Page 369 of 566
5-24
Rijden met uw auto
AutoHold wordt uitgeschakeld.
Druk op rempedaal
Als de overgang van de Auto Hold- functie naar de EPB niet op de juiste
wijze verloopt, klinkt er een
waarschuwingssignaal en wordt er
een melding weergegeven.
Parkeerrem automatisch in
werking
Als de EPB is ingeschakeld terwijl de
Auto Hold-functie is geactiveerd,
klinkt er een waarschuwingssignaal
en verschijnt er een melding.
Storingscontrolelampje EPB
Dit waarschuwingslampje gaat
branden als de startknop in stand
ON wordt gezet en gaat na ongeveer3 seconden uit als het systeem
normaal werkt.
Als het storingscontrolelampje EPB
niet uitgaat of tijdens het rijden gaat
branden, of niet gaat branden als de
startknop in stand ON wordt gezet, is
er mogelijk sprake van een storing in
de EPB.
Als dit gebeurt, adviseren we u het systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
OAEE056117LOAEE056101L
OAEE056006
Page 370 of 566

5-25
Rijden met uw auto
5
Het storingscontrolelampje EPB kan
gaan branden als het controlelampje
voor de ESC (elektronische
stabiliteitsregeling) gaat branden om
aan te geven dat de ESC niet goed
werkt, maar dat duidt niet op een
probleem met de EPB. Als het waarschuwingslampje
van de EPB nog steeds brandt,raden we u aan het systeem te
laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Als het waarschuwingslampje voor de parkeerrem niet brandt
of knippert als de EPB-
schakelaar omhoog getrokken
is, is de EPB mogelijk niet
geactiveerd.
Druk de schakelaar in en trek hem daarna omhoog als het
waarschuwingslampje voor de
parkeerrem knippert terwijl het
waarschuwingslampje voor de
EPB brandt. Druk hem nogmaalsin de normale positie en trek
hem weer omhoog. Als het
waarschuwingslampje voor de
EPB niet uitgaat, raden we u aanhet systeem door een officiële
HYUNDAI-dealer na te latenkijken.Remmen in noodsituaties
Als er een probleem is met het
rempedaal tijdens het rijden, kan er
in een noodgeval afgeremd worden
door de EPB-schakelaar omhoog
getrokken te houden. Er wordt alleen
geremd zolang de EPB-schakelaar
omhoog getrokken gehouden wordt.
Informatie
Tijdens het remmen in noodsituaties
met de EPB gaat het
waarschuwingslampje voor het
parkeerremsysteem branden om aan
te geven dat het systeem in werking is.
i
AANWIJZING
Gebruik de parkeerrem niet
tijdens het rijden, behalve in
een noodsituatie.
WAARSCHUWING
Page 371 of 566

5-26
Rijden met uw auto
Als u continu bijgeluiden hoort of
een brandgeur ruikt nadat u de
EPB heeft gebruikt voor het
remmen in een noodsituatie,raden we u aan het systeem te
laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Als de EPB
(elektronische parkeerrem) niet
gedeactiveerd kan worden
Als de EPB niet op normale wijze
gedeactiveerd kan worden, raden weu aan uw auto naar een officiëleHyundai-dealer te laten brengen met
een autoambulance en het systeem
na te laten kijken.
Auto hold-functie
(indien van toepassing)
De Auto Hold-functie houdt de auto
op zijn plaats, ook al is het
rempedaal niet ingetrapt, nadat debestuurder de auto geheel tot
stilstand heeft gebracht door het
rempedaal in te trappen.
Instellen
1. Doe, terwijl het bestuurdersportieren de motorkap gesloten zijn, de
veiligheidsgordel voor de
bestuurder om of trap het
rempedaal in en druk vervolgens
op de [AUTO HOLD]-schakelaar.
De AUTO HOLD-indicator gaat wit
branden en het systeem staat in
de standby-stand.
AANWIJZING
OAEE056007
WWWWiiiitttt
Page 372 of 566

5-27
Rijden met uw auto
5
2. Als u de auto geheel tot stilstandheeft gebracht door het rempedaal
in te trappen, verandert de kleur
van de AUTO HOLD-indicator van
wit naar groen.
3. Zelfs als u het rempedaal op laat komen blijft de auto op zijn plaats.
4. Wanneer de EPB is geactiveerd, wordt de Auto Hold-functie
uitgeschakeld.
Wegrijden
Als u het gaspedaal intrapt terwijlde transmissie in stand D (rijden)
of stand R (achteruit) staat, wordt
de Auto Hold-functie automatisch
uitgeschakeld en begint de auto te
rijden. De kleur van de AUTO
HOLD-indicator verandert van
groen naar wit.
Als de auto wordt gestart met de cruise control-tuimelschakelaar
(RES+ of SET-) terwijl de Auto
Hold-functie en de cruise control in
werking zijn, wordt de Auto Hold-
functie uitgeschakeld, ongeacht of
het gaspedaal wordt bediend. De
kleur van de AUTO HOLD-indicator
verandert van groen naar wit
(indien uitgerust met cruisecontrol-systeem).
Annuleren
Druk op de [AUTO HOLD]-
schakelaar om de Auto Hold-functie
uit te schakelen. De AUTO HOLD-indicator zal uitgaan.
Druk om de Auto Hold-functie uit te
schakelen als de auto stilstaat op de
[AUTO HOLD]-schakelaar terwijl u
het rempedaal ingetrapt houdt.
OAEE056008
WWWWiiiitttt
GGGGrrrrooooeeeennnn
Controleer bij het wegrijden met
een geactiveerde Auto Hold-functie door het gaspedaal in te
trappen altijd de omgeving ronduw auto.
Trap het gaspedaal langzaam in om soepel weg te rijden.
WAARSCHUWING
OAEE056007
LLLLaaaammmmppppjjjjeeee uuuuiiiitttt
Page 373 of 566

5-28
Rijden met uw auto
Informatie
De Auto Hold-functie werkt niet als: - De veiligheidsgordel van debestuurder niet is omgedaan en het
bestuurdersportier is geopend
- De motorkap is geopend
- De transmissie in stand P (parkeren) of stand R (achteruit)
staat
- De EPB geactiveerd is
Uit veiligheidsoverwegingen schakelt de Auto Hold-functie
automatisch over naar de EPB in
onderstaande gevallen:
- De veiligheidsgordel van debestuurder is niet omgedaan en het
bestuurdersportier is geopend
- De motorkap wordt geopend terwijl de transmissie in stand D
(rijden) staat
- De auto staat langer dan 10 minuten stil
- De auto staat stil op een steile helling
- De auto is meerdere keren in beweging gekomen
(Vervolg)(Vervolg)
In deze gevallen gaat het
waarschuwingslampje voor de
parkeerrem branden, verandert de
kleur van de AUTO HOLD-
indicator van groen naar wit en
klinkt er een waarschuwingssignaal
en wordt er een melding
weergegeven om u te informeren dat
de EPB automatisch geactiveerd is.
Trap voor het weer wegrijden het
rempedaal in, controleer de
omgeving rond uw auto en
deactiveer de parkeerrem
handmatig met de EPB-schakelaar.
Als de AUTO HOLD-indicator geel brandt, werkt de Auto Hold-functie
niet goed. Neem contact op met een
officiële HYUNDAI-dealer.
Als de Auto Hold-functie in werking is, kunt u mechanische geluiden
horen. Dat zijn normale
bedieningsgeluiden. In het geval van een storing in het
detectiesysteem voor een
geopend bestuurdersportier of
een geopende motorkap werkt de
Auto Hold-functie mogelijk nietgoed. Neem contact op met een officiële
HYUNDAI-dealer.
AANWIJZING
i
Trap het gaspedaal langzaam in als u wilt wegrijden.
Schakel uit
veiligheidsoverwegingen de
Auto Hold-functie uit als u
heuvelaf rijdt, achteruit rijdt of
de auto parkeert.
WAARSCHUWING
Page 374 of 566
5-29
Rijden met uw auto
5
Waarschuwingsmeldingen
Parkeerrem automatisch in
werking
Als de EPB is geactiveerd door de
Auto Hold-functie, klinkt er een
waarschuwingssignaal en verschijnter een melding.
AutoHold wordt uitgeschakeld.
Druk op rempedaal
Als de overgang van de Auto Hold- functie naar de EPB niet op de juiste
wijze verloopt, klinkt er een
waarschuwingssignaal en wordt er
een melding weergegeven.
Trap het rempedaal in als
bovenstaande melding wordt
weergegeven omdat de Auto Hold-functie en de EPB mogelijk niet
geactiveerd worden.
Duw op remped. Voor deactivatie
van AUTO HOLD
Als u het rempedaal niet intrapt
tijdens het deactiveren van de Auto
Hold-functie door de [AUTO HOLD]-
schakelaar in te drukken, klinkt er
een waarschuwingssignaal en
verschijnt er een melding.
OAEE056101L
OAEE056117LOAEE056116L
Page 375 of 566
![Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch) 5-30
Rijden met uw auto
AUTO HOLD niet aan.
Sluit deur, motorkap, koffer en
maak gordel vast.
Als u de [AUTO HOLD]-schakelaar
indrukt en het bestuurdersportier, de
motorkap of de achterklep niet
Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch) 5-30
Rijden met uw auto
AUTO HOLD niet aan.
Sluit deur, motorkap, koffer en
maak gordel vast.
Als u de [AUTO HOLD]-schakelaar
indrukt en het bestuurdersportier, de
motorkap of de achterklep niet](/manual-img/35/14917/w960_14917-374.png)
5-30
Rijden met uw auto
AUTO HOLD niet aan.
Sluit deur, motorkap, koffer en
maak gordel vast.
Als u de [AUTO HOLD]-schakelaar
indrukt en het bestuurdersportier, de
motorkap of de achterklep niet
gesloten zijn of de veiligheidsgordel
van de bestuurdersstoel niet is
vastgemaakt, klinkt er een
waarschuwingssignaal en wordt er
een melding weergegeven in het
LCD-display.
Druk op de [AUTO HOLD]-
schakelaar nadat het
bestuurdersportier, de motorkap of
de achterklep gesloten zijn en de
veiligheidsgordel vastgemaakt is.
Antiblokkeersysteem (ABS)
ABS is een elektronisch remsysteem dat helpt een slip tijdens het remmen
te voorkomen. ABS maakt hetmogelijk gelijktijdig te sturen en teremmen.
OAEE056118LEen antiblokkeersysteem (ABS)
of elektronische
stabiliteitsregeling (ESC) kan
geen ongevallen voorkomen die
het gevolg zijn van gevaarlijk
rijgedrag. Hoewel de auto bijeen noodstop beter onder
controle gehouden kan worden,
is het toch noodzakelijk een
veilige afstand tot uw
voorligger te bewaren. U moet
uw rijsnelheid altijd verlagen bij
slechte wegomstandigheden.
De remweg van auto's met ABS
of ESC kan onder de volgende
wegomstandigheden langer zijn
dan van auto's zonder een
dergelijk systeem.
Verlaag uw rijsnelheid onder de
volgende omstandigheden:
Op ruw terrein, grind of op
met sneeuw bedekte wegen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
(Vervolg)
Op wegen met kuilen of met
hoogteverschillen.
Als er sneeuwkettingen onder
uw auto zijn gemonteerd.
Probeer de werking van het
ABS of de ESC van uw auto niet
uit bij hoge snelheden of tijdens
het nemen van een bocht.
Hiermee kunt u zichzelf en
anderen in gevaar brengen.
Page 376 of 566

5-31
Rijden met uw auto
5
Gebruik van ABS
Om in een noodsituatie het maximale rendement uit het ABS te
halen, moet u niet proberen zelf de
remdruk te regelen en moet u niet
"pompend" gaan remmen. Trap het
rempedaal zo hard mogelijk in.
Als u het rempedaal intrapt onder
omstandigheden waarbij de wielen
kunnen blokkeren, kunt u geluiden
horen van het remsysteem en kan
het rempedaal gaan trillen. Dit is
normaal. Het betekent dat het ABS in
werking is getreden.
Het ABS beperkt niet de tijd of de afstand die nodig is om de auto totstilstand te brengen.
Bewaar altijd een veilige afstand tot
de auto voor u.
Het ABS kan geen slip voorkomen
die het gevolg is van plotselinge
koerswijzigingen, bijvoorbeeld een tehoge bochtensnelheid of plotselinge
verandering van rijstrook. Rijd altijd
met een bij de weg- en
weersomstandigheden passende
veilige snelheid.Het ABS kan een verlies aan
stabiliteit niet voorkomen. Stuur altijd
beheerst tijdens hard remmen. Door
een krachtige of scherpe
stuurbeweging kan uw auto nog
steeds terechtkomen op de rijbaan
voor tegemoetkomend verkeer of
naast de weg.
Op wegen met los grind of wegen die niet vlak zijn kan het
antiblokkeersysteem voor een
langere remweg zorgen dan bij
auto's zonder antiblokkeersysteem.
Het waarschuwingslampje ABS ( )
blijft nog enkele seconden branden
nadat de startknop in stand ON is
gezet. Het ABS voert dan een
zelfdiagnose uit en het lampje zal
doven wanneer alles in orde is.
Wanneer het lampje blijft branden, is
er mogelijk een probleem aanwezig
in het ABS. We adviseren u zo snelmogelijk contact op te nemen met
een officiële HYUNDAI-dealer.
Wanneer het
waarschuwingslampje ABS
( ) brandt en blijft branden, is
er mogelijk een probleem
aanwezig in het ABS. De
rembekrachtiging werkt
normaal. Om de kans op ernstig
letsel te beperken adviseren we
u zo snel mogelijk contact op tenemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING