Page 185 of 586

184
COROLLA HV_TMMT_EE3-5. Openen en sluiten van de ruiten
Deze functie kan worden gebruikt om te
voorkomen dat kinderen per ongeluk de
ruit van het passagiersportier openen of
sluiten.
Druk op de schakelaar.
Het controlelampje gaat branden en de
ruit van het passagiersportier wordt geblok-
keerd.
De ruiten van de passagiersportieren kun-
nen nog wel met de schakelaar van het
bestuurdersportier worden geopend en
gesloten wanneer de vergrendelschakelaar
is ingeschakeld.
■De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
bediend worden als
Het contact AAN staat.
■Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De blokkeerschakelaar voor de ruitbediening
wordt uitgeschakeld. Druk indien nodig na
het aansluiten van de 12V-accu op de blok-
keerschakelaar voor de ruitbediening.
*: Indien aanwezig
■Openen en sluiten
1 Opent het schuifdak
*
Het schuifdak stopt iets voordat het volledig
geopend is om windgeruis te beperken. Druk
nogmaals op de schakelaar om het schuif-
dak volledig te openen.
2Sluit het schuifdak*
*: Druk licht op een zijde van de schuifdak-
schakelaar om de beweging van het
schuifdak in een tussenstand te stoppen.
■Omhoog en omlaag kantelen
WAARSCHUWING
●De knelbeveiliging werkt mogelijk niet
als iets bekneld raakt op het moment
dat de ruit bijna volledig geopend is.
Zorg ervoor dat er geen lichaamsdelen
of kledingstukken klem komen te zitten
tussen de ruit.
Voorkomen van onbedoelde
bediening (blokkeerschakelaar
ruitbediening)
Schuifdak*
Het schuifdak kan met behulp van
de schakelaars in de dakconsole
open en dicht worden geschoven
en naar boven en beneden worden
gekanteld.
Bedienen van het schuifdak
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 184 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 186 of 586

185
3
COROLLA HV_TMMT_EE 3-5. Openen en sluiten van de ruiten
Voordat u gaat rijden
1
Kantelt het schuifdak omhoog*
2Kantelt het schuifdak omlaag*
*: Druk licht op een zijde van de schuifdak-
schakelaar om de beweging van het
schuifdak in een tussenstand te stoppen.
■Het schuifdak kan worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Bedienen van het schuifdak nadat het
hybridesysteem is uitgeschakeld
Ook nadat het contact in stand ACC of UIT is
gezet, kan het schuifdak nog gedurende
ongeveer 45 seconden worden bediend. Het
kan echter niet meer worden bediend als een
van de voorportieren is geopend.
■Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten of naar beneden kante-
len een object bekneld raakt tussen het
schuifdak en het frame, stopt de beweging
van het schuifdak en wordt het weer iets
geopend.
■Zonnescherm
Het zonnescherm kan met de hand worden
geopend en gesloten. Bij het openen van het
schuifdak zal het zonnescherm echter auto-
matisch ook worden geopend.
■Aan portierslot gekoppelde werking
schuifdak
●Het schuifdak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de mechanische
sleutel.
* ( → Blz. 532)
●Het schuifdak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de afstandsbe-
diening.
* (→ Blz. 137)*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als het schuifdak niet normaal sluit
Ga als volgt te werk:
●Als het schuifdak sluit, maar dan weer een
stukje opengaat
1 Breng de auto tot stilstand.
2 Houd de schakelaar CLOSE ingedrukt.
*1
Het schuifdak gaat dicht, gaat weer open en
stopt ongeveer 10 seconden.*2 Vervolgens
gaat het weer dicht, kantelt het omhoog en
stopt het ongeveer 1 seconde. Ten slotte
kantelt het schuifdak omlaag, waarna het
opent en sluit.
3 Controleer of het schuifdak geheel geslo-
ten is en laat dan de schakelaar los.
●Als het schuifdak oml aag kantelt maar dan
weer omhoog kantelt
1 Breng de auto tot stilstand.
2 Houd de toets UP ingedrukt
*1 totdat het
schuifdak omhoogkantelt en stopt.
3 Laat de toets UP even los en houd de
toets UP weer ingedrukt.
*1
Het schuifdak blijft ongeveer 10 seconden in
de omhooggekantelde positie staan.*2 Ver-
volgens wordt de stand enigszins bijgesteld
en stopt het dak ongeveer 1 seconde. Ten
slotte kantelt het schuifdak omlaag, waarna
het opent en sluit.
4 Controleer of het schuifdak geheel geslo-
ten is en laat dan de schakelaar los.
*1: Als de schakelaar niet op het juiste
moment wordt losgelaten, moet de proce-
dure helemaal opnieuw worden uitge-
voerd.
*2: Als de schakelaar wordt losgelaten nadat er 10 seconden is gewacht, wordt de
automatische functie uitgeschakeld. Houd
in dat geval de toets CLOSE of UP inge-
drukt. Het schuifdak kantelt omhoog en
blijft gedurende ongeveer 1 seconde in
die stand. Dan kantelt het omlaag, gaat
open en sluit. Controleer of het schuifdak
geheel gesloten is en laat dan de schake-
laar los.
Als het schuifdak ook na het op de juiste
wijze uitvoeren van bovenstaande procedure
niet volledig sluit, laat dan uw auto controle-
ren door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 185 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 187 of 586

186
COROLLA HV_TMMT_EE3-5. Openen en sluiten van de ruiten
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 555)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
■Openen van het schuifdak
●Laat geen van de inzittenden tijdens het
rijden zijn/haar hand of hoofd buiten de
auto uit steken.
●Ga niet op het schuifdak zitten.
■Openen en sluiten van het schuifdak
●De bestuurder is verantwoordelijk voor
het openen en sluiten van het schuifdak.
Laat, om onbedoelde bediening, met
name door kinderen, te voorkomen, het
schuifdak niet door kinderen bedienen.
Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel
van een kind of een andere passagier
klem komt te zitten tussen het schuif-
dak.
●Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als het
schuifdak bediend wordt.
●Wanneer het schuifdak wordt bediend
met de afstandsbediening of mechani-
sche sleutel, bedien dan het schuifdak
nadat u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een
lichaamsdeel bekneld kan raken tussen
het schuifdak. Laat kinderen het schuif-
dak niet bedienen via de afstandsbedie-
ning of mechanische sleutel. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt
te zitten tussen het schuifdak.
●Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het
contact UIT en neem de sleutel en het
kind met u mee. Anders kan het kind de
auto mogelijk onbedoeld, uit katten-
kwaad, enz. bedienen, wat tot een
ongeval kan leiden.
■Klembeveiliging
●Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opze ttelijk te activeren.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 186 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 188 of 586
187
3
COROLLA HV_TMMT_EE 3-5. Openen en sluiten van de ruiten
Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
●Mogelijk werkt de klembeveiliging net
voordat het schuifdak
volledig sluit niet.
Ook is de klembeveiliging niet ontwor-
pen om te werken terwijl de schuifdak-
schakelaar wordt ingedrukt. Let erop dat
uw vingers, enz. niet bekneld raken.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 187 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 189 of 586
188
COROLLA HV_TMMT_EE3-5. Openen en sluiten van de ruiten
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 188
Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 190 of 586

4
189
COROLLA HV_TMMT_EE
4
Rijden
Rijden
.4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 190
Lading en bagage .................. 196
Rijden met een aanhangwagen (auto's
met neerklapbare
achterstoelen) ..................... 197
Rijden met een aanhangwagen (auto's
zonder neerklapbare
achterstoelen) ..................... 202
4-2. Rijprocedures
Startknop ............................... 203
EV-modus .............................. 207
Hybridetransmissie ................ 209
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................... 211
Parkeerrem ............................ 212
Brake Hold-systeem .............. 215
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 217
AHB (Automatic High Beam) ......................... 220
Schakelaar mistlampen ......... 222
Ruitenwissers en -sproeiers ............................ 223
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 2274-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 229
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . ..................240
LTA (Lane Tracing Assist)....... 247
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 257
Cruise control ......................... 268
Snelheidsbegrenzer ............... 271
RSA (Road Sign Assist) ......... 273
BSM (Blind Spot Monitor)....... 277
Toyota Parking Assist-sensor ....................... 294
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 302
PKSB (Parking Support Brake)..................... 306
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ............ 312
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 318
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) ...... 322
Rijmodusselectie- schakelaar ........................... 348
Ondersteunende systemen .... 349
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ... 354
Rijden in de winter.................. 356
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 189 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 191 of 586

190
COROLLA HV_TMMT_EE4-1. Voordat u gaat rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van het hybridesysteem
→Blz. 203
■Rijden
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 209)
2 Deactiveer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( →Blz. 212)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( →Blz. 209)
■Parkeren van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in om
de auto volledig tot stilstand te bren-
gen.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 212)
en zet de selectiehendel in stand P.
(→ Blz. 209)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Druk op de startkn op om het hybri-
desysteem te stoppen. 4
Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
5 Vergrendel de portieren nadat u
hebt gecontroleerd of u de elektroni-
sche sleutel bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
1 Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand D.
2 Trap het gaspedaal geleidelijk in.
3 Deactiveer de parkeerrem.
■Rijden met een gunstig brandstofver-
bruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's ver-
gelijkbaar zijn met c onventionele auto's en
dat het belangrijk is dat u niet plotseling acce-
lereert, enz. ( →Blz. 354)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Beperken van het vermogen van het
hybridesysteem (Brake Override-sys-
teem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het ver-
mogen van het hybridesysteem mogelijk
beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 190 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 192 of 586

191
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal (
→Blz. 118)
Milieuvriendelijk rijden is gemakkelijker te
realiseren door in de zone ECO-acceleratie
te blijven. Verder is het door binnen de zone
ECO-acceleratie te blijven gemakkelijker om
een goede ECO-score te behalen.
●Bij het wegrijden:
Trap, terwijl u binnen de zone ECO-accelera-
tie blijft, het gaspedaal geleidelijk in en acce-
lereer tot aan de gewenste snelheid. Door
niet overmatig snel te accelereren, kan er
een goede ECO-score voor het wegrijden
worden behaald.
●Tijdens het rijden:
Laat, nadat u de gewenste snelheid hebt
bereikt, het gaspedaal los en rijd met een
constante snelheid binnen de zone
ECO-acceleratie. Door binnen de zone
ECO-acceleratie te blijven, kan er een goede
ECO-score voor het rijden met constante
snelheid worden behaald.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Door bij het decelereren het gaspedaal
vroegtijdig los te laten, kan er een goede
ECO-score voor het tot stilstand brengen van
de auto worden behaald.
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het vermogen
van het hybridesysteem mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D, van D in R, van N in R, van P in D of van P
in R wordt gezet (D omvat B) terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay. Lees de op het
multi-informatiedisplay weergegeven waar-
schuwingsmelding en volg de aanwijzing
op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge- trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met
het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
(→ Blz. 350) om de wegrijregeling uit te
schakelen, zodat de auto gemakkelijker
wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( →Blz. 546)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de
auto stilstaat en het controlelampje
READY brandt. Dit voorkomt kruipen van
de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rem- pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 191 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM