Page 417 of 566

5-72
Rijden met uw auto
2. Beweeg de selectieschakelaaromlaag (SET-).
3. omhoog (RES+) of omlaag (SET-)
en laat hem los als de gewenstesnelheid is bereikt.
omhoog (RES+) of omlaag (SET-)
en houd hem vast. De snelheid
wordt met 5 km/h verhoogd of
verlaagd.
De ingestelde snelheidslimiet wordt
weergegeven in het
instrumentenpaneel. Als u harder wilt rijden dan deingestelde snelheidslimiet en u het
gaspedaal minder dan ongeveer
50% intrapt, zal de ingestelde
snelheidslimiet geactiveerd blijven
en de auto niet versnellen. Als u het gaspedaal echter meer dan
ongeveer 70% intrapt, kunt u de
snelheidslimiet overschrijden. Dan
wordt de ingestelde snelheid
knipperend weergegeven en klinkt
de zoemer totdat u weer langzamer
gaat rijden dan de ingesteldesnelheid.
U kunt de snelheidsbegrenzer
op een van de volgende
manieren uitschakelen:
Druk op de toets .
Als u eenmaal op de toets O (annuleren) drukt, wordt de ingestelde snelheidslimiet
geannuleerd, maar wordt het
systeem niet uitgeschakeld.
Beweeg de selectieschakelaar
+RES of SET- op uw stuurwiel naar
de gewenste snelheid als u de
snelheidslimiet wilt hervatten.
OAE056069L
OAE056068L
Page 418 of 566

5-73
Rijden met uw auto
5
Werking cruise control
1. Controlelampje CRUISE
2.Controlelampje SET
De cruise control stelt u in staat boven
30 km/h een bepaalde rijsnelheid aan
te houden, zonder dat u de voet ophet gaspedaal hoeft te houden.
CCRR UU IISS EE CC OO NNTTRR OO LL (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen:
Stel de rijsnelheid altijd lager
in dan de toegestane
maximumsnelheid.
Als de cruise control niet
wordt uitgeschakeld
controlelampje CRUISE in het
instrumentenpaneel blijftbranden) kan de cruise
control mogelijk onbedoeld
worden geactiveerd. Zet de
cruise control uit
controlelampje CRUISE UIT
wanneer de cruise control niet
gebruikt wordt, om te
voorkomen dat er onbedoeld
een snelheid wordt ingesteld.
Gebruik het cruise control-
systeem alleen op de snelweg
en indien de verkeersdrukte
en de weersomstandighedendat toelaten.
(Vervolg)
(Vervolg)
Gebruik de cruise control nooit wanneer niet veilig meteen constante snelheid
gereden kan worden:
- Als wordt gereden in drukverkeer of wanneer het door
de verkeersomstandighedenmoeilijk is om met eenconstante snelheid te rijden
- Als wordt gereden op natte of met ijs of sneeuw bedekte
wegen
- Als wordt gereden op heuvelachtige of bochtige
wegen
- Als wordt gereden in gebieden met veel wind
WAARSCHUWING
OAEE056018L
Page 419 of 566

5-74
Rijden met uw auto
Informatie
Tijdens de normale werking van de cruise control zal deze na ongeveer 3
seconden in werking treden
wanneer de toets SET wordt
ingedrukt of opnieuw wordt
ingedrukt nadat geremd is. Deze
vertraging is normaal.
Voordat de cruise control wordt geactiveerd, controleert het systeem
of het remsysteem normaal werkt.
Trap het rempedaal ten minste één
keer in nadat u de startknop in
stand ON hebt gezet of de auto hebt
gestart.
Cruise control-schakelaar
CANCEL/O : Schakelt de cruise control uit.
CRUISE / : Schak elt het cruise
control-systeem in ofuit.
RES+: Her vat of v erhoogt de
snelheid van de cruisecontrol.
SET-: Verlaagt de snelheid van de cruise control of stelt deze in. Informatie
Schakel eerst de cruise control-modus
in door de toets in te drukken,
indien de auto is uitgerust met een
snelheidsbegrenzingssysteem.
De modus wijzigt in onderstaande
volgorde wanneer de toets wordt
ingedrukt.
ii
OAE056153L
■ Type A
■Type B
OAE056068L
Systeem off Cruise Control Speed Limit Control
Page 420 of 566

5-75
Rijden met uw auto
5
Cruise control-snelheidinstellen
1. Druk op de toets CRUISE / op het stuurwiel om het systeem in te
schakelen. Het controlelampje
CRUISE gaat branden.
2. Accelereer naar de gewenste snelheid, die hoger moet zijn dan30 km/h. 3. Beweeg de selectieschakelaar (1)
omlaag (SET-) en laat hem los.Het controlelampje SET gaat
branden.
4.Haal uw voet van het gaspedaal.
Informatie
Op een steile helling kan de auto iets
vertragen of versnellen bij het helling
op of helling af rijden.
Verhogen van de cruise control- snelheid
Beweeg de selectieschakelaar (1) omhoog (RES+), houd hem vasten kijk naar de ingestelde snelheid
in het instrumentenpaneel.
Laat de selectieschakelaar los als
de gewenste snelheid wordt
weergegeven. De auto zal
accelereren tot deze snelheid.
Beweeg de selectieschakelaar (1) omhoog (RES+) en laat hem
onmiddellijk weer los. De
rijsnelheid wordt elke keer dat de
selectieschakelaar op deze manier
wordt bediend met 2,0 km/h
verhoogd.
i
OAE056154L
■Type A
■Type B
OAE056155L
■Type A
■Type B
OAE056156L
■Type A
■Type B
Page 421 of 566

5-76
Rijden met uw auto
Trap het gaspedaal in. Beweeg deselectieschakelaar (1) omlaag
(SET-) als de auto de gewenstesnelheid heeft bereikt.Verlagen van de cruise control-
snelheid
Beweeg de selectieschakelaar (1) omlaag (SET-) en houd hem vast.
De auto mindert geleidelijk
snelheid. Laat de
selectieschakelaar los op het
moment dat de gewenste snelheidis bereikt.
Beweeg de selectieschakelaar (1) omlaag (SET-) en laat hem
onmiddellijk los. De rijsnelheid
wordt elke keer dat de
selectieschakelaar op deze manier
wordt bediend met 2,0 km/h
verlaagd. Trap licht op het rempedaal.
Beweeg de selectieschakelaar (1)
omlaag (SET-) als de auto de
gewenste snelheid heeft bereikt.
Tijdelijk accelereren met
ingeschakelde cruise control
Trap het gaspedaal in. Als u uw voet
van gaspedaal haalt, gaat de auto
weer rijden met de eerder ingesteldesnelheid. Als u bij de hogere snelheid de
selectieschakelaar naar beneden
(SET-) beweegt, houdt de cruise
control de hogere snelheid vast.
OAE056155L
■ Type A
■Type B
Page 422 of 566

5-77
Rijden met uw auto
5
De cruise control wordtuitgeschakeld als:
Het rempedaal wordt ingetrapt.
Op de toets CANCEL/O op het stuurwiel wordt gedrukt.
De transmissie wordt in stand N (neutraal) gezet.
Verlagen van de rijsnelheid tot een snelheid die ongeveer 20 km/h lager is dan de snelheid die in hetgeheugen is opgeslagen
De rijsnelheid wordt verlaagd tot een snelheid lager dan ongeveer30 km/h.
De ESC (elektronische stabiliteitsregeling) in werking is. Informatie
Door bovenstaande handelingen wordt
de werking van de cruise control
onderbroken (het controlelampje SET
op het instrumentenpaneel gaat uit),
maar het systeem wordt alleen
uitgeschakeld als op de toets CRUISE
/ wordt gedrukt. Beweeg de
selectieschakelaar (RES+) op het
stuurwiel omhoog om de cruise control
weer in te schakelen. De cruise control
keert terug naar de eerder door u
ingestelde snelheid, tenzij het systeem
is uitgeschakeld doordat op de toets
CRUISE / is gedrukt.
Terugkeren naar ingestelde rijsnelheid
Beweeg de selectieschakelaar (1)
omhoog (RES+). Als de rijsnelheid
hoger is dan 30 km/h wordt de
ingestelde snelheid weeraangehouden.
i
OAE056157L
■ Type A
■Type B
OAE056156L
■ Type A
■Type B
Page 423 of 566
5-78
Rijden met uw auto
Uitschakelen van de cruisecontrol
Druk op de toets CRUISE / (het controlelampje CRUISE zal uitgaan).
Druk op de toets CRUISE / het controlelampje CRUISE) zal uitgaan).
- Als bij ingeschakelde CruiseControl één keer op de toets wordt
gedrukt, wordt de Cruise Control
uitgeschakeld en wordt de Speed
Limit Control ingeschakeld. - Als de Cruise Control
uitgeschakeld is en de Speed
Limit Control ingeschakeld is,
zullen beide systemen worden
uitgeschakeld als op de toets
wordt gedrukt.
Informatie
De modus wijzigt in onderstaande
volgorde wanneer de toets ( ) wordt
ingedrukt.
i
OAE056154L
■ Type A
■Type B
System off Cruise ControlSpeed Limit Control
Page 424 of 566

5-79
Rijden met uw auto
5
➀Controlelampje CRUISE
➁ Ingestelde snelheid
➂ Afstand tot voorligger
Het SCC-scherm verschijnt op het
SCC/LKAS-scherm
(assistentiemodus) van het LCD-
display als het systeem wordt
geactiveerd. Het Smart Cruise Control-systeemstelt u in staat een constante
snelheid en afstand tot uw voorligger
te programmeren, zonder dat u hetgaspedaal/rempedaal hoeft in te
trappen.
AA
DDVVAA NN CCEE DD SS MM AARRTT CC RR UU IISS EE CC OO NNTTRR OO LL-- SS YY SSTT EEEEMM (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
Lees voor uw veiligheid het
instructieboekje alvorens het
Smart Cruise Control-systeem te
gebruiken.
WAARSCHUWING
Het Smart Cruise Control-
systeem is geen vervanging voor
een veilig rijgedrag, maar dient
slechts als hulpmiddel. Het is de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder om altijd de snelheid
en de afstand tot de voorligger inde gaten te houden.
WAARSCHUWING
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen:
Stel de rijsnelheid altijd lager
in dan de toegestane
maximumsnelheid.
Als de Smart Cruise Control
niet wordt uitgeschakeld
(controlelampje CRUISE
( ) in het
instrumentenpaneel blijft
branden) kan de Smart Cruise
Control mogelijk onbedoeld
worden geactiveerd. Zet het
Smart Cruise Control-systeem
uit (controlelampje CRUISE
( ) iUIT) wanneer de
Smart Cruise Control niet
wordt gebruikt, om te
voorkomen dat er onbedoeld
een snelheid wordt ingesteld.
Gebruik het Smart Cruise
Control-systeem alleen op de
snelweg en indien de
verkeersdrukte en de
weersomstandigheden dattoelaten.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
OAE056097