Page 41 of 220

Wanneer u wenst dat het voertuig op
benzine functioneert, druk dan op
de knop fig. 69 die zich onder de
bedieningselementen op het dashboard
bevindt. Het oplichten van het
ledlampje op de knop geeft aan dat het
verzoek voor de overschakeling correct
heeft plaatsgevonden.
De daadwerkelijke omschakeling naar
het gewenste brandstofsysteem hangt
af van de omstandigheden waarin de
auto gebruikt wordt om de
omschakeling op volledig veilige wijze
te laten plaatsvinden en wordt
bevestigd door het aan- of uitgaan van
het waarschuwingslampje
op het
display van het instrumentenpaneel.
De handmatige overschakeling van
benzine naar aardgas, en
omgekeerd, vindt alleen plaats
wanneer het toerental van de motor
onder de 2000 rpm ligt.Bovendien kan, bij het starten bij een
externe temperatuur lager dan
ongeveer -10°C, de omschakelingstijd
van benzine naar aardgas langer zijn
om het opwarmen van de
drukregelaar/reductie-eenheid toe te
staan.
BELANGRIJK Als de omschakeling
tijdens een acceleratie of
tussenacceleratie gebeurt, dan kan een
korte onderbreking (verlies van
vermogen) worden gevoeld.
BELANGRIJK
31)De Fiat Fiorino Natural Power is
uitgerust met een hogedruk
aardgasbrandstofsysteem, ontworpen om
te werken op een nominale druk van 200
bar. Het is gevaarlijk om het systeem te
forceren op hogere drukwaarden te laten
werken. Volg, om schade aan de
onderdelen van het gassysteem bij het
slepen of opkrikken van het voertuig te
voorkomen, de instructies in het
instructieboekje van hoofdstuk: “Slepen
van het voertuig” Als er een probleem
is met het aardgassysteem, neem dan
uitsluitend contact op met het Fiat
Servicenetwerk. Breng geen wijzigingen
aan het aardgassysteem of de
componenten ervan aan. Zij zijn uitsluitend
ontworpen voor de Fiat Fiorino Natural
Power. Het gebruik van andere
componenten of materialen kan leiden tot
storingen en kan de veiligheid in gevaar
brengen.
32)Bij gebruik van een lakoven moeten de
cilinders uit het voertuig verwijderd worden
en weer worden gemonteerd bij een Fiat
dealer. Alhoewel het aardgassysteem
talrijke veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd de handbediende kraan op
de cilinders te sluiten, elke keer als het
voertuig lange tijd niet gebruikt wordt,
getransporteerd wordt op een ander
voertuig of als het verplaatst wordt in een
noodgeval na pech of een ongeval.
69F0T0343
39
Page 42 of 220
33)Als er gaslucht wordt geroken, schakel
dan over van werking op aardgas naar
werking op benzine en ga onmiddellijk naar
een Fiat-dealer om het voertuig te laten
controleren en eventuele systeemstoringen
uit te sluiten.
BELANGRIJK
5)Onafhankelijk van het laatst gebruikte
brandstoftoevoersysteem, zal het systeem
bij de volgende keer dat de motor gestart
wordt, na de aanvankelijke benzinefase,
automatisch overschakelen naar aardgas.
6)Op het moment van het verzoek om
omschakeling zullen de kleppen die het
circuit onder druk zetten een metaalachtig
geluid afgeven (duidelijker met de
contactsleutel in de stand MAR-ON). Bij de
omschakellogica zoals hierboven
beschreven, is een vertraging tussen het
tikkende geluid van de kleppen en het
uitgaan van het lampje op het
instrumentenpaneel volstrekt normaal.
7)Schakel niet om tussen de twee
werkingsmethodes tijdens het starten van
de motor.
40
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 43 of 220

KENNISMAKING MET HET
INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.INSTRUMENTENPANEEL ............... 42
DIGITALE DISPLAY ......................... 46
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ....... 47
TRIP COMPUTER ........................... 49
LAMPJES EN BERICHTEN ............. 51
-REMVLOEISTOF BENEDEN
PEIL/HANDREM AANGETROKKEN..... 52
-STORING EBD ................................... 53
-STORING AIRBAGSYSTEEM ............. 53
-GORDELVERKLIKKER ....................... 54
-STORING VERSNELLINGSBAK ......... 54
-TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ....... 55
-LAADSTROOM ACCU
ONVOLDOENDE ................................. 56
-ONVOLDOENDE
MOTOROLIEDRUK/MOTOROLIE
VERSLECHTERD ................................ 57
-MOTOROLIEPEIL TE LAAG................ 58
-PORTIER OPEN ................................. 58
-STORING STUURBEKRACHTIGING .. 58
-STORING INSPUITSYSTEEM
(uitvoeringen Multijet) - STORING
EOBD-MOTORREGELMODULE
(uitvoeringen benzine) .......................... 60
-STORING ABS ................................... 61
-BRANDSTOFRESERVE...................... 62
-VOORVERWARMING BOUGIE
(uitvoeringen Multijet) - STORING
VOORVERWARMING BOUGIE
(uitvoeringen Multijet) ........................... 62
-WATER IN DIESELFILTER
(Multijet-versies) ................................... 63-STORING
VOERTUIGBESCHERMINGSSYSTEEM
- FIAT CODE - FOUT ALARM (voor
uitvoeringen/markten, waar voorzien -
geel) - INBRAAKPOGING .................... 64
-INDICATIE AANVULLENDE
STORING ............................................ 65
-DPF (ROETFILTER) WORDT
SCHOONGEMAAKT ............................ 67
-STORING HILL HOLDER.................... 68
-iTPMS ................................................ 68
-REMBLOKSLIJTAGE .......................... 68
-STORING PARKEERSENSOR ............ 69
-STORING START&STOP SYSTEEM ... 69
-ASR-SYSTEEM UITGESCHAKELD .... 69
-INSCHAKELING TRACTION PLUS
SYSTEEM............................................ 70
-MISTACHTERLICHTEN ...................... 70
-STADSLICHTEN - FOLLOW ME
HOME ................................................. 72
-LINKER RICHTINGAANWIJZER
(knipperend) ........................................ 72
-RECHTER RICHTINGAANWIJZER
(knipperend) ........................................ 72
-MISTVOORLICHTEN .......................... 72
-CRUISE CONTROL ............................ 73
-GROOTLICHT .................................... 73
-AANDUIDING SCHAKELADVIES ........ 74
-STORING CNG-SYSTEEM ................. 74
41
Page 44 of 220
INSTRUMENTENPANEEL.
.
Versies met digitaal display
Lampjes
enzijn alleen beschikbaarop diesel versies.
A. Snelheidsmeter – B. Brandstofmeter met reservelampje – C. Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje oververhitting – D.
Toerenteller – E. Digitaal display
70F0T0807
42
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 45 of 220
Versies met digitaal display
Lampjes
enzijn alleen beschikbaarop diesel versies.
A. Snelheidsmeter – B. Brandstofmeter met reservelampje – C. Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje oververhitting – D.
Toerenteller – E. Digitaal display
71F0T0808
43
Page 46 of 220
Versies met multifunctioneel display
Lampjes
enzijn alleen beschikbaarop diesel versies.
A. Snelheidsmeter – B. Brandstofmeter met reservelampje – C. Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje oververhitting – D.
Toerenteller – E. Multifunctioneel display
72F0T0809
44
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 47 of 220
Versies met multifunctioneel display
Lampjes
enzijn alleen beschikbaarop diesel versies.
A. Snelheidsmeter – B. Brandstofmeter met reservelampje – C. Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje oververhitting – D.
Toerenteller – E. Multifunctioneel display
73F0T0810
45
Page 48 of 220

DIGITALE DISPLAY
STANDAARDSCHERM
Het standaardscherm fig. 74 toont de
volgende informatie:
AStand hoogteregeling koplampen
(alleen bij ingeschakeld dimlicht).
BKilometerteller (afgelegde afstand in
km of mijlen).
CKlok.
DAanduiding Start&Stop-functie (voor
bepaalde versies/markten, waar
voorzien).
EGear Shift Indicatie (voor bepaalde
versies/markten, waar voorzien)
FWerking op benzine (Natural
Power-versies)
GGegevens Tripcomuter.
OPMERKING Het display wordt
(wanneer minstens een van de
voorportieren wordt geopend), ook als
de sleutel niet in het contactslot zit,
ingeschakeld en toont gedurende
enkele seconden het tijdstip en de
afgelegde afstand.BEDIENINGSKNOPPEN
Om de schermpagina en de
betreffende opties naar beneden
te doorlopen of om de
weergegeven waarde te
verhogen.
SETKort indrukken om het menu
te openen en/of naar het
volgende scherm te gaan of
de gekozen menuoptie te
bevestigen. Ingedrukt
houden om naar het
standaardscherm terug te
keren.
Om de schermpagina en de
betreffende opties naar boven te
doorlopen of om de
weergegeven waarde te
verlagen.
OPMERKING Met de knoppen
en
kunnen verschillende functies
geactiveerd worden, afhankelijk van de
volgende situaties:
Hoogteregeling koplampen
Met het dimlicht aan, druk op knop
ofom de hoogteregeling van
de koplampen af te stellen.
Instellingenmenu
- hiermee kan binnen het menu naar
beneden en naar boven gebladerd
worden;
- hiermee kunnen tijdens het instellen
de waarden verhoogd of verlaagd
worden.
74F0T0811
75F0T0500
46
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL