Toets Functies Modus
Inschakeling/uitschakelingToets kort indrukken
Knop naar links/rechts draaien
Volumeregeling
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Toets kort indrukken
Display aan/uit Toets kort indrukken
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Toets kort indrukken
Instellingen Toets kort indrukken
BROWSELijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen Knop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Toets kort indrukken
APPSToegang tot de aanvullende functies (bv.: weergave tijd,
kompas, buitentemperatuur, Media/Radio en
Uconnect™LIVEservices (waar aanwezig)Toets kort indrukken
PHONEWeergave telefoongegevens Toets kort indrukken
TRIPToegang tot het TRIP menu Toets kort indrukken
NAVToegang tot het Navigatiemenu Toets kort indrukken
MEDIABronselectie: USB/iPod of AUX of
Bluetooth®, SD
(waar aanwezig)Toets kort indrukken
RADIOToegang tot de radio-modus Toets kort indrukken
(*) AlleenUconnect™5"Radio LIVE
(**) AlleenUconnect™5"Radio Nav LIVE
Het systeem maakt gebruik van de functie "touchscreen"; druk, om van de verschillende functies gebruik te maken, op de
weergegeven "grafische toetsen". Om de keuze te bevestigen, op de toets "OK" drukken. Om terug te keren naar het vorige
scherm, op de toets
(Wissen) drukken of, afhankelijk van het ingeschakelde scherm,/Gereed.
241
ENTER
(*)
(**)
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de
(ON/OFF)
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen.
USB/iPod BRON
Het voertuig is uitgerust met USB-
aansluiting en AUX-stopcontact
Sommige versies zijn uitgerust met een
SD-SDHC-kaartlezer waarmee kaarten
met SPI-technologie gelezen/beheerd
kunnen worden.
Bij sommige versies is ook een tweede
USB-poort aanwezig in het opbergvak
van de voorste armsteun.
RADIOMODUS
Nadat het gewenste radiostation is
gekozen, wordt de volgende informatie
op het display getoond:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
(preset) radiostations wordt
weergegeven; het station dat
momenteel beluisterd wordt, is
gemarkeerd.
In het midden: de naam van het
beluisterde radiostation en de toetsen
om het vorige of volgende radiostation
te kiezen, worden weergegeven.Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
❒"Browse": lijst van beschikbare
radiostations;
❒"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naar gelang
de geselecteerde golfband: AM, FM of
DAB);
❒"Afstem.": handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio's);
❒"Info": aanvullende informatie over de
beluisterde bron;
❒"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
AudiomenuVia het menu "Audio" kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
❒"Equalizer" (waar aanwezig);
❒"Balans/Fader" (om geluidbalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
❒"Volume naar snelheid"
(automatische snelheidsafhankelijke
volumeregeling);
❒"Loudness" (waar aanwezig);
❒"Radio Auto-On";
❒"Vertrag. uitsch. radio"
Druk op de toets
/Gereed om het
menu "Audio" af te sluiten.
MEDIA-MODUS
Audiobron selecteren
Druk op de toets "Bronselectie" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
AUX, USB / iPod, SD (waar aanwezig)
ofBluetooth®.
OpmerkingApplicaties die op
draagbare toestellen worden gebruikt,
zijn mogelijk niet compatibel met het
Uconnect™systeem.
Nummer kiezen
(Browse)
Bij ingeschakelde Media-modus,
knoppen
/kort indrukken om
het vorige/volgende muziekstuk af te
spelen of knoppen
/ingedrukt
houden om het muziekstuk snel
vooruit/achteruit te spoelen.
OpmerkingVoor talen met speciale
tekens (bijv. Grieks) die niet door het
systeem worden ondersteund, is het
toetsenbord niet beschikbaar. In deze
gevallen is bovenstaande functie
beperkt.
244
MULTIMEDIA
Een Bluetooth®
audioapparaat koppelen
Ga als volgt te werk om eenBlue-
tooth® audioapparaat te koppelen:
❒activeer deBluetooth® functie op
het apparaat;
❒Druk op de toets MEDIA op het
frontpaneel;
❒als de "Media" bron actief is, druk
dan op de toets "Bron";
❒selecteer deBluetooth® Mediabron;
❒druk op de toets "Toestel toev.";
❒zoekUconnect™op hetBlue-
tooth® audioapparaat (tijdens de kop-
pelingsfase verschijnt op het scherm de
voortgang van het proces);
❒voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
❒als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;❒een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets
PHONE op het frontpaneel
en door "Settings" te selecteren of,
vanuit het menu "Settings", "Telefoon
/Bluetooth" te selecteren.
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
TELEFOONMODUS
Telefoonmodus activeren
Druk op de toets PHONE op het
frontpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
Met de toetsen op het display kan men:
❒het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
❒de contacten in het telefoonboek van
de mobiele telefoon tonen en bellen;
❒de contacten uit de registers van
recente gesprekken tonen en bellen;
❒een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;❒gesprekken van het systeem naar de
mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
OPMERKING Raadpleeg de website
www.driveuconnect.eu voor de lijst met
compatibele mobiele telefoons en
ondersteunde functies.Mobiele telefoon registreren
Ga als volgt te werk:
❒activeer de functieBluetooth®op
de mobiele telefoon;
❒druk op de toets PHONE op het
frontpaneel;
❒als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
❒selecteer "Ja" om de
koppelingsprocedure te starten en zoek
vervolgens hetUconnect™apparaat
op de mobiele telefoon (als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt het hoofdscherm
van de Telefoon getoond);
245
Bluetooth® BRON
❒voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
❒vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de toets "Instelling:" te
drukken: druk op de toets "Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
❒tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont;
❒als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door
de gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Ga als volgt te werk:❒selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele
telefoon);
❒selectie van "Recente oproep.";
❒selectie van het pictogram
;
❒drukken op de toets "Opnieuw
bellen".
SMS-lezer
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet
de mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS via ondersteunenBluetooth®.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, is de betreffende
toets
niet geactiveerd (grijs).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
Druk op de toets
voor toegang tot
de lijst van SMS-berichten die door
de mobiele telefoon zijn ontvangen (de
lijst toont een maximum van 60
ontvangen berichten).OpmerkingBij sommige mobiele
telefoons moet, om de leesfunctie van
gesproken SMS-berichten ter
beschikking te krijgen, de optie
SMS-melding op de telefoon
ingeschakeld worden; deze optie is
meestal beschikbaar op de telefoon, in
hetBluetooth® verbindingsmenu voor
een apparaat dat geregistreerd is als
Uconnect™. Na het inschakelen van
deze functie op de mobiele telefoon,
moet deze uit- en weer ingeschakeld
worden met hetUconnect™systeem
om de functie te laten werken.
Uconnect™ LIVE
SERVICES
Druk op de toets APPS om het menu te
openen, waar de functies van alle
systeemapplicaties zich bevinden,
zoals: Trip computer, Settings
(Instellingen), Compass (Kompas) (als
een navigatiesysteem aanwezig is),
Uconnect™LIVE-applicaties.
Als hetUconnect™LIVE-pictogram
wordt weergegeven, is het systeem
ingesteld voor de aangesloten services
en kunnen de applicaties direct vanaf
de radio gebruikt worden, voor een
efficiënter en geavanceerder gebruik
van het voertuig. De applicatiefuncties
zijn beschikbaar volgens de
voertuigconfiguratie en de markt.
246
MULTIMEDIA
Om deUconnect™LIVEservices te
kunnen gebruiken, is het volgende
noodzakelijk:
❒download deApp Uconnect™LIVE
uit "App Store" of "Google play" op uw
compatibele smartphone, en zorg
ervoor dat de gegevensverbinding is
ingeschakeld
❒Registreer op de website
www.driveuconnect.eu of www.fiat.it via
App Uconnect™LIVE
❒start deApp Uconnect™LIVEop
uw smartphone en voer uw gegevens
in.
Ga voor nadere informatie over de
services die op uw markt beschikbaar
zijn, naar de website
www.driveuconnect.eu.
Eerste toegang tot het
voertuig
Na het starten vanApp Uconnect™
LIVEen het inloggen met uw
gegevens,Bluetooth™verbindt u om
deLIVE-services in uw auto te openen
Uconnect® uw smartphone met het
systeem, zoals beschreven in "Uw
mobiele telefoon registreren". De lijst
met ondersteunde mobiele telefoons is
beschikbaar op www.driveuconnect.eu.
Als verbinding is gemaakt, kunnen de
aangesloten services worden geopend
door hetUconnect™LIVE-pictogram
op de radio in te drukken.Wanneer het activeringsproces is
voltooid, wordt een speciaal bericht op
het display weergegeven. Als voor de
services een persoonlijk profiel nodig is,
kunnen uw accounts worden
verbonden viaApp Uconnect™LIVE,
of in uw persoonlijke gedeelte op de
website www.driveuconnect.eu.
BELANGRIJK De my:Car-applicatie
dient niet ter vervanging van de
informatie in het Instructieboek van uw
voertuig.
Gebruiker niet
aangesloten
AlsBluetooth® geen verbinding met
de telefoon wordt gemaakt als de
Uconnect™knop wordt ingedrukt,
wordt het systeemmenu met de uit-
geschakelde pictogrammen weerge-
geven, behalveeco:Drive™.
Raadpleeg voor meer informatie over
deeco:Drive™functies het
betreffende hoofdstuk.
Instellingen van de
Uconnect™ LIVE
services die via de
autoradio kunnen
worden beheerd
Om gebruik te maken van het
radiomenu dat is toegewezen aan
Uconnect™LIVE-services, drukt u op
het pictogram
om "Instellingen" te
openen. In dit gedeelte kunt u de
systeemopties controleren en naar
voorkeur aanpassen.
Systeemupdates
Als een update van hetUconnect
™
LIVE-systeem beschikbaar is terwijl de
Uconnect™LIVE-services worden
gebruikt, wordt een speciaal bericht op
het display weergegeven.
De update omvat het downloaden van
de nieuwe softwareversie voor het
beheer van deUconnect™
LIVE-services. De update wordt
verricht via de gegevensverbinding van
de verbonden smartphone: de
bestuurder wordt geïnformeerd over de
grootte van de gegevensstroom.
BELANGRIJK Wacht met het uitvoeren
van andere handelingen tot de
installatie is voltooid, om niet de juiste
werking te beïnvloeden van de
Uconnect™.
247
INSTELLINGEN
Druk op toetsop het frontpaneel
voor de weergave van het hoofdmenu
"Instellingen".
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu biedt de volgende functies:
❒Display;
❒Meeteenheid;
❒Spraakopdrachten;
❒Klok & Datum;
❒Veiligheid/Hulp (waar aanwezig);
❒Lichten (waar aanwezig);
❒Portieren+Vergrend.;
❒Opties voertuig uit;
❒Audio;
❒Telefoon/Bluetooth;
❒Configur. SiriusXM (waar aanwezig);
❒Configur.Radio;
❒Instellingen resetten
Veiligheid/Hulp(waar aanwezig)
Met deze functie zijn de volgende
afstellingen mogelijk:
❒"Achteruitkijkcamera"(waar
aanwezig): met deze functie zijn de
volgende afstellingen mogelijk:- "Richtlijnen actief" (waar aanwezig):
hiermee kunnen de dynamische
roosters die het traject van het voertuig
op het display aangeven ingeschakeld
worden.
- "Vertr. cam achter" (waar aanwezig):
hiermee kan de verdwijning van
beelden van de camera vertraagd
worden als de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld.
❒"Let op: front. botsing"(waar
aanwezig): hiermee kunt u de
interventiewijze van het Full Brake
Control-systeem kiezen.
De beschikbare opties zijn:
- "Off": het systeem is uitgeschakeld;
- "Alleen berichten": het systeem grijpt
alleen in door de bestuurder een
geluidssignaal ter waarschuwing te
geven (waar aanwezig);
- "Alleen remmen actief": het systeem
grijpt in door de automatische
remwerking te activeren (waar
aanwezig);
- "Alarm+ remmen actief": het systeem
grijpt in door de bestuurder een
geluidssignaal ter waarschuwing te
geven en de automatische remwerking
te activeren.
❒"Gevoel. front. botsing"(waar
aanwezig): met deze functie kan de
"reactiegevoeligheid" van het systeem,
op basis van de afstand tot het
obstakel, geselecteerd worden.De beschikbare opties zijn "Nabij",
"Med", "Ver".
❒"Park Assist"(waar aanwezig):
hiermee kunt u het type waarschuwing
dat door het Park Assist-systeem
wordt gegeven selecteren.
De beschikbare opties zijn:
- "Alleen geluid": het systeem
waarschuwt de bestuurder alleen met
geluidssignalen dat er een obstakel
aanwezig is, via de luidsprekers in het
voertuig.
- "Geluid en scherm": het systeem
waarschuwt de bestuurder dat er een
obstakel aanwezig is met
geluidssignalen (via de luidsprekers in
het voertuig) en visuele
waarschuwingen (op het
instrumentenpaneel).
❒"Vol. Park Assist voor"(waar
voorzien): deze functie kan gebruikt
worden om het volume van de
geluidssignaal dat door het voorste
ParkSense-systeem wordt afgegeven
te selecteren.
❒"Vol. Park Assist achter"(waar
voorzien): deze functie kan gebruikt
worden om het volume van de
geluidssignaal dat door het achterste
ParkSense-systeem wordt afgegeven
te selecteren.
250
MULTIMEDIA
Toets Functies Modus
1-Inschakelen Toets kort indrukken
Uitschakeling Toets kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
2-
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Toets kort indrukken
3-
Display aan/uit Toets kort indrukken
4-
Instellingen Toets kort indrukken
5-
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Toets kort indrukken
6 - BROWSE ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen Knop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Toets kort indrukken
7 - APPSToegang tot de aanvullende functies (weergave tijd,
kompas, buitentemperatuur, Media Player en
UConnect™LIVEservices, daar waar aanwezig)Toets kort indrukken
8 - TELEFOONWeergave telefoongegevens Toets kort indrukken
9-NAVToegang tot het Navigatiemenu Toets kort indrukken
10 - MEDIABronselectie: USB/iPod of AUX of
Bluetooth®enSD
(waar aanwezig)Toets kort indrukken
11 - RADIOToegang tot de radio-modus Toets kort indrukken
256
MULTIMEDIA
DAB-radio (waar
aanwezig)
Zodra de DAB-radiomodus is
geselecteerd, wordt op het display
informatie over het beluisterde station
getoond.
De toets "Bladeren" wordt gebruikt om
het volgende te tonen:
❒de lijst van alle DAB-stations;
❒de lijst van alle favorieten;
❒de lijst van de stations gefilterd op
"Ensembles" (broadcastgroep).
Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst
om naar de gewenste letter in de lijst
te springen.
De toets "Update" vereist het updaten
van de lijst van DAB-radiostations:
het updaten kan een paar seconden tot
circa twee minuten duren.
Voorkeuze-instellingen
De voorkeuzes zijn bij alle systeemmodi
beschikbaar en worden geactiveerd
door een van de voorkeuzetoetsen op
het bovenste gedeelte van het display
aan te raken.
Het systeem kan in elke modus
maximaal 12 radiostations opslaan: 4
daarvan worden aan de bovenkant van
het display getoond.Druk op de toets "bladeren" op het
display om alle radiostations die in de
gekozen golfband zijn opgeslagen
te tonen.
Audio-instellingen
Het menu Geluidsinstellingen, dat
geopend kan worden door op de toets
"audio" aan de onderkant van het
display te drukken, kan gebruikt
worden om de volgende instellingen te
wijzigen:
❒"Balance/Fade" (om audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
❒"Equalizer" (waar aanwezig);
❒"Volume naar snelheid"
(automatische snelheidsafhankelijke
volumeregeling);
❒"Surround Sound" (waar aanwezig);
❒"AUX Volume comp.";
❒"Loudness" (waar aanwezig);
❒"Auto-On radio" (hiermee kan de
radio automatisch ingeschakeld worden
wanneer de motor wordt gestart).
Druk op de toets
/Gereed om het
menu "audio" af te sluiten.
MEDIA-MODUS
Audiobron selecteren
Druk op de toets "Bronselectie" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
AUX, USB / iPod, SD (waar aanwezig)
ofBluetooth®.
Opmerking: Applicaties die gebruikt
worden op draagbare apparaten
kunnen mogelijk niet compatibel zijn
met hetUconnect™systeem.
Nummer wijzigen
(vorige/volgende)
Druk kort op de toetsof draai de
toets/knop BROWSE ENTER rechtsom
om het volgende nummer af te spelen.
Druk kort op de toets
of draai de
toets/knop BROWSE ENTER linksom
om terug te keren na het begin van het
gekozen nummer of naar het begin
van het vorige nummer (als het huidige
nummer minder dan 8 seconden is
afgespeeld).
Snel vooruit-/
terugspoelen door
nummers
Houd de toetsingedrukt om het
gekozen nummer snel vooruit te
spoelen.
Houd de toets
ingedrukt om het
gekozen nummer snel achteruit te
spoelen.
260
MULTIMEDIA