Page 145 of 224
143
LPG-versies
De onderdelen van het LPG-systeem
worden beschermd door speciale
zekeringen.
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk om ze te laten
vervangen.
Op het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven
fig. 131.
ZekeringAmpèreBeschrijving
F02 20 Hi-Fi
F08 30 Ventilator klimaatregelsysteem
F09 30 koplampsproeiers
F10 10 Claxons
F14 15 Grootlicht
F15 20 Motor elektrisch schuifdak
F16 7.5 Stroomvoorzieningsregeleenheid van de
Dualogic versnellingsbak (+ ontsteking)
F20 30 Achterruitverwarming
F30 15 Mistlampen
F84 10 Dualogic versnellingsbak regeleenheid
F85 20 Stopcontact voor
(met of zonder aansteker)
131DVDF0S0202c
Page 146 of 224

NOODGEVALLEN
144
ALS DE ACCU
LEEG IS 36)
BELANGRIJK De beschrijving voor het
opladen van de accu geldt slechts ter
informatie. Geadviseerd wordt contact
op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk om deze
werkzaamheden te laten uitvoeren.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens een minuut voordat u de
elektrische voeding van de accu
loskoppelt en vervolgens weer aansluit.
Het verdient aanbeveling de accu
langzaam en met een lage
stroomsterkte ongeveer 24 uur op te
laden. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.
Versies zonder Start&Stop
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
❒ koppel de klem los van de minpool
van de accu;
❒ sluit de kabels van de lader aan op
de klemmen van de accu, met
inachtneming van de juiste polariteit;
❒ schakel de acculader in;
❒ schakel na het opladen eerst de
acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒ sluit de klem weer op de minpool
van de accu aan.
Versies zonder Start&Stop
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
❒ koppel de stekker A fig. 132 van de
accusensor C op de minklem D van
de accu los (door op de knop B te
drukken);
132DVDF0S0127c
❒ sluit de pluskabel van de acculader
aan op de plusklem E fig. 133 van
de accu en de minkabel op de klem
van de sensor D zoals aangegeven
in de figuur;
❒ schakel de acculader in; Schakel na
het opladen de acculader uit;
❒ sluit na de acculader te hebben
afgekoppeld de stekker A
weer aan op de sensor C zoals
getoond fig. 132.
133DVDF0S0128c
Page 147 of 224
145
SLEPEN VAN DE
AUTO 37)
Versie met Dualogic
versnellingsbak
Verzeker u ervan dat de versnellingsbak
in de vrijstand staat (N) (door te
controleren of het voertuig door te
duwen verplaatst kan worden) en ga
vervolgens te werk zoals bij een
voertuig met handgeschakelde
versnellingsbak.
Sleep de auto niet als de
versnellingsbak niet in de vrijstand kan
worden gezet en neem contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
MONTAGE VAN HET
SLEEPOOG
Het bij de auto geleverde sleepoog
bevindt zich in de gereedschapshouder
onder de bekleding van de
bagageruimte.
Ga als volgt te werk:
❒ verwijder de voorste dop
A-fig. 134 of de achterste dop
fig. 135;
❒ haal de sleephaak B uit de
behuizing in de gereedschapskoffer;
❒ draai het helemaal op de
schroefdraadpen en draai het vast.
134 - voorDVDF0S0203c
135 - achterDVDF0S0204c
Page 148 of 224
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten
Page 149 of 224

147
ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is essentieel voor een
lange levensduur van het voertuig
onder optimale omstandigheden.
Daarom heeft Fiat een reeks controles
en onderhoudsbeurten opgesteld die
op vaste afstandsintervallen uitgevoerd
moeten worden en, voor bepaalde
versies/markten, op vaste
tijdsintervallen, zoals beschreven in het
Geprogrammeerd
Onderhoudsschema.
Ongeacht het bovenstaande, is het
altijd noodzakelijk de aanwijzingen in
het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema zorgvuldig op te
volgen (bijv. regelmatige controle van
de vloeistofniveaus, bandenspanning,
enz.).
Geprogrammeerde
Onderhoudsbeurten worden door alle
werkplaatsen van het Fiat
Servicenetwerk uitgevoerd op basis
van de vaste intervallen in tijd of
kilometers/mijlen.
Eventuele reparaties die nodig blijken
tijdens het uitvoeren van de diverse
inspecties en controles van het
geprogrammeerd onderhoud, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd na
uitdrukkelijke toestemming van de
eigenaar. Als het voertuig dikwijls
gebruikt wordt voor het trekken van
aanhangers, dan moet een korter
interval tussen de onderhoudsbeurten
worden aangehouden. BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De onderhoudsbeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven. Het
niet uitvoeren ervan kan het vervallen
van de garantie tot gevolg hebben.
Wij adviseren u het Fiat Servicenetwerk
onmiddellijk te informeren over
eventuele kleine defecten en niet te
wachten tot de volgende
onderhoudsbeurt.
Page 150 of 224

4321
ONDERHOUD EN ZORG
148
5109876
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA39) 21)
Duizenden kilometers7515013512010590
BENZINE-/LPG-VERSIES
BELANGRIJK: Wanneer u de laatste reparatie uit de tabel hebt uitgevoerd, moet u verder gaan met het geprogrammeerde
onderhoud. Volg daarbij de in het schema vermelde termijnen en plaats bij elke reparatie een punt of een opmerking.
Waarschuwing: als het onderhoud gewoon vanaf het begin wordt hervat, kan de voor sommige werkzaamheden geldende
interval verstrijken!
60453015
Jaren
Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning, indien nodig;
de vervaldatum van de “Fix&Go Automatic” reparatiekit kit controleren(voor bepaalde versies/markten
Werking verlichtingssysteem ((koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, interieur,
dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel, enz.)
De vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (1)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Gebruik de diagnoseaansluiting om de werking van het
brandstoftoevoer-/motorbeheersysteem, de emissie en de
verslechtering van de motorolie te controleren
(voor bepaalde versies/markten)
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en leidingen
(uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen, balgen, bussen enz.)
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
voor/achter controleren (voor bepaalde versies/markten)
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo
nodig de sproeiers afstellen
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van
vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren
(1) Het bijvullen moet uitgevoerd worden met de in dit Instructieboek aangegeven vloeistoffen en alleen nadat gecontroleerd is dat het
systeem onbeschadigd is.
Page 151 of 224

149
43215109876
Duizenden kilometers751501351201059060453015
Jaren
Werking cabriodak tijdens sluiten en openen controleren;
afdichtingen en smering van geleiders canvasdoek controleren
(alleen versies met cabriodak)
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen
Aangrijpingspunt koppelingspedaal controleren en afstellen
(0.9 TwinAir 65 pk versies)
Conditie en slijtage remblokken van schijfremblokken voor/achter
controleren (voor bepaalde versies/markten)en de werking
van remblokslijtagesensor controleren.
Conditie en slijtage van de
achterste trommelremvoeringen visueel inspecteren.
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren
Conditie en spanning van aandrijfriem(en)
hulporganen controleren en indien nodig afstellen
(alleen bij versies zonder automatische riemspanner)
Visueel de conditie controleren van de getande distributieriem
(behalve 0.9 TwinAir-versies)
Klepspeling controleren en afstellen (1.2 8V motoren)
Peil elektro-hydraulische olie Dualogic versnellingsbak controleren
en, indien nodig, bijvullen (2)
Visueel de conditie controleren van: LPG-leidingen en stekkers,
bevestiging LPG-tank (alleen LPG-versies)
Werking en parameters van het brandstoftoevoersysteem m.b.v
diagnoseaansluiting controleren (alleen LPG-versies)
(2) Jaarlijks uit te voeren controle voor voertuigen in landen met zeer strenge klimaten (koude landen).
Page 152 of 224

ONDERHOUD EN ZORG
150
43215109876
Duizenden kilometers751501351201059060453015
Jaren
❍❍❍❍❍
Motorolie en oliefilter vervangen (3)
Bougies vervangen (0.9 TwinAir 65 pk motoren) (4)
Bougies vervangen
(0.9 TwinAir 85 pk - 1.2 8V - 1.4 16V) (4)
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen (5)
Getande distributieriem vervangen
(1.2 8V en 1.4 16V motoren) (5)
Luchtfilterelement vervangen (6)
Remvloeistof verversen (7)
Filter in de drukregelaar vervangen
(alleen LPG-versies)
Papieren filter (LPG in gasvormige toestand) vervangen
(alleen LPG-versies)
Interieurfilter vervangen (6)
(3) Als het voertuig voornamelijk binnen de bebouwde kom gebruikt wordt of wanneer het aantal jaarlijks afgelegde kilometers minder dan
10.000 bedraagt, moeten de motorolie en het oliefilter elk jaar vervangen worden.
(4) Voor 0.9 Turbo Twin Air-versies zijn de volgende zaken van vitaal belang om een correcte werking van de motor te verzekeren: gebruik
uitsluitend bougies die speciaal gecertificeerd zijn voor deze motoren (zie de paragraaf “Motor” in het hoofdstuk “Technische gegevens”);
houd u strikt aan de vervangingsintervallen van de bougies die vermeld zijn in het Geprogrammeerde Onderhoudsschema; voor de
vervanging van bougies adviseren wij contact op te nemen met een FIAT Servicenetwerk.
(5) Niet-stoffige gebieden: aanbevolen maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de
afgelegde afstand. In stoffige omgevingen en/of zware omstandigheden (koude klimaten, gebruik in de stad, periodes van langdurige
stilstand): wordt een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Onafhankelijk van de kilometerstand, moet de getande
distributieriem elke vier jaar vervangen worden.
(6) Als het voertuig in stoffige gebieden gebruikt wordt, wordt geadviseerd dit filter om de 15.000 km te vervangen.
(7) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
(
❍) Aanbevolen handelingen () Verplichte handelingen
❍❍❍❍❍