Page 73 of 220

BELANGRIJK
38)Tijdens de regeneratie kan de ventilator worden ingeschakeld.
39)Pas de rijsnelheid aan de verkeers- en weersomstandigheden aan en neem de wegenverkeerswetgeving in acht. De motor afzetten terwijl
het DPF lampje brandt is toegestaan, maar het meermaals onderbreken van het regeneratieproces kan leiden tot voortijdig kwaliteitsverlies
van de motorolie. Daarom wordt steeds aanbevolen te wachten tot het lampje is gedoofd alvorens de motor af te zetten, zoals hiervoor is
beschreven. Het wordt sterk afgeraden de DPF-generatie bij stilstaand voertuig te voltooien.
BELANGRIJK
10)Als, wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, het lampjeniet gaat branden, continu blijft branden of gaat knipperen
tijdens het rijden (bij bepaalde versies verschijnt er ook een bericht op het display), zo snel mogelijk contact opnemen met het Fiat
Servicenetwerk. De werking van het waarschuwingslampje
kan met gepaste uitrusting gecontroleerd worden door de verkeerspolitie.
Neem de wetten en regelgevingen van het land waar u rijdt in acht.
11)Water in het brandstofcircuit kan het inspuitsysteem ernstig beschadigen en de motor onregelmatig doen draaien. Als het
waarschuwingslampje
gaat branden (bij bepaalde versies verschijnt ook een bericht op het display), neem dan zo snel mogelijk contact
op met het Fiat Servicenetwerk om het systeem te laten aftappen. Als het lampje onmiddellijk na het tanken gaat branden, kan het zijn dat er
tijdens het tanken water in de tank terecht is gekomen: zet de motor onmiddellijk uit en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
71
Page 74 of 220
Groene lampjes
Wat het betekent Wat te doen
groenSTADSLICHTEN - FOLLOW ME HOME
Stadslicht
Het lampje gaan branden wanneer het stadslicht wordt
ingeschakeld.
Follow Me Home
Het lampje gaat branden wanneer dit systeem
ingeschakeld is (zie “Follow me home” in het
hoofdstuk “Kennismaking met uw voertuig”). Op het
display verschijnt een speciaal bericht.
groenLINKER RICHTINGAANWIJZER (knipperend)
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gezet of, samen
met de rechter richtingaanwijzer, wanneer de knop
voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
groenRECHTER RICHTINGAANWIJZER (knipperend)
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt verplaatst of,
samen met de linker richtingaanwijzer, wanneer de
knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
groenMISTVOORLICHTEN
Het lampje gaat branden wanneer de mistlampen voor
worden ingeschakeld.
72
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 75 of 220
Wat het betekent Wat te doen
groenCRUISE CONTROL
Het waarschuwingslampje gaat branden, samen met
het bericht op het display, wanneer de gekartelde ring
van de Cruise Control naar ON gedraaid wordt.
Blauwe lampjes
Wat het betekent Wat te doen
blauwGROOTLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het grootlicht wordt
ingeschakeld.
73
Page 76 of 220

MELDINGEN OP HET DISPLAY
Wat het betekent Wat te doen
AANDUIDING SCHAKELADVIES
(voor bepaalde versies/markten)
Op voertuigen met een handgeschakelde
versnellingsbak, adviseert de schakelindicator de
bestuurder om te schakelen (VERSNELLING
OMHOOG of VERSNELLING OMLAAG) met een
speciale weergave op het instrumentenpaneel. Dit
schakeladvies is bedoeld om het brandstofverbruik te
optimaliseren en de beste rijstijl te garanderen.
OPMERKING De aanduiding op het
instrumentenpaneel blijft branden zolang de
bestuurder niet schakelt of zolang de
rijomstandigheden niet terugkeren naar een situatie
waarin schakelen niet nodig is om het verbruik te
optimaliseren.
START&STOP-SYSTEEM INSCHAKELEN
Op het display gaat het symbool branden wanneer de
motor automatisch wordt afgezet (voor bepaalde
versies/markten, waar voorzien).
STORING CNG-SYSTEEM
De weergave van het aardgaspeil op het display
verdwijnt en het symbool verschijnt, samen met een
specifiek bericht.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
STORING FIAT CODE SYSTEEM
Het symbool gaat branden of knippert om een storing
of fout van het Fiat CODE-systeem aan te geven.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
74
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 77 of 220
Wat het betekent Wat te doen
WAARSCHUWINGSLAMPJE STORING AIRBAG
Het symbool gaat branden om een storing van het
waarschuwingslampje
aan te geven.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
WERKING OP BENZINE (uitvoeringen Natural Power)
Het symbool wordt weergegeven op het display, met
alle streepjes, wanneer het aardgas bijna op is
(uitvoeringen Natural Power). In deze gevallen schakelt
het systeem automatisch over naar de werking op
benzine.
BERICHTEN OP HET DISPLAY (VERSNELLINGSBAK
“COMFORT-MATIC”)
Op het display verschijnt een bericht in de volgende
gevallen:
onjuist gebruik van de versnellingsbak door de
gebruiker;
handmatige modus niet beschikbaar;
automatische modus niet beschikbaar;
hete koppeling;
starten zonder intrappen van het rempedaal;
versnelling niet beschikbaar;
manoeuvre niet toegestaan;
schakelen zonder intrappen van het rempedaal;
verzoek voor schakelen neutrale versnelling (N);
75
Page 78 of 220
VEILIGHEID
Dit hoofdstuk is bijzonder belangrijk.
Hierin worden de veiligheidssystemen
beschreven waarmee het voertuig is
uitgerust en aanwijzingen over hoe deze
op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.ABS ................................................ 77
ESC-SYSTEEM (ELECTRONIC
STABILITY CONTROL) .................... 78
ITPMS-SYSTEEM (INDIRECT TYRE
PRESSURE MONITORING
SYSTEM) ........................................ 81
TRACTION PLUS SYSTEEM ........... 84
BESCHERMINGSSYSTEMEN
INZITTENDEN ................................. 84
VEILIGHEIDSGORDELS .................. 85
SBR-SYSTEEM ............................... 86
GORDELSPANNERS....................... 87
KINDEREN VEILIG VERVOEREN ..... 89
EEN ISOFIX KINDERZITJE
INSTALLEREN ................................ 94
AANVULLEND
VEILIGHEIDSSYSTEEM (SRS) -
AIRBAGS ........................................ 97
FRONTAIRBAGS ............................. 97
ZIJAIRBAGS ...................................101
76
VEILIGHEID
Page 79 of 220

ABS
Dit maakt integraal deel uit van het
remsysteem en voorkomt dat een of
meerdere wielen blokkeren en slippen,
ongeacht de toestand van het wegdek
en de remkracht, zodat het voertuig
zelfs bij het remmen in noodsituaties
onder controle gehouden kan worden.
Het geheel wordt aangevuld met het
EBD-systeem (Electronic Braking Force
Distribution) dat voor de verdeling van
de remkracht tussen de voor- en de
achterwielen zorgt.
BELANGRIJK Een inrijperiode van circa
500 km is vereist om het beste uit het
remsysteem te halen: vermijd tijdens
deze periode bruusk, herhaaldelijk
of langdurig remmen.
INWERKINGTREDING VAN
HET SYSTEEM
De bestuurder kan merken wanneer het
ABS wordt ingeschakeld omdat er
een lichte trilling van het rempedaal
voelbaar is en het systeem iets meer
geluid maakt: dit geeft aan dat de
voertuigsnelheid moet worden
aangepast aan het type wegdek
waarop wordt gereden.MECHANICAL BRAKE
ASSIST
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
Dit systeem (dat niet uitgeschakeld kan
worden) herkent eventuele noodstops
op basis van de snelheid waarmee
het rempedaal wordt ingetrapt en levert
een extra hydraulische remdruk om
de door de bestuurder geleverd druk te
ondersteunen. Hierdoor kan het
remsysteem sneller en krachtiger
ingrijpen.
BELANGRIJK Bij de inwerkingtreding
van de Mechanical Brake Assist kan
geluid hoorbaar zijn. Dit is een normaal
verschijnsel. Houd in elk geval het
rempedaal goed ingetrapt.
40) 41) 42)
FOUTWAARSCHUWINGEN
Storing ABS
Dit wordt aangegeven door het
oplichten van het waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel, op
enkele uitvoeringen samen met een
bericht op het display (zie paragraaf
“Waarschuwingslampjes en berichten”
in het hoofdstuk “Kennismaking met
het instrumentenpaneel”).In dit geval werkt het remsysteem nog
wel, alleen zonder het extra vermogen
geleverd door het ABS. Rijd voorzichtig
naar de dichtstbijzijnde dealer van het
Fiat Servicenetwerk om het systeem
te laten controleren.
Storing EBD
Dit wordt aangegeven door het
oplichten van de
waarschuwingslampjes
enop
het instrumentenpaneel, op enkele
uitvoeringen samen met een bericht op
het display (zie paragraaf
“Waarschuwingslampjes en berichten”
in het hoofdstuk “Kennismaking met
het instrumentenpaneel”).
In dit geval kunnen de achterwielen bij
hard remmen plotseling blokkeren
waardoor de auto begint te slippen.
Rijd voorzichtig naar de dichtstbijzijnde
dealer van het Fiat Servicenetwerk
om het systeem te laten controleren.
43)
BELANGRIJK
40)Wanneer het ABS wordt ingeschakeld,
is een trilling van het rempedaal voelbaar.
Verlaag de remdruk niet en houd het
rempedaal goed ingetrapt; zo zorgt het
systeem voor de kortste remweg op basis
van de conditie van het wegdek.
77
Page 80 of 220

41)Als het ABS-systeem ingrijpt, dan is de
grip van de banden op het wegdek
beperkt. Minder dus snelheid om deze aan
de beschikbare grip aan te passen.
42)Het ABS benut zoveel mogelijk de
beschikbare grip maar kan hem niet
verhogen. Rijd dus altijd voorzichtig op
gladde weggedeelten en neem geen
onnodige risico’s.
43)Als alleen het lampje
op het
instrumentenpaneel gaat branden (en op
bepaalde versies een bericht op het
multifunctionele display wordt
weergegeven), zet dan direct het voertuig
stil en neem contact op met het
dichtstbijzijnde Fiat Servicepunt. Als er
vloeistof lekt, is dit van invloed op de
werking van het remsysteem, zowel op de
conventionele rem als het
antiblokkeersysteem.
ESC-SYSTEEM
(Electronic Stability
Control)
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
Dit is een elektronisch systeem dat de
voertuigstabiliteit regelt als de wielen
hun grip verliezen, en helpt de juiste
koers te handhaven. Het systeem
herkent potentieel gevaarlijke situaties
voor de stabiliteit van het voertuig
en grijpt automatisch en op
gedifferentieerde manier in op de
remmen van de vier wielen door een
stabiliserend koppel te leveren.
Het ESC-systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de motor wordt
gestart; het kan niet worden
uitgeschakeld.
Het ESC systeem omvat ook de
volgende subsystemen:
Hill Holder
ASR
MSR
HBA
INWERKINGTREDING VAN
HET SYSTEEM
Dit wordt aangegeven door het
knipperen van het lampje
op het
instrumentenpaneel, om de bestuurder
te waarschuwen dat de stabiliteit en
de grip van het voertuig kritiek zijn.Systeem inschakelen
Het ESC-systeem wordt automatisch
ingeschakeld zodra het voertuig gestart
wordt en kan niet uitgeschakeld
worden.
Foutwaarschuwingen
In geval van een storing wordt het ESC
automatisch uitgeschakeld en gaat
het waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel continu branden en
verschijnt er een bericht op het
multifunctionele display (voor bepaalde
versies/markten) (zie
“Waarschuwingslampjes en berichten”
in hoofdstuk “Kennismaking met het
instrumentenpaneel”). Neem zo snel
mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
44) 45) 46)
HILL HOLDER-SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
Dit systeem is een integraal onderdeel
van het ESC-systeem en helpt de
bestuurder bij het wegrijden op een
helling.
78
VEILIGHEID