Page 225 of 280

Remvloeistof9.55597 of MS.90039TUTELA TOP 4/S
Contractuele Technische
Referentie nr. F001.A93Hydraulisch remsysteem
en hydraulische
koppelingsbediening
Beschermingsmiddel
voor radiateurs9.55523 of MS.90032PARAFLU
UPContractuele
Technische Referentie nr.
F101.M01Gebruikspercentage
koelcircuit: 50% water
50% PARAFLU
UP(**)
Vloeistof voor
ruitensproeiers/
achterruitsproeier9.55522 of MS.90043TUTELA
PROFESSIONAL SC 35
Contractual Technical
Reference N° F201.D02
(**) Wanneer het voertuig onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een mengsel van 60%PARAFLUUPen 40%
gedemineraliseerd water.
223
Gebruik Kenmerken SpecificatieOriginele vloeistoffen en
smeermiddelenToepassingen
Synthetische vloeistof
voor rem- en
koppelingssystemen.
Overtreft specificaties:
FMVSS nr. 116 DOT 4,
ISO 4925 SAE J1704 -
Roodgekleurd
beschermingsmiddel met
antivrieswerking, op basis
van geïnhibeerd
monoethyleenglycol met
organische formule.
Overtreft CUNA NC 956-
16, ASTM D 3306
specificaties.
Mengsel van alcoholen en
oppervlakteactieve
stoffen. Overtreft CUNA
NC 956-11 specificaties.Verdund of onverdund
gebruiken voor
ruitenwissers/
ruitensproeiers
Page 226 of 280
PRESTATIES
Maximale snelheid die bereikt kan worden na de inrijperiode van het voertuig.
Versies km/h
1.4 Turbo MultiAir 140 pk190
1.4 Turbo MultiAir 140 pk
(*)190
1.4 Turbo Multi Air 136CV
(*)187
1.4 Turbo Multi Air 170 pk 4x4
(**)200
1.4 Turbo Multi Air 163CV 4x4
(**) (***)197
1.6 E.torQ180
2.4 Tigershark
(***)
1.3 MultiJet 95 pk172
1.6 MultiJet 120 pk186
1.6 Multijet 115CV
(***)183
2.0 Multijet 140 pk 4x4190
2.0 Multijet 140CV 4x4
(*)190
2.0 Multijet 136CV 4x4
(***)187
2.0 Multijet 136CV 4x4
(*) (***)187
(*) Versies met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling
(**) Versies met AT9 automatische versnellingsbak
224
TECHNISCHE GEGEVENS
(***) Versie voor specifieke markten
Page 227 of 280

BRANDSTOFVERBRUIK
De gegevens over het brandstofverbruik die vermeld zijn in onderstaande tabel zijn bepaald op basis van de
typegoedkeuringstests in overeenstemming met specifieke Europese Richtlijnen. Het brandstofverbruik is volgens
onderstaande procedures gemeten:
❒stadscyclus: koude start gevolgd door een gesimuleerde testrit in stadsverkeer;
❒cyclus op buitenwegen: frequent accelereren in alle versnellingen, waarbij een testrit op buitenwegen wordt gesimuleerd: de
snelheid varieert tussen 0 en 120 km/h;
❒gecombineerd brandstofverbruik: hierbij telt de waarde van de stadscyclus voor 37% en de cyclus op buitenwegen voor
63% mee.
BELANGRIJK Het type route, verkeerssituatie, weersomstandigheden, rijstijl, algemene conditie van de auto, uitrustingsniveau/
accessoires, gebruik van de klimaatregeling, lading van de auto, imperiaal op het dak en andere situaties die de aerodynamica
kunnen beïnvloeden, leiden tot andere verbruikscijfers dan de hier vermelde cijfers. Het brandstofverbruik wordt pas
regelmatiger als de eerste 3000 km zijn gereden.
225
Page 228 of 280
BRANDSTOFVERBRUIK VOLGENS GELDENDE EUROPESE RICHTLIJNEN (liter/100 km)
Versies Stadsverkeer Buitenwegen Gecombineerd
1.4 Turbo MultiAir 136/140 pk7,8 5,0 6,0
1.4 Turbo MultiAir 136/140 pk
(*)7,6 4,9 5,9
1.4 Turbo MultiAir 136/140 pk
(**)7,2 4,9 5,7
1.4 Turbo Multi Air 136/140CV
(*) (**)7,0 4,8 5,6
1.4 Turbo MultiAir 163/170 pk 4x4
(***)8,5 5,7 6,7
1.6 E.torQ 110 pk8.7 5.0 6.4
1.6 E.torQ 110 pk Stop/Start7.8 5.0 6.0
2.4 Tigershark
(****)
1.3 MultiJet 95 pk4,7 3,8 4,1
1.6 MultiJet 115/120 pk4,7 3,8 4,1
1.6 MultiJet 115/120 pk
(*)4,4 3,8 4,0
2.0 MultiJet 136/140 pk 4x45,8 4,4 4,9
2.0 MultiJet 136/140 pk 4x4
(***)6,5 4,9 5,5
(*) Versies met laag emissieniveau voor speciale markten
(**) Versies met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling
(***) Versies met AT9 automatische versnellingsbak
(****) Versie voor specifieke markten
226
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 229 of 280
CO2-EMISSIE
De CO2-emissieniveaus in de volgende tabel hebben betrekking op het gecombineerde verbruik.
Versi
1.4 Turbo MultiAir 136/140 pk139
1.4 Turbo MultiAir 136/140 pk
(*)137
1.4 Turbo MultiAir 136/140 pk
(**)133
1.4 Turbo Multi Air 136/140CV
(**) (*)131
1.4 Turbo Multi Air 163/170CV 4x4
(***)157
1.6 E.torQ 110 pk147
1.6 E.torQ 110 pk Stop/Start139
2.4 Tigershark
(****)
1.3 Multijet 95 pk107
1.6 MultiJet 115/120 pk109
1.6 MultiJet 115/120 pk
(*)107
2.0 MultiJet 136/140 pk 4x4130
2.0 Multijet 136/140CV 4x4
(***)144
(*) Versies met laag emissieniveau voor speciale markten
(**) Versies met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling
(****) Versie voor specifieke markten
227
(***) Versies met AT9 automatische versnellingsbak
esCO2-EMISSIE VOLGENS HUIDIGE EUROPESE RICHTLIJN
(g/km)
Page 230 of 280

RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AAN
HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR
Al jaren zet FCA zich volledig in voor de bescherming van het milieu via de continue verbetering van de productieprocessen en
de realisatie van producten die steeds "eco-compatibeler" zijn. Om de klanten de best mogelijke service te garanderen in
overeenstemming met de milieuwetgeving en conform de Europese richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling van voertuigen
aan het einde van hun levensduur, biedt FCA haar klanten de mogelijkheid hun voertuig aan het einde van zijn levensduur
zonder extra kosten in te leveren. De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat het voertuig kan worden ingeleverd zonder kosten
voor de laatste houder of eigenaar als het voertuig geen of een negatieve marktwaarde heeft.
Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u zich tot een van onze dealers of tot een
bevoegd FCA inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze bedrijven zijn zorgvuldig geselecteerd en bieden
kwaliteitservice voor de inzameling, verwerking en recycling van afgedankte auto’s met respect voor het milieu.
Meer informatie over deze centra voor inzameling en verwerking kunt u vinden bij het FCA Servicenetwerk of door het nummer
te bellen in het Garantieboekje of door de websites van de verschillende FCA-merken te raadplegen.
228
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 231 of 280
MULTIMEDIA
In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste
functies beschreven van de
infotainmentsystemenUconnect™3"
Radio,Uconnect™5" Radio LIVE,
Uconnect™5" Radio Nav LIVE en
Uconnect™6.5" Radio Nav LIVE die
op het voertuig kunnen worden
geïnstalleerd.TIPS, BEDIENING EN ALGEMENE
INFORMATIE ...................................230
UCONNECTTM 3" RADIO ...............232
UCONNECTTM 5" RADIO LIVE -
UCONNECTTM 5" RADIO NAV
LIVE ................................................240
UCONNECTTM 6.5" RADIO NAV
LIVE ...............................................255
229
Page 232 of 280

TIPS, BEDIENING EN
ALGEMENE
INFORMATIE
VERKEERSVEILIGHEID
Zorg ervoor dat u weet hoe de
verschillende systeemfuncties gebruikt
moeten worden voordat u gaat rijden.
Lees de gebruiksaanwijzingen van
het systeem zorgvuldig door voordat u
gaat rijden.
189) 190)
ONTVANGSTOM-
Tijdens het rijden veranderen de
ontvangstomstandigheden
voortdurend. De ontvangst kan
gestoord worden door de aanwezigheid
van bergen, gebouwen of bruggen,
vooral wanneer u ver verwijderd bent
van de zender.
BELANGRIJK Het volume kan
toenemen wanneer verkeersinformatie
of nieuws wordt ontvangen.
ONDERHOUD EN ZORG
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht zodat het
systeem optimaal blijft werken:
❒het glas van het display mag niet in
contact komen met scherpe of harde
voorwerpen die het oppervlak ervan
kunnen beschadigen; gebruik een
zachte, droge anti-statische doek om
het schoon te maken en oefen hierbij
geen druk uit.
❒gebruik nooit alcohol, benzine en
afgeleide producten om het glas van
het display te reinigen.
❒voorkom dat vloeistoffen in het
systeem komen: dit kan het systeem
op onherstelbare wijze beschadigen.
86) 87)
MULTIMEDIA-APPARATEN
BELANGRIJK Sommige
multimediaspelers zijn mogelijk niet
compatibel met het Uconnect-systeem.
DIEFSTALBEVEILIGING
Het systeem is uitgerust met een
diefstalbeveiliging die gebaseerd is op
de informatie-uitwisseling met de
elektronische regeleenheid (Body
Computer) in het voertuig.
Dit garandeert maximale veiligheid en
voorkomt dat elke keer dat de
stroomvoorziening uitvalt, de geheime
code opnieuw ingevoerd moet worden.Als de controle een positief resultaat
oplevert, dan begint het systeem te
werken. Als de codes bij de vergelijking
echter niet overeenkomen of als de
elektronische regeleenheid (Body
Computer) wordt vervangen, dan zal
het systeem de gebruiker vragen om de
geheime code in te voeren op de
manier die in de volgende paragraaf is
beschreven.
De geheime code invoeren(Uconnect™uitgezonderd 6.5" Radio
Nav)
Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, toont het display, als de
code wordt gevraagd, het opschrift
"Anti-diefstalcode invoeren", gevolgd
door een pagina met een toetsenbord
waarmee de geheime code kan worden
ingevoerd.
De geheime code bestaat uit vier cijfers
van 0 t/m 9: draai voor het invoeren
van het eerste cijfer van de code aan
de rechter "BROWSE ENTER" knop en
druk deze in om te bevestigen.
Na het invoeren van het vierde cijfer, de
cursor op "OK" zetten en de rechter
"BROWSE ENTER" knop indrukken:
het systeem begint te werken.
230
MULTIMEDIA
STANDIGHEDEN