Page 409 of 718

4084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10
km/h.
●De selectiehendel in een andere stand dan
P staat.
■Als “Parking Assist Unavailable Clean
Parking Assist Sensor” (Parking Assist
niet beschikbaar, reinig Parking Assist-
sensor) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwijder dit
van de sensor om te zorgen dat het systeem
weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogelij k geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de sensor schoon is, is
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Als “Parking Assist Unavailable” (Par-
king Assist niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display (auto's met PKSB)
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
( → Blz. 408)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten (auto's met PKSB)
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen ten gevolge van geluiden van
andere systemen.
WAARSCHUWING
●Als het display knippert of continu wordt
weergegeven en er geen zoemer klinkt,
behalve wanneer het geluid is gedempt.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 408 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 410 of 718

409
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
(Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto
van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluids-
bronnen die ultrasone geluidsgolven
produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde soor-
ten kleding dragen niet gesignaleerd.
■Detectiebereik van de sensoren
Auto's zonder PKSB
Ongeveer 100 cm
*
Ongeveer 150 cm*
Ongeveer 65 cm
Ongeveer 60 cm
Auto's met PKSBOngeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 63 cm
Ongeveer 63 cm
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object
A
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 409 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 411 of 718

4104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Het schema toont het detectiebereik
van de sensoren. Houd er rekening
mee dat de sensoren geen objecten
kunnen signaleren die zich extreem
dicht bij de auto bevinden.Het bereik van de sensoren kan ver-
schillend zijn, afhankelijk van bijvoor-
beeld de vorm van het object.
*: Indien aanwezig
■Weergave afstand
Wanneer er een object wordt gesignaleerd door een sensor, wordt de globale
afstand tot het object weergegeven op het scherm van het multi-informatiedisplay,
het navigatiesysteem of het multimediasys teem (indien aanwezig). (Als de afstand
tot het object klein wordt, gaan de afstandssegmenten mogelijk knipperen.)
De afbeeldingen wijken mogelijk af van de getoonde afbeeldingen.
Auto's zonder PKSB
Globale afstand tot object
• Binnenste sensor voor: 100 cm - 60 cm
• Binnenste sensor achter: 150 cm - 65 cm
Globale afstand tot object
• Sensor voor: 60 cm - 47,5 cm
• Sensor achter: 65 cm - 50 cm
Globale afstand tot object
• Sensor voor: 47,5 cm - 35 cm
• Sensor achter: 50 cm - 35 cm
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 410 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 412 of 718
411
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Globale afstand tot ob ject: 35 cm - 28 cm
*: De afstandssegmenten zullen langzaam knipperen.
Globale afstand tot object: minder dan 28 cm
*: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
Auto's met PKSB
Globale afstand tot object
• Binnenste sensor voor: 100 cm - 63 cm
• Binnenste sensor achter: 150 cm - 63 cm
Globale afstand tot ob ject: 63 cm - 48 cm
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 411 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 413 of 718

4124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Globale afstand tot ob ject: 48 cm - 34 cm
Globale afstand tot ob ject: 34 cm - 15 cm
*: De afstandssegmenten zullen langzaam knipperen.
Globale afstand tot object: minder dan 15 cm
*: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
■Werking zoemer en afstand tot
een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in
werking zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto dichter
bij het object komt.
Als de auto het object genaderd is
tot onderstaande afstand, klinkt de
zoemer continu.
• Auto's zonder PKSB: Ongeveer 35 cm
• Auto's met PKSB: Ongeveer 34 cm
Als 2 of meer sensoren gelijktijdig
een statisch object signaleren, klinkt
de zoemer voor het dichtstbijzijnde
object.
Auto's met PKSB: Zelfs als de sen-
soren in werking zijn, kan het geluid
van de zoemer in sommige gevallen
worden gedempt. (functie automa-
tisch dempen zoemer)
■Dempen van geluid zoemer (auto's met
PKSB)
●Functie automatisch dempen zoemer
Zelfs als de sensoren in werking zijn, zal het
geluid van de zoemer in de volgende geval-
len worden gedempt:
• De afstand tussen de auto en het gedetec- teerde object wordt niet kleiner (behalve
als de afstand tussen de auto en het object
34 cm of kleiner is).
• Uw auto beweegt zich van het object af.
• Er zijn geen signaleerbare objecten in de rijrichting van uw auto.
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 412 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 414 of 718

413
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als echter een ander object gesignaleerd
wordt of de situatie verandert terwijl de zoe-
mer gedempt is, begint de zoemer weer
geluid te maken.
●Dempen van het geluid van de zoemer
De zoemer kan tijdelijk worden gedempt door
op van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken terwijl op het
multi-informatiedisplay de suggestie wordt
weergegeven dat dempen mogelijk is.
●Wanneer wordt het dempen geannuleerd
Het geluid wordt in de volgende situaties
automatisch weer ingeschakeld:
• Als de selectiehendel in een andere stand wordt gezet
• Als de rijsnelheid een bepaalde snelheid bereikt of overschrijdt
• Als de Toyota Parking Assist eenmaal wordt uitgeschakeld en weer wordt inge-
schakeld
• Als het contact eenmaal UIT wordt gezet en weer AAN wordt gezet
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Het zoemervolume kan worden aangepast
op het multi-informatiedisplay. (behalve
auto's zonder sensoren voor) ( →Blz. 126)
*: Indien aanwezig
■Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)
→Blz. 418
■Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden) (indien aanwezig)
→Blz. 424
PKSB (Parking Support
Brake)*
Het Parking Support Brake-sys-
teem bestaat uit de volgende func-
ties die werken bij rijden met een
lage snelheid of achteruitrijden,
bijvoorbeeld bij het parkeren.
Wanneer het systeem oordeelt dat
de kans op een aanrijding met een
gesignaleerd object groot is,
wordt een waarschuwing geacti-
veerd om de bestuurder aan te
sporen om uit te wijken. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans
op een aanrijding met een gesig-
naleerd object zeer groot is, wor-
den de remmen automatisch
bekrachtigd om te helpen een aan-
rijding te voorkomen of om de
impact van een aanrijding te hel-
pen verminderen.
PKSB-systeem
(Parking Support Brake)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 413 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 415 of 718

4144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De Parking Support Brake kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via het
scherm van het multi-informatiedis-
play. Alle functies van de Parking Sup-
port Brake (voor stilstaande objecten
en voor voertuigen die achterlangs rij-
den) worden gelijktijdig ingescha-
keld/uitgeschakeld. (→Blz. 126)
Wanneer de Parking Support Brake wordt
uitgeschakeld, gaat het controlelampje
PKSB OFF ( →Blz. 109) op het multi-infor-
matiedisplay branden.
Als u het systeem weer wilt inschakelen,
selecteer dan op het multi-informatie-
display, selecteer en zet het vervol-
gens aan.
Wanneer het systeem is uitgeschakeld, blijft
het uitgeschakeld, zelfs als het contact AAN
wordt gezet nadat dit UIT was gezet.
Als de begrenzingsregeling van het
motorvermogen of de remregeling in
werking is, klinkt een zoemer en wordt
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay, het scherm van het
navigatiesysteem (indien aanwezig) of
het scherm van het multimediasys-
teem, om de bestuurder te waarschu-
wen.
Afhankelijk van de situatie werkt de begren-
zingsregeling van het motorvermogen om
hetzij de acceleratie te begrenzen hetzij het
vermogen zo veel mogelijk te beperken.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Parking Sup-
port Brake-systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
omdat dit kan leiden tot een ongeval.
Controleer altijd de omgeving van uw auto
tijdens het rijden. Af hankelijk van de auto
en de conditie van de weg, de weersom-
standigheden, enz. werkt het systeem
mogelijk niet.
De signaleringsmogel ijkheden van senso-
ren en radars zijn beperkt. Controleer altijd
de omgeving van uw auto tijdens het rij-
den.
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd voor-
zichtig en houd rekening met de omge-
ving. Het Parking Support Brake-
systeem is ontworpen om te helpen de
ernst van een aanrijding te verminde-
ren. Onder sommige omstandigheden is
het echter mogelijk dat het systeem niet
werkt.
●Het Parking Support Brake-systeem is
niet ontworpen om de auto volledig tot
stilstand te brengen. Bovendien is het,
zelfs wanneer het systeem de auto tot
stilstand heeft gebracht, noodzakelijk
om onmiddellijk het rempedaal in te
trappen, omdat de remregeling na
ongeveer 2 seconden wordt uitgescha-
keld.
OPMERKING
■Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB
niet beschikbaar) op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven en
het controlelampje PKSB OFF knip-
pert
Als deze melding direct nadat het contact
AAN is gezet wordt weergegeven, bedien
de auto dan voorzichtig en let daarbij goed
op de omgeving. Het is wellicht nodig om
een bepaalde tijd met de auto te rijden
voordat het systeem weer normaal werkt.
(Als het systeem nog niet normaal werkt
nadat een poosje met de auto gereden is,
reinig dan de sensoren en hun omgeving
op de bumpers.)
Inschakelen/uitschakelen van
de Parking Support Brake
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling
motorvermogen en
remregeling
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 414 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 416 of 718

415
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Begrenzingsregeling motorvermo-
gen is in werking (begrenzen accele-
ratie)
Het systeem begrenst sneller accelereren
dan een bepaalde waarde.
Scherm navigatiesysteem (indien aanwe-
zig) of multimediasysteem (indien aanwe-
zig): Geen waarschuwing weergegeven
Multi-informatiedisplay: “Object Detected
Acceleration Reduced” (Object gesigna-
leerd, acceleratie begrensd)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Klinkt niet
De begrenzingsregeling van het
motorvermogen is in werking (ver-
mogen zo veel mogelijk beperkt)
Het systeem heeft bepaald dat er harder
moet worden geremd dan normaal.
Scherm navigatiesysteem (indien aanwe-
zig) of multimediasysteem (indien aanwe-
zig): “BRAKE!” (Remmen!)
Multi-informatiedisplay: BRAKE! (Remmen!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
De remregeling is in werking
Het systeem heeft bepaald dat een nood-
stop noodzakelijk is
Scherm navigatiesysteem (indien aanwe-
zig) of multimediasysteem (indien aanwe-
zig): “BRAKE!” (Remmen!)
Multi-informatiedisplay: BRAKE! (Remmen!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
Auto tot stilstand gebracht door de
werking van het systeem
De auto is tot stilstand gebracht door de
remregeling.
Scherm navigatiesysteem (indien aanwe-
zig) of multimediasysteem (indien aanwe-
zig): “Press Brake Pedal” (Trap rempedaal
in) Multi-informatiedisplay: “Switch to Brake”
(Verplaats voet naar rempedaal) (Als het
gaspedaal niet is ingetrapt, wordt “Brake”
(remmen) weergegeven.)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt
Zoemer: Kort piepsignaal
Als de Parking Support Brake bepaalt
dat er een risico op een aanrijding met
een gesignaleerd object bestaat, wordt
het motorvermogen verminderd om een
toename van de rijsnelheid te beper-
ken. (Begrenzingsregeling motorver-
mogen: zie afbeelding 2.)
Bovendien treedt wanneer u het gaspe-
daal ingetrapt blijft houden automatisch
het remsysteem in werking om de rij-
snelheid te verlagen. (Remregeling: zie
afbeelding 3.)
Afbeelding 1. Wanneer de PKSB
(Parking Support Brake) niet in wer-
king is
Motorvermogen
Remkracht
Tijd
Afbeelding 2: Wanneer de begren-
zingsregeling voor het motorvermo-
gen in werking is
Overzicht systeem
A
B
C
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 415 Friday, August 7, 2020 1:15 PM