13
ONVOLDOENDE MOTOROLIE/DRUK/UITGEWERKTE MOTOROLIE
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden (voor bepaalde versies/markten),
maar het moet doven zodra de motor is gestart.
OPMERKING voor bepaalde versies/markten kan het indicatielampje geel zijn.
Motoroliedruk te laag
Het lampje gaat branden of het symbool wordt permanent weergegeven, samen met een bericht op het display (voor
bepaalde versies/markten) wanneer het systeem detecteert dat de motoroliedruk laag is.
Motorolie verslechterd
Het lampje gaat branden en er wordt een bericht weergegeven(voor bepaalde versies/markten).
Afhankelijk van de versie kan het lampje op verschillende manieren knipperen:
❑ cycli van 3 minuten met intervallen van 5 seconden waarin het lampje niet brandt totdat de olie wordt ververst.
Na de aanvankelijke waarschuwing blijft het waarschuwingslampje, elke keer als de motor wordt gestart, op dezelfde
manier knipperen tot de olie is ververst. In aanvulling op het waarschuwingslampje verschijnt er een speciaal bericht op het
display (voor bepaalde versies/
markten). Het gaan branden van het lampje moet niet als een storing worden beschouwd, maar wil de bestuurder erop
wijzen dat de motorolie moet worden ververst na een normaal gebruik van de auto.
De verslechtering van de olie wordt versneld door:
❑ overwegend stadsgebruik van de auto, waardoor het DPF-regeneratieproces vaker moet worden uitgevoerd
❑ gebruik van de auto voor korte ritten, waardoor de motor niet helemaal op bedrijfstemperatuur kan komen;
❑ meermaals onderbreken van het regeneratieproces, aangegeven door het DPF waarschuwingslampje dat gaat branden.
vv
vv
PORTIEREN/MOTORKAP/BAGAGERUIMTE OPEN (versies met multifunctioneel display)
Het lampje gaat branden op het display, samen met een speciaal bericht, bij sommige versies, wanneer één of meerdere
portieren, de achterklep of de motorkap (voor bepaalde versies/markten) niet goed gesloten zijn.
Er klinkt ook een geluidssignaal als de portieren geopend zijn en de auto in beweging is.
ww
OPLADEN LEGE ACCU
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden. Het moet doven nadat de motor is
gestart (als de motor stationair draait, kan het voorkomen dat het lampje iets later dooft).
Als het lampje of het symbool op het display (samen met een speciale melding op het display op sommige versies) aan
blijven, neem dan meteen contact op met het Fiat Servicenetwerk.
KENNISMAKING MET DE AUTO
20
STORING BRANDSTOFAFSLUITSYSTEEM (kleurendisplay)
Het symbool en het bijbehorende bericht verschijnen op het display als de afsluiter van de brandstoftoevoer defect is.
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BRANDSTOFAFSLUITSYSTEEM (kleurendisplay)
Het symbool en het bijbehorende bericht verschijnen op het kleurendisplay als de afsluiter van de brandstoftoevoer in
werking treedt.
Voor de heractiveringsprocedure van het brandstofafsluitsysteem, zie de paragraaf “brandstofafsluitsysteem” inhet
hoofdstuk “In een noodgeval”.
ss
STORING BUITENVERLICHTING (kleurendisplay)
Het display toont een symbool en een speciaal bericht wanneer er een storing in een van de volgende lichten optreedt:
dagrijlichten (DRL) - stadslichten - richtingaanwijzers - mistachterlicht - kentekenplaatverlichting.
De storing kan de volgende oorzaken hebben: lamp doorgebrand, zekering doorgebrand of elektrische verbinding
onderbroken.
Het wordt geadviseerd contact op te nemen met het Fiat Servicenetwerk om de vloeistof te laten vervangen.
BB
SERVICE (GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD) VEVALLEN
Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen, verschijnt het symbool op het scherm, gevolgd door het aantal
resterende kilometers of mijlen. Dit wordt automatisch weergegeven, met de contactsleutel op MAR, 2000 km (of het
equivalent in mijlen) vóór de onderhoudsbeurt of, indien aanwezig, 30 dagen vóór de onderhoudsbeurt. Het wordt ook elke
keer weergegeven wanneer de sleutel op MAR wordt gedraaid of, voor bepaalde versies/markten, om de 200 km (of het
equivalent in mijlen).
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om de werkzaamheden van het “Geprogrammeerd onderhoudsschema” te
laten verrichten en het bericht te resetten.
STORING REMLICHT (kleurendisplay)
Op het kleurendisplay verschijnt het symbool samen met een speciaal bericht wanneer er een storing in de remlichten is.
De storing kan de volgende oorzaken hebben: lamp doorgebrand, zekering doorgebrand of elektrische verbinding
onderbroken.
Het is raadzaam contact op te nemen met een Fiat Servicenetwerk
TT
KENNISMAKING MET DE AUTO
26
UITSCHAKELING
VOORSTE
PASSAGIERSAIRBAG EN
ZIJAIRBAG
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de zijairbag aan
passagierszijde in-/uitgeschakeld
worden.
Ga als volgt te werk:
❒ druk kort op MENU
Nknop en na
de weergave van het bericht
(Passagiersairbag: Uit)
(om uit te schakelen) of het bericht
(Passagiersairbag: Aan) (om in te
schakelen) door te drukken op de +
en – knoppen, druk opnieuw op de
MENU
Nknop;
❒ op het display verschijnt de melding
om de instelling te bevestigen;
❒ druk op de knop
+ of – om (Ja) (om het
inschakelen/uitschakelen te
bevestigen) of (Nee) (om te
annuleren) te selecteren;
❒ druk kort op MENU om instelling te
bevestigen en ga terug naar het
menuscherm of houd de knop
ingedrukt om terug te gaan naar het
standaardscherm zonder op te
slaan.Met Passagiersbescherming niet
actief, gaat de LED “op het
instrumentenpaneel vast branden.
ONDERHOUD
(GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD)
Met deze functie kan de informatie
over de kilometerstand of, voor
bepaalde versies/markten, de nog
resterende tijd tot de volgende
onderhoudsbeurt van het voertuig
worden weergege ven.
Ga voor het raadplegen van deze
informatie als volgt te werk:
– druk op de knop MENU
N: op het
display verschijnen de resterende
kilometers/mijlen tot de volgende
servicebeurt (waar voorzien) op grond
van wat eerder is ingesteld (zie
paragraaf “Meeteenheden”);
– druk kortstondig op de MENU
Nknop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het
standaardscherm.
BELANGRIJK In het
“Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” zijn de
onderhoudsbeurten van de auto op
vaste intervallen vermeld, zie het
hoofdstuk “Onderhoud en zorg”.Dit wordt automatisch weergegeven,
met de contactsleutel op MAR, 2000
km (of het equivalent in mijlen) vóór de
onderhoudsbeurt of, indien aanwezig,
30 dagen vóór de onderhoudsbeurt.
Het wordt ook elke keer weergegeven
wanneer de sleutel op MAR wordt
gedraaid of, voor bepaalde
versies/markten, om de 200 km (of het
equivalent in mijlen). Onder deze
drempel wordt dit bericht met kortere
intervallen weergegeven.
Het bericht verschijnt in kilometers of
mijlen, afhankelijk van de meeteenheid
die is ingesteld. Wanneer het volgende
onderhoudsinterval bijna is vervallen en
de sleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, verschijnt het woord “Service”
op het display, gevolgd door het aantal
resterende kilometers/mijlen of het aantal
resterende dagen (indien aanwezig).
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de werkzaamheden
van het “Geprogrammeerd
onderhoudsschema” te laten verrichten
en het bericht te resetten.
Wanneer het interval voor de
onderhoudsbeurt is vervallen en
daarna voor ongeveer 1000 km/600
mijl of 30 dagen, wordt een bericht
hierover weergegeven.
147
ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is essentieel voor een
lange levensduur van het voertuig
onder optimale omstandigheden.
Daarom heeft Fiat een reeks controles
en onderhoudsbeurten opgesteld die
op vaste afstandsintervallen uitgevoerd
moeten worden en, voor bepaalde
versies/markten, op vaste
tijdsintervallen, zoals beschreven in het
Geprogrammeerd
Onderhoudsschema.
Ongeacht het bovenstaande, is het
altijd noodzakelijk de aanwijzingen in
het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema zorgvuldig op te
volgen (bijv. regelmatige controle van
de vloeistofniveaus, bandenspanning,
enz.).
Geprogrammeerde
Onderhoudsbeurten worden door alle
werkplaatsen van het Fiat
Servicenetwerk uitgevoerd op basis
van de vaste intervallen in tijd of
kilometers/mijlen.
Eventuele reparaties die nodig blijken
tijdens het uitvoeren van de diverse
inspecties en controles van het
geprogrammeerd onderhoud, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd na
uitdrukkelijke toestemming van de
eigenaar. Als het voertuig dikwijls
gebruikt wordt voor het trekken van
aanhangers, dan moet een korter
interval tussen de onderhoudsbeurten
worden aangehouden. BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De onderhoudsbeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven. Het
niet uitvoeren ervan kan het vervallen
van de garantie tot gevolg hebben.
Wij adviseren u het Fiat Servicenetwerk
onmiddellijk te informeren over
eventuele kleine defecten en niet te
wachten tot de volgende
onderhoudsbeurt.
ONDERHOUD EN ZORG
150
43215109876
Duizenden kilometers751501351201059060453015
Jaren
❍❍❍❍❍
Motorolie en oliefilter vervangen (3)
Bougies vervangen (0.9 TwinAir 65 pk motoren) (4)
Bougies vervangen
(0.9 TwinAir 85 pk - 1.2 8V - 1.4 16V) (4)
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen (5)
Getande distributieriem vervangen
(1.2 8V en 1.4 16V motoren) (5)
Luchtfilterelement vervangen (6)
Remvloeistof verversen (7)
Filter in de drukregelaar vervangen
(alleen LPG-versies)
Papieren filter (LPG in gasvormige toestand) vervangen
(alleen LPG-versies)
Interieurfilter vervangen (6)
(3) Als het voertuig voornamelijk binnen de bebouwde kom gebruikt wordt of wanneer het aantal jaarlijks afgelegde kilometers minder dan
10.000 bedraagt, moeten de motorolie en het oliefilter elk jaar vervangen worden.
(4) Voor 0.9 Turbo Twin Air-versies zijn de volgende zaken van vitaal belang om een correcte werking van de motor te verzekeren: gebruik
uitsluitend bougies die speciaal gecertificeerd zijn voor deze motoren (zie de paragraaf “Motor” in het hoofdstuk “Technische gegevens”);
houd u strikt aan de vervangingsintervallen van de bougies die vermeld zijn in het Geprogrammeerde Onderhoudsschema; voor de
vervanging van bougies adviseren wij contact op te nemen met een FIAT Servicenetwerk.
(5) Niet-stoffige gebieden: aanbevolen maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de
afgelegde afstand. In stoffige omgevingen en/of zware omstandigheden (koude klimaten, gebruik in de stad, periodes van langdurige
stilstand): wordt een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Onafhankelijk van de kilometerstand, moet de getande
distributieriem elke vier jaar vervangen worden.
(6) Als het voertuig in stoffige gebieden gebruikt wordt, wordt geadviseerd dit filter om de 15.000 km te vervangen.
(7) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
(
❍) Aanbevolen handelingen () Verplichte handelingen
❍❍❍❍❍
159
Ga hiervoor als volgt te werk: maak de
stekker A fig. 142 (door het indrukken
van knop B) van de sensor C voor
bewaking van de accustatus op de
minklem D van de accu los. Deze
sensor mag nooit van de accu
losgemaakt worden, behalve als de
accu wordt vervangen.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens een minuut voordat u de
elektrische voeding van de accu
loskoppelt en vervolgens weer aansluit
142DVDF0S0157c
ACCU
39) 24) 3)
Het voertuig is voorzien van een
onderhoudsarme accu: onder normale
gebruiksomstandigheden hoeft er niet
bijgevuld te worden met elektrolyt en
gedestilleerd water.
ACCULADING EN
ELEKTROLYTNIVEAU
CONTROLEREN
De werkzaamheden moeten
uitgevoerd worden zoals beschreven in
dit Instructieboek en uitsluitend door
gespecialiseerd personeel.
Het bijvullen mag uitsluitend door
gespecialiseerd personeel bij een Fiat
Servicenetwerk worden verricht.
DE ACCU VERVANGEN
Vervang indien nodig de accu door
een andere originele accu met
dezelfde specificaties.
Als de accu vervangen wordt door
een accu met andere specificaties,
dan zijn de onderhoudsintervallen die
in het “Onderhoudsschema” van dit
hoofdstuk zijn vermeld, niet meer
geldig.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant
van de accu voor het onderhoud.
STILSTAND VAN HET
VOERTUIG
(VOERTUIGEN MET
START&STOP
SYSTEEM)
Als het voertuig enige tijd niet gebruikt
wordt (of als de accu wordt
vervangen), moet speciale aandacht
besteed worden aan het loskoppelen
van de stroomvoorziening van de
accu.