RAV4_OM_OM42D20E_(EE)
1
6 5
4
3
2
8
7
9
OverzichtZoeken op afbeelding
Veiligheid
en beveiligingZorg ervoor dat u dit leest
(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Voertuigstatus-
informatie en
controlelampjesLezen van rijgerelateerde informatie
(Belangrijkste onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Voordat u gaat
rijdenOpenen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór het
rijden (Belangrijkste onderwerpen: sleutels, portieren, stoelen,
elektrisch bedienbare ruiten)
RijdenHandelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden
opgevolgd (Belangrijkste onderwerpen: starten van de motor,
tanken)
AudiosysteemBedienen van het audiosysteem
(Belangrijkste onderwerpen: audio, telefoon)
Voorzieningen in
het interieurGebruik van de voorzieningen in het interieur
(Belangrijkste onderwerpen: airconditioning,
opbergmogelijkheden)
Onderhoud en
verzorgingDe zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
(Belangrijkste onderwerpen: interieur en exterieur, lampen)
Bij problemenInformatie over wat u moet doen bij een storing en noodgeval
(Belangrijkste onderwerpen: ontladen accu, lekke band)
Vo e r t u i g -
specificatiesVoertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
(Belangrijkste onderwerpen: brandstof, olie, bandenspanning)
IndexZoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ49X-42D20-NL
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 1 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
4INHOUDSOPGAVE
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken van het audiosysteem............ 463
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio ........................ 465
5-4. Afspelen van een audio-CD
en discs met MP3/WMA/
AAC-bestanden
Bediening CD-speler ................ 467
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod ........................... 474
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen .......... 479
Gebruik van de AUX-aansluiting ..................... 483
5-6. Gebruik van
Bluetooth
®-apparaten
Bluetooth®-audio/telefoon ........ 484
Gebruik van de stuurwieltoetsen..................... 488
Registreren van een
Bluetooth
®-apparaat .............. 488
5-7. Menu SETUP (instellingen) Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth”-menu) ................ 489
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(PHONE-menu) ..................... 491
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een
Bluetooth
® compatibele
draagbare speler ................... 496
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ....................................... 498
Beantwoorden van een oproep ................................... 499
Voeren van een telefoongesprek ..................... 499
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®................................ 5016-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning........................ 512
Automatische airconditioning ... 517
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming/
stoelventilatoren..................... 524
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting .... 527
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ............ 530
Voorzieningen in de bagageruimte ......................... 534
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ............................ 539
7-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto ...... 550
Reinigen en beschermen van het interieur van uw auto ....... 553
7-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........... 556
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud ......... 558
Motorkap .................................. 560
Plaatsen van een garagekrik.... 561
Motorruimte .............................. 563
Banden ..................................... 570
Bandenspanning ...................... 583
Velgen ...................................... 584
Interieurfilter ............................. 585
Ruitenwisserrubber vervangen .............................. 587
6Voorzieningen in het interieur
7Onderhoud en verzorging
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 4 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
16Overzicht
Multi-informatiedisplay ........................................................................... Blz. 121
Display....................................................................................................... Blz. 121
Als een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ................................ Blz. 628
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 302
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 308
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/dagrijverlichting .................................................. Blz. 308
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht*1........................................................... Blz. 314
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 315
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ......................................... Blz. 318
Gebruik .............................................................................................. Blz. 315, 318
Bijvullen van ruitensproei ervloeistof .......................................................... Blz. 569
Waarschuwingsmeldi ngen ........................................................................ Blz. 628
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 608
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 560
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 239
Verstellen .................................................................................................. Blz. 239
Airconditioning ................................................................................ Blz. 512, 517
Gebruik .............................................................................................. Blz. 512, 517
Achterruitverwarming ........................................................................ Blz. 513, 519
Audiosysteem
*1, 2.................................................................................... Blz. 460
Tankdopklepontgrendeling .................................................................... Blz. 321
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasysteem de handleiding voor
het navigatie- en multimediasysteem of de handleiding voor het multimediasysteem.
D
E
F
G
H
I
J
K
L
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 16 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
2824-1. Voordat u gaat rijden
■Acceleratie/stuurcom-
mando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhang-
wagen de auto raken. Reduceer uw
snelheid voordat u een bocht nadert en
neem bochten met een zodanige snel-
heid dat plotseling remmen niet nodig
is.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot het aans nijden van boch-
ten
De wielen van de aanhangwagen
maken een krappere bocht dan de wie-
len van de auto. Snijd bochten daarom
ruimer aan dan u zou doen als u niet
met een aanhangwagen rijdt.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind
zullen de wegligging en het rijgedrag
beïnvloeden. Ook bij het inhalen van
bussen of grote vrachtwagens of het
ingehaald worden door dergelijke voer-
tuigen, kunnen de aanhangwagen en
de auto gaan slingeren. Kijk bij het rij-
den langs dergelijke voertuigen veelvul-
dig in uw spiegels. Verminder vaart
door voorzichtig het rempedaal in te
trappen zodra u ziet dat de aanhang-
wagen gaat slingeren. Houd tijdens het
remmen het stuurwiel altijd in de recht-
uitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van
uw auto en de aanhangwagen en zorg
ervoor dat er voldoende tussenafstand
is voordat u van rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Auto's met automatische transmissie
Rijd teneinde effectief op de motor te
kunnen blijven afremmen niet in stand
D. In de S-modus moet de selectiehen-
del in stand 6 of lager staan.
(→Blz. 290)
Auto's met Multidrive CVT
Rijd niet in stand D teneinde effectief op
de motor te kunnen blijven afremmen.
(→Blz. 294)
Auto's met handgeschakelde trans-
missie
Om maximaal te kunnen profiteren van
de motorremwerking en de laadstroom
tijdens het afremmen op de motor, mag
de transmissie niet in de 5e versnelling
of hoger staan. ( →Blz. 299)
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30°C kan ertoe lei-
den dat de motor oververhit raakt. Als
de koelvloeistoftemperatuurmeter aan-
geeft dat de motor oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand. ( →Blz. 661)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wie-
len van de auto en de aanhangwagen.
Zorg ervoor dat de auto goed op de
parkeerrem staat en zet de selectiehen-
del in stand P bij auto's met automati-
sche transmissie en Multidrive CVT en
in stand 1 of R bij auto's met handge-
schakelde transmissie.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 282 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
3324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Als in de volgende situaties de situatie is gewijzigd (of enige tijd met de auto is gereden) en
wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt
de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of als er fel licht in de camera voor schijnt
SituatieHandelingen
Als het gedeelte rondom een sensor bedekt is
met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of andere
verontreinigingenMaak om het gedeelte van de voorruit voor de
camera voor te reinigen gebruik van de ruiten-
wissers of de voorruitverwarming van het air-
conditioningsysteem ( →Blz. 513, 518).
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het
gedeelte rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnescherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt gere-
flecteerd de temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omgeving
heeft gestaan, maak dan gebruik van het air-
conditioningsysteem om het gedeelte rondom
te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt afge-
dekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera voor
is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afge-
dekt.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 332 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
4084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10
km/h.
●De selectiehendel in een andere stand dan
P staat.
■Als “Parking Assist Unavailable Clean
Parking Assist Sensor” (Parking Assist
niet beschikbaar, reinig Parking Assist-
sensor) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwijder dit
van de sensor om te zorgen dat het systeem
weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogelij k geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de sensor schoon is, is
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Als “Parking Assist Unavailable” (Par-
king Assist niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display (auto's met PKSB)
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
( → Blz. 408)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten (auto's met PKSB)
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen ten gevolge van geluiden van
andere systemen.
WAARSCHUWING
●Als het display knippert of continu wordt
weergegeven en er geen zoemer klinkt,
behalve wanneer het geluid is gedempt.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 408 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
431
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk niet uitgeschakeld door
het Stop & Start-syste
em. Dit wijst niet op
een storing van het Stop & Start-systeem.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als de accu periodiek wordt opgeladen.
• Als de accu niet voldoende is opgeladen, bijvoorbeeld als de auto gedurende lange
tijd heeft stilgestaan en de ladingstoestand
is afgenomen, als de elektrische belasting
hoog is, als de temperatuur van de accu-
vloeistof extreem laag is of als de accu ver-
ouderd is.
• Als het vacuüm van de rembekrachtiger te laag is.
• Als de verstreken tijd sinds het starten van de motor kort is.
• Als de auto frequent tot stilstand wordt gebracht, bijvoorbeeld in een file.
• Als de temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof extreem laag
of hoog is.
• Als de auto stilstaat op een steile helling (auto's met automatische transmissie of
Multidrive CVT).
• Als het stuurwiel wordt bediend.
• Als de auto op grote hoogte rijdt.
• Als de temperatuur van de accuvloeistof extreem laag of hoog is.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgeno- men en weer aangesloten.●De motor wordt automatisch herstart wan-
neer deze is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem als aan een van de vol-
gende voorwaarden voldaan is:
(Rijd met de auto om ervoor te zorgen dat de
motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld. (auto's zonder handmatig bediende aircon-
ditioning)
• De voorruitverwarming wordt ingescha- keld. (auto's zonder handmatig bediende
airconditioning)
• De selectiehendel wordt in stand D gezet (auto's met automatische transmissie of
Multidrive CVT).
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De rijmodus wordt gewijzigd van de nor- male of ECO-rijmodus in een andere
modus.
• De rijmodus is gewijzigd in de SNOW- modus (AWD-uitvoeringen).
• De Mud & Sand- of Rock & Dirt-modus voor de Multi-terrain Select is geselecteerd
(AWD-uitvoeringen).
• De uitschakeltoets van het Stop & Start- systeem wordt ingedrukt.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Het gaspedaal is ingetrapt (auto's met automatische transmissie of Multidrive
CVT).
• De auto begint te rollen op een helling.
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem: (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Start-systeem wordt uitge-
schakeld.)
• Als het rempedaal pompend of diep wordt ingetrapt.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als een schakelaar van het airconditio- ningsysteem wordt bediend (schakelaar
achterruitverwarming, enz.).
• Als de accu bijna leeg is.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 431 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
4324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Als de motorkap wordt geopend
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de motorkap wordt
geopend, slaat de motor af en kan de
motor niet worden gestart door de automa-
tische motorstartfunctie. Start in dat geval
de motor volgens de normale startproce-
dure. (→Blz. 284, 286)
●Als de motorkap wordt gesloten nadat de
motor is gestart terwijl de motorkap was
geopend, werkt het Stop & Start-systeem
niet. Sluit de motorkap, zet het contact
UIT, wacht ten minste 30 seconden en
start vervolgens de motor.
■Airconditioning terwijl de motor door
het Stop & Start-systeem is uitgescha-
keld
Auto's met een automatische airconditioning:
Als de airconditioning in de automatische
modus staat en de motor is uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem, kan de venti-
lator met een lage snelheid gaan draaien om
te voorkomen dat de temperatuur in het inte-
rieur hoger of lager wordt, of kan hij worden
uitgeschakeld.
Schakel het Stop & Start-systeem uit door de
uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem
in te drukken om de prestaties van de aircon-
ditioning voorrang te geven als de auto stil-
staat.
●Als de voorruit beslagen is
Schakel de voorruitverwarming in.
( → Blz. 513, 518)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uit-
schakeltoets van het Stop & Start-systeem
om het Stop & Start-systeem uit te schake-
len.
●Als het airconditioningsysteem een onaan-
gename geur verspreidt
• Auto's met een handmatig bediende air- conditioning:
Als de tijd voor uitschakeling bij stilstand is
ingesteld op “Extended” (verlengd), wijzig de
instelling dan in “Standard” (standaard). Als
er een onaangename geur verspreid wordt
terwijl de tijd voor uitschakeling bij stilstand is
ingesteld op “Standard” (standaard), druk
dan op de uitschakeltoets voor het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem
te deactiveren. • Auto's met automatische airconditioning:
Druk op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem
uit te schakelen.
■Wijzigen van de tijd voor uitschakeling
bij stilstand bij ingeschakelde aircondi-
tioning
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioni ng is ingeschakeld,
kan via van het multi-informatiedisplay
( → Blz. 126) worden gewijzigd. (De werkings-
duur van het Stop & Start-systeem als de air-
conditioning is uitgeschakeld, kan niet
worden gewijzigd.)
■Weergeven van de status van het Stop
& Start-systeem
Sinds starten:
Geeft de totale tijd weer die de motor door
het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld
vanaf het moment dat de motor werd gestart
tot de motor werd uitgeschakeld.
Telkens als de motor uitgezet wordt, wordt dit
item gereset.
■Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en
een melding worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
●Wanneer de motor niet kan worden uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem “Press Brake More to Activate” (trap
het rempedaal dieper in om te activeren)
*
• Het rempedaal wordt niet ver genoeg inge- trapt.
→ Als het rempedaal verder wordt ingetrapt,
werkt het systeem.
*: Auto's met automatische transmissie of Multidrive CVT
“Non-Dedicated Battery” (niet-speci-
fieke accu)
• Er is een accu geplaatst die niet is ontwor- pen voor gebruik met een Stop & Start-
systeem.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 432 Friday, August 7, 2020 1:15 PM