191
20)
Let op bij het monteren van aanvullende spoilers, lichtmetalen
velgen of niet originele wieldeksels: deze kunnen namelijk de
ventilatie van de remmen beperken, wat de remefficiëntie tijdens
hard remmen, herhaald remmen en op lange afdalingen
beïnvloedt. Let erop dat de slag van de pedalen nergens door
wordt belemmerd (matten, enz.).
21) BRANDSTOF TANKEN
•Breng geen open vuur of brandende sigaretten in de buurt van
de vulopening van de tank: brandgevaar. Kom niet te dicht met
het gezicht bij de vulopening, om geen schadelijke dampen in te
ademen.
•Tijdens normaal onderhoud bereikt de katalysator hoge
temperaturen; daarom moet de auto niet worden geparkeerd op
ontvlambare materialen (gras, droge bladeren, dennenaalden,
etc.): brandgevaar.
•Maak geen gebruik van een mobiele telefoon in de buurt van
de benzinepomp: brandgevaar.
22) VEILIGHEIDSGORDELS - GORDELSPANNERS
•Druk tijdens het rijden niet op de knop om de veiligheidsgordel
te openen.
•Onthoud dat passagiers op de achterbank die geen gordel
dragen bij een ongeval blootgesteld worden aan een groot risico
en bovendien een gevaar opleveren voor de inzittenden voorin.
•De gordelspanner kan slechts één maal gebruikt worden.
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om de
gordelspanners te laten vervangen nadat ze in werking zijn
getreden.
(GAAT DOOR)
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
(DOORGEGAAN)
De parkeersensoren dienen als hulp voor de bestuurder, die
echter nooit zijn aandacht mag laten verslappen tijdens
potentieel gevaarlijke manoeuvres, ook al worden ze met lage
snelheden verricht.
19) START&STOP SYSTEEM
•Raadpleeg steeds het Fiat Servicenetwerk alvorens de accu
te vervangen. Vervang de accu door een exemplaar van
hetzelfde type (HEAVY DUTY) en met dezelfde specificaties.
•Controleer alvorens de motorkap te openen of de motor is
afgezet en of de contactsleutel in de stand STOP staat. Volg
de instructies op die zijn aangegeven op het plaatje op de
voorste traverse. Wij adviseren om de contactsleutel te
verwijderen als er zich nog inzittenden in de auto bevinden.
Alle inzittenden moeten uit de auto stappen nadat de
contactsleutel is uitgenomen of naar de STOP-stand is
gedraaid.
Controleer tijdens het tanken of de motor is afgezet en of de
contactsleutel in de STOP-stand staat.
•Als bij voertuigen met een Dualogic versnellingsbak de
motor automatisch op een helling is afgezet, dan moet hij
gestart worden door de versnellingspook
naar + of – te verplaatsen zonder –het rempedaal los te
laten.
Als bij modellen met een Dualogic versnellingsbak ook de Hill
Holder-functie aanwezig is, zal bij het stoppen op een helling
de motor niet automatisch afgezet worden, om deze functie
beschikbaar te stellen, die alleen werkt als de motor draait.
•Als een comfortabele temperatuur prioritair is, dan kan het
Start&Stop-systeem worden uitgeschakeld zodat de
klimaatregeling kan blijven werken.