Page 529 of 586

528
COROLLA HV_TMMT_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reserve-
wiel
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• EPS
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemon-
teerd is.
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij het
rijden over slechte wegen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 528 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 530 of 586

529
8
COROLLA HV_TMMT_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De elektronische sleutel werkt
mogelijk niet goed. ( →Blz. 531)
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank. Vul de
brandstoftank.
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. ( →Blz. 87)
Er kan een storing aanwezig zijn in
het stuurslotsysteem.
Het hybridesysteem van de motor is
mogelijk defect als gevolg van een
elektrische storing, zoals een ontla-
den batterij van de elektronische
sleutel of een defecte zekering. Er
bestaat echter, afhankelijk van het
soort storing, een noodmaatregel om
het hybridesystee m te starten.
(→Blz. 530)
OPMERKING
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel. De sneeuwketting kan
de carrosserie beschadigen en het rijge-
drag in negatieve zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige, omdat
de bandenspanningssensoren en -zen-
ders beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. ( →Blz. 466)
Als het hybridesysteem
niet kan worden gestar t
Het niet starten van het hybride-
systeem kan verschillende oorza-
ken hebben. Raadpleeg het
volgende overzicht en onderneem
de bijpassende acties:
Het hybridesysteem kan
niet worden gestart, ook al is
de startprocedure correct
uitgevoerd. ( →Blz. 203)
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 529 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 531 of 586

530
COROLLA HV_TMMT_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Een van de onderst
aande punten kan
het probleem veroorzaken:
De 12V-accu is mogelijk te ver ontla-
den. ( →Blz. 533)
De accuklemmen zitten mogelijk los
of zijn gecorrodeerd. ( →Blz. 454)
Een van de onderst aande punten kan
het probleem veroorzaken:
De 12V-accu is mogelijk te ver ontla-
den. ( →Blz. 533)
Een of beide klemmen van de
12V-accu kunnen loszitten.
(→Blz. 454)
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als het probleem niet
verholpen kan worden of als de reparatie-
procedure niet bekend is.
Wanneer het hybridesysteem niet start
maar de startknop normaal werkt, kan
het systeem aan de hand van de vol-
gende stappen voorlopig worden
gestart.
Gebruik deze startprocedure alleen in
noodgevallen. 1
Activeer de parkeerrem.
(→Blz. 212)
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
3 Zet het contact in stand ACC.
4 Houd de startknop gedurende 15
seconden ingedrukt terwijl het rem-
pedaal stevig wordt ingetrapt.
Ook als het hybridesysteem met behulp van
deze stappen kan worden gestart, kan er
een storing in het systeem aanwezig zijn.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
De interieurverlichting en
de koplampen gaan zwakker
branden of de claxon maakt
geen of weinig geluid.
De interieurverlichting en
de koplampen gaan niet
branden of de claxon maakt
geen geluid.
Noodstartfunctie
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 530 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 532 of 586

531
8
COROLLA HV_TMMT_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met
startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursins
tellingen. Is de func-
tie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeur sinstellingen:
→ Blz. 555)
●Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. ( →Blz. 145)
Gebruik de mechanische sleutel
(→Blz. 136) om de volgende handelin-
gen uit te voeren:
Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kan een
nieuwe originele mechanische
sleutel maken met behulp van de
andere originele mechanische
sleutel en het sleutelnummer op
uw plaatje met sleutelnummer.
Bewaar het plaatje met het sleutel-
nummer op een veilige plaats bui-
ten de auto, bijvoorbeeld in uw
portemonnee.
OPMERKING
■Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
Als de elektronische sleutel zoek blijft,
wordt het risico aanzienlijk groter dat de
auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met
alle overgebleven elektronische sleutels
die bij uw auto zijn geleverd naar een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken ( →Blz. 145) of de elek-
tronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is,
werken het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbe-
diening niet. In dergelijke gevallen
kunnen de portieren en de achter-
klep worden geopend of kan het
hybridesysteem worden gestart
volgens onderstaande procedure.
OPMERKING
■In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische
sleutels die bij uw auto zijn geleverd, naar
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 531 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 533 of 586

532
COROLLA HV_TMMT_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
1
Vergrendelen van alle portieren
2 Ontgrendelen van alle portieren
■Aan de sleutel gekoppelde functies
1 Sluiten van de ruiten en het schuifdak
*1
(draaien en vasthouden)*2
2 Openen van de ruiten en het schuifdak*1
(draaien en vasthouden)*2
*1
: Indien aanwezig
*2: Deze instellingen moeten aan de per- soonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
1 Zorg ervoor dat de selectiehendel in
stand P staat en trap het rempedaal
in.
2 Houd de zijde van de elektronische
sleutel met het Toyota-logo tegen
de startknop.
Wanneer de elektronische sleutel wordt
gesignaleerd, klinkt er een zoemer en wordt
het contact AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen , wordt het contact in
stand ACC gezet.
WAARSCHUWING
■Bij het gebruik van de mechanische
sleutel en het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruiten of het
schuifdak (indien aanwezig)
Bedien de elektrisch bedienbare ruit of het
schuifdak nadat u hebt gecontroleerd of er
geen risico is dat een passagier met een
lichaamsdeel bekneld ka n raken tussen de
ruit of het schuifdak.
Laat tevens de mechanische sleutel niet
bedienen door kinderen. Het kan gebeu-
ren dat een lichaamsdeel van een kind of
een andere passagier klem komt te zitten
tussen de elektrisch bedienbare ruit of het
schuifdak.
Starten van het
hybridesysteem
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 532 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 534 of 586

533
8
COROLLA HV_TMMT_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
3
Trap het rempedaal stevig in en
controleer of op het
multi-informatiedisplay wordt weer-
gegeven.
4 Druk kort en kracht ig op de start-
knop.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als
het hybridesysteem nog steeds niet kan
worden gestart.
■Uitschakelen van het hybridesysteem
Zet de selectiehendel in stand P en druk op
de startknop zoals u normaal doet bij het uit-
schakelen van het hybridesysteem.
■Batterij elektronische sleutel
Omdat deze procedure een noodmaatregel
is, wordt geadviseerd de batterij van de elek-
tronische sleutel zo snel mogelijk te laten ver-
vangen als deze ontladen is. ( →Blz. 477)
■Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld
als de mechanische sleutel wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een
portier met de mechanische sleutel wordt
ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is inge-
schakeld. ( →Blz. 95)
■Wijzigen van de standen van het con-
tact
Laat het rempedaal los en druk tijdens stap 3
hierboven op de startknop.
Het hybridesysteem wordt niet ingeschakeld
en de stand verandert iedere keer dat de
knop wordt ingedrukt. ( →Blz. 205)
Als de 12V-accu is
ontladen
Als de 12V-accu ontladen is, kan
het hybridesysteem met behulp
van de onderstaande procedures
worden gestart.
U kunt ook contact opnemen met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 533 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 535 of 586

534
COROLLA HV_TMMT_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als u de beschikking hebt over een set
startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten
met behulp van de onderstaande hulp-
startprocedure.
1
Auto's met een alarm ( →Blz. 95):
Controleer of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan het alarm
afgaan of kunnen de portieren worden ver-
grendeld, afhankelijk van de situatie.
( → Blz. 96)
2 Open de motorkap. ( →Blz. 448)
3 Sluit de positieve startkabelklem aan op van uw auto en sluit de klem aan de
andere zijde van de positieve startkabel aan op van de tweede auto. Sluit
vervolgens de negatieve kabelkle m aan op van de tweede auto en sluit de
klem aan de andere zij de van de negatieve startkabel aan op .
Pluspool (+) accu (uw auto)
Pluspool (+) accu (tweede auto)
Minpool (-) accu (tweede auto)
Stevig, niet-bewegend, niet-gel akt metalen punt, ver weg van de accu en bewe-
gende delen, zoals aangege ven in de afbeelding.
4 Start de motor van de tweede auto.
Verhoog het motort oerental iets en
laat de motor gedurende ongeveer 5 minuten met het verhoogde toe-
rental draaien om de 12V-accu van
uw auto op te laden.
Starten van het
hybridesysteem
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 534
Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 536 of 586

535
8
COROLLA HV_TMMT_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
5
Open en sluit een v an de portieren
terwijl het contact UIT staat.
6 Laat de motor van de tweede auto
met een iets ver hoogd toerental
draaien en start het hybridesysteem
van uw auto door h et contact AAN
te zetten.
7 Controleer of het controlelampje
READY gaat branden. Neem als het
controlelampje niet gaat branden
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
8 Verwijder de startkabels als het
hybridesysteem gest art is in exact
de omgekeerde volgorde van aan-
sluiten.
Laat, nadat het h ybridesysteem is
gestart, de auto zo s nel mogelijk nakij-
ken door een erkende T oyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Starten van het hybridesysteem wan-
neer de 12V-accu ontladen is
Het hybridesysteem kan niet worden gestart
door de auto aan te duwen.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als het hybridesysteem is uitgeschakeld.
●Schakel niet-noodzakelijke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bij-
voorbeeld in een file.
■Als de 12V-accu verwijderd of ontladen
is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt
gewist. Laat wanneer de 12V-accu volledig
is ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk wor-
den geïnitialiseerd. (→Blz. 564)
■Bij het losnemen van de 12V-accuklem-
men
Wanneer de 12V-accuklemmen worden los-
genomen, wordt de in de ECU opgeslagen
informatie gewist. Neem voordat u de
12V-accuklemmen losneemt contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan ontladen,
zelfs wanneer de auto niet in gebruik is. Dit
wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading
en het effect van bepaalde elektrische appa-
ratuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt
wordt, kan de 12V-accu ontladen en kan het
hybridesysteem moge lijk niet meer worden
gestart. (De 12V-accu laadt automatisch op
wanneer het hybridesysteem in werking is.)
■Bij het bijladen of vervangen van de
12V-accu
●Auto's met instapfunctie: Wanneer de
12V-accu is ontladen, is het in sommige
gevallen niet mogelijk om de portieren te
ontgrendelen met het Smart entry-systeem
met startknop. Gebruik de afstandsbedie-
ning of de mechanische sleutel om de por-
tieren te vergrendelen of te ontgrendelen.
●Mogelijk start het hybridesysteem niet bij
de eerste poging nadat de 12V-accu weer
is opgeladen, maar start hij wel normaal na
de tweede poging. Dit duidt niet op een
storing.
●De stand van het contact wordt door de
auto geregistreerd. Wanneer de 12V-accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem
terug naar de stand die was geselecteerd
voordat de 12V-accu ontladen was. Zorg
dat het contact UIT staat voordat de
12V-accu wordt losgenomen.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de 12V-accu wanneer u niet zeker
weet in welke stand het contact stond voor-
dat de 12V-accu werd opgeladen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 535 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM