Page 97 of 340

Zekeringen en lampjesKnipperlichten (kleine fitting)
1.Open de motorkap
››› pag. 284.
2.Draai de fitting 1 naar links tot de aanslag en
verwijder samen met de lamp door naar achter te
trekken.
3.Afhankelijk van het model wordt de lamp recht uit
de fitting getrokken of moet deze losgemaakt wor-
den door eraan te draaien.
4.Vervang de beschadigde lamp door een nieuwe
identieke lamp.
5.Plaats de fitting in de koplamp en draai deze naar
rechts tot de aanslag.
Dimlicht A en dagrijverlichting B
1.Open de motorkap
››› pag. 284.
2.Verwijder de rubberen afdekking aan de achterzij-
de van de koplamp.
3.Draai de fitting naar links tot de aanslag en verwij-
der samen met de lamp door naar achter te trek-
ken.
4.Afhankelijk van het model wordt de lamp recht uit
de fitting getrokken of moet deze losgemaakt wor-
den door eraan te draaien.
5.Vervang de beschadigde lamp door een nieuwe
identieke lamp.
6.Plaats de fitting in de koplamp en draai deze naar
rechts tot de aanslag.
7.Plaats de rubberen afdekking.
Grootlicht CStadslicht C
1.Open de motorkap
››› pag. 284.
2.Verwijder de rubberen afdekking aan de achterzij-
de van de koplamp.
3.Druk stevig naar boven
onder de draadbeugel
en verwijder de fitting
naar achter 2
samen
met de lamp.
Verwijder de fitting 3naar achter samen met
de lamp.
4.Afhankelijk van het model wordt de lamp recht uit
de fitting getrokken of moet deze losgemaakt wor-
den door eraan te draaien.
5.Vervang de beschadigde lamp door een nieuwe
identieke lamp.
6.Plaats de fitting in de
koplamp en trek de
draadbeugel naar bo-
ven tot deze inpast.Plaats de fitting in de
koplamp en klik deze
volledig op zijn plaats.
7.Plaats de rubberen afdekking. Let op
De afbeeldingen tonen de linkerkoplamp van
acht er
en. De opbouw van de rechterkoplamp
is symmetrisch. Xenon-koplampen vervangen
Afb. 107
In de motorruimte: afdekking van
het knip
perlic
ht. Afb. 108
Fitting van het knipperlicht 1 en
boc hten
verlichting 2 .
Het is niet nodig om de koplamp te demonte-
r
en om l
ampen t
e vervangen.
Voer de handelingen uitsluitend in de aange-
geven volgorde uit: »
95
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 98 of 340

Noodgevallen Knipperlicht
1Bochtenverlichting
2
1.Open de motorkap ››› pag. 284.
2.Verwijder de afdekking ››› afb. 107 door deze in de
richting van pijl te trekken.
3.
Draai de fitting 1›››
afb. 108 naar links
tot de aanslag en ver-
wijder samen met de
lamp door naar achter
te trekken.Druk de draadbeugel
stevig naar beneden en
verwijder de fitting naar
achteren 2
››› afb. 108
samen met de lamp.
4.Afhankelijk van het model wordt de lamp recht uit
de fitting getrokken of moet deze losgemaakt wor- den door eraan te draaien.
5.Vervang de beschadigde lamp door een nieuwe identieke lamp.
6.
Plaats de fitting in de
koplamp en draai deze
naar rechts tot de aan-
slag.Plaats de fitting in de
koplamp en trek de
draadbeugel naar bo-
ven tot deze inpast.
7.Draai de afdekking ››› afb. 107 tot de aanslag in de
tegenovergestelde richting van de pijl. Vraag hulp aan gespecialiseerd personeel
om de l
ampen
v
an de dimlichten en de xe-
non-grootlichten te vervangen ››› in Inlei-
din g t
ot
thema op pag. 93. Let op
De afbeeldingen tonen de linkerkoplamp. De
opbouw v
an de rechterkoplamp is symme-
trisch. De lampen op de voorbumper vervan-
g
en Afb. 109
Rechts op de voorbumper: Koplamp
uit bou
w
en. Afb. 110
Gloeilampen in de koplamp vervan-
g en. Voer de handelingen uitsluitend in de aange-
g
ev
en
volgorde uit:
1.Trek voorwaarts aan de afdekking, in de richting
van de pijl ››› afb. 109.
2.Draai de bevestigingsschroef ››› afb. 109 1 los
met de schroevendraaier uit het wagengereed-
schap ››› pag. 83.
3.Kantel de koplamp lichtjes naar voren en verwij-
der deze uit de zijbehuizingen ››› afb. 110 (kleine
pijlen).
4.Maak de steker ››› afb. 110 1 los en verwijder
het.
5.Draai de fitting ››› afb. 110 2 naar links tot de
aanslag en verwijder samen met de lamp door
naar achter te trekken in de richting van de pijl.
6.Vervang de beschadigde lamp door een nieuwe
identieke lamp.
7.Plaats de fitting in de koplamp en draai deze naar
rechts tot de aanslag.
8.Installeer de steker ››› afb. 110 1 in de fitting
2. Hierbij moeten de steker hoorbaar vastklik-
ken.
9.Plaats de koplamp in de behuizingen ››› afb. 110
(kleine pijlen) en kantel de koplamp naar achter.
10.Draai de bevestigingschroef ››› afb. 109 1 vast
met de schroevendraaier.
11.Plaats de afdekking in de bumper ››› afb. 109. 96
Page 99 of 340

Zekeringen en lampjes
De gloeilampen vervangen van de
ac ht
erk
leplichten Afb. 111
In de achterklep: het klepje verwijde-
r en. Afb. 112
In de achterklep: de fitting verwijde-
r en. Voer de handelingen uitsluitend in de aange-
g
ev
en
volgorde uit:
1.Open de achterklep ››› pag. 126.
2.
Verwijder de afdekking voorzichtig door het vlakke
deel van de schroevendraaier uit het wagenge-
reedschap als hefboom te gebruiken ( ››› afb. 100)
via de uitsparing ››› afb. 111 1
.
3.Ontkoppel de steker van de fitting door te trekken
aan de rode vergrendeling van de steker.
4.Druk op de lipjes van de vergrendeling in de rich-
ting van de pijl
››› afb. 112 en verwijder de fitting.
5.Vervang de beschadigde lamp door een nieuwe
identieke lamp.
6.Breng de fitting opnieuw aan. Hierbij moeten de
vergrendelingslipjes hoorbaar vastklikken.
7.Breng de kap aan. De kap moet onbeweeglijk vast-
zitten. De gloeilampen vervangen van de
ac
ht
erlic
hten in de carrosserie Afb. 113
Aan de zijkant van de bagageruimte:
v er
w
ijder de achterlichten links en rechts. 1 verwijder de dop;
2 bevestigingschroeven.
» 97
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 100 of 340

Noodgevallen
Afb. 114
Achterlicht in carrosserie: fitting uit-
bou w
en. 1 t/m
4 : vergrendelingslipjes.
Voer de handelingen uitsluitend in de aange-
g
ev
en
volgorde uit.
Het achterlicht uitbouwen
Voer de handelingen uitsluitend in de aange-
geven volgorde uit:
LinkerachterlichtRechterachterlicht
1.Open de achterklep ››› pag. 126.
2.
Open het opbergvak
aan de linkerzijde van
de bagageruimte
››› pag. 169.Verplaats de houder
van 12-volt voeding
door lichtjes naar bene-
den te drukken ››› afb.
113 B
(pijl).
3.verwijder de dop 190° in de richting van
de pijl en verwijder.
LinkerachterlichtRechterachterlicht
4.
Draai de bevestigingsschroef
››› afb. 113 2 los
met de schroevendraaier uit het wagengereed-
schap ››› pag. 83. Zorg ervoor dat de schroef in zijn
plaats vastzit.
5.Verwijder de achterlichten uit de carrosserie doordeze voorzichtig achteruit te trekken.
6.Trek de bevestigingsbeugel in de steker naar ach- teren en verwijder de steker.
7.Bouw het achterlicht uit en leg het op een schoon en plat oppervlak. Lamp vervangen
8.Druk op de vergrendelingslipjes
››› afb. 114 1tot 4 in de richting van de pijl om de fitting los
te maken.
9.Verwijder de fitting uit het optische systeem.
10.Vervang de beschadigde lamp door een nieuwe
identieke lamp.
11.Plaats de fitting in het achterlicht. Hierbij moeten
de vergrendelingslipjes hoorbaar vastklikken.
12.Installeer de steker en druk de rode bevestigings-
beugel naar binnen om de steker te vergrendelen. Achterlicht inbouwen
V
oer de h
andelin
gen uitsluitend in de aange-
geven volgorde uit:
LinkerachterlichtRechterachterlicht
13.
Plaats het achterlicht voorzichtig in de opening in de carrosserie. Plaats om dit te doen de bovenste geleider van de koplampbehuizing in de bevesti- gingsring.
14.Draai de witte bevestigingschroef vast met deschroevendraaier uit het wagengereedschap.
15.Controleer of het achterste optische systeem cor- rect gemonteerd is en stevig vastzit.
16.
Plaats de dop ››› afb.
113 1 en draai deze
90° in de tegengestel-
de richting van de pijl.Verplaats de houder
van de 12-volt voeding
lichtjes naar boven tot
deze goed sluit.
17.Sluit het opbergvak.
18.Sluit de achterklep ››› pag. 126. 98
Page 101 of 340

Zekeringen en lampjes
De lamp van de kentekenplaatverlich-
tin g
v
ervangen Afb. 115
In de achterbumper: kentekenplaat-
v erlic
htin
g. Afb. 116
Kentekenplaatverlichting: Fitting uit-
bou w
en. Voer de handelingen uitsluitend in de aange-
g
ev
en
volgorde uit:
Bevestigde kente-kenverlichtingOpgeschroefde ken- tekenverlichting
1.
Druk in de richting van
de pijl met de platte
kant van de schroeven-
draaier uit het wagen-
gereedschap ( ››› afb.
100) in de gleuf van de
kentekenplaatverlich-
ting ››› afb. 115.Draai de ( ››› afb. 100)
schroeven van de ken-
tekenplaatverlichting
los met de schroeven-
draaier uit het wagen-
gereedschap.
2.Verwijder de kentekenplaatverlichting een beetje.
3.
Druk op de vergrende-
ling van de steker in de
richting van de pijl
››› afb. 116 1
en ver-
wijder de steker.
Maak de bevestigings-
klemmen los van het
achterpaneel van de
kentekenplaatverlich-
ting door erop te druk-
ken.
4.
Draai de fitting in de
richting van de pijl
››› afb. 116 2
en ver-
wijder deze samen met
de lamp.Verwijder de fitting uit
de kentekenplaatver-
lichting.
5.Vervang de beschadigde lamp door een nieuwe identieke lamp.
6.
Plaats de fitting in de
kentekenplaatverlich-
ting en draai deze tot
de aanslag in de tegen-
gestelde richting van
de pijl ››› afb. 116 2
.
Plaats de fitting in de
kentekenplaatverlich-
ting.
Bevestigde kente-
kenverlichtingOpgeschroefde ken- tekenverlichting
7.Installeer de steker in
de fitting.
Druk de bevestigings-
klemmen vast. De fit-
ting moet stevig vastzit-
ten aan de kenteken-
plaatverlichting.
8.Plaats de kentekenplaatverlichting voorzichtig in
de opening in de bumper. Zorg ervoor dat de ken- tekenplaatverlichting correct geplaatst is.
9.
Breng de kenteken-
plaatverlichting in de
bumper aan tot deze
hoorbaar vastklikt.Draai de bevestigings-
chroeven van kenteken-
plaatverlichting vast
met de schroevendraai-
er. 99
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 102 of 340
Bedienen
Afb. 117
Dashboard.100
Page 103 of 340

Bestuurdersruimte
Bedienen
B e
s
tuurdersruimte
Overzicht Slotgreep
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
Knop voor het centraal ver- en ont-
grendel en
van de wagen . . . . 115
Schakelaar voor het verstellen van
de buiten
spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . 142
– Afs t
elling buitenspiegels
– Verwarming buitenspiegels
– Buitenspiegels naar binnen klap-
pen
Regelaar van de lichtsterkte van het
instrumentenpaneel en de bedie-
ningselementen . . . . . . . . . . . . . . .133
Regelaar van de lichtbundelhoog-
te . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Lic hts
chakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . 133
– Licht uit
--
– Automatische rijlichtregeling -
-
– Stads-/dimlicht
– Mistlicht
Hendel voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
– Grootlicht
– Grootlichtsignaal
1 2
3
4
5
6
7 –
Knip perlic
ht
en
– Parkeerlicht
Instrumentenpaneel: – Instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
– Disp
lay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
– Waars
chuwings- en controlelamp-
jes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
Stuur met claxon en – Bes
tuurdersairbag . . . . . . . . . . . . . . 17
– Bediening
voor boordcomputer .26
– Bedienin g
stoetsen voor radio, te-
lefoon, navigatiesysteem en
spraakbedieningssysteem ››› bro-
chure Radio
– Hendels voor tiptronic-bediening
(automatische transmissie) . . . . .203
Ruitensproeier- en ruitenwisserhen-
del . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
– Ruiten
wissers –
– Interval-wissen
– "Tipwissen" x
– Ruitenwissers
– Automatisch wissen voor was-
sen/reinigen van ruitenwissers
– Ruitenwisser achter
– Automatisch wissen voor was-
sen/reinigen van de achterruit
8
9
10 –
Hendel met
knop
pen voor het be-
dienen van het SEAT-informatie-
systeem - , / . . . . . . . . . . .26
Regelaar voor linkerstoelverwar-
ming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
R
adio- of navigatiesysteem (gemon-
teerd af
fabriek) ››› brochure Radio
of ››› brochure Navigatiesysteem
Opbergvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
Schakelaar voor aan- en uitzetten
van de alarm
lichten . . . . . . . . . . . . 83
Schakelaars voor: – Handbediende elektris
che aircon-
ditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
– Clim atr
onic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
Regelaar voor rechterstoelverwar-
ming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
T oets
voor:
– Aandrijfslipr
egeling
(ASR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
– Werk in
g Start-Stop . . . . . . . . . . .214
– Parkeerhu
lp (ParkPilot) . . . . . .218
– Inparkeer
systeem (Park As-
sist) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
– Indicator b
andenspan-
ning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
– Dyn
amische onderstelregeling
(DCC)
– Openen van de achterklep . . . 126»
11 12
13
14
15
16
17
101
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 104 of 340

Bedienen
– Openen en s luit
en
van de elektri-
sche schuifdeuren . . . . . . . . . . .123
Hendel met slot om het dashboard-
kas
tje te openen . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
Plaats in het dashboard waar de
voorairb
ag van de voorpassagier
zich bevindt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Sleutelschakelaar in het dash-
boardk
astje voor het buiten werk-
ing stellen van de bijrijdersair-
bag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Controlelampje van het buiten
werkin
g stellen van de bijrijdersair-
bag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Hendel voor:
– Schak
elbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
– Autom ati
sche versnellingsbak . .200
18 19
20
21
22 12 V stopcontact
. . . . . . . . . . . . . . . . . 177
Schakelaar van Auto Hold
-
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Schakelaar van de elektronische
parkeerr
em . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Startknop (Keyless Access sluit- en
star
tsysteem zonder sleutel)
Contactslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
Pedalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
Hefboom voor aanpassing van de
stuurk
olom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Afdekking van de zekeringenhou-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
Hendel voor:
– Snelheidsre
gelsysteem (GRA)
– – – – –
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
23 24
25
26
27
28
29
30
31 Hendel om de motorkap te ontgren-
del
en
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 284
Knop pen
voor:
– Elektris
che ruitbediening . . . . .129
– Kinderbeveiligin
g . . . . . . . . . . . . 123 Let op
● Enkel e
van de hier vermelde uitrustingen
horen bij bepaalde type-uitvoeringen of zijn
optioneel.
● Bij de uitvoeringen met stuurwiel aan rech-
terz
ijde, is de indeling van de bedieningsele-
menten licht verschillend. Maar de symbolen
die toegewezen zijn aan deze bedieningsele-
menten stemmen overeen met die van de uit-
voeringen met stuurwiel aan de linkerzijde. 32
33
102