Page 137 of 220
ARemlichten
BRichtingaanwijzers
CAchteruitrijlichten
DStadslichten/mistachterlicht
Trek de 5 lipjes E fig. 145 naar buiten
om de lampen te bereiken.DERDE REMLICHT
Versies met openslaande deur
Neem contact op met een Fiat-dealer
om het derde remlicht te laten
vervangen fig. 147 .
KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lampen A
fig. 148 te vervangen:
maak de borglipjes los op de door
de pijlen aangegeven punten, en
verwijder de lamphouder;
143F0T0099145F0T0101
146F0T0102
147F0T0103
148F0T0104
135
Page 138 of 220
draai de lamphouder B fig. 149
linksom en verwijder lamp C.
BINNENLAMPEN
VERVANGEN
Zie, voor het type lamp en het
vermogen, “Een lamp vervangen".
PLAFONDVERLICHTING
VOOR
Plafondverlichting met beweegbaar
lampenglas
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
verwijder het plafondlampje A fig.
150 door te handelen op de met de
pijltjes aangegeven punten;
open klepje B fig. 151 zoals
aangegeven;
verwijder lamp C fig. 151 door hem
los te maken van de zijcontacten;
plaats dan de nieuwe lamp en zorg dat
hij goed is vastgeklemd tussen deze
contacten.
sluit klepje en zet de
plafondverlichting vast in zijn zitting,
controleer of deze goed op zijn plaats is
vastgeklikt.
Plafondverlichting voor met
kaartleeslampje
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
149F0T0105
150F0T0106
151F0T0458
152F0T0143
136
NOODGEVALLEN
Page 139 of 220

verwijder het plafondlampje A fig.
152 op de punten die door de pijl
zijn aangegeven;
open het beschermklepje B fig. 153;
vervang de lampen C door ze uit
de zijcontacten los te maken, controleer
of de nieuwe lampen correct tussen
de contacten worden geblokkeerd;
sluit klepje B fig. 153 weer en
bevestig lampje A fig. 152 stevig in
diens zitting.PLAFONDVERLICHTING
ACHTERIN
Cargo-versies
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder het plafondlampje A fig.
154 door te handelen op de met de
pijltjes aangegeven punten;
open klepje B fig. 155 zoals
aangegeven;
verwijder lamp C fig. 155 door hem
los te maken van de zijcontacten;
plaats dan de nieuwe lamp en zorg dat
hij goed is vastgeklemd tussen deze
contacten.
sluit klepje B fig. 155 en zet de
plafondverlichting vast in zijn zitting,
controleer of deze goed op zijn plaats is
vastgeklikt.
sluit klepje B en zet de
plafondverlichting vast in zijn zitting,
controleer of deze goed op zijn plaats is
vastgeklikt.
Combi versies
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
druk op knop A fig. 156 en verwijder
de verwijderbare plafondverlichting B;
153F0T0144
154F0T0107
155F0T0458
A
U
T
O
156F0T0108
137
Page 140 of 220

verwijder het plafondlampje door
hem op de met de pijlen aangegeven
punten los te trekken;
vervang de lamp C fig. 157 door
hem uit de zijcontacten los te maken;
controleer of de nieuwe lamp correct
tussen de contacten wordt
geblokkeerd;
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
122) 123) 124) 125) 126)
38)
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
Controleer eerst de toestand van de
zekering wanneer een onderdeel niet
meer werkt: de geleidende band A fig.
158 moet intact zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de
zekering worden vervangen door een
nieuw exemplaar met dezelfde
stroomsterkte (zelfde kleur).
B intacte zekering.
C zekering met doorgebrande
geleidende band.
Gebruik voor het vervangen van een
zekering, de tang D die zich in de
gereedschapstas of in de Fix &
Go-houder bevindt (voor bepaalde
versies/markten, waar voorzien).
Raadpleeg de tabellen van de volgende
pagina’s voor de identificatie van de
zekering.ZEKERINGKAST
MOTORRUIMTE
De zekeringkast bevindt zich aan de
rechterkant van de motorruimte.
Verwijdering van het deksel van de
zekeringkast
Ga als volgt te werk:
verwijder het beschermdeksel A fig.
159 vanaf de pluspool van de accu
door het omhoog te tillen;
A
U
T
O
157F0T0109
158F0T0015
159F0T0171
138
NOODGEVALLEN
Page 141 of 220
druk op het lipje A fig. 160 en
verwijder het beschermdeksel van de
zekeringkast B;
verplaats het deksel naar de
koplamp door het linksom te draaien
(zoals aangegeven door de pijl) en
verwijder het danfig. 161;
de zekeringkast is nu toegankelijkfig.
163.
39)
Terugplaatsen van het deksel van
de zekeringkast
Ga als volgt te werk om het deksel
terug te plaatsen:
plaats de twee lipjes A fig. 162 in de
betreffende zittingen op de
zekeringkast;
bevestig het lipje B weer in diens
zitting tot het vastklikt.
160F0T0172
161F0T0173
162F0T0174
139
Page 142 of 220
BESCHERMD SYSTEEM - fig. 163 ZEKERING AMPÈRE
Reserve (kit aanhangwagen)F09 10
Magneetkleppen aardgassysteem (CNG) F09 10
ClaxonsF10 10
GrootlichtF14 15
Stopcontact achterF15 15
COMFORT-MATIC regelmodule versnellingsbak en versnellingspook (+voeding contact) F16 7,5
163F0T0181
140
NOODGEVALLEN
Page 143 of 220
BESCHERMD SYSTEEM - fig. 163 ZEKERING AMPÈRE
AircocompressorF19 7,5
Achterruitverwarming, verwarming buitenspiegels F20 30
BrandstofpompF21 15
MistlampenF08 15
COMFORT-MATIC pompvoeding (+ accu) F82 30
COMFORT-MATIC regelmodule versnellingsbak (+accuvoeding) F84 15
Sigarettenaansteker/Stekkerdoos passagiersruimte/Verwarmde stoelen/USB APO F85 30
IBS-accuconditiesensor voor Start&Stopsysteem (1.3 Multijet Euro 6 met Start&Stop) F87 5
141
Page 144 of 220
ZEKERINGENKASTEN IN
PASSAGIERS-
COMPARTIMENT
Schroef de twee bouten A fig. 164 los
met behulp van de metalen baard
van de contactsleutel en verwijder
vervolgens klepje B.
De zekeringen bevinden zich in de twee
zones weergegeven infig. 165.
164F0T0178
165F0T0183
142
NOODGEVALLEN