Page 249 of 340

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
●
Pro beer in g
een geval de wagen met aan-
hangwagen weer "recht te krijgen" door te
accelereren. ATTENTIE
Als u met een aanhangwagen rijdt en een
tr ek h
aak gebruikt die niet door SEAT inge-
bouwd is, dan moet u de Start-Stop-functie
handmatig deactiveren. Als u dat niet doet,
kan er een storing in het remsysteem optre-
den, waardoor een ernstig ongeval veroor-
zaakt kan worden.
● Deactiveer de Start-Stop-functie altijd
handmatig a
ls de aanhangwagen op een niet
door SEAT ingebouwde trekhaak aangekop-
peld is. Let op
● Sch ak
el het alarmsysteem altijd uit voordat
u een aanhangwagen aankoppelt of afkoppelt
››› pag. 121. Doet u dat niet, dan kan de hel-
lingshoeksensor het alarm per ongeluk acti-
veren.
● Rijd met nieuwe motor (gedurende de eer-
ste 1.000 km of
600 mijl) ››› pag. 257 niet
met aanhangwagen.
● SEAT raadt aan de stang met kogelkop naar
binnen te k
antelen als u geen aanhangwagen
gebruikt. Als u van achteren aangereden
wordt, kan de schade aan de wagen door de
ingebouwde stang met kogelkop groter zijn.
● Sommige modellen hebben een trekhaak
voor het s
lepen van wagens nodig. Daarom moet de stang met kogelkop van de trekhaak
altijd in de w
ag
en worden meegenomen. Technische voorwaarden
Als uw wagen al
af fabriek met
een trekhaak
is geleverd, moet er nog een klembeugel
voor de hulpkoppeling of de handrembreek-
kabel worden gemonteerd. Voor de rest is
reeds aan alle technische en wettelijke eisen
voor het rijden met een aanhangwagen vol-
daan.
Gebruik alleen een goedgekeurde trekhaak
voor het toelaatbare totaalgewicht van de te
transporteren aanhangwagen. De trekhaak
moet geschikt zijn voor de wagen en de aan-
hangwagen, en goed op het chassis van de
wagen zijn bevestigd. Gebruik alleen een
trekhaak met demonteerbare stang met ko-
gelkop. Controleer altijd de aanwijzingen van
de fabrikant van de trekhaak en neem die in
acht. Bouw nooit een trekhaak "in die het ge-
wicht verdeelt" of "de lading gelijkmatig ver-
deelt".
In bumper ingebouwde trekhaak
Bouw nooit een trekhaak of de bevestigings-
punten ervan in de bumper in. Een trekhaak
mag het gedrag van de bumper niet beïn-
vloeden. Wijzig het uitlaat- en het remsys-
teem niet. Controleer regelmatig of de trek-
haak goed ingebouwd is. Koelsysteem van motor
Al
s
u met de wagen een aanhangwagen
trekt, moeten de motor en het koelsysteem
harder werken. Het koelsysteem moet vol-
doende koelmiddel bevatten en de toelaat-
bare belasting van het rijden met aanhang-
wagen kunnen weerstaan.
Rem van aanhangwagen
Als de aanhangwagen zijn eigen remsysteem
heeft, dan moet u de geldende wettelijke
voorschriften met betrekking hiertoe in acht
nemen. Het remsysteem van de aanhangwa-
gen mag nooit op het remsysteem van de wa-
gen worden aangesloten.
Kabel van aanhangwagen
Gebruik altijd een kabel tussen de wagen en
de aanhangwagen ››› pag. 250.
Achterlichten van aanhangwagen
De achterlichten van de aanhangwagen moe-
ten aan de daarvoor bestemde normen vol-
doen ››› pag. 250.
Sluit de achterlichten van de aanhangwagen
nooit rechtstreeks aan op het elektrische sys-
teem van de wagen. Als u twijfelt of de elek-
trische aansluiting van de aanhangwagen
goed aangesloten is, neem dan contact op
met een gespecialiseerde werkplaats. SEAT
raadt u aan om een Technische Dienst te
raadplegen. »
247
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 250 of 340

Bedienen
Buitenspiegels
A l
s
het blikveld achter de aanhangwagen
niet met de twee buitenspiegels van de trek-
kende wagen waargenomen kan worden, zijn
buitenspiegels nodig die voldoen aan de
wettelijke bepalingen in elk land. De buiten-
spiegels moeten worden gemonteerd voordat
u gaat rijden en bieden voldoende blikveld
naar achteren.
Elektrisch verbruik van aanhangwagen
Overschrijd de gespecificeerde waarden
nooit:
Geräte (Apparaten)Maximum vermogen
Rem - en achterlicht50 watt
Knipperlichten (elke zijde)54 watt
Remlicht (totaal)84 watt
Achteruitrijlichten (totaal)42 watt
Achterste mistlicht42 watt ATTENTIE
Als de trekhaak verkeerd ingebouwd is of de
verk eer
de trekhaak gebruikt is, is het moge-
lijk dat de aanhangwagen van de wagen los-
komt en een ernstig ongeval veroorzaakt. VOORZICHTIG
● Als
de achterlichten van de aanhangwagen
niet correct aangesloten zijn, kan de elektro-
nica van de wagen beschadigd raken.
● Als de aanhangwagen teveel stroom ver-
bruikt, kan de elektr
onica van de wagen be-
schadigd raken.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hang
wagen nooit aan op de elektrische aan-
sluitingen van de achterlichten of een andere
voedingsbron. Gebruik alleen geschikte aan-
sluitingen voor de voeding van de aanhang-
wagen. Let op
● Van w
ege de hogere belasting van de wagen
bij regelmatig gebruik van een aanhangwa-
gen adviseert SEAT u om in zo'n geval de wa-
gen ook tussen de voorgeschreven onder-
houdsbeurten in te laten onderhouden.
● In sommige landen moet een extra brand-
blus
ser meegenomen worden als het gewicht
van de wagen meer dan 2.500 kg bedraagt. Elektrisch ontgrendelbare stang met
k
og
elk
op* Afb. 229
Rechts in de bagageruimte: knop
v oor el
ektri
sch kantelen van stang met kogel-
kop van trekhaak. In het kantelbereik van de stang met kogel-
k
op mog
en
zich geen personen, dieren of
voorwerpen bevinden ››› .
D e s
t
ang met kogelkop van de aanhangwa-
gen bevindt zich in de bumper. De elektrisch
ontgrendelbare stang met kogelkop zit vast,
kan niet uitgebouwd worden.
Stang met kogelkop ontgrendelen en open-
klappen
● Wagen tot stilstand brengen en de elektri-
sche p
arkeerrem inschakelen.
● Motor afzetten.
● Achterklep openen.
248
Page 251 of 340

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
● Knop ››
›
afb. 229 kort indrukken. De stang
met kogelkop wordt elektrisch ontgrendeld
en kantelt zelfstandig naar buiten; het lamp-
je in de toets gaat knipperen.
● Beweeg de stang met kogelkop tot de
stan
g helemaal vastklikt. Hierna gaat het
controlelampje in de toets branden.
● Achterklep sluiten.
● Voor het aankoppelen van een aanhangwa-
gen de bes
chermdop verwijderen.
● Het controlelampje brandt alleen als de
achterk
lep geopend is en de aanhangwagen
niet aangekoppeld is.
Stang met kogelkop in oorspronkelijke stand
terugzetten
● Wagen tot stilstand brengen en de elektri-
sche p
arkeerrem inschakelen.
● Motor afzetten.
● Aanhangwagen loskoppelen en de elektri-
sche
verbinding tussen de wagen en de aan-
hangwagen losmaken. Indien nodig de voe-
dingsadapter verwijderen.
● Beschermdop op stang met kogelkop plaat-
sen.
● Achterklep openen.
● Knop ››› afb
. 229 kort indrukken. De stang
met kogelkop wordt elektrisch ontgrendeld;
het lampje in de toets gaat knipperen. ●
Steek de s
tang met kogelkop in de bumper
tot de stang vastklikt. Het controlelampje in
de toets gaat vervolgens branden.
● Achterklep sluiten.
Betek
enis van controlelampje
● Als het controlelampje knippert, bevindt de
s
tang met kogelkop zich nog niet in de eind-
positie; is niet vastgeklikt of is beschadigd
››› .
● Als het controlelampje blijf
t
branden en de
achterklep geopend is, is de stang met ko-
gelkop correct vastgeklikt, goed neergeklapt,
goed omhooggeklapt.
● Als de achterklep gesloten is, gaat het con-
trol
elampje uit. ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de trekhaak kan licha-
melijk l et
sel en ongevallen tot gevolg heb-
ben.
● Controleer of geen personen, dieren of
voorw
erpen in de looprichting van de stang
met kogelkop bevinden.
● Druk de knop nooit in als een aanhangwa-
gen aang
ekoppeld is, of als een dakdrager-
systeem of ander accessoire boven de stang
met kogelkop ingebouwd is.
● Ga niet met een gereedschap aan de slag
als
de stang met kogelkop beweegt.
● Rijd nooit met een aanhangwagen als het
contro
lelampje niet brandt. ●
Als
er in het elektrische systeem of in de
trekhaak een storing optreedt, ga dan naar
een gespecialiseerde werkplaats om de trek-
haak te controleren.
● Als de binnendiameter van de trekhaak
minder dan 49 mm is, g
ebruik dan nooit een
trekhaak. VOORZICHTIG
● Als
er iets aan de stang met kogelkop be-
vestigd is, bedien de toets dan in geen geval.
● Richt een hogedrukreiniger of stoomdruk-
reiniger niet
direct op de stang met kogelkop
of voedingsadapter van de aanhangwagen.
De pakkingen kunnen beschadigd raken of
het smeermiddel kan verwijderd worden. Let op
Het is mogelijk dat bij extreem lage tempera-
tur en de tr
ekhaak niet ingeschakeld kan wor-
den. In dit geval hoeft u de wagen slechts op
een warmere plek te zetten (bijv. een garage). Fietsenrek op beweegbare stang met
k
og
elk
op inbouwen Als u een fietsenrek op de stang met kogel-
k
op inbou
wt, i
s de maximum toelaatbare be-
lasting 75 kg, en de afstand tussen de steu-
nen maximaal 30 cm. De afstand tussen de »
249
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 252 of 340

Bedienen
steunen is de afstand tussen het zwaarte-
p u
nt
van het fietsenrek (met de fietsen) tot
het middelpunt van de stang met kogelkop. ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de trekhaak met inge-
bouwd fiet senr
ek boven de stang met kogel-
kop kan lichamelijk letsel en ongevallen tot
gevolg hebben.
● Overschrijd de aangeduide belasting en af-
stand t
ussen de steunen nooit.
● Maak het fietsenrek niet onder de trekhaak
op de hal
s van de stang met kogelkop vast,
omdat het fietsenrek door de vorm van de
hals van de trekhaak en het fietsenrekmodel
verkeerd vast zou komen te zitten.
● Lees de inbouwinstructies van het fietsen-
rek en
volg ze op. VOORZICHTIG
Als de aangeduide maximum toelaatbare la-
ding of de af
stand tussen de steunen over-
schreden wordt, kan dit leiden tot aanzienlij-
ke schade aan de wagen.
● Overschrijd de aangeduide waarden nooit. Aanhangwagen aankoppelen en aan-
s
luit
en Afb. 230
Schematische weergave: toewijzing
v an de pinnen
v
an het stopcontact van de
aanhangwagen.
Legenda van de schematische weergave ››› afb.
230:
PinBetekenis
1Linker knipperlicht
2Achterste mistlicht
3Aarding, pinnen 1 tot 8
4Rechter knipperlicht
5Rechterachterlicht
6Remlicht
7Linkerachterlicht
8Achteruitrijlicht
9Continu plus
Legenda van de schematische weergave ››› afb.
230:
PinBetekenis
10Positieve laadkabel
11Zonder functie
12Zonder functie
13Aarding, pinnen 9 tot 13 Stopcontact van aanhangwagen
Voor de el
ektri
sche verbinding tussen de wa-
gen en de aanhangwagen beschikt de wagen
over een 13-polig stopcontact. Met draaien-
de motor ontvangen de verbruikers van de
aanhangwagen spanning via de elektrische
aansluiting (pin 9 en pin 10 van het stopcon-
tact voor de aanhangwagen).
Indien het systeem vaststelt dat een aan-
hangwagen elektrisch is aangesloten, ont-
vangen de verbruikers van de aanhangwagen
spanning via de elektrische aansluiting (pin
9 en pin 10). Pin 9 is continu plus. De bin-
nenverlichting van de aanhangwagen kan er
bijvoorbeeld mee worden gevoed. De verbrui-
kers zoals bijvoorbeeld de koelkast van een
caravan ontvangen enkel spanning indien de
motor draait (via pin 10).
De massakabels, pin 3 en pin 13, mogen niet
met elkaar verbonden worden om het elek-
trisch systeem niet te overbelasten.
250
Page 253 of 340

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
Wanneer de aanhangwagen een 7-po lig
e s te-
ker heeft, moet u een bijbehorende adapter-
kabel gebruiken. In dat geval is de functie
van pin 10 niet beschikbaar.
Kabel van aanhangwagen
Bevestig de kabel van de aanhangwagen al-
tijd correct op de trekkende wagen. Laat
daarbij altijd de kabel van de aanhangwagen
een beetje doorhangen voor de bochten.
Houd er echter wel rekening mee dat de ka-
bel tijdens het rijden de grond niet mag ra-
ken.
Achterlichten van aanhangwagen
Zorg ervoor dat de achterlichten van de aan-
hangwagen correct functioneren en aan de
geldende wettelijke voorschriften voldoen.
Zorg ervoor dat de aanhangwagen niet meer
dan het maximum toelaatbare vermogen ver-
bruikt ››› pag. 248.
Op alarmsysteem aangesloten aanhangwa-
gen: ● Als de wagen in de fabriek uitgerust is met
een alarmsys
teem en een trekhaak.
● Als de aanhangwagen via de steker op
elektris
che wijze op de wagen aangesloten
is.
● Als het elektrische systeem van de wagen
en de aanhan g
wagen correct werken, zonder
storingen en niet beschadigd zijn. ●
Al s
de wagen met de wagensleutel vergren-
deld is en het alarmsysteem ingeschakeld is.
Als de wagen vergrendeld is, wordt het alarm
geactiveerd wanneer de elektrische verbin-
ding tussen de wagen en de aanhangwagen
onderbroken wordt.
Schakel voor het aan- of loskoppelen van de
aanhangwagen altijd eerst het alarm uit.
Doet u dat niet, dan kan de hellingshoeksen-
sor het alarm per ongeluk activeren.
Aanhangwagens met led-achterlichten
Om technische redenen kunnen aanhangwa-
gens met led-achterlichten niet in het alarm-
systeem opgenomen worden.
Als de wagen vergrendeld is, wordt het alarm
niet geactiveerd wanneer de elektrische ver-
binding met de aanhangwagen onderbroken
wordt, indien die led-achterlichten heeft. ATTENTIE
Als de elektrische kabels fout of niet goed
zijn aan g
esloten, is het mogelijk dat de aan-
hangwagen stroom geleverd krijgt. Hierdoor
kan er een storing in de elektronica van de
wagen optreden die tot een ernstig ongeval
kan leiden.
● Alle werkzaamheden aan het elektrisch
syst
eem moeten uitsluitend in een gespecia-
liseerde werkplaats uitgevoerd worden. ●
Sluit het el
ektrische systeem van de aan-
hangwagen nooit aan op de elektrische aan-
sluitingen van de achterlichten of een andere
voedingsbron. VOORZICHTIG
Laat de aanhangwagen niet aan de wagen
aan gek
oppeld zitten als u de aanhangwagen
met behulp van het hulpwiel of de steunen
geparkeerd hebt. Als u bijvoorbeeld de lading
verandert of een lekke band hebt, gaat de wa-
gen omhoog of omlaag. De kracht die op de
trekhaak en de aanhangwagen uitgeoefend
wordt, kan de wagen of de aanhangwagen be-
schadigen. Let op
● Als
er een storing in het elektrische sys-
teem van de wagen of de aanhangwagen op-
treedt en als het alarmsysteem problemen
heeft, laat het systeem dan door een gespeci-
aliseerde werkplaats nakijken.
● Als de accessoires van de aanhangwagen
bij uitg
ezette motor energie van het stopcon-
tact gebruiken, wordt de accu ontladen.
● Om technische redenen kunnen aanhang-
wagen
s met LED-achterlichten niet in het
alarmsysteem geïntegreerd worden.
● Als de wagenaccu bijna leeg is, wordt de
elektris
che aansluiting met de aanhangwa-
gen automatisch onderbroken. » 251
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 254 of 340

Bedienen
●
De el ektri
sche apparaten van de aanhang-
wagen ontvangen bij draaiende motor voe-
ding. Aanhangwagen beladen
Lijnstrekkingsbelasting/kogeldruk
De lijn
s
trekkingsbelasting is de belasting die
de wagen kan trekken ››› . De kogeldruk is
de druk die in v
erticale stand van bovenaf op
de stang met kogelkop van de trekhaak voor
de aanhangwagen wordt uitgeoefend ››› pag.
255.
De gegevens over het aanhangwagengewicht
en de kogeldruk op het typeplaatje van de
trekhaak zijn slechts testwaarden in het ap-
paraat. De voor de wagen geldende waarden
die vaak onder deze waarden liggen, vindt u
in uw wagenpapieren. U moet altijd uitgaan
van de gegevens uit de officiële wagendocu-
mentatie.
Voor een goede verkeersveiligheid raad SEAT
aan altijd te profiteren van de maximum toe-
laatbare kogeldruk. Een te geringe kogeldruk
kan het rijgedrag van de wagen met aan-
hangwagen negatief beïnvloeden.
Door de kogeldruk neemt het gewicht op de
achteras toe, waardoor de nuttige last van de
wagen vermindert. Gewicht van de combinatie
Het tr
ein
gewicht is het gewicht van de bela-
den wagen samen met de beladen aanhang-
wagen.
Aanhangwagen beladen
De wagen en de aanhangwagen samen moe-
ten evenwichtig beladen zijn. Profiteer van de
maximum toelaatbare kogeldruk en overbe-
last het voorste noch het achterste gedeelte
van de aanhangwagen:
● Verdeel de lading in de aanhangwagen zo-
danig dat
zware voorwerpen zo dicht moge-
lijk bij of boven de as liggen.
● Maak de lading in de aanhangwagen cor-
rect
vast.
Bandenspanning
Pomp de bandenspanning van de aanhang-
wagen volgens de aanbevelingen van de
aanhangwagenfabrikant op.
Pomp de banden van de trekkende wagen op
tot de maximum toelaatbare druk ››› pag.
300. ATTENTIE
Als de maximum toelaatbare lading op de as-
sen, de kog el
druk of het totale gewicht van
de trekkende wagen/aanhangwagen over-
schreden wordt, kan dit leiden tot een ernstig
ongeval. ●
Over s
chrijd de aangeduide waarden nooit.
● Bij het huidige gewicht op de voor- en ach-
tera
s mag de lading nooit de maximum toe-
laatbare lading op de assen overschrijden.
Het gewicht op het voorste en achterste ge-
deelte mag het maximum toelaatbare totaal-
gewicht van de wagen nooit overschrijden. ATTENTIE
Als de lading schuift, heeft dat aanzienlijk
v eel in
vloed op de stabiliteit en veiligheid
van de wagen/aanhangwagen en kan dit tot
een ernstig ongeval leiden.
● Belaad de aanhangwagen altijd correct.
● Maak de lading altijd met onbeschadigde
ges
chikte touwen of bevestigingsbanden
vast. Rijden met aanhangwagen
Koplampen verstellen
A
l
s
u een aanhangwagen trekt, is het moge-
lijk dat de voorkant van de wagen omhoog
komt en het dimlicht andere bestuurders ver-
blindt. Verlaag de lichtbundel daarom met de
lichtbundel-hoogteverstelling. Als de wagen
niet is uitgerust met lichtbundel-hoogtever-
stelling, laat de koplampen dan door een ge-
specialiseerde werkplaats afstellen. Wagens
met gasontladingslampen passen zich auto-
matisch aan waardoor ze niet gewijzigd hoe-
ven te worden.
252
Page 255 of 340

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
Bijzonderheden bij het rijden met aanhang-
w ag
en
● Bij een aanh
angwagen met oplooprem
e
erst zacht , daarna stevig remmen. Zo voor-
komt u remstoten door blokkerende wielen
van de aanhangwagen.
● Als gevolg van het totaalgewicht van de wa-
gen/aanhan
gwagen, neemt de remweg toe.
● Voor steile hellingen een lagere versnelling
kiezen
zodat de motor als rem kan fungeren.
Als u dit niet doet, kan het remsysteem over-
verhit raken en niet meer goed werken.
● Het zwaartepunt van de wagen en de rijei-
gens
chappen veranderen als gevolg van de
lading van de aanhangwagen en het grotere
gewicht van de wagen/aanhangwagen.
● Als de trekkende wagen leeg is en de aan-
hang
wagen beladen is, is de verdeling van
de lading onvoldoende. Als u onder deze
voorwaarden reizen moet, rijd dan voorzich-
tig en verminder overeenkomstig de snel-
heid.
Starten met aanhangwagen op helling
Rekening houdend met de helling en het to-
taalgewicht van de trekkende wagen/aan-
hangwagen, is het mogelijk dat bij het star-
ten van de wagen en aanhangwagen ze
enigszins"naar achtgeren lopen".
Start als volgt met het op hellingen trekken
van een aanhangwagen: ●
Rempedaal
intrappen en ingetrapt houden.
● Druk de toets een keer in om de elektro-
ni s
c
he parkeerrem uit te schakelen ››› pag.
194.
● Druk de toets in en houd de toets naar
ac ht
er
en ingedrukt om de wagen/aanhang-
wagen en het elektronische parkeersysteem
uit te schakelen.
● Met schakelbak: trap het koppelingspedaal
helemaal
in.
● Schakel de eerste versnelling of rijstand D
›››
pag. 200, Schakelen in.
● Haal de voet van het rempedaal.
● Ga nu langzaam rijden. Laat hiertoe het
koppelin
gspedaal langzaam los (met auto-
matische versnellingsbak).
● Laat de toets alleen los als de motor
v o
l
doende energie voor het verplaatsen van
de wagen/aanhangwagen levert. ATTENTIE
Als u op de verkeerde manier aan de aan-
han g
wagen trekt, kunt u de controle over de
wagen verliezen, met hierdoor ernstige gevol-
gen.
● Rijden met aanhangwagen of zware of gro-
te v
oorwerpen transporteren, kan gemakke-
lijk rijeigenschappen wijzigen en de remweg
vergroten.
● Rijd altijd anticiperend rond en voorzichtig.
Rem iets
eerder. ●
Pa s
de snelheid en de rijstijl aan het zicht,
het wegdek, het verkeer en de weersomstan-
digheden aan. Verminder snelheid, vooral op
steile hellingen.
● Geef voorzichtig gas. Voorkom bruuske ma-
noeuvre
s en plotseling remmen.
● Neem voorzorgsmaatregelen wanneer u
vooruit rijdt
. Ga onmiddellijk langzamer rij-
den als u merkt dat de aanhangwagen kan-
telt.
● Probeer in geen geval de wagen met aan-
hang
wagen weer "recht te krijgen" door te
accelereren.
● Houd u aan de snelheidslimieten voor wa-
gens
met en zonder aanhangwagen. Stabilisatie van wagen/aanhangwa-
g
en De stabilisatie van de trekkende wagen en
aanh
an
g
wagen is een uitbreiding van de
Elektronische Stabiliserings Controle (ESC)
en helpt samen met het tegensturingssys-
teem de "slingerbeweging" van de aanhang-
wagen te verminderen.
U kunt zien dat de stabilisator van de wagen
en aanhangwagen geactiveerd zijn aan het
controlelampje van de ESC in het instru-
mentenpaneel dat twee seconden langer dan
het controlelampje van het ABS blijft bran-
den. »
253
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 256 of 340

Bedienen
Voorwaarden voor stabilisatie van wagen en
aanh an
g
wagen
● Er is in de fabriek een trekhaak of ander ap-
paraat
dat eerder compatibel was inge-
bouwd.
● De ESC is actief. Het controlelampje in
het ins
trumentenpaneel gaat niet branden.
● De aanhangwagen is via het stopcontact
elektris
ch op de wagen aangesloten.
● Men rijdt harder dan 60 km/u (37 mph).
● Er wordt geprofiteerd van de maximum ko-
geldruk.
● D
e aanhangerwagen moet over een vaste
kogel
druk beschikken.
● Aanhangwagens met rem moeten niet zijn
aange
sloten op een mechanische oploop-
rem. ATTENTIE
De aangeboden hogere veiligheid door de
st ab
iliteit van de wagen/aanhangwagen mag
geen aanleiding zijn tot het nemen van risi-
co's.
● Pas de snelheid en de rijstijl aan het zicht,
het we
gdek, het verkeer en de weersomstan-
digheden aan.
● Als de ondergrond glad is, accelereer dan
voorz
ichtig.
● Wanneer een systeem werkt, haal dan uw
voet
van het gaspedaal. ATTENTIE
Het is mogelijk dat de stabilisatie van de wa-
gen en aanh an
gwagen niet alle rijsituaties
correct herkend.
● Het stabilisatiesysteem vangt onder be-
paal
de omstandigheden de slingerbewegin-
gen van een lichte aanhangwagen niet op,
waardoor het systeem de bewegingen niet
dempt.
● Tijdens het met weinig grip rijden op glad-
de ondergrond, k
an de aanhangwagen on-
danks het stabiliteit scharen.
● Aanhangwagens met een hoog zwaarte-
punt
kunnen nog voordat een slingerbewe-
ging optreedt, kantelen.
● Als er geen aanhangwagen aangekoppeld
is en de s
teker van de aanhangwagen op het
stopcontact aangesloten is (bijv. als er een
fietsenrek met verlichting aan hangt), kan de
wagen onder extreme rijomstandigheden
plotseling automatisch gaan remmen. Trekhaak voor aanhangwagen nader-
h
and inbou
w
en Afb. 231
Maten en bevestigingspunten voor
op een l at
er s
tadium inbouwen van een trek-
haak voor de aanhangwagen. SEAT raadt aan een gespecialiseerde werk-
p
l
aats
te bezoeken om een trekhaak voor de
254