Starten van de auto ..............................................H44
Uitzetten van de auto ...........................................H45
Virtual Engine Sound System ..............................H45
Actieradius ..............................................................H46Als er geen bestemming is ingevoerd .........................H46
Als er een bestemming is ingevoerd............................H47
Tips voor het vergroten van de actieradius ......H47
ECO Guide ...............................................................H48
Ladingstoestandmeter (SOC)
voor hoogspanningsbatterij .................................H49
Waarschuwings- en controlelampjes
(met betrekking tot elektrische auto)................H50 Controlelampje READY ....................................................H50
Waarschuwingslampje voor onderhoud ......................H50
Waarschuwingslampje laag vermogen ........................H50
Controlelampje laadsysteem ..........................................H51
Waarschuwingslampje laadniveau
hoogspanningsbatterij .....................................................H51 Waarschuwingslampje regeneratief remsysteem .....H51
Meldingen LCD-display ........................................H52 Schakel naar stand P om te laden ...............................H52
Resterende tijd ..................................................................H52
Laadklep open ...................................................................H52
Fout in lader! / Fout in snellader! ................................H53
Stop voertuig en controleer de remmen ....................H53 Controleer de remmen.....................................................H53 Accu laag ............................................................................H54
Direct laden Beperkt vermogen ....................................H54
Accu laag. Direct laden ...................................................H54
Lage accutemp. Beperkt vermogen .............................H55
De batterij is oververhit! Stop de auto .......................H55
Beperkt vermogen ............................................................H55
Stop voertuig en controleer voiding ............................H56
Plan onderhoud. Snelheid wagen beperkt .................H56
Controleer virtueel systeem motorgeluid ...................H57
Controleer elek. syst. Wagen .........................................H57
Energiestroom ........................................................H57 Auto gestopt ......................................................................H58
EV-aandrijving ...................................................................H58
Regeneratief remmen ......................................................H58
Hulpaccu laadfunctie+ ..........................................H59 Modus ..................................................................................H59
Systeeminstelling ..............................................................H60
LCD-melding.......................................................................H60
Bij een ongeval ......................................................H61
Overige veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
voor elektrische auto............................................H63
Serviceplug .............................................................H63
H52
RRIIJJ DD EENN MM EETT EE EENN EE LLEE KK TTRR IISS CC HH EE AA UU TTOO (( VV EERR VV OO LLGG ))
Meldingen LCD-display
Schakel naar stand P om te
laden
Deze melding wordt weergegeven als u de laadkabel aansluit terwijl de
transmissie niet in stand P
(parkeren) staat. Schakel naar stand
P (parkeren) alvorens de laadkabelaan te sluiten.
Resterende tijd
Deze melding wordt weergegeven
om duidelijk te maken hoe lang het
nog duurt voordat de
hoogspanningsbatterij volledig
geladen is.
Laadklep open
Deze melding wordt weergegeven
als er met de auto gereden wordt
terwijl de klep van de laadaansluiting
open staat. Sluit de klep van de
laadaansluiting en rijd vervolgens
weg.
OAEE046193LOAEE046194L
OAEE046192L
Handige voorzieningen in uw auto
Toegang tot uw auto .............................................3-4Smart Key ............................................................................3-4
Startblokkeersysteem.......................................................3-9
Sloten .....................................................................3-10 Portiersloten van binnenuit vergrendelen/
ontgrendelen ....................................................................3-11
Kenmerken van de automatische
portiervergrendeling/-ontgrendeling.........................3-14Kindersloten achterportieren .......................................3-14
Antidiefstalsysteem .............................................3-15
Geheugen Bestuurdersstoel ...............................3-16 Opslaan van standen in het geheugen ......................3-17
Instapfunctie.....................................................................3-18
Stuurwiel ...............................................................3-19 Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ........................3-19
In hoogte en lengte verstelbare stuurkolom............3-20
Stuurwielverwarming ......................................................3-21
Claxon ................................................................................3-21 Spiegels .................................................................3-22
Binnenspiegel ...................................................................3-22
Buitenspiegel ....................................................................3-23
Ruiten.....................................................................3-27 Elektrisch bedienbare ruiten ........................................3-27
Schuifdak ..............................................................3-33 Schuifdak openen en sluiten .......................................3-33
Schuifdak open-/dichtschuiven ..................................3-33
Schuifdak kantelen .........................................................3-34
Zonnescherm....................................................................3-35
Schuifdak resetten .........................................................3-36
Exterieur ...............................................................3-37 Motorkap ...........................................................................3-37
Achterklep .........................................................................3-39
Instrumentenpaneel .............................................3-41 Bediening instrumentenpaneel ....................................3-42
Meters en tellers .............................................................3-43
Waarschuwings- en controlelampjes.........................3-48
Meldingen LCD-display..................................................3-60
LCD-display...........................................................3-73 Bediening LCD-display...................................................3-73
LCD-modus .......................................................................3-74
3
3-14
Kenmerken van de
automatische
portiervergrendeling/-ontgrendeling
Portierontgrendelsysteem(indien van toepassing)
Wanneer bij een aanrijding de
airbags worden geactiveerd, worden
alle portieren automatisch
ontgrendeld.
Snelheidsafhankelijk
portiervergrendelsysteem(indien van toepassing)
Alle portieren worden automatisch
vergrendeld bij een rijsnelheid vanmeer dan 15 km/h.
U kunt de automatische vergrendel-
/ontgrendelfunctie van de portieren
activeren of deactiveren met de
modus Gebruikersinstellingen op het
LCD-display. Zie "LCD-display" in
dit hoofdstuk voor meer
informatie.
Kindersloten achterportieren
Het kinderslot zorgt ervoor dat
kinderen die achterin zitten de
achterportieren niet per ongeluk
kunnen openen. Schakel het
kinderslot altijd in als u gaat rijdenmet kinderen.
Het kinderslot bevindt zich aan de
rand van elk achterportier. Als het
kinderslot in de stand vergrendeld
staat, gaat het achterportier niet
open als aan de binnenportiergreep
(2) wordt getrokken. Steek een sleutel (of een
schroevendraaier) (1) in de opening
en draai het kinderslot in de stand
vergrendeld om het slot te
vergrendelen.
Ontgrendel het kinderslot om ervoor
te zorgen dat een achterportier van
binnenuit kan worden geopend.
Handige voorzieningen in uw auto
Als kinderen tijdens het rijden
per ongeluk de achterportieren
openen, kunnen ze uit de auto
vallen. Schakel het kinderslot
van de achterportieren altijd inals er kinderen in de autoaanwezig zijn.
WAARSCHUWING
OAEE046002
3-17
Handige voorzieningen in uw auto
3
Opslaan van standen in het
geheugen
1.Zet de transmissie in stand P(parkeren) terwijl de startknop in stand ON staat.
2.Stel de stand van de bestuurdersstoel, de stand van de
buitenspiegels, en de helderheid
van de dashboardverlichting naar
wens in.
3.Druk op toets SET. Het systeem geeft één piepje en de melding
"Knop indrukken voor opslaan
instellingen" verschijnt op het LCD-
display.
4.Druk binnen 4 seconden op één van de geheugentoetsen (1 of 2).
Het systeem geeft met tweepiepjes aan dat de instellingen metsucces in het geheugen zijnopgeslagen.
5."Instellingen voor chauffeur 1 (of 2) opgeslagen" verschijnt op het
LCD-display.
Oproepen standen uit het
geheugen
1.Zet de transmissie in stand P (parkeren) terwijl de startknop instand ON staat.
2.Druk op de gewenste geheugentoets (1 of 2). Hetsysteem geeft één piepje en debestuurdersstoel, de
buitenspiegels en de
dashboardverlichting wordenautomatisch in de opgeslagen
positie gezet (indien vantoepassing).
3."Instellingen voor chauffeur 1 (of 2) toegepast" verschijnt op het LCD-
display. Informatie
Als de geheugeninstellingen "1" worden opgeroepen, wordt het
aanpassen van de in het geheugen
opgeslagen instellingen tijdelijk
onderbroken door op toets SET of 1
te drukken. Door op toets 2 te
drukken worden de
geheugeninstellingen "2"
opgeroepen.
Als de geheugeninstellingen "2" worden opgeroepen, wordt het
aanpassen van de in het geheugen
opgeslagen instellingen tijdelijk
onderbroken door op toets SET of 2
te drukken. Door op toets 1 te
drukken worden de
geheugeninstellingen "1"
opgeroepen.
Als tijdens het oproepen van de opgeslagen stand op een van de
bedieningstoetsen van de
bestuurdersstoel, de buitenspiegels
of de dashboardverlichting wordt
gedrukt, stopt de beweging van deze
component en beweegt hij in de
richting die met de bedieningstoets
is gekozen.
i
3-18
Handige voorzieningen in uw auto
Instapfunctie
(indien van toepassing)
Het systeem beweegt de
bestuurdersstoel als volgtautomatisch :
De transmissie staat in stand P
(parkeren)- De bestuurdersstoel beweegtnaar achteren als de startknop instand OFF staat en het
bestuurdersportier geopend
wordt.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de startknop in
stand ACC of START wordt
gezet.
U kunt de instapfunctie activeren of
deactiveren met de modus
Gebruikersinstellingen op het LCD-
display. Zie "LCD-display" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
3-41
Handige voorzieningen in uw auto
3
IINN SSTT RR UU MM EENN TTEENN PPAA NN EEEELL
OAEE046100L
1. ECO Guide
2. Snelheidsmeter
3. Waarschuwings- en controlelampjes
4. LCD-display (inclusief tripcomputer)
5. Ladingstoestandmeter
Het werkelijke instrumentenpaneel kan
afwijken van de afbeelding.
Zie "Meters en tellers" in dit hoofdstuk
voor meer informatie.
3-45
Handige voorzieningen in uw auto
3
Als er voor de hoogspanningsbatterij 1- 2
balkjes te zien zijn, wordt de
rijsnelheid begrensd en wordt hetaandrijfsysteem uiteindelijk
uitgeschakeld. Laad de auto
onmiddellijk op.
Buitentemperatuurmeter
De meter geeft de actuele
buitentemperatuur aan in graden
Celsius (°C) of graden Fahrenheit.
- De temperatuur ligt tussen :-40°C - 60°C (-40°F - 140°F)
De buitentemperatuur op het display
wijzigt mogelijk niet direct zoals een
gewone thermometer, dit om debestuurder niet af te leiden.
De eenheid van de temperatuur kan
als volgt van °C in °F worden
gewijzigd of van °F in °C: - Modus Gebruikersinstellingen in
het instrumentenpaneel: u kunt de
eenheid van de temperatuur
wijzigen bij "Overige Functies -
Temperatuur eenheid".
- Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem: Houd, terwijl u
op de toets OFF drukt, de toets
AUTO ten minste 3 seconden
ingedrukt.
De eenheid van de temperatuur in het
instrumentenpaneel en het
verwarmings- en ventilatiesysteem
veranderen tegelijkertijd.
AANWIJZING
OAE046109