Page 9 of 280
Page 10 of 280
Page 11 of 280

WEGWIJS IN UW AUTO
Grondige kennis van uw nieuwe
voertuig begint hier.
In dit boekje is op eenvoudige en
rechtstreekse wijze beschreven hoe uw
voertuig gemaakt is en hoe het werkt.
Daarom adviseren u het comfortabel
zittend in uw voertuig te lezen, dan kunt
u met eigen ogen onmiddellijk zien
wat hier beschreven is.DASHBOARD ................................. 10
DE SLEUTELS ................................ 11
STARTINRICHTING ......................... 12
FIAT CODE...................................... 14
ALARM ........................................... 15
PORTIEREN .................................... 16
STOELEN........................................ 19
HOOFDSTEUNEN ........................... 22
STUURWIEL ................................... 23
ACHTERUITKIJKSPIEGELS ............ 24
BUITENVERLICHTING .................... 25
INTERIEURVERLICHTING ............... 29
RUITENWISSERS/
KLIMAATREGELING........................ 34
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ..... 38
ELEKTRISCH SCHUIFDAK.............. 39
MOTORKAP.................................... 41
BAGAGERUIMTE ............................ 42
9
ACHTERRUITWISSER.................... 30
Page 12 of 280

DASHBOARD
1. Verstelbare luchtroosters aan de zijkant 2. Linker hendel: richtingaanwijzers, grootlicht, grootlichtsignaal, rijbaanwisselfunctie
3. Instrumentenpaneel 4. Bedieningselementen op het stuurwiel: Cruise-Control, Snelheidsbegrenzer 5. Rechter hendel: ruitenwisser/-sproeier,
achterruitwisser/-sproeier, instelling gevoeligheid regensensor 6. Display: radio /Uconnect™7. Start&Stop, Alarmknipperlichten, leds status
passagiersairbag 8. Gekoeld opbergvak boven 9. Frontairbag passagierszijde 10. Verstelbare middelste luchtroosters 11. Onderste dashboardkastje
12. Bediening klimaatregeling 13. Knoppen op de tunnelconsole: stoelverwarming, stuurwielverwarming, bedieningspaneel voor USB-poort +
AUX-aansluiting en SD-kaartlezer (waar aanwezig) 14. Knie-airbag 15. Startinrichting (sleutel of knop) 16. Frontairbag bestuurderszijde
17. Bedieningselementen op het stuurwiel: menu display, tripcomputer, multimedia, telefoon, spraakherkenning 18. Bedieningspaneel:
lichtschakelaar, hoogteregeling koplampen.
1211
2F1B0321C
10
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 13 of 280

DE SLEUTELS
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
1)
1)
Met de metalen baard A fig. 3 kunnen
de volgende sloten bediend worden:
❒het contactslot;
❒het slot van het bestuurdersportier.
Druk op knop B om de metalen baard
in/uit te klappen.
1)
ELEKTRONISCHE
SLEUTEL
(versies met "Keyless Go" systeem)
Bij versies uitgerust met "Keyless Go"
systeem, heeft het voertuig een
elektronische sleutelfig. 4, waarvan
twee exemplaren worden geleverd.
Portier en bagageruimte
vergrendelen
Druk kort op de knopof "FIAT":
vergrendeling van de portieren en de
bagageruimte met plafondverlichting uit
en eenmaal knipperen van de
richtingaanwijzers (indien aanwezig).
Druk tweemaal kort op de knop
om
de bagageruimte op afstand te openen
(waar aanwezig).
De richtingaanwijzers knipperen twee
maal om aan te geven dat de
achterklep geopend is.
Inschakeling verlichting (voor
sleutel met afstandsbediening)
Druk op knopom het stadslicht
en de koplampen op afstand in te
schakelen, gedurende maximaal 90
seconden.
Druk nogmaals op knop
om de
eerder ingeschakelde lichten uit te
schakelen (als de parkeerlichtfunctie al
was ingeschakeld dan blijft dat zo).
Als, na verloop van 90 seconden, knop
wordt ingedrukt, blijven de
koplampen en de stadslichten nog 30
seconden langer branden.
VERZOEK OM EXTRA
SLEUTELS
Als een nieuwe sleutel met
afstandsbediening of een nieuwe
elektronische sleutel nodig is, ga dan
naar een Fiat Servicepunt en neem een
identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van het
voertuig mee.
BELANGRIJK
1)Druk knop B alleen in wanneer de sleutel
ver genoeg van het lichaam (vooral de
ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kleding) is
verwijderd. Laat de sleutel niet onbeheerd
achter, om te voorkomen dat mensen,
met name kinderen, per ongeluk op de
knop drukken.
3F1B0007C
4F1B0008C
11
Page 14 of 280

BELANGRIJK
1)De elektronische onderdelen in de
sleutels kunnen beschadigen als de sleutel
aan sterke schokken wordt blootgesteld.
Om een correcte werking van de
inwendige elektronische componenten te
garanderen, mag de sleutel nooit aan
direct zonlicht blootgesteld worden.
BELANGRIJK
1)Gebruikte batterijen kunnen schadelijk
zijn voor het milieu als ze niet op de juiste
wijze als afval verwerkt worden. Ze moeten
overeenkomstig de wet in speciale bakken
gedeponeerd worden. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Fiat
Servicenetwerk dat voor hun verwerking
zal zorgen.
STARTINRICHTING
Versies met sleutel zonder
afstandsbediening
De sleutel kan naar 3 standen worden
gedraaid fig. 5:
❒STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden, stuur geblokkeerd
(met sleutel verwijderd). Sommige
elektrische apparaten (bijv. centrale
portiervergrendeling, alarm enz.)
kunnen blijven werken;
❒MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten.
2) 3)
Versies met elektronische sleutel
(Keyless Go-systeem)
Om de startinrichting fig. 6 te activeren
moet de elektronische sleutel zich in het
interieur bevinden.
De startinrichting wordt ook geactiveerd
als de elektronische sleutel zich in de
bagageruimte of op de hoedenplank
bevindt.
De startinrichting kan in de volgende
standen staan:
❒STOP: motor uit, stuur geblokkeerd.
Sommige elektrische apparaten (bijv.
centrale portiervergrendeling, alarm
enz.) kunnen blijven werken;
5F1B0013C
6F1B0014C
12
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 15 of 280

❒MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken.
Deze toestand kan verkregen worden
door éénmaal op de startknop te
drukken, zonder het rempedaal (versies
met automatische versnellingsbak) of
het koppelingspedaal (versies met
handgeschakelde versnellingsbak) in te
trappen;
❒AVV: motor starten.
OPMERKING De startinrichting wordt
NIET ingeschakeld als de elektronische
sleutel zich in de bagageruimte bevindt
en de achterklep open staat.
OPMERKING Met de startinrichting op
MAR, zal deze, als het voertuig 30
minuten stilstaat (versies met
handgeschakelde versnellingsbak) of
met de versnellingspook in P (Parkeren)
(versies met automatische
versnellingsbak) en de motor uit,
automatisch naar de stand STOP gaan.
OPMERKING Wanneer de motor
gestart is, is het mogelijk weg te lopen
van het voertuig en de elektronische
sleutel mee te nemen. De motor zal
blijven lopen. Het voertuig zal aangeven
dat de sleutel niet aan boord is van
het voertuig, wanneer het portier wordt
gesloten.
Zie voor meer informatie over het
starten van de motor de beschrijving in
de paragraaf "Motor starten" in het
hoofdstuk "Starten en rijden".
4) 5)
STUURSLOT
Inschakelen
Versies met sleutel zonder
afstandsbediening: wanneer de
startinrichting op STOP staat, de sleutel
verwijderen en het stuurwiel verdraaien
tot het vergrendelt.
BELANGRIJK Als de contactsleutel van
de stand MAR naar de stand STOP is
gedraaid, kan het stuurslot niet
ingeschakeld worden tot de sleutel uit
het contactslot is verwijderd.
Versies met elektronische sleutel: het
stuurslot wordt ingeschakeld wanneer
het bestuurdersportier wordt geopend,
met de knop van de startinrichting op
STOP en een snelheid van minder
dan 3 km/h.
Uitschakelen
Versies met sleutel zonder
afstandsbediening: het stuurwiel
enigszins draaien, de sleutel in de stand
MAR zetten.
Versies met elektronische sleutel: het
stuurslot wordt ontgrendeld wanneer
de startknop wordt ingedrukt en de
elektronische sleutel herkend wordt.
6) 7)
BELANGRIJK
2)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), laat het
dan zo snel mogelijk door het Fiat
Servicenetwerk controleren.
3)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt verlaten, om
onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen vanwege inzittenden
te voorkomen. Vergeet niet de elektrische
parkeerrem in te schakelen. Laat kinderen
nooit zonder toezicht in het voertuig achter.
4)Het is ten strengste verboden om
aftermarket-werkzaamheden uit te voeren
waarbij wijzigingen aan de stuurinrichting of
de stuurkolom betrokken zijn (bijv.:
installatie van een alarmsysteem). Zulke
werkzaamheden kunnen de prestaties van
het systeem, de garantie en de veiligheid
in gevaar brengen waardoor het voertuig
niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.
5)Verwijder de sleutel zonder
afstandsbediening nooit terwijl het voertuig
rijdt. Het stuurwiel zal automatisch
vergrendeld worden zodra eraan gedraaid
wordt. Dit is ook van toepassing wanneer
het voertuig wordt gesleept.
13
Page 16 of 280

6)Alvorens het voertuig te verlaten ALTIJD
de parkeerrem inschakelen, de wielen
draaien, de eerste versnelling inschakelen
bij een helling omhoog en de
achteruitversnelling bij een helling omlaag.
Zet de versnellingspook, bij versies met
automatische versnellingsbak, in P
(Parkeren) en druk op de startinrichting om
deze op STOP te zetten. Als het voertuig
op een steile helling wordt geparkeerd,
blokkeer de wielen dan met of wiggen of
stenen. Wanneer het voertuig verlaten
wordt, altijd alle portieren vergrendelen met
de speciale knop op de handgreep (zie
"Keyless Entry" in de paragraaf
"Portieren").
7)Laat bij versies met Full Keyless-systeem
de elektronische sleutel niet in of in de
buurt van het voertuig achter of op een
plaats die toegankelijk is voor kinderen.
Laat het voertuig niet achter met de
startinrichting in de stand MAR. Een kind
zou de elektrische ruitbediening, andere
bedieningselementen kunnen gebruiken of
zelfs het voertuig kunnen starten.FIAT CODE
Het Fiat Codesysteem verhindert
ongeautoriseerd gebruik van het
voertuig, door het starten van de motor
onmogelijk te maken.
Het systeem hoeft niet te worden
in-/uitgeschakeld: de werking is
automatisch, onafhankelijk van het feit
of de portieren van het voertuig al
dan niet zijn vergrendeld.
Wanneer de startinrichting op MAR
wordt gezet, identificeert het Fiat
Codesysteem de code die door de
sleutel wordt verzonden. Als de code
herkend wordt als geldig, maakt het
Fiat Codesysteem het starten van
de motor mogelijk.
Wanneer de startinrichting weer naar
STOP wordt gezet, schakelt het Fiat
Codesysteem de motorregeleenheid
uit, zodat de motor niet gestart kan
worden.
Zie voor de correcte procedures om de
motor te starten, de aanwijzingen in
de paragraaf "De motor starten" in het
hoofdstuk "Starten en rijden".
ONREGELMATIGE WERKING
Als de code van de sleutel, tijdens het
starten, niet correct herkend wordt,
wordt het pictogram
op het
instrumentenpaneel weergegeven (zie
de aanwijzingen in paragraaf "Lampjes
en berichten" in hoofdstuk
"Kennismaking met het
instrumentenpaneel"). Deze
omstandigheid leidt er toe dat de motor
na 2 seconden wordt uitgeschakeld.
Zet in dat geval de startinrichting op
STOP en daarna op MAR; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer het dan
met de andere bijgeleverde sleutels.
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk als de motor nog
steeds niet gestart kan worden.
Als het
pictogram tijdens het rijden
wordt weergegeven, betekent dit dat
het systeem een zelfdiagnose uitvoert
(bijv. bij een spanningsval). Neem,
als het probleem aanhoudt, contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
14
WEGWIJS IN UW AUTO