Page 25 of 340

De essentie
Kinderzitje vastmaken met de Top Te-
ther -bev
e
stigingsriemAfb. 38
Bovenste bevestigingsgordel vastge-
h aakt
in de b
agageruimte. ●
Houd rekening met de aanwijzingen van de
f abrik
ant
bij het in- en uitbouwen van het kin-
derzitje ››› in Veiligheidsaanwijzingen op
p ag. 76
.
● Br
eng de hoofdsteun achter het kinderzitje
omhoog tot het
vastklikt.
● Zet het kinderzitje vast in de onderste ver-
ankering
en ››› pag. 22.
● Breng de bovenste bevestigingsgordel van
het kinder
zitje naar achteren, naar de rugleu-
ning van de stoel achterin, onder of aan
weerszijden van de hoofdsteun (afhankelijk
van het model van het kinderzitje).
● Haak de bovenste bevestigingsgordel in de
achter
zijde van de rugleuning van de stoel
achterin in de overeenkomstige bevesti- gingsring (voor TOP TETHER) van de rugleu-
ning
››
› afb. 38.
● Schuif de hoofdsteun helemaal naar onder-
en. Zor
g ervoor dat de beweging van de bo-
venste veiligheidsgordel niet gestoord wordt.
● Span de gordel zodat het kinderzitje bo-
venl
angs tegen de rugleuning steunt.
››› in Veiligheidsaanwijzingen op
pag. 76 De auto starten
C ont
act
slot Afb. 39
Standen van de autosleutel. Contact inschakelen: sleutel in het contact
p
laatsen en mot
or starten. Stuur ver- en ontgrendelen
● Stuur vergrendelen: contactsleutel verwij-
deren uit het
contact en draaien aan het
stuur tot het blokkeert. In wagens met auto-
matische versnellingsbak zet u voor het ver-
wijderen van de sleutel de versnellingshen-
del in stand P. Zo nodig drukt u op de toets
voor keuzehendelvergrendeling en laat u die
daarna los.
● Stuur ontgrendelen: contactsleutel inste-
ken en draaien t
erwijl u het stuur in de rich-
ting aangegeven door de pijl draait. Indien
het stuur niet gedraaid kan worden, komt dit
mogelijk omdat de blokkering actief is.
Contact inschakelen/uitschakelen, voor-
gloeien
● Contact inschakelen: sleutel in stand 2 draaien.
●
Contact uitschakelen: sleutel in stand 1 draaien.
●
Dieselwagens : bij in
g
eschakeld contact
wordt voorgegloeid.
Starten van de motor
● Handgeschakelde versnellingsbak: trap het
koppelin
gspedaal helemaal in en zet de ver-
snellingshendel in neutrale stand.
● Automatische versnellingsbak: trap het
remped aal
in en zet de keuzehendel in stand
P of N. » 23
Page 26 of 340

De essentie
● Sl eut
el
naar stand 3 draaien. De contact-
s l
eut
el keert automatisch terug naar stand
2 . Hierbij geen gas geven.
St ar
t/s
top-systeem*
Bij het stoppen en loslaten van het koppe-
lingspedaal, zet het start-stopsysteem* de
motor uit. Het contact blijft ingeschakeld.
››› in Contactslot op pag. 191
››› pag. 190 Lichten en zicht
Lic ht
s
chakelaar Afb. 40
Dashboard: lichtschakelaar. Schakelaar naar de gewenste stand draaien
› ›
›
afb. 40.
Bij uitgescha-
keld contactBij ingeschakeld
contact
Mistlampen, dim-
licht en stadslicht
uit.Lichten uit of dagrij-
licht aan.
De oriëntatielichten
moeten branden.Automatische controle
van ingeschakeld dim-
of dagrijlicht.
Stadslichten aan.
Dimlicht uit; indien
nodig, brandt het
stadslicht enige
tijd.
Dimlicht aan.
Mis
tlampen: schakelaar naar het eerste
p
unt trekken, vanaf de standen , of
.
Mistachterlicht: volledig trekken aan scha-
kelaar vanaf de standen , of .
Mistlampen uitschakelen: schakelaar indruk-
ken of draaien naar stand .
››› in Lichten in- en uitschakelen op
pag. 134
››› pag. 133 Knipperlicht- en grootlichthendel
Afb. 41
Knipperlicht- en grootlichthendel. Hendel in de gewenste stand zetten:
Rec
ht
er knipperlicht: rechter parkeerlicht
(contact uitgeschakeld).
Linker knipperlicht: linker parkeerlicht
(contact uitgeschakeld).
Grootlicht ingeschakeld: controlelampje
brandt in het instrumentenpaneel.
Grootlichtsignaal: brandt met ingedrukte
hendel. Controlelampje brandt.
Hendel in basisstand voor uitgeschakeld.
››› in Lichten in- en uitschakelen op
pag. 134
››› pag. 134 1
2
3
4
24
Page 27 of 340

De essentie
Alarmlichten Afb. 42
Dashboard: schakelaar voor alarm-
lic ht
en. Ingeschakeld, bijvoorbeeld:
● Bij het naderen van een file
● In een noodsituatie
● Wagen staat stil wegens pech
● Bij het slepen of gesleept worden
››› in Noodknipperlichten op pag. 137
››› pag. 137 Binnenverlichting
Toets / stand: Functie
Schakelt de binnenverlichting uit.
Schakelt de binnenverlichting in.
Schakelt het portiercontact (middenstand)
in.
De binnenverlichting gaat automatisch aan
wanneer de wagen ontgrendeld, een por-
tier geopend of de sleutel uit het contact-
slot genomen wordt.
De verlichting gaat na een paar seconden
uit nadat alle portieren gesloten zijn, de
wagen vergrendeld is of het contact in
wordt geschakeld.
Het leeslampje in- en uitschakelen.
Interieurverlichting: verandert in het portier-
p
aneel
van kleur (wit of rood) op basis van de
rijstijl.
››› pag. 139 Ruitenwisser voor en achter
Afb. 43
Bediening van de ruitenwisser en rui-
t en
s
proeier.
Hendel in de gewenste stand zetten
0 Ruitenwissers uit.
1
Intervalwissen van de ruitenwissers.
Met de knop
››› afb. 43 A de intervalni-
veaus (bij wagens zonder regensensor)
of de gevoeligheid van de regensensor
instellen.
2 Langzaam wissen.
3
Snel wissen.
4
Kort wissen, kort sproeien. Houd de hen-
del langer omlaag gedrukt zodat het
wissen sneller gaat.
5
Wis/was-automaat om de voorruit
schoon te maken met de hendel omh-
oog.
»
25
Page 28 of 340

De essentieHendel in de gewenste stand zetten
6
Intervalwissen bij de achterruit. De ach-
terruitwisser werkt ongeveer om de 6 se-
conden.
7
Wis/was-automaat om de achterruit
schoon te maken met ingedrukte hen-
del.
››› in Ruitenwisserhendel op pag. 140
›››
pag. 140
››› pag. 54 SEAT-informatiesysteem
In l
eidin
g tot themaBij ingeschakeld contact is het mogelijk de
v
er
s
chillende functies van het display te
raadplegen door te navigeren door de me-
nu's.
In wagens met multifunctiestuurwiel verdwij-
nen de toetsen in de ruitenwisserhendel. De
multifunctie-indicatie kan dan enkel bediend
worden met de toetsen van het multifunctie-
stuurwiel*. Het aantal menu's dat weergegeven wordt op
het dis
play van het instrumentenpaneel vari-
eert naargelang de elektronica en uitvoering
van de wagen.
In een gespecialiseerde werkplaats kunnen
functies geprogrammeerd of gewijzigd wor-
den volgens de uitvoering van de wagen.
SEAT raadt u aan de Technische Dienst te
raadplegen.
Een aantal opties van het menu kan enkel ge-
raadpleegd worden wanneer het voertuig stil-
staat.
Zolang een waarschuwing met hoogste prio-
riteit 1 weergegeven wordt op het scherm,
kunnen de menu's niet getoond worden. Om
de menu's weer te geven, dient de waarschu-
wing bevestigd te worden met de toets OK .
Overzicht structuur van de menu's ■
Mu ltif
unctie-indicatie (MFA) ›››
pag. 28
■ Rijtijd
■ Actueel brandstofverbruik
■ Gemiddeld verbruik
■ Actieradius
■ Afgelegde afstand
■ Gemiddelde snelheid
■ Digitale indicatie van de snelheid
■ Digitale olietemperatuurmeter
■ Snelheidswaarschuwing ■
Audio ›››
brochure Radio of ››› brochure Na-
vigatiesysteem
■ Navigatie ››› brochure Navigatiesysteem
■ Telefoon ››› brochure Radio of ››› brochure
Navigatiesysteem
■ Interieurvoorverwarming ›››
pag. 184
■ Activering
■ Programma On / Off
■ Uitschakelen
■ Timer 1-3
■ Dag
■ Tijd
■ Minuut
■ Activeren
■ Tijdsduur
■ Werkwijze
■ Verwarmen
■ Ventileren
■ Dag
■ Fabrieksinstellingen
■ Status wagen ››› pag. 28
■ Configuratie ››› pag. 30
■ Gegevens van de multifunctie-indicatie
■ Rijtijd
■ Actueel brandstofverbruik
■ Gemiddeld verbruik
■ Afgelegde afstand
■ Actieradius
■ Gemiddelde snelheid 26
Page 29 of 340

De essentie
■ Digit al
e indic
atie van de snelheid
■ Snelheidswaarschuwing
■ Kompas
■ Comfort ››› pag. 30
■ Centrale vergrendeling (Centr. vergren-
deling)
■ Automatisch vergrendeling (Autom.
vergrendelen ) On / Off
■ Automatisch ontgrendeling (Autom.
ontgrend.) On / Off
■ Ontgrendelen van de portieren (Ont-
grend. port.: Alle, Een portier, Zijde
van de wagen, Afzonderlijk)
■ Terug
■ Ruitbediening elektrisch
■ Off
■ Alle
■ Bestuurder
■ Terug
■ Inklappen van de buitenspiegels (Inkl.
Buitensp.) On / Off
■ Regelen van de buitenspiegels (Regel.
Buitensp.)
■ Individual
■ Gesynchroniseerd
■ Terug
■ Fabrieksinstellingen ( Fabrieksinstel-
ling)
■ Terug
■ Licht & zicht ››› pag. 31 ■
Coming Home
■ L
eaving Home
■ Licht voetenruimte
■ Comfortlichten On / Off
■ Fabrieksinstellingen
■ Reisverlichting On / Off
■ Tijd
■ Winterbanden
■ Taal
■ Eenheden
■ Tweede snelheidsmeter On / Off
■ Autohold
■ Service
■ Info
■ Resetten
■ Fabrieksinstellingen De menu's in het instrumentenpaneel
gebruik
en Afb. 44
Ruitenwisserhendel: toetsen om de
menu's
v
an het instrumentenpaneel te ge-
bruiken. Afb. 45
Multifunctiestuurwiel: toetsen om de
menu's v
an het instrumentenpaneel te ge-
bruiken. Hoofdmenu oproepen
●
Contact inschakelen. » 27
Page 30 of 340

De essentie
● Al
s
er een melding of pictogram van de wa-
gen verschijnt, op de toets OK (
›››
afb
. 44 A o bien
›››
afb
. 45
) drukken.
● In geval van bediening met de ruitenwisser-
hendel:
de lijst van het hoofdmenu zal ver-
schijnen.
● In geval van bediening met het multifunc-
ties
tuurwiel: de lijst van het hoofdmenu zal
niet verschijnen. Om te bladeren tussen de
verschillende opties van het hoofdmenu,
drukt u verschillende malen op de pijltoet-
sen of
› ››
p
ag. 28.
E
en submenu selecteren
● Duw de tuimelschakelaar ›››
afb. 44 B naar
bo v
en of
onderen, of draai aan het kartelwiel-
tje van het multifunctiestuurwiel tot de ge-
wenste optie van het menu aangeduid is.
● De aangeduide optie wordt weergegeven
tus
sen twee horizontale lijnen. Daarnaast
verschijnt aan de rechterzijde een driehoek .
● Om het submenu te selecteren, drukt u op
de toets OK .
In s
t
ellingen uitvoeren naargelang het menu
● De gewenste wijzigingen kunnen doorge-
voerd w
orden met behulp van de tuimelscha-
kelaar in de ruitenwisserhendel of het kartel-
wieltje van het multifunctiestuurwiel. Om de
waarden sneller te laten veranderen, houdt u
de tuimelschakelaar ingedrukt of draait u sneller aan het kartelwieltje (snel vooruit of
achteruit).
●
M
arkeer of bevestig de keuze met de
toets OK .
Hoofdmenu
MFA
Informatie en configuratiemogelijkhe-
den van de multifunctie-indicatie
(MFA).
››› pag. 28
Audio
Weergave van de zender, indien de ra-
dio aan staat.
Weergave van de cd die afgespeeld
wordt, in de cd-functie.
››› brochure Radio of ››› brochure navi-
gatiesysteem
Navigatie
Wanneer de navigatie naar de eindbe-
stemming actief is, worden de pijlen
voor de richtingswijziging en een balk-
je voor de nabijheid weergegeven. De
voorstelling is vergelijkbaar met de
symbolen weergegeven in het naviga-
tiesysteem.
Indien de navigatie naar de eindbe-
stemming uitgeschakeld is, worden de
rijrichting (kompas) en de naam van
de straat waardoor men rijdt weerge-
geven.
››› brochure Navigatiesysteem
Telefoon
Informatie en configuratiemogelijkhe-
den van de mobiele-telefoonvoorbe-
reiding.
››› brochure Radio of ››› brochure Navi-
gatiesysteem
Interieurvoor-
verwarming
Informatie en configuratiemogelijkhe-
den van de interieurvoorverwarming:
interieurvoorverwarming in- of uit-
schakelen. De duur en werkwijze se-
lecteren.
››› pag. 184
Status wagen
Actuele waarschuwings- of informatie-
teksten.
Deze optie verschijnt enkel indien een
van deze teksten beschikbaar is. Op
het scherm wordt het aantal beschik-
bare berichten weergegeven. Voor-
beeld 1/1 of 2/2.
››› pag. 103
Configuratie
Verschillende instellingsopties, zoals
de menu's Comfort, Licht & Zicht, als-
ook de tijd, snelheidswaarschuwing
met winterbanden, taal, meeteenhe-
den of "Indicator off".
››› pag. 30 Menu MFA
(multif
u
nctie-indicatie) De multifunctie-indicatie (MFA) is uitgerust
met
tw
ee aut
omatisch werkende geheugens:
1 - Deelgeheugen en 2 - Totaal geheugen .
Rechtsboven op het display wordt het op dat
moment weergegeven geheugen aangege-
ven. 28
Page 31 of 340

De essentie
Wanneer het contact is ingeschakeld en het
g eheug
en 1 of
2 wordt weergegeven, drukt u
kort op de toets OK om van het ene geheu-
g en n
aar het
andere te wisselen.
1
Deelgeheu-
gen (voor
een afzon-
derlijke rit).
Het geheugen verzamelt de gegevens
van het afgelegde traject en het verbruik
vanaf het inschakelen tot het uitschake-
len van het contact.
Indien het traject wordt onderbroken ge-
durende meer dan 2 uur, wordt het ge-
heugen automatisch gewist. Indien min-
der dan twee uur na het uitschakelen van
het contact verder wordt gereden, voegt
het systeem de nieuwe gegevens toe aan
de opgeslagen waarden.
2 Totaal ge-
heugen
(voor alle
trajecten).
In het geheugen worden de waarden van
een bepaald aantal deeltrajecten geregi-
streerd, tot een totaal van 19 uur en
59 minuten of 99 uur en 59 minuten of-
wel 1.999,9 km (mijl) of 9.999 km (mijl),
afhankelijk van het model van het instru-
mentenpaneel. Bij het bereiken van deze
limietwaarden, wordt het geheugen au-
tomatisch gewist en telt het systeem op-
nieuw vanaf 0. Mogelijke aanwijzingen
RijtijdGeeft de uren (h) en minuten (min)
weer die verstreken zijn sinds het con-
tact werd ingeschakeld.
Huidig brand-
stofverbruik
De weergave van het actuele verbruik
gebeurt tijdens het rijden in l/100 km
(of mpg, mijl per gallon); met draaien-
de motor en stilstaande wagen in l/h
(of gallons per uur).
Gemiddeld
verbruik
Het gemiddelde verbruik (in l/100 km)
wordt na inschakeling van het contact
al na ongeveer 100 meter (of 328
voet) weergegeven. Tot dan worden
streepjes getoond. De aangegeven
waarde wordt ongeveer om de 5 se-
conden bijgewerkt.
Actieradius
Geschatte afstand in km (of mijl) die
nog afgelegd kan worden met de over-
blijvende brandstof in de tank, op
voorwaarde dat dezelfde rijstijl aange-
houden wordt. Deze waarde wordt o.a.
berekend op basis van het huidige
brandstofverbruik.
Afgelegde af-
standAfgelegde afstand sinds het contact
werd ingeschakeld, in km (of mijl).
Gemiddelde
snelheid
De gemiddelde snelheid wordt na in-
schakeling van het contact al na onge-
veer 100 meter (of 328 voet) weerge-
geven. Tot dan worden streepjes ge-
toond. De aangegeven waarde wordt
ongeveer om de 5 seconden bijge-
werkt.
Digitale indi-
catie van de
snelheidDigitaal weergegeven huidige snel-
heid.
Digitale olie-
temperatuur-
meterDigitale weergave van de actuele mo-
torolietemperatuur.
Snelheids-
waarschuwing
bij --- km/uIndien de opgeslagen snelheid (tus-
sen 30-250 km/u of 18-155 mijl per
uur) wordt overschreden, klinkt een
akoestisch signaal en verschijnt een
visuele waarschuwing. Tussen de weergavefuncties wisselen
●
Bij wagens zonder multifunctiestuurwiel:
druk op de nok.
● Bij wa gen
s met multifunctiestuurwiel: druk
op de toets of
.
E en s
nelheid
vastleggen voor de snelheids-
waarschuwing
● Selecteer de weergave Snelheidswaar-
schuwing bij --- km/h .
● Druk op de t
oets OK om de actuele snel-
heid op t e s
l
aan en de waarschuwing uit te
schakelen.
● Tijdens de volgende 5 seconden stelt u de
gewen
ste snelheid in met behulp van de tui-
melschakelaar in de ruitenwisserhendel of
met de toetsen of
van het multifunctie-
s t
uur
wiel. Druk daarna opnieuw op OK of
w ac
ht
enkele seconden af. De snelheid wordt
opgeslagen en de waarschuwing ingescha-
keld.
● Om uit te schakelen , drukt u op OK . De ge-
pr ogr
ammeer
de snelheid wordt gewist.
Het geheugen 1 of 2 handmatig wissen
● Selecteer het geheugen dat u wenst te wis-
sen.
● Houd de toets OK gedurende een 2-tal se-
c onden in
g
edrukt. » 29
Page 32 of 340

De essentie
De aanwijzingen personaliseren
In het menu
instellingen k
an g
eselec-
teerd worden welke van de mogelijke aanwij-
zingen in de multifunctie-indicatie u wenst
weer te geven op het display van het instru-
mentenpaneel. Daarnaast kunnen ook de
meeteenheden gewijzigd worden ››› pag.
30.
Menu Configuratie
Gegevens
van de mul-
tifunctie-in-
dicatieConfiguratie van de gegevens van de
multifunctie-indicatie die u wenst weer
te geven op het display van het instru-
mentenpaneel ››› pag. 28.
Kompas
Instelling van de magnetische regio en
kalibratie van het kompas. Let bij het
kalibreren op de aanwijzingen op het
display van het instrumentenpaneel.
ComfortInstellingen van de comfortfuncties van
de wagen ››› pag. 30.
Licht & zichtConfiguratie van de wagenverlichting
››› pag. 31.
Tijd
Instelling van de uren en minuten van
de klok op het instrumentenpaneel en
het navigatiesysteem. Hier kan de tijd
worden ingesteld en worden gewisseld
tussen 12- en 24-uursweergave. Daar-
naast geeft de S die verschijnt boven-
aan op het display aan dat het uur is
aangepast aan de zomertijd.
Winterban-
den
Instelling van de visuele en akoestische
snelheidswaarschuwingen. Deze functie
kan enkel gebruikt worden wanneer het
voertuig is uitgerust met winterbanden,
die niet geschikt zijn voor het rijden met
topsnelheid.
TaalInstelling van de taal voor de teksten op
het display en navigatiesysteem.
EenhedenInstelling van de meeteenheden voor de
temperatuur, het verbruik en de afstand.
Tweede
snelheidDe tweede snelheidsmeter in- en uit-
schakelen.
ServiceRaadplegen van de servicemededelin-
gen of terugzetten van de service-inter-
valindicatie.
Afstelling in
productieEen aantal functies van het menu Con-
figuratie wordt terug op hun fa-
brieksinstelling gezet.
TerugHet hoofdmenu wordt opnieuw weerge-
geven. Submenu Comfort
Centr. ver-
grendeling.
››› pag. 115
Autom. vergrendelen (Auto Lock):
automatisch vergrendelen van alle por-
tieren en de achterklep vanaf een snel-
heid van ca. 15 km/u (10 mph). Om de
wagen te ontgrendelen als hij stilstaat
moet u op de knop van de centrale ver-
grendeling drukken, de portiergreep
vastnemen of de sleutel uit het contact-
slot trekken als functie Aut. Ont-
grend. ingeschakeld is.
Aut. Ontgrend. (Auto Lock): ont-
grendelen van alle portieren en de ach-
terklep zodra de sleutel uit het contact-
slot wordt getrokken.
Ontgrendeling port. : wanneer de
wagen ontgrendeld wordt met de sleu-
tel, worden de volgende portieren ont-
grendeld naargelang de instelling:
– Alle : alle portieren worden ontgren-
deld.
– Een portier : wanneer de wagen
ontgrendeld wordt met de sleutel, zal
uitsluitend het portier van de bestuur-
der worden ontgrendeld. Door een twee-
de maal te drukken op de knop
wor-
den alle portieren en de achterklep ont-
grendeld.
– Zijde van de wagen : de portieren
aan de bestuurderszijde worden ont-
grendeld.
In wagens met Keyless Access ›››
pag.
115 systeem worden na het vastnemen
van de desbetreffende portiergreep de
portieren ontgrendeld aan de zijde waar
de sleutel zich bevindt. 30