Page 153 of 220

km x 1000 30 60 90 120 150 180
Jaren 2 4 6 8 10 12
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter
controleren (waar voorzien)●●●●●●
Werking van de ruitenwisser/ruitensproeier controleren en sproeiers
afstellen●●●●●●
Slot van motorkap op aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●●
Controleren of de onderste rails van de zijschuifdeuren schoon zijn (of
elke 6 maanden)●●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●●
Koppelingspedaal controleren en indien nodig afstellen●●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor controleren en
de werking van remblokslijtagesensor controleren●●●●●●
Remvoeringen van trommelremmen achter op conditie en slijtage
controleren●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren (2)●●●
Visueel de conditie controleren van de getande distributieriem
(Natural Power versies)●●●
Spanning van aandrijfriem hulporganen controleren (versies zonder
automatische riemspanner) (of elke 2 jaar)●●
(2) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal
kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.
151
Page 154 of 220

km x 1000 30 60 90 120 150 180
Jaren 2 4 6 8 10 12
Controleer de klepspeling en stel zo nodig af (uitvoeringen Natural
Power)●●●●●●
Controleer visueel de conditie van de aardgasleidingen en de
aansluitingen, evenals van de bevestiging van de aardgascilinder.
Herstel zo nodig (Uitvoeringen Natural Power) (3)●●●●●●
Drukregelaar controleren en indien nodig het binnenfilter vervangen
(Natural Power-versies) (3)●●●●●●
Aanhaalkoppel bevestigingsbanden cilinder controleren (Natural
Power-versies)●●●
Motorolie verversen en oliefilter vervangen (4)
42)●●●●●●
Bougie vervangen●●●●●●
De getande distributieriem vervangen(2)
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(2)
(3) Of om de 12 maanden.
(4) Als het voertuig jaarlijks minder dan 10.000 km rijdt, moeten de motorolie en het filter iedere 12 maanden vervangen worden. Motorolie en oliefilter elke 12
maanden vervangen als met het voertuig in stoffige omgevingen wordt gereden.
(2) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal
kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.
152
ONDERHOUD EN ZORG
Page 155 of 220
km x 1000 30 60 90 120 150 180
Jaren 2 4 6 8 10 12
Luchtfilterelement vervangen (5)●●●●●●
Remvloeistof verversen(6)
Interieurfilter vervangen (5)●●●●●●
(5) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
(6) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
BELANGRIJK
42)Als het voertuig overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt, dan moeten de motorolie en het oliefilter elke 12 maanden vervangen
worden.
153
Page 156 of 220

DIESEL EURO 6 VERSIES
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 175.000 km/10 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 1000 35 70 105 140 175
Jaren 2 4 6 8 10
Laadtoestand accu controleren en eventueel opladen●●●●●
Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning, indien nodig,
herstellen; vervaldatum lading/toestand VAN DE "Fix&Go Automatic"
reparatiekit kit controleren (voor bepaalde versies/markten, waar voorzien)●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, inzittendenruimte, opbergvak, lampje
instrumentenpaneel, enz.) controleren●●●●●
De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen (1)●●●●●
Uitlaatgasemissie controleren●●●●●
Gebruik de diagnosestekker om de werking van het brandstoftoevoer-/
motormanagementsysteem en de emissie te controleren; en voor bepaalde
versies/markten, waar voorzien, de verslechtering van de motorolie●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsysteem en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter (waar
voorzien) controleren●●●●●
Werking van de ruitenwisser/ruitensproeier controleren en sproeiers afstellen●●●●●
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
154
ONDERHOUD EN ZORG
Page 157 of 220

km x 1000 35 70 105 140 175
Jaren 2 4 6 8 10
Slot van motorkap op aanwezigheid van vuil controleren, schoonmaken en
mechanismen smeren●●●●●
Controleren of de onderste rails van de zijschuifdeuren schoon zijn (of elke 6
maanden)●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor controleren en de
werking van remblokslijtagesensor controleren●●●●●
Remvoeringen van trommelremmen achter op conditie en slijtage
controleren●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●●
De vloeistof van de mechanische versnellingsbak controleren●
Controleer het peil van de transmissie-olie (1.3 Multijet 80 pk Euro 6
uitvoeringen met COMFORT-MATIC-versnellingsbak)●●●●●
Motorolie verversen en oliefilter vervangen (versies met DPF)(3)
(3) De werkelijke interval voor de verversing van de motorolie en de vervanging van het oliefilter is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het voertuig en
wordt gesignaleerd door een waarschuwingslampje of een bericht (indien aanwezig) op het instrumentenpaneel (zie "Waarschuwingslampjes en berichten” in
hoofdstuk “Kennismaking met het instrumentenpaneel”). Het mag echter nooit meer dan 24 maanden bedragen. Als het voertuig overwegend in stadsverkeer
gebruikt wordt, dan moeten de motorolie en het oliefilter elke 12 maanden vervangen worden.
155
Page 158 of 220
km x 1000 35 70 105 140 175
Jaren 2 4 6 8 10
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(2)
Brandstoffilterelement vervangen (4)●●
Luchtfilterelement vervangen●●●●●
Remvloeistof verversen(5)
Interieurfilter vervangen●●●●●
(2) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal
kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.
(4) Als het voertuig wordt gevuld met brandstof van een kwaliteit die niet voldoet aan de betreffende Europese specificatie, moet dit filter om de 35.000 km
vervangen worden.
(5) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
156
ONDERHOUD EN ZORG
Page 159 of 220

PERIODIEKE
CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof;
remvloeistofpeil;
ruitensproeiervloeistofpeil;
conditie en bandenspanning;
werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
werking van ruitensproeier/
wissersysteem en positie/slijtage van
ruitenwisserbladen van achterruit.
Voor een goede werking en onderhoud
van het voertuig, is het raadzaam de
bovenstaande werkzaamheden
regelmatig uit te voeren (het is
raadzaam ongeveer elke 1000 km het
niveau van de motorolie te controleren
en elke 3000 km bij te vullen).
GEBRUIK VAN HET
VOERTUIG ONDER
ZWARE
OMSTANDIGHEDEN
Als het voertuig voornamelijk gebruikt
wordt onder de volgende
omstandigheden:
het trekken van aanhangers of
caravans;
het rijden op stoffige wegen;
talrijke korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij
lage snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven
in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, aandrijving,
leidingen, pijpen en slangen
(uitlaat/brandstoftoevoer/remmen)
rubber delen (stofkappen, hoezen,
bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
157
Page 160 of 220
NIVEAUS CONTROLEREN
133)
43).
MOTORRUIMTE.
1.4 Euro 6 versies
1. Motoroliepeilstok 2. Motorolie dop/vulopening 3. Motorkoelvloeistof 4. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 5. Remvloeistof
6. Stuurbekrachtigingsvloeistof 7. Accu
4
6
1
2
35
169F0T0512
158
ONDERHOUD EN ZORG