Page 17 of 220

Portieren ontgrendelen van buitenaf
Druk op de knop
om op afstand
alleen de voorportieren te ontgrendelen
(versie Cargo); druk op de knop
om de laadruimte te ontgrendelen
(versie Cargo).
Druk kort op de knop
om alle
portieren te ontgrendelen (versie
Combi), de plafondverlichting en de
twee knipperingen van de
richtingaanwijzers tijdelijk te activeren.
Draai de sleutel linksom in het slot
van het bestuurdersportier om
alle portieren te ontgrendelen.
De laadruimte ontgrendelen van binnen
uit het voertuig (Cargo-versie)
Druk op knop fig. 8 (versie Cargo) om
de laadruimte (openslaande
achterdeuren en zijschuifdeuren) van
binnen uit het voertuig te
ontgrendelen/vergrendelen. Druk
nogmaals om alle deuren van
het voertuig te vergrendelen.ZIJSCHUIFDEUREN
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
5) 6)
2)
De zijschuifdeur is uitgerust met een
vergrendeling met een veersluiting die
voorkomt dat de deur verder open
gaat. Om de deur te vergrendelen hem
zo ver mogelijk dichtduwen; om te
ontgrendelen stevig naar buiten
trekken.
Controleer in elk geval of de deur
correct vastzit in het systeem dat hem
volledig geopend houdt.
7) 8)
Openen/sluiten vanaf de buitenkant
Openen: draai de sleutel in het slot en
trek aan handgreep A fig. 9 in de met
de pijl aangegeven richting, schuif
vervolgens de deur naar de achterkant
van het voertuig tot hij op zijn plaats
vergrendelt en niet verder kan.
Sluiting: trek de hendel A fig. 9 naar de
voorkant van het voertuig. Draai de
sleutel met de metalen baart in de
richting voor de sluiting.Openen/sluiten vanuit het interieur
(Combi-versies)
Openen: trek de hendel A fig. 10 en
schuif de deur naar de achterkant van
het voertuig tot hij niet verder kan.
Sluiten: Sluit de schuifdeur met
de handgreep A fig. 11 door hem naar
de voorkant van het voertuig te
schuiven.
8F0T0322
9F0T0136
10F0T0137
15
Page 18 of 220

Openen/sluiten vanuit het interieur
(Cargo-versies)
BELANGRIJK De achterste schuifdeur
heeft aan de binnenkant geen
handgreep voor de opening. Gebruik
de voorziening A fig. 15 van het
openslaande achterportier in geval van
nood.
KINDERSLOT
9)
Dit systeem voorkomt dat de
zijschuifdeuren van binnenuit geopend
kunnen worden.
Het kinderslot fig. 12 kan alleen bij
geopende zijschuifdeur worden
ingeschakeld:
stand 1 - kinderslot ingeschakeld
(portier vergrendeld);
stand 2 - kinderslot uitgeschakeld
(portier kan van binnenuit worden
geopend).Het kinderslot blijft ingeschakeld ook
als de portieren elektrisch ontgrendeld
worden.
DUBBELOPENSLAANDE
ACHTERDEUREN
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
10) 11)
De dubbel openslaande achterdeuren
fig. 13 zijn voorzien van een
verbindingssysteem dat ervoor zorgt
dat ze tot ongeveer 90 graden geopend
kunnen worden.Om de deuren tot een hoek van 180
graden te openen, op de vergrendeling
A fig. 14 drukken (aan elke kant één)
zoals aangegeven op de afbeelding en
de deuren tegelijkertijd te openen.
Eerste openslaande deur van
binnenuit openen in een noodgeval
Gebruik, van binnenuit, mechaniek A
fig. 15.
11F0T0197
1
2
12F0T0138
13F0T0139
14F0T0375
15F0T0060
16
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 19 of 220

De tweede openslaande deur
openen
Nadat de eerste deur geopend is, aan
handgreep A fig. 16 trekken in de
richting van de pijl.
BELANGRIJK Trek de hendel A fig. 16
in de richting aangegeven door de pijl.
BELANGRIJK
5)Controleer, voordat er een portier
geopend wordt, of dit op een veilige
manier kan gebeuren.
6)De rechterschuifdeur kan niet geopend
worden wanneer het tankluikje tijdens
het tanken open staat.
7)Laat het zijschuifportier niet openstaan
als het voertuig op een helling is
geparkeerd. Door een stoot tegen het
voertuig zou de grendel open kunnen gaan,
waardoor het portier naar voren kan
zakken.8)Controleer wanneer de auto wordt
geparkeerd met geopende schuifdeuren, of
ze goed vergrendeld zijn.
9)Gebruik dit systeem altijd wanneer er
kinderen worden vervoerd.
10)Het verbindingssysteem is ontworpen
voor optimaal gebruik. Bij onbedoelde
schokken of een windstoot kunnen de
veren losraken waardoor de deuren
plotseling dicht kunnen vallen.
11)Bij het sluiten, sluit de rechterdeur 2 fig.
13volledig voordat u de linkerdeur 1 fig.
13 sluit. Sluit de deuren nooit tegelijkertijd.
BELANGRIJK
2)Controleer of de rechter zijschuifdeur
volledig gesloten is alvorens te tanken, om
beschadiging van de deur en het
vergrendelingssysteem bij geopende
tankdop te voorkomen.
STOELEN
12)
VOORSTOELEN
Verstellen in lengterichting
Trek hendel A fig. 17 omhoog en schuif
de stoel naar voren of naar achteren:
in de rijstand moeten de armen op
de rand van het stuurwiel rusten.
13)
Verstelling rugleuning
Draai aan knop B fig. 17.
Afstelling in hoogte
bestuurdersstoel
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
Gebruik hendel C fig. 17 om het
achterste deel van het zitkussen
omhoog of omlaag te verstellen voor de
meest comfortabele rijstand.
16F0T0142
B
D
C
A
17F0T0153
17
Page 20 of 220

BELANGRIJK Afstellen mag alleen
wanneer u op de betreffende stoel zit.
Afstelling lendensteun
bestuurdersstoel
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
Draai knop D fig. 17 om de
rugleuningsteun te verstellen.
Verwarmde stoelen
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
Druk, met de sleutel naar stand MAR
gedraaid, op knop A fig. 18 om de
functie in/uit te schakelen.
Als de functie ingeschakeld is, brandt
de led op de knop.OPKLAPBARE
PASSAGIERSSTOEL
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
Bij sommige uitvoeringen kan de
passagiersstoel worden opgeklapt.
BELANGRIJK Verplaats de stoel alleen
als er geen passagiers achterin zitten.
Stoel opklappen
Ga als volgt te werk om de stoel op te
klappen:open het portier aan passagierszijde;
trek aan de hendel A fig. 19 en klap
de rugleuning naar voren in de met
de pijl aangegeven richting;
druk dan de rugleuning B fig. 20
omlaag: de stoel is nu volledig in de
"tafel"-stand geplaatst;
trek aan lip C fig. 20 en duw de
rugleuning nog verder omlaag: de stoel
is nu volledig weggeklapt.
Stoel terugzetten
Om te stoel weer in de normale stand
te zetten, als volgt te werk gaan:
neem lip C fig. 20 en til de
rugleuning omhoog;
gebruik hendels B fig. 21 en til de
rugleuning verder op.
14) 15)
18F0T0205
19F0T0235
20F0T0457
21F0T0237
18
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 21 of 220

ACHTERBANK
(voor bepaalde versies/markten)
Toegang tot de achterstoelen
(Combi versies)
Open één van de twee zijdelingse
schuifdeuren voor het bereiken van de
achterstoelen (zie “Deuren” in dit
hoofstuk).
Verstelling
(Natural Power versies)
Om de achterstoelen neer te klappen,
moet u, voor het vinden van het lipje
A fig. 22, de laadbak openen zoals
afgebeeld in fig. 23. Wij bevelen aan dat
u de geheven afdekking in dezelfde
stand houd, ook bij het terugplaatsen
van de stoel
BELANGRIJK
12)Verstel de stoelen nooit tijdens het
rijden.
13)Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed geblokkeerd is
door te proberen hem naar voren en naar
achteren te schuiven. Als de stoel niet
vergrendeld is, kan hij plotseling
verschuiven en zou u de controle over het
voertuig kunnen verliezen.
14)Als de passagiersstoel is weggeklapt,
kan de ontstane ruimte niet voor lading
worden gebruikt. Tijdens het rijden mogen
zich daar dus geen losse voorwerpen
bevinden die de bestuurder kunnen
hinderen. Indien er geen scheiding is
tussen het interieur en de bagageruimte,
kunnen grote voorwerpen of verpakkingen
een deel van de voor passagiers bestemde
ruimte innemen. Deze voorwerpen moeten
altijd goed zijn vastgezet met de daarvoor
bestemde haken en mogen geen hinder
opleveren voor de bestuurder.15)Indien er geen scheiding is tussen het
interieur en de bagageruimte, kunnen grote
voorwerpen of verpakkingen een deel van
de voor passagiers bestemde ruimte
innemen. Deze voorwerpen moeten altijd
goed zijn vastgezet met de daarvoor
bestemde haken en mogen geen hinder
opleveren voor de bestuurder.
22F0T0353
23F0T0352
19
Page 22 of 220

HOOFDSTEUNEN
VOOR
Deze zijn in hoogte verstelbaar en
worden automatisch in de gewenste
stand vergrendeldfig. 24.
Omhoog verstellen: til de hoofdsteun
omhoog tot deze op zijn plaats
vastklikt.
Omlaag verstellen: druk op knop A
fig. 24 en verplaats de hoofdsteun
omlaag.
16)
ACHTER
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
Til voor gebruik omhoog.
Druk, om de hoofdsteunen te laten
zakken, op de knoppen fig. 25 en fig.
26 duw ze omlaag op de rugleuning.Om de hoofdsteunen uit te trekken,
moeten omhoog worden verplaatst tot
u de klik hoort (klik die de “geheel
uitgetrokken” stand aangeeft).
BELANGRIJK De hoofdsteunen moeten
tijdens het gebruik van de achterstoelen
altijd in de “geheel uitgetrokken” stand
staan.
BELANGRIJK
16)De verstelling mag alleen worden
uitgevoerd met het stilstaande voertuig en
de uitgeschakelde motor. De hoofdsteunen
moeten zodanig versteld worden dat het
hoofd, en niet de nek, er op steunt. Alleen
op deze manier kunnen ze uw hoofd
correct beschermen. Om de
beschermende werking van de hoofdsteun
te maximaliseren, moet de rugleuning
zodanig versteld worden dat uw romp
rechtop staat en moet u uw hoofd zo dicht
mogelijk bij de hoofdsteun houden.
24F0T0053
25F0T0054
26 - N1 versies (4 zitplaatsen)F0T0341
20
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 23 of 220

STUURWIEL
De hoogte en axiale stand van het
stuurwiel kunnen op enkele
uitvoeringen versteld worden.
Ga als volgt te werk om in te stellen:
druk hendel A fig. 27 naar voren
(stand 1) om het stuurwiel te
ontgrendelen;
zet het stuurwiel in de gewenste
stand;
trek hendel A naar het stuurwiel
(stand 2) om hem te vergrendelen.
17) 18)
BELANGRIJK
17)De verstelling mag alleen bij stilstaand
voertuig en uitgeschakelde motor
gebeuren.
18)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem en
de garantie in gevaar brengen en het
kan ook ernstige veiligheidsproblemen
veroorzaken of erin resulteren dat de auto
niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.
ACHTERUIT-
KIJKSPIEGELS
BINNENSPIEGEL
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
Deze spiegel is voorzien van een
veiligheidsvoorziening die de
loskoppeling van de spiegel veroorzaakt
bij een heftige botsing met de
passagier.
Gebruik hendel A fig. 28 om de spiegel
in twee standen te zetten: normaal of
antiverblinding.
27F0T0040
28F0T0027
21
Page 24 of 220

BUITENSPIEGELS
Handmatig inklappen van de
spiegels
Indien nodig (bijvoorbeeld bij nauwe
doorgangen) kunnen de buitenspiegels
ingeklapt worden door ze te
verplaatsen van stand A fig. 29 naar
stand B.
19) 20)
Handmatig verstellen
Gebruik, van binnenuit, mechaniek A
fig. 30.
Elektrisch verstellen
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
De spiegels kunnen alleen worden
versteld met de contactsleutel in de
stand MAR.Ga als volgt te werk:
selecteer de gewenste spiegel met
schakelaar A fig. 31 (rechts of links);
zet de schakelaar A op de stand B
en gebruik hem om de linkerzijspiegel af
te stellen;
zet de schakelaar A op de stand D
en gebruik hem om de rechterzijspiegel
af te stellen.
Na het afstellen moet de schakelaar A
in de tussenstand C (geblokkeerde
stand) worden gezet.
BELANGRIJK
19)Rijd alleen met de buitenspiegels in
stand A fig. 29.
20)Omdat de buitenspiegels gebogen zijn,
kunnen zij uw perceptie van de afstand
enigszins wijzigen.
29F0T0042
30F0T0194
31F0T0041
22
KENNISMAKING MET DE AUTO