Inhoudsopgave
Systemen ter ondersteuning van de bestuur-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Rem- en stabiliseringssystemen . . . . . . . . . . . . 211
Starthulpsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Parkeerhulp* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 218
Inparkeersysteem* (Park Assist) . . . . . . . . . . . . 221
Achteruitrijcamera* (Rear View Camera) . . . . . . 225
Afstandsregeling* (Snelheidsregelsysteem -
GRA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
229
Rij s
trookassistent (Lane Assist)* . . . . . . . . . . . 231
Dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RTA)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
Verkeerstekenherkenning (Sign Assist)* . . . . . 238
Vermoeidheidsherkenning (advies om een
pauze t
e nemen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 241
Dynamische onderstelregeling (DCC)* . . . . . . . 242
Bandenspanningscontrolesysteem . . . . . . . . . 243
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwa-
gen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
Rijden met aanh
angwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 246
Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Accessoires, onderdelen vervangen en wijzi-
gingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Verzorging en reiniging van de wagen, buiten-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 264
V
erzorging en reiniging van de wagen, binnen-
zijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
Ge
bruikersinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275
Controleren en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
Selectieve Katalytische Reductie* (AdBlue) . . . 281
Voorbereidingen voor werkzaamheden in de
motorruimte
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 284
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 287
Motorkoelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290 Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
Reservoir ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . 295
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
Wielen en banden
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Winterservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Relevante informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 312
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319
Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321
4
De essentie
Snelheidsregelsysteem B edienin
g
van het snelheidsregelsys-
teem (SRS)* Afb. 46
Links van de stuurkolom: bedienings-
s c
h
akelaar en -elementen van de GRA. ●
GRA aanzetten: keuzehendel in stand 1 ›››
afb. 46 z
etten. Het systeem wordt inge-
schakeld, maar regelt niet omdat geen enke-
le snelheid is geprogrammeerd.
● GRA activeren: drukken op de knop A›››
afb. 46 . B
ewaart en regelt de huidige snel-
heid.
● GRA tijdelijk uitzetten: hendel naar
2
› ›
› afb
. 46 zetten en loslaten, of rem of
koppeling intrappen. Het snelheidsregelsys-
teem wordt tijdelijk uitgeschakeld.
● GRA opnieuw aanzetten: hendel naar
1
› ›
› afb. 46 zetten en loslaten. De opgesla-
gen snelheid wordt opnieuw bewaard en ge-
regeld. ●
Geprogrammeer
de snelheid verhogen tij-
dens GRA-regeling: hendel kort naar
+ brengen om de snelheid te verhogen in
int er
v
allen van 10 km/u. Indien u deze inge-
drukt blijft houden, zal de wagen accelereren
tot de gewenste snelheid. Op het moment
dat de toets wordt losgelaten, is de actuele
snelheid in het geheugen opgeslagen.
● Geprogrammeerde snelheid verlagen tij-
dens GRA-r
egeling: hendel kort naar
– brengen om de snelheid te verlagen in in-
t er
v
allen van 10 km/u. Indien u deze inge-
drukt houdt, wordt de snelheid verlaagd door
het gaspedaal te blokkeren zonder dat de
remmen in werking treden. Op het moment
dat de toets wordt losgelaten, is de actuele
snelheid in het geheugen opgeslagen.
● GRA uitschakelen: hendel in stand 2 ›››
afb. 46 br
engen. Het systeem wordt uitge-
schakeld en de opgeslagen snelheid gewist.
››› in Snelheidsregelsysteem gebrui-
ken op pag. 230
››› pag. 229 Controlelampjes
C ontr
o
le- en waarschuwingslampjes Rode lampjes
Niet verder rijden!
De elektronische parkeerrem is
ingeschakeld, het peil van de
remvloeistof is te laag of het
remsysteem vertoont een sto-
ring.
››› pag.
194
Niet verder rijden!
Storing in het koelsysteem van
de motor.››› pag.
290
Niet verder rijden!
De motoroliedruk is te laag.››› pag.
287
Niet verder rijden!
Minstens één van de portieren
staat open of is niet goed geslo-
ten.››› pag.
123
Niet verder rijden!
De achterklep staat open of is
niet goed gesloten.››› pag.
126
Niet verder rijden!
Storing in stuurinrichting.››› pag.
188
De motor mag niet opnieuw ge-
start worden!
Peil van "AdBlue" te laag.›››
pag.
281
de bestuurder of voorpassagier
heeft de veiligheidsgordel niet
om.›››
pag.
65 32
De essentie
Trap het rempedaal in!
Schake-
len
››› pag.
200
Remmen
››› pag.
194
Generator defect.›››
pag.
296 Gele lampjes
Remblokken voor versleten.
›››
pag.
194
brandt: ESC defect of uitgescha-
keld.
knippert: ESC actief.
ASR handmatig buiten werking
gesteld.
Storing in ABS, of werkt niet.
Storing in elektronische parkeer-
rem.›››
pag.
194
Mistachterlicht aan.›››
pag.
133
brandt: Rijlicht geheel of gedeel-
telijk defect.›››
pag.
93
knippert: Storing in het systeem
van de bochtenverlichting.››› pag.
133
brandt of knippert
: storing in uit-
laatgascontrolesysteem.
››› pag.
208
brandt: voorverwarmen van de
dieselmotor.
knippert: storing in het diesel-
motormanagement.
Storing in het benzinemotorma-
nagement.
Roetfilter verstopt.
storing in stuurinrichting.›››
pag.
188
Bandenspanning te laag.›››
pag.
300
Storing in indicator bandenspan-
ning.››› pag.
243
Het vloeistofpeil voor het wassen
van de spiegels is te laag.›››
pag.
140
Brandstoftank bijna leeg.›››
pag.
276
knippert: motoroliesysteem de-
fect.›››
pag.
287
brandt: motoroliepeil te laag.
Storing in het systeem van air-
bags en gordelspanners.›››
pag.
73
De voorairbag van de bijrijder is
uitgeschakeld (
).
››› pag.
73
"AdBlue" bijvullen, of er is een
storing in het "AdBlue"-systeem.›››
pag.
281
De benzinetank is niet goed ge-
sloten.›››
pag.
276
De rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld, maar niet
actief.›››
pag.
231 Andere controlelampjes
Linker of rechter knipperlicht.›››
pag.
133
Alarmlichten aan.››› pag.
83
Trap het rempedaal in!
Schakelen
››› pag.
200
Remmen
››› pag.
194
Snelheidsregelsysteem actief.›››
pag.
229
de rijstrookassistent (Lane As-
sist) is ingeschakeld en actief.›››
pag.
231
Grootlicht aan of grootlichtsig-
naal in werking gesteld.
›››
pag.
133
Grootlichtregeling (Light Assist)
ingeschakeld.
Elektronische wegrijblokkering
actief.›››
pag.
190» 33
Controleren en bijvullen
Selectieve Katalytische Reduc-
tie* (AdBlue) In l
eidin
g tot themaIn wagens met "Selective Catalytic Reducti-
on" (Selectiev
e K
atalytische Reductie) wordt
een speciale oplossing van ureum (AdBlue)
in het uitlaatgassysteem geïnjecteerd, voor
een katalysator, om de uitstoot van stikstof-
oxiden te verminderen.
Het verbruik van AdBlue hangt af van de indi-
viduele rijstijl, de temperatuur van het sys-
teem en de omgevingstemperatuur.
AdBlue bevindt zich in een aparte tank in de
voertuig en moet bijgevuld worden bij een of-
ficiële dealer. De AdBlue-tank heeft een vul-
capaciteit van ongeveer 17 liter.
De AdBlue-vulhoeveelheid moet gecontro-
leerd worden wanneer er servicewerkzaam-
heden worden uitgevoerd. ATTENTIE
Als de AdBlue-vulhoeveelheid te laag is, is
het mog elijk
dat de wagen na het uitschake-
len van het contact niet opnieuw gestart kan
worden. De wagen kan ook niet met een
noodstop of starthulp gestart worden!
● Vul voldoende hoeveelheid AdBlue bij, als
er nog 1.000 km (600 mijlen) te g
aan zijn.
● De AdBlue-tank niet leeg rijden. ATTENTIE
AdBlue is een irriterende en corroderende
vloeis t
of die verwondingen veroorzaken kan
als de vloeistof in contact komt met de huid,
de ogen of de ademhalingsorganen.
● Indien AdBlue in contact komt met de ogen
of de huid, moet min
stens 15 minuten ge-
spoeld worden met ruim water en een arts ge-
raadpleegd worden.
● In geval van inname van AdBlue, dient u de
mond gedurende min
stens 15 minuten te
spoelen met ruim water. Probeer niet te bra-
ken tenzij dit op advies van de arts gebeurt.
Roep onmiddellijk medische hulpverlening
in. VOORZICHTIG
AdBlue beschadigt oppervlakken zoals bij-
voorbeel d g
elakte onderdelen van de wagen,
kunststoffen, kleding en vloerbedekkingen.
Verwijder weggelekte AdBlue zo snel moge-
lijk met een natte doek en voldoende koud
water.
● Als de AdBlue gestold is, verwijder de Ad-
Blue dan met l
auw water en een spons. Controle- en waarschuwingslampjes
Gaat rood branden
De motor kan niet
opnieuw worden ge-
start! Het AdBlue-ni- veau is te laag.Stop de wagen op een geschik-
te, veilige en vlakke plaats en
vul de minimale hoeveelheid
AdBlue bij ››› pag. 282.
Gaat rood branden
samen met
De motor kan niet
opnieuw worden ge-
start! Storing in het
AdBlue-systeem.Raadpleeg een gespecialiseerde
werkplaats. Laat het systeem na-
kijken.
Gaat geel branden
De reservehoeveel-
heid AdBlue is klein.
Vul AdBlue bij binnen het aan-
gegeven aantal kilometer (of
mijl)
››› pag. 282. SEAT raadt
aan om daarvoor een gespeciali-
seerde werkplaats te raadple-
gen.
» 281
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Aanwijzingen
Gaat geel branden
samen met
Er is een storing in
het AdBlue-systeem
opgetreden, of er is
een AdBlue-vloeistof
gebruikt die niet vol-
doet.
Raadpleeg een gespecialiseerde
werkplaats. Laat het systeem na-
kijken.
Wanneer het contact wordt ingeschakeld,
gaan sommig
e c
ontrole- en waarschuwings-
lampjes enkele seconden branden terwijl een
werkingscontrole wordt uitgevoerd. Na enke-
le seconden gaan de lampjes uit. ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen ›››
in Controle- en
waar s
chuwingslampjes op pag. 108 in acht
nemen. Informatie over AdBlue
Als er nog 2.400 km te gaan zijn, wordt er
een beric
ht
op het
instrumentenpaneel weer-
gegeven waarin staat dat de AdBlue bijge-
vuld moet worden ››› pag. 282. Als dit be-
richt genegeerd wordt, kan de motor vervol-
gens niet meer gestart worden ››› pag. 281.
SEAT raadt aan om daarvoor een gespeciali-
seerde werkplaats te raadplegen. Als u geen gespecialiseerde werkplaats kunt opzoeken,
moet u tijdelijk minim
aal 5,0 liter AdBlue bij-
vullen. Vul enkel AdBlue bij die uitdrukkelijk
is goedgekeurd door SEAT.
Wanneer de controlelampjes en tege-
lijk gaan branden, is er een storing. SEAT
raadt aan de dichtstbijzijnde gespecialiseer-
de werkplaats op te zoeken.
AdBlue ®
is een geregistreerd handelsmerk in
de V.S., Duitsland, de Europese Unie en an-
dere landen die aangesloten zijn bij de Duit-
se vereniging van autofabrikanten ("Verband
der Automobilindustrie e. V.", VDA).
AdBlue bijvullen Afb. 236
Linksachter in de bagageruimte: Ad-
Blue-t ank, ac
ht
er een deksel. Afb. 237
AdBlue-tank met sluiting van vulope-
nin g en fl
e
s voor bijvullen. Om AdBlue bij te vullen, moet de wagen op
een
vl
ak
terrein staan en bijv. niet met een
zijde op de stoeprand of op een helling. In-
dien de wagen niet op een vlak terrein staat,
is het mogelijk dat de vulindicatie de toege-
voegde hoeveelheid niet juist aangeeft.
282
Controleren en bijvullen
Vulopening van tank openen
● Achterklep openen.
● Draai de snelsluiting van het deksel rechts-
om ››
›
afb. 236 en open het deksel naar vo-
ren.
● Draai de dop van de vulopening van de
tank ›
›› afb. 237 1 linksom los.
AdBlue b ij
v
ullen
Gebruik uitsluitend door SEAT goedgekeurde
AdBlue die voldoet aan de norm
ISO 22241-1. Gebruik uitsluitend originele
flessen.
● Neem de instructies en informatie van de
fabrikant
van de bijvulfles in acht.
● Let op de uiterste gebruiksdatum.
● Schroef de dop van de bijvulfles los.
● Plaats de bijvulfles 2 met de hals omlaag
g eric
ht
verticaal op de vulopening van de
tank.
● Druk de bijvulfles tegen de vulopening en
houd de fles
zo vast.
● Vul minstens 5,0 liter AdBlue bij (6 fles-
sen). Een kl
einere hoeveelheid zal niet vol-
doende zijn.
● Wacht tot de inhoud van de bijvulfles in de
AdBlue-tank g
elopen is. De fles niet indruk-
ken of beschadigen!
● Schroef de bijvulfles linksom los en haal ze
voorz
ichtig naar buiten ››› .●
Wanneer de fl
e
s geen AdBlue meer bevat,
weet u dat de AdBlue-tank vol is.
Vulopening van tank sluiten
● Draai de dop van de vulopening van de
tank ›
›› afb. 237 1 rechtsom in tot hij vast-
k likt
.
● Pl
aats het deksel en draai de snelsluiting
linksom om z
e te sluiten.
Handelingen die voor het wegrijden moeten
worden uitgevoerd
● Schakel na het bijvullen all
een het contact
in.
● Houd het contact gedurende minimaal 30
seconden ing
eschakeld zodat het systeem
kan detecteren dat de tank bijgevuld is.
● Wacht tot de 30 seconden voorbij zijn voor-
dat u w
egrijdt! ATTENTIE
Bewaar AdBlue enkel in de originele fles, die
goed g e
sloten op een veilige plaats bewaard
moet worden.
● Bewaar AdBlue nooit in lege blikken, fles-
sen of andere
verpakkingen om te vermijden
dat andere personen het product verwarren
met een andere vloeistof.
● Bewaar AdBlue steeds buiten bereik van
kinderen. VOORZICHTIG
● Vu l
enkel AdBlue bij die uitdrukkelijk is
goedgekeurd door SEAT. Elk ander type van
AdBlue kan de motor beschadigen!
● AdBlue mag nooit gemengd worden met
water of
andere toevoegingen. Elke willekeu-
rige storing veroorzaakt door een mengsel
valt niet onder de garantie.
● Nooit AdBlue aan de dieseltank toevoegen!
De lekk
en kunnen immers leiden tot bescha-
diging van de motor.
● Neem de bijvulfles niet continu mee in de
wagen. A
ls gevolg van temperatuurschomme-
lingen en beschadigingen van de fles kan de
fles doorlaatbaar worden en kan de AdBlue
het interieur beschadigen. Milieu-aanwijzing
Lever de bijvulfles met het oog op milieube-
sc hermin
g in bij geschikte inzamelpunten. Let op
U kunt bij een SEAT-garage geschikte bijvul-
fle s
sen met AdBlue verkrijgen. 283
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Trefwoordenlijst
Trefwoordenlijst A
Aanbev o
l
en versnelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
Aandrijfslipregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Aandrijfslipregeling (ASR) . . . . . . . . . . . . . 212, 214
Aanhaalmoment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313 wielbouten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Aanhangen beladen Maximum toelaatbaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255
Aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246 aanhangwagengewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255
aankoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247, 251
Alarmsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 251
beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238
buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238
Functiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 251
kabel van aanhangwagen . . . . . . . . . . . 247, 251
Kogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
koplampen verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252
Led-achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247, 251
optisch parkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 252
Stabilisatie van wagen/aanhangwagen . . . . . 253
stang met kogelkop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
stang met kogelkop elektrisch ontgrendelen . 248
stopcontact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
Trekhaak voor aanhangwagen inbouwen . . . . 254
Aanhangwagengewichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 312
Aantal plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Aanwijzingen op het display . . . . . . . . . . . . . . . . 104 Aanwijzingen op het scherm
buitent emperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Service-intervalindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
verkeerstekenherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . 239
ABS zie Antiblokkeersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Accu aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
accuvloeistofpeil controleren . . . . . . . . . . . . . 297
controle- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . 297
laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
loskoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
ontladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
ontlading . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
positieve pool voor starthulp . . . . . . . . . . . . . . . 53
starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
stroomverbruikers automatisch uitschakelen 299
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
voorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
zuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
Accu van de wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41, 296 hulp bij het starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
loskoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 noodsluiting en -opening . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
waarschuwingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
zie ook Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
Achterruitverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Achteruitkijkspiegels buitenspiegels verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Achteruitrijcamera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225 bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
modus 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
modus 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228 Achteruitrijhulp
disp lay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
Gebruiksaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
AdBlue bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
controle- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . 281
informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
minimale vulhoeveelheid . . . . . . . . . . . . . . . . 282specificatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
vulcapaciteit van tank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281
Afdichtrubbers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 269
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319
AFS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Afstandsbediening zie Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Afstandsbediening van de interieurvoorverwar- ming
de batterij vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
Afstandsregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
Afstelling lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Afvoer airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
wagens aan eind van levensduur . . . . . . . . . . 276
Airbagafdekkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Airbags zie Airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 69 activering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
airbag voor de knieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
dashboard schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . 274
gebruik van kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . 18, 74
hoofdairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
reparaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
voorairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 71 321
Trefwoordenlijst
Connectoren st
orin
gen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 zie "Motor en contact" . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
Contactslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 niet-geautoriseerde autosleutel . . . . . . . . . . . 190
uittrekblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
Controle- en waarschuwingslampjes ABS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
adBlue . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281
afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
bandenspanningsindicator . . . . . . . . . . . . . . . 244
brandstofpeil . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
ESC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
generator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
indicatie van slijtage van remblokken . . . . . . 195
katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
motoroliesensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 287
motorregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32, 108
portier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
remsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
Rijstrookassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
ruitensproeiervloeistofpeil . . . . . . . . . . . . . . . 140
schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
snelheidsregelsysteem (GRA) . . . . . . . . . . . . . 229
stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
uitlaatgasreinigingssysteem . . . . . . . . . . . . . . 208
uitparkeerhulp (RTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233 van de veiligheidsgordel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
verv
angen van lampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
Controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Controleren bandenspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
Controle van niveaus . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39, 287
D Dagrijlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
Dakdragersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167 basisdragers vastmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Dakkoffer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Dashboard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
Dashboardkastje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172
Dashboardkastjeverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . 139
DCC zie Dynamische onderstelregeling . . . . . . . . . 242
De accu laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
De achterbank neerklappen laadvloer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
De auto starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
De auto wassen kleeffolies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266
De bagageruimte laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157 rijden met geopende achterklep . . . . . . . . . . . 156
Defecte lampen zie "Lampen vervangen" . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
De gordel spannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
De motor starten door aanslepen . . . . . . . . . . 52, 89
De voorairbag van de bijrijder buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
De wagen duwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
De wagen laden bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
bevestigingsogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163 De wagen slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51, 89, 190
sleepoog vooraan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
De wagen wassen bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
hogedrukreinigers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 265
De werking controleren regensensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
De wisserbladen vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Diagnosesteker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 261
Dieselolie tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280
Differentieel elektronisch vergrendelen (EDS) . . 213
Differentieel vergrendelen Zie "Remhulpsystemen" . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
Digitale klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103, 104
Dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233 aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238
controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
indicatie in de buitenspiegel . . . . . . . . . . . . . . 234
rijsituaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 236
storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234
Dopjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
Draagvermogen van de banden . . . . . . . . . . . . . 307
Draagvermogen van de wielen . . . . . . . . . . . . . . 309
Draailicht Zie "Statisch bochtenlicht" . . . . . . . . . . . . . . . 135
Draairichtinggebonden banden . . . . . . . . . . . . . 308
Dynamische lichtbundel-hoogteverstelling . . . . 138
Dynamische onderstelregeling (DCC) . . . . . . . . . 242 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242
storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242
324