Page 265 of 718

264
4-4. TankenOpenen van de tankdop ........ 320
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ............. 322
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . .................333
LTA (Lane Tracing Assist) ..... 341
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ............... 350
RSA (Road Sign Assist) ........ 358
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik ...... 362
Dynamic Radar Cruise Control ..................... 374
Cruise control ........................ 384
Snelheidsbegrenzer............... 387
BSM (Blind Spot Monitor) ...... 390
Toyota Parking Assist-sensor....................... 405
PKSB (Parking Support Brake) .................... 413
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ........... 418
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden)............... 424
Stop & Start-systeem............. 428
Rijmodusselectieschakelaar .. 436Multi-terrain Select
(AWD-uitvoeringen) ............. 438
Schakelaar SNOW-modus (AWD-uitvoeringen) ............. 441
Downhill Assist Control .......... 442
Uitlaatgasfilter systeem ........... 444
Ondersteunende systemen .... 445
4-6. Rijtips Rijden in de winter.................. 452
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's .................... 455
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 264 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 266 of 718

265
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van de motor
→Blz. 284, 286
■Rijden
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 290, 294)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 303)
Als de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem automa-
tisch gedeactiveerd wanneer de selectiehen-
del in een andere stand dan P wordt gezet.
(→ Blz. 303)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
Handgeschakelde transmissie
1 Zet met ingetrapt koppelingspedaal
de selectiehendel in de 1e versnel-
ling. ( →Blz. 299)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 303)
3 Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen. Trap tegelijkertijd het
gaspedaal in om de auto in bewe-
ging te brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem. ( →Blz. 303)
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( →Blz. 290,
294)
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem. ( →Blz. 303)
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat,
zet dan de selectiehendel in de neutraal-
stand. ( →Blz. 299)
■Parkeren van de auto
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 303)
en zet de selectiehendel in stand P
(→Blz. 290, 294).
3 Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
4 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Zet de selectiehendel in de neu-
traalstand. ( →Blz. 299)
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 265 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 267 of 718

2664-1. Voordat u gaat rijden
3Activeer de parkeerrem.
(→Blz. 303)
Zet de selectiehendel bij het parkeren op
een helling indien nodig in stand 1 of R.
4 Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
5 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 290, 294)
2 Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem hand-
matig te activeren. ( →Blz. 303)
3 Laat het rempedaal opkomen en
trap langzaam het gaspedaal in om
de auto in beweging te brengen.
Functie automatisch deactiveren parkeer-
rem ( →Blz. 300)
Handgeschakelde transmissie
1 Houd het rempedaal en het koppe-
lingspedaal volledig ingetrapt en zet
de selectiehendel in de 1e versnel-
ling. ( →Blz. 299)
2 Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem hand-
matig te activeren. ( →Blz. 303)
3 Trap het gaspedaal een beetje in en
laat tegelijkertijd het koppelingspe-
daal geleidelijk opkomen om de
auto in beweging te brengen.
Functie automatisch deactiveren parkeer-
rem ( →Blz. 300)
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geacti-
veerd. ( →Blz. 445)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Motortoerental tijdens het rijden
(behalve handgeschakelde transmissie)
In de volgende gevallen kan het motortoeren-
tal tijdens het rijden te hoog oplopen. Dit is
het gevolg van automatisch op- of terugscha-
kelen, al naar gelang de rijomstandigheden.
Het duidt niet op plotseling accelereren.
●Het systeem signaleert dat de auto een
helling op of af rijdt
●Als het gaspedaal wordt losgelaten
●Als het rempedaal is ingetrapt en de sport-
modus is geselecteerd
■Beperken van het motorvermogen
(Brake Override-systeem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het
motorvermogen mogelijk beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is. ( →Blz. 624)
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling) (auto's met automatische
transmissie of Multidrive CVT)
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het motorver-
mogen mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D, van D in R, van N in R, van P in D of van P
in R wordt gezet (D omvat S [auto's met
automatische transmissie]) of M [auto's
met Multidrive CVT] terwijl het gaspedaal
wordt ingetrapt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informatie-
display. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 266 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 268 of 718

267
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge-
trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met
het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
(→ Blz. 446) om de wegrijregeling uit te
schakelen, zodat de auto gemakkelijker
wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
●De wegrijregeling werkt niet als de Mud &
Sand- of Rock & Dirt-modus voor de Multi-
terrain Select is geselecteerd (AWD-uit-
voeringen).
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. (→ Blz. 672)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
■Bij het starten van de auto
Houd bij auto's met automatische trans-
missie of Multidrive CVT altijd uw voet op
het rempedaal als u stilstaat met een
draaiende motor. Dit voorkomt kruipen van
de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rem- pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen van
de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem-
en gaspedaal goed bedienen.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal met uw
linkervoet intrapt, kan in een noodgeval
uw reactie vertraagd worden, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
●Rijd niet met de auto over licht ontvlam-
bare materialen zoals bladeren, papier
of doeken en parkeer de auto ook niet in
de buurt van dergelijke materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen
kunnen zeer heet worden. Deze hete
onderdelen kunnen brand veroorzaken
als er licht ontvlambaar materiaal aan-
wezig is.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 267 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 269 of 718

2684-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
●Zet de motor niet uit tijdens het rijden.
Door de motor tijdens het rijden uit te
zetten, verliest u niet de controle over
het stuurwiel of de remmen, maar werkt
de bekrachtiging van deze systemen
niet meer. Hierdoor zullen het remmen
en sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
In geval van nood echter, bijvoorbeeld
als de auto onmogelijk op de normale
manier tot stilstand kan worden
gebracht: →Blz. 608
●Rem bij het afdalen van een steile hel-
ling af op de motor (terugschakelen) om
een veilige snelheid aan te kunnen hou-
den.
Het continu gebruiken van de remmen
kan leiden tot oververhitting en een ver-
minderde remwerking. ( →Blz. 290, 294,
299)
●Verstel het stuurwiel, de stoel en de bin-
nen- of buitenspiegel niet tijdens het rij-
den.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen.
●Controleer altijd of alle passagiers hun
armen, hoofd en andere lichaamsdelen
binnen de auto houden.
■Rijden op glad wegdek
●Door plotseling remmen, accelereren en
sturen kunnen de banden hun grip ver-
liezen, met controleverlies tot gevolg.
●Door plotseling accelereren, afremmen
op de motor als gevolg van schakelen,
of wijzigingen in het motortoerental kan
de auto in een slip raken.
●Trap, nadat u door een plas bent gere-
den, het rempedaal lichtjes in om ervoor
te zorgen dat de remmen goed werken.
Door natte remblokken kan de remwer-
king afnemen. Remmen die aan één
kant van de auto nat zijn en niet goed
werken, kunnen de besturing bemoeilij-
ken.
■Bedienen van de selectiehendel
●Laat bij auto's met automatische trans-
missie of Multidrive CVT de auto niet
achteruit rollen als de vooruitversnelling
is ingeschakeld of vooruit rollen terwijl
de selectiehendel in stand R staat.
Als dat wel gebeurt, kan de motor
afslaan of kan de remwerking of de
besturing in negatieve zin worden beïn-
vloed, waardoor een ongeval of schade
aan de auto kan ontstaan.
●Zet de selectiehendel van auto's met
automatische transmissie of Multidrive
CVT niet in stand P als de auto in bewe-
ging is.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het voor-
uitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het achter-
uitrijden niet in een vooruitversnelling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het rijden
niet in stand N. Als u dat wel doet, wordt
de verbinding tussen de motor en de
transmissie verbroken. Als de transmis-
sie in stand N staat, is afremmen op de
motor niet mogelijk.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 268 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 270 of 718

269
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
●Zet bij auto's met automatische trans-
missie of Multidrive CVT de selectiehen-
del niet in een andere stand als het
gaspedaal ingetrapt is.
Als de selectiehendel in een andere
stand dan P of N wordt gezet, kan de
auto onverwacht snel accelereren,
waardoor een ongeval en ernstig letsel
kunnen ontstaan. Als u dat wel doet,
kan er schade aan de transmissie ont-
staan waardoor u de controle over de
auto kunt verliezen.
■Als u een piepend of krassend geluid
hoort (remblokslijtage-indicatoren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakij-
ken en indien nodig vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken
als de remblokken niet op tijd worden ver-
vangen.
Het rijden met een auto waarvan de rem-
blokken en/of de remschijven de slijtageli-
miet hebben overschreden, is gevaarlijk.
■Bij stilstaande auto
●Laat de motor niet met te veel toeren
draaien.
Als de transmissie in een andere stand
dan P (alleen auto's met automatische
transmissie of Multidrive CVT) of N
staat, kan de auto plotseling en onver-
wacht accelereren, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
●Voorkom het ontstaan van ongevallen
door het wegrollen van de auto en houd
het rempedaal altijd ingetrapt als de
motor draait. Activeer indien nodig de
parkeerrem.
●Voorkom voor- of achteruitrollen van de
auto bij stoppen op een helling, waar-
door een ongeval kan ontstaan: trap
altijd het rempedaal in en activeer de
parkeerrem indien nodig.
●Voorkom dat de motor met een te hoog
toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental
draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, het-
geen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbus-
sen of blikken frisdrank in de auto liggen
als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen
of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof
kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto.
Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per
ongeluk gaan branden als er bagage
wordt geplaatst of een stoel wordt afge-
steld en brand veroorzaken.
●Plak geen parkeerschijven op de voor-
ruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het
instrumentenpaneel of dashboard. Deze
parkeerschijven of reservoirs kunnen
als een lens werken en brand veroorza-
ken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het
gebogen glas van naastliggende gebou-
wen voorzien is van een gemetalli-
seerde film, bijvoorbeeld een
zilverkleurige folie. Weerkaatst zonlicht
kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 269 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 271 of 718

2704-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
●Activeer altijd de parkeerrem, zet de
selectiehendel in stand P (alleen auto's
met automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT), zet de motor uit en ver-
grendel de auto.
Laat de auto niet onbeheerd achter met
draaiende motor.
Als de auto is geparkeerd met de selec-
tiehendel in stand P (alleen auto's met
automatische transmissie of Multidrive
CVT), terwijl de parkeerrem niet is geac-
tiveerd, zou de auto in beweging kun-
nen komen, wat kan leiden tot een
ongeval.
●Raak de uitlaatpijp niet aan als de motor
draait en ook niet net na het uitzetten
van de motor.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
■Als u even gaat slapen in de auto
Zet de motor altijd uit. Anders zou u per
ongeluk de selectiehendel kunnen ver-
plaatsen of het gaspedaal in kunnen trap-
pen, waardoor een ongeval zou kunnen
ontstaan of de motor oververhit zou kun-
nen raken en brand kan ontstaan. Verder
kunnen uitlaatgassen in een slecht geven-
tileerde omgeving in de auto terechtko-
men, hetgeen zeer schadelijk is voor de
gezondheid.
■Bij het remmen
●Rijd voorzichtiger wanneer de remmen
nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen
nat zijn en bovendien kan vocht ertoe
leiden dat de ene kant van de auto ster-
ker afgeremd wordt dan de andere kant.
Ook de werking van de parkeerrem kan
door vocht in negatieve zin beïnvloed
worden.
●Rijd niet te dicht achter een andere auto
en vermijd afdalingen en scherpe boch-
ten die krachtig afremmen noodzakelijk
maken als de rembekrachtiger niet
werkt.
In dit geval kan de auto nog wel worden
afgeremd, maar moet er een grotere
kracht op het rempedaal worden uitge-
oefend dan normaal. De remweg zal
ook langer zijn. Laat uw remmen onmid-
dellijk repareren.
●Rem niet “pompend” als de motor is
afgeslagen.
Elke keer dat het rempedaal wordt inge-
trapt, wordt er weer een gedeelte van
de reserveremdruk verbruikt.
●Het remsysteem bestaat uit twee afzon-
derlijke hydraulische systemen: als een
van de beide systemen uitvalt, werkt het
andere systeem nog wel. In dat geval
moet het rempedaal krachtiger worden
ingetrapt dan gewoonlijk en neemt ook
de remweg toe. Laat uw remmen
onmiddellijk repareren.
■Als de auto vast komt te zitten (uit-
voeringen met vierwielaandrijving)
Laat de wielen niet overmatig doorslippen
als een van de wielen los van de grond
komt of als de auto vastzit in bijvoorbeeld
zand of modder. Anders kunnen de onder-
delen van het aandrijfsysteem beschadigd
raken en kan de auto plotseling naar voren
of achteren schieten en een ongeval ver-
oorzaken.
OPMERKING
■Tijdens het rijden (auto's met auto-
matische transmissie of Multidrive
CVT)
●Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd
het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het motorvermogen
mogelijk af.
●Gebruik het gaspedaal niet om de auto
op een helling op zijn plaats te houden
en trap daartoe ook niet het rempedaal
en het gaspedaal gel ijktijdig in.
■Tijdens het rijden (auto's met hand-
geschakelde transmissie)
●Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd
het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het motorvermogen
mogelijk af.
●Schakel alleen een andere versnelling
in als het koppelingspedaal helemaal is
ingetrapt. Laat na het schakelen het
koppelingspedaal gelei delijk opkomen.
Anders kunnen de koppeling, de trans-
missie en de vers nellingen beschadigd
raken.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 270 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 272 of 718

271
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
OPMERKING
●Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Anders kan overmatige en voortijdige slij-
tage optreden of de koppeling beschadigd
raken, waardoor het accelereren en vanuit
stilstand wegrijden moeilijk zullen gaan.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
• Laat uw voet niet op het koppelingspe- daal rusten en trap het pedaal niet in
wanneer u niet schakelt.
Dit kan problemen met de koppeling
veroorzaken.
• Gebruik voor het wegrijden alleen de 1e versnelling.
Anders kan de koppeling beschadigd
raken.
• Gebruik het koppelingspedaal niet om de rijsnelheid aan te passen.
Anders kan de koppeling beschadigd
raken.
• Zorg er, wanneer u de auto tot stilstand brengt terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan de neutraalstand
staat, voor dat u het koppelingspedaal
volledig intrapt en de auto tot stilstand
brengt met behulp van de remmen.
●Zet de selectiehendel niet in stand R
voordat de auto volledig tot stilstand is
gekomen. Anders kunnen de koppe-
ling, de transmissie en de versnellingen
beschadigd raken.
■Vermijd schade aan onderdelen van
de auto
●Draai het stuurwiel niet gedurende lan-
gere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbe-
krachtigingsmotor ontstaan.
●Rijd zo langzaam mogelijk over oneffen-
heden in de weg om schade aan de wie-
len, de onderzijde van de auto, enz. te
vermijden.
■Als u tijdens het rijden een lekke
band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden
tot de onderstaande situaties.
●Het kan moeilijk zijn om de auto onder
controle te houden.
●De auto kan abnormale geluiden maken
of trillen.
●De auto kan abnormaal gaan overhel-
len.
Houd het stuurwiel stevig vast en trap het
rempedaal geleidelijk in om de auto tot stil-
stand te brengen.
Informatie over wat u moet doen in het
geval van een lekke band ( →Blz. 631,
642)
■Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval
e.d. zijn overstroomd. Indien u dat toch
doet, kan de auto hierdoor ernstig worden
beschadigd.
●Motor slaat af
●Kortsluiting in elektrische componenten
●Motorschade door onderdompeling in
water
Na het rijden op een overstroomde weg of
door mul zand moet het volgende worden
nagekeken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige:
●Remwerking
●Peil en kwaliteit van motorolie en
andere vloeistoffen van motor, transmis-
sie, tussenbak (AWD-uitvoeringen),
achterdifferentieel (AWD-uitvoeringen),
enz.
●Smering van cardanas (auto's met vier-
wielaandrijving), lagers en wielop-
hanging (waar mogelijk) en de werking
van alle koppelingen, lagers, enz.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 271 Friday, August 7, 2020 1:15 PM