veiligheidsgordels van het voertuig,
maar door het kinderzitje rechtstreeks
vast te maken aan de drie op het
voertuig aanwezige
bevestigingspunten.
ISOFIX kinderzitjes en conventionele
kinderzitjes kunnen in hetzelfde voertuig
op verschillende stoelen worden
gemonteerd.
Om een ISOFIX-kinderzitje te monteren,
de twee metalen verankeringen A fig.
78 vastmaken die tussen de rugleuning
en de zitting van de achterstoel zitten,
daarna de bovenste gordel (geleverd bij
het kinderzitje) vastmaken aan het
speciale bevestigingspunt B fig. 79 dat
zich onderaan achter de rugleuning
bevindt.
fig. 80 een voorbeeld van een
Universeel ISOFIX-kinderzitje voor
gewichtsgroep 1.BELANGRIJK De fig. 80 is indicatief en
dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen, die
bijgesloten moeten zijn.
78F1B0114C
79F1B0115C80F1B0116C
81F1B0117C
99
Page 102 of 280
OPMERKING Wanneer een Universeel
ISOFIX-kinderzitje wordt gebruikt,
kunnen alleen ECE R44 "ISOFIX
Universal” (R44/03 of latere updates)
typegoedgekeurde kinderzitjes gebruikt
worden (zie fig. 81). Voor andere
gewichtsgroepen zijn specifieke
ISOFIX-kinderzitjes voorzien, die alleen
gebruikt kunnen worden als ze speciaal
voor dit voertuig zijn getest (zie
overzicht voertuigen met bijbehorend
kinderzitje).
100
VEILIGHEID
Page 103 of 280
GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSSTOELEN VOOR GEBRUIK VAN ISOFIX
KINDERZITJE
ISOFIX PLAATSEN IN HET VOERTUIG
Gewichtscategorieën Maatcategorie Kinderzitje VoorpassagierPassagiers
achterin aan de
zijkantenPassagier achterin
in het midden
Groep 0 tot 10 kg E ISO/R1XILX
Groep 0+ tot 13 kgE ISO/R1
XILX
D ISO/R2XILX
C ISO/R3X IL (*) X
Groep 1 (van 9 tot 18
kg)D ISO/R2
XILX
C ISO/R3X IL (*) X
B ISO/F2X IUF-IL X
B1 ISO/F2XX IUF-IL X
A ISO/F3X IUF-IL X
X ISOFIX-plaats niet geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes in deze gewichts- en/of maatcategorie.
IL Geschikt voor ISOFIX kinderzitjes van de categorieën "Specifiek voor het voertuig", "Beperkt", of "Semi-universeel", goedgekeurd voor dit typevoertuig.
IL (*) Het ISOFIX-kinderzitje kan worden gemonteerd door de voorstoel te verstellen.
IUF Geschikt voor in de rijrichting geplaatste ISOFIX kinderzitjes in de Universele categorie en typegoedgekeurd voor gebruik voor de gewichtsgroep.
101
Page 104 of 280

GESCHIKTHEID VAN
PASSAGIERSSTOELEN
VOOR GEBRUIK VAN
i-Size KINDERZITJE
De buitenste achterstoelen van het
voertuig zijn typegoedgekeurd voor de
geavanceerde i-Size kinderzitjes.
Deze kinderzitjes, gefabriceerd en
typegoedgekeurd volgens de norm
i-Size (ECE R129), garanderen betere
veiligheidsomstandigheden voor het
vervoer van kinderen aan boord van
een voertuig:
❒het kind moet in een tegen de
rijrichting in gemonteerd zitje vervoerd
worden tot de leeftijd van 15 maanden;
❒bescherming door het kinderzitje is
verbeterd in het geval van een
flankbotsing;
❒het gebruik van ISOFIX-systeem
wordt aanbevolen, om een onjuiste
montage van het kinderzitje te
voorkomen;
❒efficiëntie in de keuze voor het
kinderzitje, niet meer op basis van
gewicht maar op de lengte van het
kind, is verbeterd;❒compatibiliteit tussen voertuigstoelen
en kinderzitjes is beter: de i-Size-
kinderzitjes kunnen beschouwd worden
als "Super ISOFIX", dit betekent dat
ze uitstekend gemonteerd kunnen
worden in de typegoedgekeurde
i-Size-stoelen, maar ook gemonteerd
kunnen worden op de ISOFIX (ECE
R44) typegoedgekeurde stoelen.
OPMERKING De i-Size-
typegoedgekeurde voertuigstoelen zijn
gemarkeerd met het symbool afgebeeld
in fig. 82.
82F1B0124C
102
VEILIGHEID