Nummer kiezen
(browse)
Gebruik deze functie om door de
nummers op het actieve apparaat te
bladeren en een nummer te selecteren.
Gebruik de toets "ABC" binnen elke
lijst om naar de gewenste letter in
de lijst te springen.
Druk op de toets "Browse" om deze
functie te activeren voor de bron die
afgespeeld wordt.
Draai aan de toets/knop BROWSE
ENTER om de gewenste optie te kiezen
en druk vervolgens op deze toets/knop
om de keuze te bevestigen.
Druk op de toets "X" om de functie te
annuleren.
OPMERKING De toets "Browse" kan
voor bepaaldeApple® apparaten uit-
geschakeld zijn.
OPMERKING De toets "Browse" staat
geen enkele handeling op een AUX
apparaat toe.
OPMERKING Niet alleBluetooth®
apparaten bieden de mogelijkheid om
door de informatie op de nummers te
bladeren.
Weergave
nummerinformatie
Druk op de toets "Info" om de
informatie over het beluisterde nummer
weer te geven op het display.
Druk op toets "X" om het scherm af te
sluiten.
Willekeurige volgorde
Druk op de toets ">" en vervolgens op
de toets "Shuffle" om nummers op
de USB / iPod, SD (waar aanwezig) of
Bluetooth® in willekeurige volgorde af
te spelen.
Druk opnieuw op de toets "Shuffle" om
de functie uit te schakelen.
Herhalen
Druk op de toets ">" en vervolgens op
de toets "Herhaal" om het nummer
weer af te spelen.
Druk nogmaals op de toets "Herhaal"
om de functie uit te schakelen.
Bluetooth® BRON
Een Bluetooth®
audioapparaat koppelen
Ga als volgt te werk:
❒activeer deBluetooth® functie op
het apparaat;
❒Druk op de toets MEDIA op het
frontpaneel;
❒als de "Media" bron actief is, druk
dan op de toets "Bron";❒selecteer deBluetooth® Mediabron;
❒druk op de toets "Toestel toev.";
❒zoekUconnect™op hetBlue-
tooth® audioapparaat (tijdens de kop-
pelingsfase verschijnt op het scherm de
voortgang van het proces);
❒voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
❒als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
❒een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets
PHONE op het frontpaneel
en door "Settings" te selecteren of,
vanuit het menu "Settings", "Telefoon
/Bluetooth" te selecteren.
261
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
USB/iPod BRON
USB/iPod modus
Om de USB/iPod modus te activeren
moet het betreffende apparaat (USB of
iPod) in de USB-poort worden
gestoken, die zich op de tunnelconsole
bevindt (fig. 172).
Bij sommige versies is een tweede
USB-poort aanwezig, die zich in de
voorste armsteun bevindt.
SD-kaarthouder (waar
aanwezig)
Om de SD-modus in te schakelen, een
geschikte SD-kaart in de speciale
aansluiting in de auto plaatsen (zie fig.
173).
BELANGRIJK Gebruik uitsluitend
SD-kaarten voor een afzonderlijke
functie (bijv. SD-kaart alleen voor
navigatie en SD-kaart alleen voor MP3
gebruik). Vermijd het overzetten van
de inhoud van de ene SD-kaart op een
andere.
AUX-ONDERSTEUNING
Om de AUX-modus in te schakelen,
een geschikt apparaat aansluiten op de
AUX-aansluiting in het voertuig.
Stel het volume in met de (ON/OFF)
toets/knop
op het voorpaneel of met
de volume-instelkop op het
aangesloten apparaat.
BELANGRIJK
De functies van het apparaat dat
aangesloten is op het AUX-stopcontact
worden rechtstreeks geregeld door
het apparaat zelf; het is niet mogelijk
om nummer/map/playlist te veranderen
of start/einde/pauze te bedienen met
de bedieningstoetsen op het
frontpaneel of die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler
niet in de AUX-aansluiting zitten om
mogelijk geruis van de luidsprekers te
voorkomen.
TELEFOONMODUS
Telefoonmodus
inschakelen
Druk op de toets PHONE op het
frontpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
Met de toetsen op het display kan men:
❒het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
❒de contacten in het telefoonboek van
de mobiele telefoon tonen en bellen;
❒de contacten uit de registers van
recente gesprekken tonen en bellen;
❒een maximum van 10 telefoons
koppelen om de toegang en de
verbinding eenvoudiger en sneller te
maken;
172F1B0210C
173F1B0211C
262
MULTIMEDIA
❒gesprekken van het systeem naar de
mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
OPMERKING Voor de lijst van
ondersteunde mobiele telefoons en
functies, raadpleeg de website
www.driveuconnect.eu
Mobiele telefoon
registreren
Ga als volgt te werk:
❒activeer de functieBluetooth®op
de mobiele telefoon;
❒druk op de toets PHONE op het
frontpaneel;
❒als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
❒selecteer "Ja" om de
koppelingsprocedure te starten en zoek
vervolgens hetUconnect™apparaat
op de mobiele telefoon (als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt het hoofdscherm
van de Telefoon getoond);❒voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
❒vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de toets "Instelling:" te
drukken: druk op de toets "Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
❒tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont;
❒als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
Een nummer bellen
Ga als volgt te werk:
❒selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele
telefoon);
❒selectie van "Recente oproep.";
❒selectie van het pictogram
;
❒drukken op de toets "Opnieuw
bellen".
De hierboven beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door
de gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
SMS-LEZER
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet
de mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS viaBluetooth® ondersteunen.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, is de betreffende
toets
niet geactiveerd (grijs).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
Toegang tot de lijst SMS-berichten die
ontvangen is van de mobiele telefoon
kan worden verkregen door het
indrukken van de toets
.
263
OpmerkingBij sommige mobiele
telefoons moet, om de leesfunctie van
gesproken SMS-berichten ter
beschikking te krijgen, de optie
SMS-melding op de telefoon
ingeschakeld worden; deze optie is
meestal beschikbaar op de telefoon, in
hetBluetooth® verbindingsmenu voor
een apparaat dat geregistreerd is als
Uconnect™. Na het inschakelen van
deze functie op de mobiele telefoon,
moet deze uit- en weer ingeschakeld
worden met hetUconnect™systeem
om de functie te laten werken.
APPS-MODUS
Druk op toets APPS op het frontpaneel
om de volgende instellingen te zien:
❒Media/Radio-modus
❒Klok
❒Algemene informatie
❒Kompas
❒Trip
❒Uconnect™LIVE(indien aanwezig)
(zie voor nadere informatie paragraaf
Uconnect™5" Radio LIVE /
Uconnect™5" Radio Nav LIVE)
Media/Radio-modus
Door op de toets aan de linkerkant van
het display te drukken kan informatie
over de "Media- en Radiomodus"
bekeken worden.
Klok
Door op de tijd middenboven op het
display te drukken kan de tijd worden
ingesteld.
Algemene informatie
In het midden van het display wordt
algemene informatie over de auto
weergegeven:
❒de buitentemperatuur, uitgedrukt in
de gekozen meeteenheid;
❒opladen batterij mobiele telefoon
(wanneer een mobiele telefoon
gekoppeld is);
❒pictogram
(als eenBluetooth®
apparaat is aangesloten);
❒de sterkte van het signaal van het
telefoonnetwerk (als een mobiele
telefoon is aangesloten).
Kompas
Druk op de toets "Kompas" om de
richting waarin u rijdt en informatie over
de "Navigatiemodus" weer te geven.
Trip
Druk op de toets "Trip" voor toegang
tot de schermpagina's met informatie
van de Trip computer die door het
instrumentenpaneel is uitgewerkt.
UconnectTMLIVE(indien aanwezig)
Door op de knop "Uconnect™LIVE"
te drukken, kunt uUconnect™
LIVE-services openen. Zie voor nadere
informatie paragraafUconnect™5"
Radio LIVE /Uconnect™5" Radio
Nav LIVE.
INSTELLINGEN
Druk op toetsop het frontpaneel
voor de weergave van het menu
"Instellingen".
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu biedt de volgende functies:
❒Display;
❒Meeteenheid;
❒Spraakopdrachten;
❒Klok & Datum;
❒Veiligheid & Hulp;
❒Lichten;
❒Portieren+Vergrend.;
❒Opties voertuig uit;
❒Audio;
❒Telefoon/Bluetooth;
264
MULTIMEDIA